N\ 2029. Donderdag 28 Februari 1907. 20ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Van weck tot week Bin ii en lande Dit blad verschijnt Woensdag'- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel. 17 24 Febr. 'k Heb juist, de courant terzijde gelegd, die 't laatste nieuws bracht uit dat klein Zuid-Hollandach zeeplaatsje, dat in deze week tot een oord der verschrikking werd. Eu een wijle heb ik mijn oogen gesloten en me den ontzettenden toestand trachten in te denken, sidderend van ontroering, trachten te volgen die hartverscheurende geschiedenis van wanhoop en vertwijfeling, worstelen en verzinken, verpletteren tegen den granietmuur, omkomen in 't gezicht van een veilige haven. En 'k heb weer gevoeld, zooals gisteren en eergisteren, die in-smartelijke aandoe ning, pijnigend de gedachten, geeselend het gevoel, schokkend de zenuwen En ik weet het, ook over U is gegaan die vlaag van smart, als een ijskoude nacht wind die U huiveren en rillen deed als een bange akelige droom waarin ge den grijnslach van den ruwen dood hoordet en de laatste wanhoopskreten van meer dan hon derd ongelukkigen, die ondergingen in den zwarten nacht van worstelend omkomen En als de winterwind bulderde in den schouw, rende door de bladerlooze hoornen met eindloos geloei, aanstormde tegen den huisgevel, gillende langs de soms dreunende ramen, dan was daarin de sombere klank van een vreeselyk li.d het lied van den dood De voorbije week is ondergegaan in rouw en tranen. Door ons land en ver daarbui ten is gegaan een rilling van ontzetting, een kreet van smart, een vlaag van diep schrijnende deernis. En we hebben gevloekt de brullende zee, de nimmer verzadigde zee, de verra derlijke zee. De zee die we zoo vaak bezongen heb ben als de zon er over glansde en heur golfjes samen zongen het eeuwige lied als ze daar breed uitgemeten lag vol wondre majesteit van rust, met een lach op haar blank gelaat, O, die verraderlijke zee, die haar lachge zicht vertrok tot dat van een grijnzend monster, die haar rustig kabbelende golfjes opzweepte tot woest rollende, alles weg slingerende baren, die haar liedje overdeed gaan in een woest triumphgehuil Hoe ontzettend was weer het bewijs van haar alles overheerschende kracht. De groote Harwichboot „Berlin" reuzen- gevaarte van ijzer en staal, heeft ze gesmakt in haar toomlooze woede op de graniet muren, uiteengeslagen en van de 144 op varenden zijn slechts eenigen gespaard gebleven. Ik zal U hier geen beschrijving geven van die ontzettende gebeurtenis, van dat drama dat daarginds bij Hoek van Holland werd afgespeeld. Ge zult de vreeselijke bijzonderheden reeds weton. Maar toch moest ik uiting geven aan mijn gevoelens die ook uw gevoelens zijn. En ook wil ik bij het herdenken van dat schokkend gebeuren een stille hulde bren gen aan de moedige mannen, die hun leven waagden voor dat van anderen, de beman ning der reddingboot, die met doodsverach ting en bovenmenschelijke inspanning er in mochten slagen nog enkelen behouden aan land te brengen. En een woord van stille hulde ook aan onzen Prins-Gemaal, die zich zelf niet ont zag de dappere redders op de verraderlijke golven te vergezellen, hen moed en onver schrokkenheid insprekend. Maar als ik dit schrijf denk ik weer aan die lange rijen uooden, die daar zoo stil neerliggen in het groote doodenhuis van Hoek van Holland en die vele lijken die nog de bruischende golven ten speelbal zijn. En het gevoel van dankbaarheid voor de koene redders wordt opnieuw verdron gen door dat van diepe deernis met die vele, vele dooden en hen die over hen in rouw gaan. —o—o—o— Al de gebeurtenissen der voorbije week zijn door die eene groote lijdensgebeurtenis op den achtergrond gedrongen. Het ver gaan van de „Berlin" deed de aandacht van al het andere afwenden. En ik geloof, geachte lezer, lieve lezeres dat ge 't uw overzichtschrijver niet euvel duidt, dat hij, wat ons land betreft, zich alleen bepaalt tot het boven beschrevene. Laat het voor ditmaal genoeg zijn dat ik ditmaal alleen het belangrijkste en tevens het droevigste onder Uwe aandacht bracht. We zijn weer een nieuwe week ingetreden. Moge zij meer stof tot juichiDg geven dan de voorbije-de voorbije, waarom de geschiedenis een zwarten rouwrand zal teekenen en die nog menigmaal, als de stormen loeien, in onze droeve herinnering zal worden terug gevoerd. —o—o—o— Voor Duitschland was het belangrijkste nieuws der voorbije week wel de opening van den nieuwen Rijksdag, Dit geschiedde Dinsdag met de noodige en gebruikelijke praal en plechtigheid door den Keizer. Niet zonder belangstelling was de troon rede tegemoet gezien. Wat geen wonder kan heeten, na den vinnigen stembusstrijd, waaruit de regee ring on verwonnen, ja zelf zegevierend, te voorschijn trad. Toch heeft de troonrede geen bijzondere verrassingen gebracht, zooals menigeen wellicht in stilte gedacht zal hebben. Evenwel heeft de uitslag der verkiezing merkbaar zijn invloed op den inhoud van het staatsstuk doen gelden. Dat blijkt uit de wetsontwerpen, die er in aangekondigd werden, alsde vroeger verworpen aan- vullingsbegrooting voor Zuid-west-Afrika, het wetsontwerp van den spoorweg van Keetmansdorp naar Koeboch, dat na eerst geen genade in de oogen van den ouden Rijksdag te hebben gevonden eindelijk schoorvoetend door do Rijksdag commissie was goedgekeurd, en het eveneens vroeger verworpen ontwerp tot instelling van een rijksdepartement van koloniön. De regeering heeft daardoor blijk gege ven zich zeker te achten van haar zaak. Verder blijkt de invloed der jongste kie zersuitspraak op de troonrede inzonderheid uit dat gedeelte waarin de geslagen soci alisten over de knie worden genomen. We willen die clausule hiereven afschrijven „De gezonde zin in stad en land heeft in den verkiezingsstrijd een beweging ge stuit, die zich, met verloochening van al het bestaande goede en levenskrachtige, tegen staat en samenleving in hun vreed- zamo ontwikkeling stelt. De groote fun- damenteele wetten tot bescherming van do economisch zwakken zijn tot stand ge komen tegen het verzet van de party, die zich de ware pleitbezorgster van de belan gen der arbeiders noemt, maar zelve niets voor haar en den vooruitgang van de be schaving uitgericht heeft. Toch telt zij hare kiezers nog altijd bij miljoenen. De Duitsche arbeider mag daaronder niet lijden. Genoemde wetgeving berust op het begin sel van de sociale verplichting jegens den arbeidenden stand en is daarom onafhan kelijk van de wisselende groepeering van de partijen. De verbonden regeeringen zijn besloten het sociale werk in den verheven geest van keizer Wilhelm den Grooten voort te zetten." Bebel en zijn kornuiten zullen zich waar schijnlijk wel niet gestemd gevoelen zich voor den Keizer en Von Bulow te veroot moedigen en de komende debatten zullen daarvan wel doen blijken. Frankrijk kwam ook weer indeafgeloopen week onze aandacht vragen. Natuurlijk betrof het weer de kwestie van de scheiding tusschen Kerk en Staat, de kwestie die al maanden lang de gemoederen bezig houdt en nog altijd maar op een algeheele op lossing blijft wachten. Zooals we reeds eerder opmerkten heeft minister Briand het er moeilijk mee, waar het Yaticaanonver zettelijk blijft. Trots al zijn laveeren heeft hij zijn doel nog maar niet kunnen berei ken en dat maakte in den laatsten tijd zijn positie niet prettiger. Want van meer dan eene zijde werd hem te kennen gege ven dat al dat gelaveer maar eens op moest houden en hij eindelijk eens recht op zijn doel diende af te gaan. Maar Briand, die de mogeljjke gevolgen van een driest in grijpen maar al te goed inziet en een gods dienstoorlog voor de republiek allerminst begeerlijk acht, liet de stuurlui-van-den- wal maar praten en bleef aan het schippe ren. Eindelijk meende hij het „Euréka" te kunnen uitspreken. Een ontwerp-eon- tract inzake de overdracht der kerkgebou wen werd door hem opgemaakt waarin naar zijn meening de kerk genoegzame zekerheid vond voor haar hiërarchie en tevens het burgerlijk gezag voldoende werd erkend. Maar 't bleek alweer mis te wezen het Vaticaan wilde het contract niet aan vaarden. 't Geval was moeilyk en werd nog moei lijker toen de felle anti-clericalen hem gingen verwijten, dat hij veel te lang aan het zeuren bleef. Dat verwijt vond zelfs weerklank in het Kabinet en men vertelde reeds dat daarin ernstige oneenigheid heerschte. En in de Kamer gingen even eens stemmen op die weinig goeds voor spelden voor den minister van eeredienst. Evenwel 't gevaar is bezworen zoo het schijnt. Blijkens berichten is het Kabinet tot overeenstemming gekomen over de kwestie. Na lange bespreking werd Briands beleid goedgekeurd en deze gevoelde zich weer sterk toen hij in de Kamer kwam om op de interpellaties omtrent de schei- dingswet van antwoord te dienen. Daar heeft hij zijn houding uiteengezet en duidelijk doen biijken, dat naar zijne meening de scheiding van kerk en staat niet het karakter behoeft te dragen van een godsdienstoorlog, maar in de eerste plaats de vrije uitoefening van den Gods dienst moet waarborgen. En daarom bleek hjj van plan overleg met de kerk te zullen plegen. 't Slot van de geschiedenis is geweest dat ook de kamer zjjn beleid goedkeurde. Dat was dus een succes voor den minister. Maar hoewel dus de vrede in eigen huis houding is hersteld, daarmee is nog niet gezegd, dat Briand zijn doel bereikt heeft. De moeilijkheid om het Yaticaan te be vredigen blijft nog bestaan en dc tijd moet leeren of hij daarin spoedig slaagt. TEXEL, 27 FEBRUARI 1907. Een nieuw emplooi. Het opschrift hierboven is eigenlijk niet juist, want het emplooi, de dienst verrichting waarover wij iets willen zeggen is gansch niet nieuw, doch oud, zeer oud zelfs, wellicht een der oudste dienstverrichtingen welke bekend zijn. Wjj willen iets zeggen over de dienst verrichting door de baker, (oppaster van een kraamvrouw, enz.) Wellicht zullen sommigen glimlachen dat wij dit emplooi tot een onderwerp van een opstelletje makeD, doch met uw welnemen, wie onzer heeft niet de hulp van zulk een dienstvaardige noodig gehad? Ter zake echter: Er is in onzen tijd een geest van vooruitgang waartenemen op velerlei gebied, ook in zake de lichamelijke en geestelijke zorg voor het kind, doch niet minder in de zorg voor lichamelijk on gelukkigen en hulpbehoevenden. Een bewijs daarvoor is het steeds toenemend getal van dames, welke zich aan de taak van ziekenverpleging gaan wijden. Ook al in dien geest, treedt als eene afdeeling van de ziekenverpleging in den laatsten tijd meer op den voorgrond de verpleging van kraamvrouwen en die der jonggeborenen; ook daarin worden thaos curssussen gegeven, waaraan wordt deelgenomen zoowel door oudere als door jongere dames, welke voor die verpleging roeping gevoelen en zich daaraan willen wijden. Die cursussen worden gegeven door Heeren Doctoren en Dames deskundigen. In een reeks van lessen wordt aan de deelneemsters der cursus geleerd hoe de verpleging van een kraamvrouw behoort te geschieden alsmede ook hoe de jong geborene moet worden behandeld, (ver moedelijk wel ietwat anders als naar we in een schetsje van v. Duvl lezen„in gepakt" alsof 't als stukgoed per boot of spoor moet worden verzonden.) Of velen voor dit emplooi roeping zullen gevoelen, zal de tijd moeten leeren; 'tis mogelijk minder deftig dan telefo niste, postassistente, doctores, apotheke res, onderwijzeres en welke betrekkingen al zoo meer voor de dames worden ge reserveerd, doch zeker niet minder nuttig; en ontegenzeggelijk meer vrouwelijk dan het voor koetsier spelen hetwelk in Engeland in zwang komt, of het houden van damesworstelwedstrijden waarop men zich in Amsterdam alreeds spitst. En nu het doel van dit betoog? Om mede te deelen dat door een 13tal dames, te Alkmaar een dergelijke cursus werd gevolgd; dat in de vorige week door deze dames examen moest worden gedaan, waarbij er 12 slaagden; en slottens dat tot de geslaagden behoorde iemand van ons eiland, n.l. Mejuffrouw Neeltje Kriinen, van den Hoorn, welke diploma verkreeg. Yan 18 tot en met 21 Feb. zijn van hier verzonden11 koeien, 15 kal veren, 14 schapen en 30 varkens. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden- Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. "V"

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1907 | | pagina 1