N°. 2006.
Donderdag 6 December 1906. 20 Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tof week.
Dit blad verscliijut Woensdag- en Zaterdagavond.
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Bukg op Texel.
25 Nov. 2 Dec.
t—
TEXEL, 5 DECEMBER 1906.
Wij maakten van de gelegenheid gebruik
om Zondagmiddag de orgelbespeling in de
Hervormde Kerk alhier bij te wonen.
Mogen wij ons geen genoegzame muzikale
kennis toekennen om de finesses van het
spel naar eisch te beoordeelen, ons gehoor
is echter gelukkig nog wel van dien aard
dat wij konden opmerken zuiverheid van
toon en het krachtige van het instrument;
in beide gevallen werden wij wel bevredigd.
Dat een geoefende hand het orgel bespeelde
daaraan valt niet te twijfelen en deed de
waarde van het instrument zeer zeker tot zijn
recht komen. Inzonderheid trof ons, naar wij
meenen het voorlaatste nummer van het
programma, door de zachte, liefelijke tonen,
en de heerlijke melodie.
Het bezoek was niet groot, wat voor het
beoogde doel zeer zeker jammer was.
Hoewel zulks niet tot de orgelbespeling
behoort, willen wij bij deze gaarne erkennen
dat niets te veel is gezegd van de flinke
restauratie welke ook het uiterlijk van het
orgel heeft ondergaan.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
H. W. Dalmeijer, thans te Brummen, is d.d.
geslaagd voor telegraaf-radicaal.
Bij den onlangs te Wognum gehouden
tooneelwedstrijd, werd de 2e prijs behaald
met de opvoering van „Een kerstavond",
tooneelspel in twee bedrijven, van W. Mets
Tz. door de vereeniging „Laurillard," te
Krommenie.
De afdeeling „Texel" van het N. O. O.
hield Zaterdag j. 1. eene vergadering in Café
„Den Burg." Aanwezig waren 14 personen,
waaronder de heer Burgemeester, die allen
hartelijk welkom werden geheeten. Verder
werd er op gewezen, dat 19Ü6 voor de Texel-
sche onderwijzers zoo ongeveer een jubeljaar
is geweest, daar velen onder hen hun 25jarig
feest vierde.
De notulen werden gelezen en onveranderd
met dank goedgekeurd. Besloten werd om
op Zaterdag 15 Dec. a. s op nieuw te ver
gaderen en wel des nam. te 4 uur, om vier
leden voor de weerstandskas te stemmen.
Ook kunnen voor dien datum de stembiljetten
in gesloten couvert aan den Secretaris ge
zonden worden.
Tot Voorzitter der afdeeling werd voor drie
jaar herkozen de heer C. A. de Braai, die
zijn hernieuwd mandaat aanvaardde.
Hierna gaf de heer P. Haremaker eene
inleiding over Pestalozzi. In een keurig opstel
werd eene beschrijving gegeven van Pestalozzi
als prediker, als rechtsgeleerde, als landbouw
kundige, als voorlichter bij onderwijszaken,
als onderwijzer, en gesproken over den roem,
die zich over hem heeft verbreid. Het eeuw
feest van Pestalozzi is in Duitschland gevierd.
Uit het korte debat bleek, dat de meeningen
over Pestalozzi verschillen. Men was 'ter
evenwel over eens, dat hij den stoot heeft
gegeven aan het aanschouwingsonderwijs.
De heer Haremaker ontving den dank des
Voorzitters.
Als bijdrage gaf de heer J. de Jongh„Logica"
van E. Laurrillard, waarnaar met genoegen
gehoord werd.
De eerste vergadering in het volgend jaar
is bepaald op 20 April in „de Lindeboom."
De heer L. J. Kikkert hoopt alsdan eene
inleiding te geven en de heer P. Haremaker
eene bijdrage.
Met dank voor de belangstelling werd de
vergadering gesloten.
Van 20 tot en met 4 Dec. zijn van
hier verzonden23 koeien, 5 kalveren, 14
schapen, 4 paarden en 42 varkens.
TEXEISCHE CODRABT,
Abonnementsprijs per 3 maanden-
Voor den Borg 30 Cts. Franco perr post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
Br valt weinig te kronieken, dezen keer. Dat wil
zeggen vart eigen bodem. Belangrijke gebeurtenissen
in ons staatkundig of maatschappelijk leven vielen niet
voor in de afgeloopen week. Toch zal stellig menig
lezer met eenige belangstelling zijn krant hebben open
geslagen, niet om nieuwsgierig de binnenlandsche nieuw
tjes na te snuffelen maar om eens na te gaan wat voor
bijzonders er uit den Haag te melden viel. Hun belang
stelling betrof onze Hoogmogende hoeren der Tweede
Kamer, die deze week zich schaarden om de welvoor
ziene Staatsbegrootingsdisch. De algemeene beschouwin
gen zijn in vollen gang en die zijn in den regel belangrijk
genoeg om dc belangstelling van ieder die in 't politieke
leven zoo'n beetje meeleeft, gaande te maken. Ook de
belangstelling der hoeren Kamerleden schijnt dan te
stijgen en de woordvoerders hebben in elk geval in
deze dagen de voldoening dat ze niet voor 'n man of
tien plus 'n 90 groene tafeltjes behoeven te spreken.
Voor 't ministerie zijn het intusschen dagen van gemeng
de gevoelens. Zijn werkplan, beginselen, beleid, alles
wordt aan een beoordeeling onderworpen en 't hangt
van de politieke brillen der sprekers af, of die beoor
deeling vleiend dan wel lakend is. 't Bene oogenblik
krijgt het pluimen op zijn hoed, terwijl het in een vol
gend oogenblik parlementair over den knie wordt geno
men. Wat ongetwijfeld afwisseling in de stemming brengt
Behalve aan de Kamerverslagen zal ook menigeen
weder eenige oogenblikken van zijn tijd hebben gewijd
aan hetgeen uit Amsterdam gemeld werd omtrent de
strafzaak de Montigny en de Geer. Weder twee zit
tingen werden in de afgeloopen week daaraan besteed,
waarin bet getuigenverhoor werd voortgezet. Het einde
van deze ingewikkelde zaak is thans toch te zien en
als er geen bijzondere vertraging plaats heeft zal het
getuigenverhoor den 11 dezer atloopen. Dan is het woord
aan bet O. M. en de verdedigers.
We zouden hiermede het //binnenlandsch gedeelte"
van ons overzicht kunnen besluiten omdat er overigens
weinig belangwekkends voorviel. Toch vergunne de
lezer ons nog even aan te stippen een bericht dat dezer
dagen onze aandacht trok. 't Stond in de "Telegraaf//
en 't was van haar Londensehen correspondent. Deze
vertelde daarin van een Engelsch boek dat juist was
verschenen en dat handelde over ons land. Wat de
schrijver daarin zegt is niet erg prettig voor onze va-
derlandsche ooren. Zijn conclusie over Nederland is
ongeveer als volgtDe Nederlanden, die eenmaal in
de wereld een grootere positie innamen dan Engeland
tegenwoordig heeft, zijn in een toestand van onbedui
dendheid vervallen en Holland kan als onafhankelijke
staat verdwijnen. Het kan (en zal zeer waarschijnlijk)
door Duitschlnnd ingeslokt worden en het is denkbaar
dat de Hollandsche taal in een eeuw of twee een doode
taal zal zijn, enkel nog door eenige philologen gekend.
Sedert stoom en cleclriciteit don afstand ophieven is
dc tijd voor groote naties gekomen. De Nederlanden
hebben een verleden, maar geen toekomst.
Dat ziet er dus maar magertjes met ons uit. Echter
't is 'n zoon van Albion, die zoo spreekt en we zullen
ons er dus nog maar niet te veel van aantrekken. Wel
is do gouden tijd dat onze Jantjes den bezem in den
mast plantten voorbij manr Engeland heeft het nog
nooit zoover gebracht. We behoeven nog volstrekt niet
in znk en nsch te zitten omdat 'n verwaande buurman
ons mot 'n meelijdend glimlachje aanziet. Zelfs al lel
len we niet meer mee in 't gezelschap der Mogendhe
den, ons klein landje heeft een verleden waarop het
met recht trotsc'n kan zijn.
o
Von Bulow heeft den nieuwen beheerder van de
Koloniale afdeeling in den Duilschen Rijksdag geïn
troduceerd en bij die gelegenheid een rede gehouden
ter verdediging van het koloniaal beleid. Hij erkende
dat er fouten gemnakt waren in het verleden maar
thans was men op den goeden weg. De crisis zou spoe
dig geëindigd zijn en dc rust en vrede in Z.W.-Afrika
stond spoedig te komen. De koloniale afdeeling zal
van top tot teen worden hervormd en de kanselier
vroeg voor den nieuwen functionaris het vertrouwen
van don Rijksdag.
Daarna hoeft Dcrnburg geredevoerd en liet uitkomen
dat bij bezig is den Augiusstal te reinigen. Een bijzon
dere commissie zal do koloniale schandalen onderzoe
ken en zelf zal hij do kolonio bezooken om poolshoogte
van den toestand te nomen en een werkprogram op te
stollen.
Zijn redo maakte oen Hinken indruk naar de Duilsehc
bladen mcdedeclen.
Woensdag is dc Belgische Kamer anngevnngen met
do behandeling der Congokweslio. Zooals men wellicht
weet is dc Congo een onafbankelijko slaat waarvan
koning Leopold do souvercin is. Met toestemming van
allo mogendheden werd do slaat in 18S5 op dc Congo
conforonlio te Berlijn noulraal verklaard. Bij testament
vcrmnnklo de souvercin, Koning Leopold, in 18S9 al
zijn souvereinc rechten over don Congo aan Bolgie.
Na dit testament word in 1890 tussobon do Congo en
Belgie eene overeenkomst gesloten, waarbij Belgie het
recht kreeg na een periode van 10 jaar den Congo-
staat te annexeeren met alle goederen, rechten, voor-
deelen en verplichtingen. Toen de 10 jaar evenwel om
waren, wenschte Belgie den Congo nog niet te aan
vaarden, maar wel het recht van overname te behouden.
Het kreeg zijn zin maar moest daarvoor voorloopig
afzien van terugbetaling van aan de Congo geleende
sommen. De Congostaat zou eerst daarop weer recht
krijgen vanaf het oogenblik dat het zijn bevoegdheid
tot annexatie prijs gaf.
Intusschen schijnt Koning Leopold zijn plezier van
den Congo af te hebben. Er is ook zooveel kwaads van
gesproken en hij als souvercin bleef niet altijd buiten
de zaak. Thans wil Z.M. den Staat aan Belgie over
dragen en daarover loopen nu de debatten in de Bel
gische Kamer. De annexatie wordt door de Regeering
gewenscht, maar de linkerzijde der Kamer is er niet zoo
heel warm voor. Toch lijkt het niet onwaarschijnlijk
dat de Minister zijn zin krijgt en gebeurt dat, dan is
eveneens te verwachten dat de allesbehalve te prijzen
toestanden in den Congo spoedig tot het verleden zul
len behooren.
Behalve de Congokwestie hebben we ook de Marok-
kaansche kwestie, die in de laatste dagen meer en meer
van zich doet spreken. Tot voor weinige jaren was
Marokko nog een weinig genoemd land. Omstreeks
'97 a '9S evenwel trok het de aandacht tot zich door
dat eenige volksstammen in opstand tegen den Sultan
waren gekomen. De pretendent-sultan belu!)t op schepter
en troon stelde zich mede in het harnas tegenover zijn
papaatje en kreeg allengs een aanzienlijken aanhang.
Dat was natuurlijk koren op de molen van de groote
mogendheden, die nu eens weer een schoone gelegen
heid hadden orde in den verwarden toestanden te
brengen en er stellig ook een kluifje dachten te
halen. Frankrijk en Eogeland gooiden het op een
accoordje. Frankrijk kon zich wat vaster maken in
Algiers terwijl Engeland de vrije hand werd gelaten
in Egypte. Italië zou men rustig zich bemoeien laten
met Tripolis terwijl Spanje ook wat concessies verkreeg.
Duitschland echter schoot er bij langs en te Parijs
meende men eigenlijk ook dat 't rijk van Keizer Wil
helm geen belang bij Marokko had. Maar ja wel,
daar was men in Berlijn maar niet zoo tevreden mee.
Duitschland begon op te sommen hoeveel Duitscbers
er in Marrokko woonden, wier belangen beschermd
moesten worden en kwam verder vertellen dat de Sultan
flink te Berlijn in het krijt stond voor belangrijke,
geleende sommen, waarvoor hij aan Duitschland voor
rechten had gegeven die liet zich maar niet zoo even
ontfutselen liet. Over deze kwestie werden tal van
nota's gewisseld maar Frankrijk wilde niet toegeven
en Duitschland hield koppig aan zijn eischen vast en
bierdoor ontstond zooals men weet in 1905 de zoozeer
gespannen verhouding, dat een oorlog bijna onver
mijdelijk scheen. Gelukkig was Frankrijk verstandig
en offerde liever zijn minister van buitenlandsche zaken
op en een conferentie te Algericas werd do regeling
van den toestand verder opgedragen. Men weet wat
bet resultaat dezer bijeenkomst was. Behalve andere
besluiten werd ook bepaald dat Frankrijk en Spanje
voor de rust in bet Innd van den Sultan zouden zorgen.
Daarvan is tot nog toe niets terecht gekomen, Frank
rijk en Spanje deden net of er geen Marokko bestond
tot de toestand daar ten slotte spaak begon te loopen.
Raisoeli, de pretendent-sultan had van het talmen der
mogendheden handig partij getrokken, een flinke macht
om zich verzameld en was uit het binnenland naar de
kust getrokken om overal onrust te brengen. Hij
nestelde zich in Arzilo en voerde er zoowat zoo'n
schrikbewind in zoodot het leven en de bezittingen
der Europeanen in groot gevaar kwamen te verkeeren.
Nu begrepen Frankrijk en Spanje dat er wat gedaan
moest worden, ze zonden oorlogsschepen naar Tanger
en maakten troepen gereed maar tot daadwerkelijk
optreden kwam het niet. lnplaats krachtig in te grijpen
bepaalde men zich tot het beveiligen van Europeanen
te Tanger, terwijl men elders de Marokkanen maar de
baas laat spelen. Wat daar nu weer achter zit is nog
moeielijk te zeggen, maar in Duitschlnnd begint men
al wat ontstemd te worden, nu spreekt men van een
geheim verdrag tussohen Frankrijk en Spanje, waarom
trent men nadere opheldering wcnscht te hebben.
Wat er nog uit de Mnrokkaansche kwestie geboren
kan worden, wie weet het, manr dat do kwestie met
den dag ernstiger wordt is zonder twijfel.
Ten slotte vermelden we nog even dat Spanje een
nieuw ministerie beeft gekregen. Zonder dat er directe
aanleiding toe bestond is het oude Kabinet heengegaan,
zelfs nadat do Kamer haar vertrouwen had betuigd. De
ontslag aanvrage was alleen het werk van don minister
president en zijn collega's verbaasdon zich er over dat
zo moesten heengaan. Voor zooicis moot men in
Spanje wezen. Een nieuw kabinet onder leiding van
Morct is reeds gevormd.