N°. 2014.
Zondag 6 Januari 1907.
20ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
FEUILLETON.
Markiezin Sabine.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhoogiDg der porto's.
Advertentiën vóór 10 unr op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. -- Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
5
GEVONDEN VOORWERPEN.
Gedeponeerd ten Raadhuize
1 pijp, gevonden te Oudeschild
1 pijp, gevonden in de Weverstraat;
1 handschoen gevonden in den Binnenburg
1 kuifkam gevonden op den Hoornderweg
en 1 zakdoek gevonden in de Weverstraat.
TEXEL, 5 JANUARI 1907.
De heeren W. Mets Tz., J. de Jongh
en J. Daalder Dz. hopen in de maanden
Januari en Februari op de verschillende
dorpen van het eiland lezingen en voor
drachten te houden ten voordeele van
„Texels Belang." Zeker zullen velen
dit streven willen steunen.
Onze plaatsgenoot, de heer H. I.
Monté, herdacht den 1 Januari het feit,
dat hij gedurende 25 jaren als organist
bij de Herv. Gemeente te de Waal in
funtie was. Vanwege het Kerkbestuur
werd hem op dien dag met een waar-
deerend schrijven een geschenk in enve
loppe toegezonden.
Even overwacht en spoedig als ijs
en sneeuw ons terdege den winter leer
den kennen, even spoedig is al dis winter-
stoffeering weder verdwenen, alsof 'ter
in 't geheel niet was geweest, doch 't ijs
eischte elders nogal slachtoffers. De veel
gevallen sneeuw gaf tot veel stoornis aan
leiding, doch ook tot vermaak.
Dit had nog grooter kunnen zijD, als
maar iemand op het idee ware gekomen,
zooals elders geschiedde.
Zoo lezen wij dat te Alkmaar voor
de jeugd een wedstrijd was uitgeschre
ven voor het maken van figuren, uit
sneeuw, welke zeer aardig moet zijn
geweest.
Te 's Gravenhage had (onze vroegere
plaatsgenoot?; Dr Stam, het initiatief
genomen tot het doen maken van een
sneeuwhuisde bezichtiging er van werd
dienstbaar gemaakt aan een goed werk,
dat van het Leger des Heils, waarvoor
bussen waren geplaatst, 't Heeft zeker
voldoening gegeven, want op den Nieuw
jaarsdag bracht de muziek van het Leger
Dr. Stam daarvoor een hulde.
Waal, 3 Januari. Als Notabel in de
Herv. kerk is alsnog gekozen de heer
C. Sluijsman. Door de Notabelen werd
herkozen als Kerkvoogd de heer G. Kik
kert JHz.
Oosterend, 1 Jan. Mej. Th. van Eek
van Oegstgeest heeft gisteren voor de
afd van den Protestantenbond alhier een
zeldzaam schoone rede uitgesproken naar
aanleiding van de woorden „God sprak,
er zij licht en er was licht."
Na in keurige bewoordingen geschetst
te hebben den grooten dichter en geleerde
Goethe, die bij zijn sterven riep om
„meer licht", werd teruggezien op het
stervende jaar, dat bij veel duisternis
toch ook eenig licht, meer licht heeft
gegeven. Wel heeft men nog moeten
blikken op de jammeren van dronken
schap en oorlog, maar meerder licht
toch ook is gebracht door degenen, die
hebben gestreden tegen zooveel mis
bruiken in het leven. Meer Jicht ook
heeft men in ons land gevonden bij het
aannemen van de begrooting van oorlog.
't Is nog wel een klein lichtje, maar
het kan misschien doen ontbranden een
helder torenlicht, dat vriendelijk waar
schuwt tegen gevaren en daardoor tal
van levens zal behouden doen blijven.
Moge het jaar 1907 meer licht, meer liefde
en meer warmte brengen, dan zal men
aan het einde er van met opgewekt
heid kunnen ziDgen de woorden van
I. da Costa
Aan den eindpaal van de tijden
Ziet ons oog den geest van 't kwaad,
Moe geworsteld en ontwapend,
Tot geen afval meer in staat.
Als de Heere God in allen,
En in alles Alles is,
Zal het licht zijn, eeuwig licht zijn,
Licht uit licht en duisternis.
Met onverdeelde aandacht werd naar
dit woord van opwekking en levensernst
geluisterd.
Oudeschild, 3 Januari. Ter herinne
ring aan hun 25 jarige diensttijd, heeft
de heer C. Bosman, te Alkmaar, aan
de heeren W. Mets Tz. en H. Dogger,
kapitein en conducteur der „Ada van
Holland" fraaie gouden horloges doen
uitreiken. Het personeel der stoomboot
bood bloemen aan.
Ook vele particulieren deden langs
stoffelijken weg of in den vorm van
telegrammen, brieven, kaartjes, enz.
van hun belangstelling blijken.
Onder de jonge lieden, die dezer
dagen eenige tooneelstukjes opvoerden,
is 't voornemen ontstaan, om te komen
tot wederoprichting eener rederijkers
kamer.
De Cocksdörp, 1 Jan. Gisteren avond
is het den visschers van hier met behulp
van twee sleepbooten mogen gelukken
den op Vlieland gestranden stoomtraw
ler „Clyvia" in vlot water te brengen.
Sleepboot met afgebrachte trawler zijn
binnendoor naar Nieuwediep gevaren.
4 Jan. De heer L. Th. Wieten,
candidaat tot de H. D. te Amsterdam,
heeft voor het beroep naar hier bedankt.
De Cocksdorper visschers hebben
bij het afbrengen van den stoomtrawler
„Ciyvia" eenige bange uren doorgebracht.
Toen namelijk de trawler in vlot water
was en door eene sleepboot naar binnen
gesleept zou worden, geraakte hij op
eene zandbank. Bij de pogingen om
hem weer af te brengen brak de sleeptros.
Het weder werd intusschen zoo ruw,
dat het overbrengen van een anderen
sleeptros onmogelijk werd. Door het
opkomen van den vloed en het aanwak
keren van den wind werd het er niet
beter op. De zeeën sloegen zonder op
houden over het scheepje heen, hetwelk
vreeselijk stootte. Het hield zich echter
goed en geraakte eindelijk vlot, waarna
het met eigen kracht naar de Vlierede
en den volgenden dag naar Nieuwediep
stoomde.
Door den invallenden dooi en de
vele regens is het binnenwater in Eier-
land zoo hoog gestegen, dat de slooten
vol water staan en vele akkers zijn
ondergeloopen. De waterstand van het
buitenwater maakt de waterloozing bijna
onmogelijk.
Vlieland. Op den tweeden Kerstdag
was in de Bewaarschool weer als ieder
jaar den kinderen een feestje bereid.
Daartoe in de gelegenheid gesteld door
vele kindervrienden, kon de heer Van
Rossum zijn jongste leerlingen, een ge-
noegelijken avond bezorgen. Een fraai
versierde kerstboom trok aller oogen
tot zich. Opgewekt zongen de kinderen
en aandachtig luisterden ze naar de
kerstverhalen, hen voorgelezen, terwijl
versnaperingen in ruime mate voorhan
den waren. Een tombola beschikte over
de verdeeling der mooie prijzen.
De kinderen toonden zich allen recht
voldaan over hun Kerstfeest.
Den volgenden dag kwamen debewaar-
schoolleerlingetjes zelf en genoten ook
eens volop, mogelijk nog meer dan de
groote kinderen.
Het feestje blijve bij allen in blijde
herinnering. De ZangvereenigiDg „Har
monie" luisterde op den avond van den
eersten Kerstdag de avondgodsdienst
oefening op door het zingen van eenige
liederen.
(Wegens slechte postverbinding eerst
heden geplaatst.)
Vrij naar 't Fransch door A. B.
23
Ik hief mijn hoofd op en mompelde,
terwijl ik Herbert met smeekende blik
aanzag
Ik zou nooit hebben kunnen denken,
dat ge nog zulk een kind waart, Sabine.
Hoe kan je nu van zulk een afschuwelijk
beest houden. Als je het nu nog van mijn
dog deed, dat is tenminste nog een mooie
hond, maar Bello
Dus je stelt schoonheid boven goed
heid.
Mijn man werd ongeduldig.
Men moet bij een hond letten op
goedheid, schoonheid en ras. Bello heeft
mogelijk alleen de eerste eigenschap, maar
verder'.
Verder? Wel dat is alles, maar voor
mij is het genoeg.
En ik voegde er bij, doch op zachten
toon, opdat ik niet door de bedienden zou
worden gehoord
Als je van mij houdt, Herbert, laat
mij dan de hond houden.
Hij stemde toe echter ondor voorwaarde
dat zijn hond en Bello het goed met elkaar
zouden moeten kunnen vindon, en dat
Bello anders zou moeten vertrekken.
Ik heb dus Bello goed de los gelezen,
terwijl ik zijn wondon verbond.
"Wees zoet en onderdanig, als je hier
bij je meesteresse wilt blijven wonenin
de hondenwereld zijn er ook plebëers en
aristocraten. Gij behoort tot de eerste,
evenals ik, arme Bello, evenals ik, die
toch voor uw rechten moest opkomen, toon
je dus gedwee Wat zou het hinderen
als je eens een been of een portie soep
moet missen, vraag ik u
Bello scheeD het zeer goed te begrijpen
ik heb hem naar den hond van Herbert
geleid, die hem eerst met minachting aan
keek en zacht bromde, maar toen Bello
begon te kwispelen met de staart en al
zijn tanden toonde, op die manier glim
lachen de honden, was hij dadelijk bedaard,
en van morgen zag ik ze zeer vertrouwelijk
naast elkaar eten, een teeken van ware
vriendschap
Ik ben dus gerust.ja gerust en tevreden,
omdat ik die oude vriend nu weder altijd
bfj mij hebWij praten nu samen over
het verledeue.
Herinner je je dat nog Bello?
En Bello schijnt zich dat alles te herin
neren.
Ik heb deze laatste regels nog eens
overgelezen. Ik ben er zelf over verwon
derd. Ben ik dan met hot tegenwoordige
niet tovreden, dat ik zoo het verledeno
weder terug roep
Gisteren ben ik, inplaats van op die vraag
antwoord te geven, met mijn ellebogen op
de ijzeren balustrade voor het raam gaan
leunen,
O, wat een Bchoone, kalme, ernstige
nacht, wat fonkelen die millioenen van
sterren! Een zacht windje doet de toppen
der populieren nauwelijks bewegen
Daar ginds in het dorp is alles donker.
Alleen een zwak lichtschijnsel op de rivier
wijst aan, dat de veerschipper nog op is,
maar zijn boot ligt stil. Ook in het kasteel
geen enkel geluid.
Als jong meisje hield ik veel van dit
uur van volkomen stilte, waarop de natuur
steeds voortgaande met haar geheimzin-
nigen eerbied, evenals de menschen even
schijnt te rusten.,.. Als jonge vrouw
houdt ik er nog meer van, want ik vindt
er mijzelf in terug.
„Ik vind er mijzelf in terug." Dat is
nu de oplossing van mijn droom van gisteren.
Daarom is het, dat ik steeds het verleden
waarin ik van 's morgens vroeg tot 's avonds
laat „mijzelf" was, terwijl ik nu den geheelen
dag tracht gelijk te worden aan Herbert.
Welnu, onze naturen zijn zoo verschillend
dat ik den geheelen dag in zijn bijzijn in
spanning verkeer om die talrijke spelden
prikken te vermijden die somtijds zulke
diepe sporen achterlaten. Bij de minste
rimpel die ik in zijn voorhoofd opmerk,
bij do minste rimpeling zijner wenk
brauwen denk ik„misschien heb ik iets
onbezonnens gezegd of heb ik iets gedaan,
cat ik niet had moeten doenIk ben
cnrustig Ik gevoel mij zoo anders als
andere jonge meisjes van zijn stand! Ik
heb hem dat eens gezegd, een paar dagen
geleden, en dit gaf hij mij ten antwoord
Ja het is wel waar, Sabine, ge gelijkt
hen in niets. Geen van hen zou een heer
zonder geld en vooral als ze dan nog een
bruidschat had als de uwe, als man hebben
genomen.
Ik heb toen dadelijk uitgeroepen, dat er
tusschen ons nooit sprak a was van een
bruidschat. Het geld draagt wel iets bij
tot het geluk, dat is waar, maar do grond
slag er van is de wederkeerige toegenegen
heid. Als er dus iets moest worden opge
offerd, zou ik uw liefde behouden en met
genoegen al het geld willen missen
En gij, Herbert, denkt gij er nu ook zoo
over
Bij het uitspreken van dat woordje nu,
met zooveel klem, begon ik onwillekeurig
te glimlachen, mij herinnerende den tegen
stand dien ik nog maar een paar maanden
te voren tegen de verbintenis met Herbert
had geboden. O. wat lijkt zulk een tegen
stand dan vreemd als men bemind en weet
dat men ook bemind wordt
Mijn man bleef zwijgen, hij had zeker
mijn vraag niet geboord. Ik herhaalde
die dus nog eens.
Twijfelt go er dan aan vroeg hij op
zachten toon.
Wordt vervolgd.
Gedrukt bjj LAN GEVELD DE ROOIJ, Texel.
TEXELSCHE COURANT,