Buitenland. Marktberichten. Pre d i k b e u r ten, Een dunr zaakje. Yoor 't afbrengen van het oovloggsschip „Evertsen", verleden jAar voor IJmuiden, eischen de firma's van Eyk te IJmuiden en Zurmuhlen te Amsterdam van den Staat resp. f 20.000 en f 120 000. Er wordt over geprocedeerd. Een flinke handeling. Het is eenige dagen na de ramp, die Zeeland 12 Maart getroffen heeft. De miliciens van de 3e comp. Ie bat. 3 reg. inf. te Bergen op Zoom staan gereed hun vijfdaagsche soldij in ontvangst te nemen. Eén hunner zegt zijn geheele soldij te willen geven voor de slacht offers der overstrooming. Onmiddellijk sluiten allen zich eenparig bij hem aan en verzoeken hun kapitein, den heer Lienders, hun soldij ter beschikking der noodlijdenden te willen stellen. De kapitein kan echter aan dit ver zoek niet voldoen, het geld wordt hen uitbe taald, maar met de pas opgestreken vijftig cent in de hand vervoegen zij zich oogen- blikkelijk bij den fourier der compagnie en overhandigen hem de soldij. Niet één die achterbleef. Zoo'n arm oudje. Een bejaarde weduwe, wonende aan het Stevensplein te Nijmegen, had vuur in een stoof gedaan om zich te verwarmen. Even later werd door de buren een begin van brand opgemerkt, dat snel werd gebluscht. Het bleek toen, dat de vrouw gestikt en gedeeltelijk verbrand was. Vermoedelijk heeft het vuur uit de stoof zich aan de rokken van de 65-jarige meegedeeld die, gebrekkig zijnde, zich bij afwezigheid harer huisgenooten niet heeft kunnen redden en aldus is omge komen. Het doorgescheurd spoorwegkaartje. De ambtenaar van het O. M. bij het kanton gerecht te Rotterdam nam Vrijdag requisitoir in de zaak van een reiziger, die zijn spoor wegkaartje had doorgescheurd en den conduc teur alleen het gedeelte van de heenreis ter controleering aanbood. De ambtenaar was van meening, dat men niet één, maar twee kaartjes koopt, wat reeds daaruit blijkt, dat de beide kaartjes feitelijk van elkander ge scheiden zijn en slechts door een geperforeerde lijn aan elkander zijn verbonden. Verregaande onbeschaafdheid. Zoo typeert een inzender in de „Tel." het volgende geval 't Gebeurde dezer dagen in een klein Gel- dersch plaatsje, dat een norsch uitziend heer in het post-en telegraafkantoor binnenkwam, het publiek, dat zich daar bevond, op zij schoof en van de voor het publiek bestemde ruimte tegen den ambtenaar schreeuwde „Doe jij die pijp uit je hier werd een woord gebezigd, dat in een beschaafd blad niet thuis behoort, en tegen den directeur „Zeg, ken jij je instructies niet?" Dit beleefd, beschaafd, welopgevoed mensch was een inspecteur der posterijen en telegraphie. Is het niet droevig, dat superi euren op een dergelijke wijze tegenover hun ambtenaren optreden en dan nog wel in tegenwoordigheid van het publiek? Kan het verwondering baren, dat de mindere ambtenaren op sommige kantoren op een minder nette wijze het publiek te woord staan Dragen sommige hoofdambtenaren daarvan niet de schuld? Zoo „heer", zoo „knecht." Bronzen stuiver? 't Hangt nog. Blijkens het Voorloopig Verslag der Eerste Kamer over het wetsontwerp tot wijziging der muntwet 1901, ter vervanging van het zilveren door een bronzen vijf centsstuk, meenden sommige leden, dat de behoefte aan een maatregel, welke beoogt aan het gebruik van het vijf cents-stuk uitbreiding te geven, niet is gebleken. In landbouwbladen wordt er ernstig op gewezen, dat de kurk, waarop de veenkolo niale landbouw drijft, de aardappelbouw, gevaar loopt. De prijzen van het aardappel meel dalen voortdurend, en men vreest in de komende campagne voor zeer lage aard appelprijzen. Groote stukken grond, oorspron kelijk voor aardappelbouw bestemd, worden thans met haver bezaaid. Veel lust voor het nemen van aandeelen in aardappelmeel fabrieken zal er dus op 't oogenblik niet zijn. Hier en daar worden er reeds te koop aan geboden. Ook een snuggere Dezer dagen verscheen een bruidegom met zijn aanstaande ten Raadhuize te Noorden, om de noodige stappen te doen naar de hu welijksboot. Op de vraag van den ambtenaar of hij nog ouders had, antwoordde hq: neen ouders heb ik niet, maar ik heb nog wel een vader en een moeder. Nu, dit te weten, was voor den man der wet ook voldoende. Men schrijft uit Loppersum aan de „App. Ct." In een kachelmagazijn in de stad Groningen komt een dorpbewoner uit den omtrek, om een nieuwe kachel te koopen. Na verscheidene exemplaren bezichtigd te hebben, toont de eigenaar den bezoeker een, dat onzen vriend heelemaal in verrukking brengt: een eenvou dige lucifer is voldoende, om den brand erin te steken, de lezer begrijpt het is een gaskachel. Zoo een moet hij hebben, dat is immers zoo gemakelijk De koop wordt ge sloten. Weldra arriveert het nieuwe meubel in de woning van den landman. Vrouwlief door manlief reeds min of meer op de hoogte gebracht van het wonder, zal nu getuige zijn van de gemakkelijke, doeltreffende manier van doeneen lucifer wordt aangestreken en het brandende houtje in de kachel gehou den. Vreemd, het wil nietNogeens weer, nogeens, telkens tevergeefs 1 Totdat eindelijk de vrouw de veronderstelling uit, dat het misschien een gaskachel is. En zijn geheugen nu opgefrischt, raadplegende, zegt hijJa juist, een gaskachel, dat is het. En begrijpende, dat het onmisbare gas ontbreekt, aldus den sleutel van het geheim gevonden hebbende, vervolgt de snuggere baas„Dan moet de bode morgen dadelijk vijf kan gas uit de stad meebrengen." Tot welke kluchtige historie of histories het geval verder geleid heeft, meldt de geschiedenis niet. Het vrouwelijk hart is ondoorgrondelijk. Hij was weduwnaar, 34 jaar oud, woon achtig te Weesp. Zij was een 19-jarige blon dine, te Dordrecht wonend. Beiden hielden veel van elkander, naar het scheen, en smachtten naar het oogenblik waarop zij voor God en de wet man en vrouw zouden zijn. Dit zoo hartelijk verbeide oogenblik zou weldra daar zijn. Veertien dagen geleden werden zij in ondertrouw opgenomen en Donderdag was het de dag, waarop het huwelijk ten stadhuize officieel zou worden bevestigd. De bruid was reeds vroegtijdig in feestdos, haar familie eveneens, en allen wachtten op den bruidegom, die per trein van Weesp zou arriveeren en dit ook werkelijk deed. Eindelijk was het oogenblik gekomen, waarop men zich gereed moest maken voor het beklimmen der „blauwe trappen", maar hoe men keek, waar men zocht, nergens was een spoor der bruid te vinden. De ontsteltenis van den a. s. echtgenoot was groot, nog grooter werd zij echter nog, toen hij uit den mond van zijn a .s. nichtjes en neefjes moest hooren, dat Pieternella hem had verlaten om er vandoor te gaan met een Amsteidammer, waaraan zij kennis had. Vader en bruigom togen daarop beiden naar het politiebureel de eerste om opsporing van zijn minderjarige dochter, de ander om teruggave van cadeautjes te verzoeken. Thans bleef den jongen man niet anders over dan zonder vrouw naar Weesp, waar familie het jonge echtpaar zou wachten, terug te keeren. Inmiddels is gebleken, dat het „vandoor gaan" der bruid niet veel beteekende want Donderdagavond was zij weder thuis. Ook haar nieuwe galant deed Vrijdagmorgen daar zijn intrek. De werkzaamheden tot bestrijding van den brand in de mijn te Courriéres schieten goed op, in weerwii van de groote moeielijk- heden waarmede men te kampen heeft. Toen om drie uur Vrijdagmiddag door de Patrie bekend werd dat dertien mijnwerkers levend waren opgehaald te Billy Montigny was de ontroering in Parijs op ieders gelaat te lezen. Men zag op straat de menschen met tranen in de oogen. Aan den „Temps" zijn de volgende bijzon derheden ontleend. Om zeven uur kwam een arbeider als gek van de mijn aanloopen en zei, nog bevend over zijn geheele lichaam, tot den ingenieur: „Mijnheer, daar staan beneden dertien levende lijken die opgehaald willen worden!" Eerst langzamerhand begreep men wat bij wilde zeggen. Vijf minuten later waren de machines aan den gang, en voor de oogen der toegeloopen menschen steeg de kooi op met de geredden. Men steunt ze, men draagt ze en op geïmproviseerde bedden legt men hen neer. Geen kan er dadelijk pratenze zien zwart, en hebben holle oogen en verstijfde ledematen. Een hunner Nemy genaamd, begint te spreken en spreekt daarna zonder ophouden en tegen iedereen. Hij vertelt van de drie weken in de duisternis, terwijl ze wisten driehonderd meter onder den grond te zijn. We hebbon getracht door ons in groepen te verdoelen een uitweg te vinden, maar na een aantal lijken ontmoet te hebben, die we niet telden, bepaalden we ons tot zoeken van voedsel. We hebben vergane paarden aan stukken gesneden en dat vleesch gegeten met hoor, wortels en boomschors. Nemy had van dat gruwelijke voedsel nog bij zich. Het ergste hebben ze geleden van dorst en kou. Niemand sliep, soms viel er een neer van uitputting. Nemy wist precies te zeggen dat het Vrijdag was, en 30 Maart. Hij had door geregeld zijn horloge op te winden notitie gehouden van den tijd. De ontmoetingen van de geredden met vrouwen en moeders in rouwkleeren zijn treffend geweest. De correspondent die er bij was zegt, dat hij nooit in zijn leven zoo iets ontroerends bijwoonde. De dokters zi]n van meening dat de toestand der dertien naar omstandigheden ongelooflijk goed is. Hun lichaam is anders vol infectie- stoffen. Men geeft hun om de twintig minuten een lepel melk. Volgens Havas en verschillende andere berichtgevers zouden nieuwe reddingen te verwachten ziju. Zondag 8 April 1906. HERVORMDE GEMEENTE. Burg. 's Avonds 7 uur Ds. Visser. (Voorbereiding H Avondmaal) Waal. Voorin. 10 uur Ds. Smits. (Bevestiging nieuwe leden) Oudeschild. Voorm. 10 uur Ds. Met. (Bevestiging van nieuwe leden.) Dm Hoorn Voorm. 10 uur Ds. Visser. (Bevestiging nieuwe leden). Uosterend. Nam. 3 uur Ds. Smits. Cocksdorp. Voorm. half 10 de Hr. Barends. GEREFORMEERDE GEMEENTE. Oosterend. Voorm. halftien ds. Rooseboom. Nam. 2 uur ds. Rooseboom. DOOPSGEZINDE GEMEENTE. Oosterend. Voorm 10 uur Ds. Kuperus. Den Hoorn. Nam. 2 uur Ds. Scherpenbuysen. Amsterdam, 2 April. Aangevoerd 457 Run deren, le kwal. 72 a 75 ct., 2de kwal. f 0.66 f 0.70, 3de kwal. 58 a 64 c. perK. G. 145 Melk en Kalfkoeien f 125 A f 280, 0 Graskalveren af 9 Schapen f 22 A f 26, 205 N uchtere Kalveren f 6,A ill, Lammeren f 441 vette Varkens 55 a 57 ct. Purmerend, 3 A pril, Aangevoerd 523 Run deren waaronder 154 vette-, 362 melkkoeien en 7 stieren. 173 vette kalveren f 0,75 a f 095 p. kg. 701 Nucbtere-kalveren f 9a f' 22 psr stuk, 16 paarden f afper stuk, Veulens f af 2101 Ovorhouders t af 168 vette varkens f 0,54 a f 0,58 per kg., 51 varkens magere f 18 a f 32 per stuk, 285 biggen f 9 a f 13 per stuk, kipeieren f 3,00 a f 3,75 per 100 stuks. Vette koeien prijsh. handel stug. Geldekoeien, prijsh. h. stug. Melkkoeien prijsh. handel stug. Vette kalveren, prijsh. h. stug. Nuchtere kalveren, 1. prijs h. vlug. Vette Varkens 1. prijs h. matig. Magere Varkens en Biggen prijsh h. matig. Schapen prijsh. b. stug. BOEKAANKONDIGING van uitgekomen nienwe Boekwerken, Voorhanden in den Boekhandel Parkstraat. Storingen Electrische Installatie f 1,90 De Werktuigkunde voor Machine- Technici in 8 afleveringen; afl. 1 35 Do vier Evangeliën 2,50 Alleen in 't Nestje 90 Het dagb. van Willem Frederik. I 90 rr n II 90 Onder 't Nachtvolkje 90 Gelukkig Viertal 90 Jack's Gedenkschriften 90 Leer van Tolstoi 1,50 Goethe's Faust 1, Ik weet mijn Verlosser leeft 1,25 Verplichting Ouders en Voogden 50 De laatste Ponning 1,50 Pensioen bepaling Onderwijzers 20 Stead. Brieven 1,90 Burg. Stand met Supplement >3, Rechtspraak Wetb. van Strafrecht 1,75 Gijben. Posterijen 50 Beolaarts. Vraagstuk 60 De Geschiedenis der Godsdiensten van alle volken dor aarde, afl. 1 (36 afl. met 10 platen) Modern Smeedwerk voor werkplaats en School 5, Rembrandt's leven, met 28 platen 0,30 Rembrandt, compleet in 18 weko- lijksche afleveringen 2,70 RIJKSPOSTSPAARBANK. Aan hot postkantoor Don Burg Texel en do daaronder ressorteorendo, hulpkantoron word gedurendo do maand Maurt 1906 Ingelegd f 5798,58 Terugbetaald - 19668,48 Hot laatste, door dat kantoor uitgogeven boekje draagt hot nummer 2970.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1906 | | pagina 2