N°. 2033.
Donderdag 14 Maart 1907.
20ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
>inne
Van week tof week.
0>it blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nar op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN eu ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN GEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
3 Maart. 10 Maart.
De achterliggende week bracht weinig
belangrijk nieuws, tenminste wat ons land
betreft, 't Voornaamste was al de uitrei
king van de belooningen aan de koene
redders van Hoek van Holland. De Koningin
is voorgegaan, de Regeering gevolgd en
het eereteeken siert thans de borst dier
mannen over wier heldenmoed de wereld
verbaasd heeft gestaan en die zoo van alle
zijden met hulde als overgoten zijn geworden.
Het moet deze eenvoudige zeelieden wel
wonderlijk te moede zijn geweest in de
voorbije dagen. Moge die overvloedige
hulde huu al dankbaar hebben gestemd
ze zijn onder dat alles de eenvoudige Hol-
landsche jongens gebleven zoó zelfs dat ze
bjj hun bezoek aan Londen liefst op den
achtergrond bleven en niet verkozen aan
te zitten aan een ter hunner eere bestelde
feestmaaltijd, noch te bewegen waren zich
in den schouwburg als de helden te laten
presenteeren.
Dat toont hun karakter. Voor hen zal
de wetenschap hun moeilijken plicht te
hebben gedaan meer voldoening geven dan
alle menschelijke hulde.
En dat moet als hun grootste verdienste
worden gewaardeerd.
Wat zeker nog niet dikwijls is geschied,
gebeurde in de voorbije week n.l. dat een
minister wiens begrooting verworpen werd
en die zijn ontslagbriefje thuis wacht, vóór
voorgoed heen te gaan nog eens in de Tweede
Kamer terugkeert om een ontwerp te ver
dedigen. Dit weinig gebeurlijk feit is een
gevolg van de omstandigheid dat de huidige
Kabinetscrisis nog maar steeds op een
oplossing bljjft wachten. Tengevolge daar
van was Minister Staal wel genoodzaakt
bjj de Kamer aan te komen met zijn crediet-
wet. Want de begrooting is wel afgestemd
doch de dienst moet ongestoord doorgaan
en daarvoor is geld noodig. En het Depar
tement van Oorlog heeft nu reeds zijn zaken
een paar maanden op crediet moeten drijven.
De Tweede Kamer is daarom bij elkaar
geweest en heeft de credietwet plus enkele
andere ontwerpjes goedgekeurd. Overigens
is de toestand ongewijzigd gebleven. De
crisis duurt voort, kan nog lang voortduren
ook naar de berichten luiden. En een
gevolg daarvan is dat de belangstelling in
den afloop er niet levendiger op wordt.
o—o—
Nu we over de Tweede Kamer spreken
willen we ook even melding maken van het
wetsontwerp, dat ingediend is tot verhoo
ging van hoofdstuk Buitenlandsche Zaken
der Staatsbegrooting met f 100,000, strek
kende tot ontvangst der afgevaardigden tot
de te 's Gravenhage te houden tweede
vredesconferentie en de andere daarmee in
verband staande uitgaven.
De vredesconferentie zal dus plaats hebben
en hoewel de datum nog niet is vastgesteld,
bewijst het ingediende ontwerp, dat deze
nog in dit jaar zal worden gehouden.
Intusschen de bladen beginnen reeds hun
aandacht aan de zaak te wijden, hebben
er eigenlijk in don laatsten tijd reeds meer
malen over gesproken. Dit was hoofd
zakelijk een gevolg van het bezoek dat de
Russische staatsraad Martens aan de ver
schillende regeeringen bracht om met deze
besprekingen te houden over het programma
door de Russische regeering voor de confe
rentie opgesteld.
Naar het heet moet deze gezant zeer
tevreden zijn over de verkregen resultaten
zijner zending. Nu er zal wel heel wat
op de conferentie behandeld wordenin
elk geval het Russische programma biedt
zeer gewichtige werkzaamheden. De voor
naamste punten betreffen de uitbreiding van
den werkkring der scheidsgerechten en ver
betering van de wetten voor den oorlog te
land, benevens de uitbreiding van het zee
recht met betrekking tot de oorlogvoerenden
en de onzijdigen.
Vorder zal ook de ontwapenings-kwestio
wellicht behandeld worden, hoewel deze
niet op het programma voorkomt. Rusland
acht algomeene ontwapening of beperking
van krijgstoerustingen voorloopig een utopie
en de tijd kan nuttiger besteed worden dan
daarover breedvoerig te handelen. Maar
Engeland denkt er anders over.
Wanneer straks de conferentie samen
komt zullen we wel gelegenheid hebben
wat naders over dit onderwerp te hooren.
o o
We waren 't al haast vergeten, doch
daar kwam de voorbije week ons even weer
herinneren dat Brunswijk nog altijd zijn
troonsopvolgingskwestie heeft. Laten wij
omtrent deze kwestie nog even een en
ander in het geheugen onzer lezers mogen
terugroepen.
Zooals men zich herinnerd werd het
hertogdom Brunswijk sedert een reeks van
jaren door een regent bestuurd. Dit vond
z'n oorzaak in het feit dat de wettelijke
heerscher in dezen de hertog van Cumber
land, de zoon van den in 1866 verdreven
koning van Hannover, niet door de Prui
sische regeering werd erkend omdat hij
weigerde afstand van zijn rechten op den
troon van Hannover te doen. Het regent
schap nu werd tot September van het vorige
jaar waargenomen door prins Albert van
Pruisen. Hoewel Brunswijk zich naar den
wil van Pruisen had moeten schikken had
het toch meermalen van zijn wensch doen
blijken een wettigen erfgenaam van den
Hertogelijken Zetel aan de regeering te
roepen en toen prins Albert in September
kwam te overlijden achtte de Brunswijksche
Landdag het oogenblik gekomen de zaak
opnieuw ernstig aan te pakken Gehouden
besprekingen hadden tot resultaat dat be
sloten werd pogingen te doen het geschil
tusschen de Pruisische regeering en den
Hertog van Cumberland uit den weg te
mimen.
Dat is intusschen niet gelukt. De hertog
wilde niet voorgoed afstand van zijn ver
meende rechten doen en de Pruisische
bondsraad bleef zich dientengevolge tegen
een benoeming der Cumberlands verzetten.
De hertog beriep zich omtrent deze beslis
sing op het Hooggerechtshof, wat hem
evenwel niets baatte daar de uitspraak
behoorde aan de Bondsvorsten.
Deze hebben in de achterliggende week
uitspraak gedaan en beslist dat de hertog
van Cumberland en de zijnen kroonpre
tendenten voor Hannover mogen blijven
als ze dat verkiezen, omdat men daarin
geen gevaar ziet doch dan blijven zij buiten
Brunswijk. De Brunswijkers hebben zich
bij deze beslissing moeten neerleggen en
Keizer Wilhelm zal waarschijnlijk binnen
kort een nieuwen regent aanwijzen.
Rusland heeft voor den tweeden keer
zijn Doema gekozen en deze is Dinsdag
aan den arbeid getogen. Zooals de lezer
weet is de samenstelling dezer volks ver
tegenwoordiging anders uitgevallen dan de
Czaar en Stolypin gedacht hadden. Niet
tegenstaande alles gedaan werd een regee-
ringsgezinde meerderheid te krijgen, is de
oppositie in de meerderheid gekomen. Er
zijn er dan ook die met het oog daarop
den nieuwen Doema een kortstondig leven
toeschrijven.
Maar om tot de zaak te komen. Dinsdag
is de Doema geopend, nadat eerst een
plechtige godsdienstoefening was gehouden.
De vice-president van den Rijksraad hield
een redevoering waarna de 100 leden der
rechterzijde opstonden en herhaaldelijk een
„Leve de Czaardeden hooren. De soci
aal-democraten mankeerden op 't appèl en
de overige afgevaardigden der linkerzijde
bleven op hun plaatsen zitten en deden
niet mee in het hulde brengen aan den
Czaar. Na de beëediging der heeren de
soc.-democraten waren toen aanwezig
werd Golowine van de Cadettenpartij (lin
kerzijde) tot voorzitter gekozen, die daarna
een rede hield waarin hij de roeping van
den Doema uiteenzette. Deze rede was
nogal gematigd zoodat ook de rechterzijde
van hnre instemming deed blijken. Daarmede
was de plechtigheid geëindigd.
Woensdag is de voorzitter door den Czaar
ontvangen en toegesproken en het parle
mentaire steekspel kan nu aanvangen.
Moge de nieuwe vooruitstrevende Doema
er in slagen veel te doen in het belang
van het diep vervallen reusachtige rijk
waarin zooveel wanverhoudingen heerschen
en de algemeene toestand zoo dringend
verbetering behoeft
Voorwaar de omstandigheden zijn niet
bemoedigend, waaronder de Doema zijn
arbeid aanvangt. De verhalen, die dage
lijks uit het Czarenrijk tot ons komen
spreken alle van de bloedige worsteling
van het verdrukte proletariaat met de
ijzeren macht der reactie. Bloed wordt
voor bloed vergoten, leven voor leven
genomen. Zedelijk en maatschappelijk is
Rusland geknakt en alleen een nieuwe
staatkunde, gegrondvest, op rechtvaardig
heid en humaniteit, zal vermogen orde te
scheppen in den chaos
De toekomst zal leeren of de nieuwe
Doema in een eendrachtig samenwerken,
iets in die richting ten goede zal kunnen
doen.
o—o
TEXEL, 13 MAART 1907.
in Memoriam.
Even voor het afdrukken van ons vorig
nummer, (Zaterdag), vernamen wij de
treurige tijding van het overlijden, na
eene kortstondige ongesteldheid, van den
heer C. J. Rab, in leven gemeente-ont
vanger alhier. Wij meenden daarvan
alstoen nog geen melding te moeten
maken ten einde de familiebetrekkingen
in de kennisgeving daarvan niet voor
te zijn.
De heer Rab bereikte den leeftijd van
60 jaren. Gedurende 33 jaren bekleedde
hij de betrekking van gemeenteontvanger
alhier, waardoor hij bij vrij wel iederen
Texelaar bekend was Ook gedurende
ruim 25 jaren vervulde hij de betrekking
van boekhouder bij het Alg. Weeshuis;
in beide betrekkingen deed de overledene
zich kennen niet alleen door algeheele
toewijding en kennis van zaken, doch
ook door groote accuratesse en netheid
in zijn administratie; evenzoo als boek
houder van de havendirectie en in meer
andere particuliere betrekkingen.
Bij vereenigingen werd het admini
stratief gedeelte veelmalen aan zijn goede
zorg toevertrouwd en steeds ging daar
over één roep.
Als organist bij de Doopsgez. gemeente
alhier vervulde de overledene tal van
jaren met toewijding die betrekking.
De heer Rab, die aan het vereeni-
gings- en gezelschapsleven zich nimmer
onttrok en daar gaarne werd gezien,
zal zeker met waardeering door velen
worden herdacht. Bij ruste zacht
Uitspanning door Inspanning".
'tWas een klucht in 3 bedrijven, het
welk Zaterdagavond door de Red. kamer
„U.d.I." voor het voetlicht werd gebracht.
„In hypnotisclien slaap" was de titel
van deze klucht, een dwaze klucht, welke
voor de toeschouwers niet zwaar was te
verteeren, doch die van de vertooners
eischte een groote accuratesse en op
lettendheid. Er was veel actie in dit
tooneelgewrocht en de vertooners deden
hun best om -die actie tot haar recht te
doen komen dat, hun vrij goed gelukte.
Moraal is in dit stuk niet zoo heel veel
te viDden, of't zou dit moeten zijn om het
belachelijke er van aan te toonen, wan
neer leeken zich wijden aan dingen die
boven hun bevattingsvermogen gaan, in
deze het spiritisme.
Dwaze toestanden en nog dwazer
verwikkelingen, werden geboren als ge
volg van de dweeperij met deze geheim
zinnige wetenschap, waardoor de lachlust
vaak niet weinig werd opgewekt.
Over de keuze van hot stuk zullen
wij geen oordeel uitspreken, de smaken
verschillen; over de wijze van opvoering
van zulk een motielijk weer te geven
klucht, door dilettanten, kunnen de ver
tooners tevreden zijn; enkele typeering
was hoogst verdienstelijk.
Het publiek was Diet in zoo grooten
getale opgekomen als bij de eerste uit
voering door de Kamer; de oorzaak
daarvan is niet onmogelijk te vinden in
de droeve omstandigheden veler familiën,
ziektegevallen en mogelijk ook tengevolge
het gevorderd saisoen.
Zondagavond werd hetzelfde stuk weder
ten tooneele gevoerd; de toegang was
tegen eene matige entree opengesteld;
de opbrengst was ten voordeele van de
nagelaten betrekkingen van hen die zijn
omgekomen bij de scheepsramp aan den
Hoek van Holland. De opkomst van
belangstellenden was Diet groot.
Een jubileum.
Op 18 Maart a.s. hoopt de oud-Texelaar
J. R. Boon, spoorbeambte te Enkhuizen,
den dag te herdenken waarop hij vóór
25 jaar als zoodanig bij de Holl. IJz.
Spoorw. Maatsch. in dienst trad.
Vlieland. Deheer W. Bruin, gemeente
ontvanger alhier, is Vrijdag jl. plotseling
overleden.
Een schip vergaan.
Zaterdagmiddag ging alhier het gerucht
dat in den voorgaanden buiïgen nacht
een schip zou zijn vergaan op de Haaks.
Volgens het Dbl. van Helder is dat
gerucht gebleken waarheid te zijn.
A.an den dijk achter de Marineclub te
Helder zijn Zaterdag aangedreven drie
lijken van jonge manneD, naar schatting
20, 25 en 30 jaren oud, voorzien van
reddinggordels. De jongste van het drietal
had nog den schijn van leven; aan het
Ziekenhuis werd echter ook diens dood
geconstateerd.
Het vermoeden ligt voor de hand en
wordt later bevestigd op grond van
aaD gespoeld wrakhout, dat het vaartuig
is geweest de Eng. driemastschoener
„Woolton" thuisbehoorende te Barrow,
welk schip door een der loodskotters van
de kust den avond bevorens was gepraaid.
Het was een zeer oud schip naar wordt
gemeld, gebouwd in 1863 en 251 ton
groot; de lading bestond uit lei.
Afgaande op de sterkte der equipage
van dergelijke schepen, wordt veronder
steld dat bij deze ramp 7 S menschen
het leven hebben verloren.
In de nabijheid van Vieringen is door
visschers nog een lijk gevonden voorzien
van een kurken reddinggordel; het is te
Helder aangebracht.
Over boord geraakt
Van Hr. Ms. pantserdekschip „Gelder
land" is in de vorige week bij het
proefstoomen ter reede van Texel, een
matroos, W. van Koppel genaamd, over
boord geraakt en verdronken. Het lijk
werd nog niet gevonden.
Naar moeder toe.
Den 30sten Maart vertrekken met
groot verlof naar hun haardsteden de
miliciens der lichting 190b die bestemd
zijn geweest voor de 1ste ploeg van het
blijvend gedeelte.
Zij, die voor eigen rekeniDg wenschen
te gaan, mogen reeds den 28sten Maart
huiswaarts keeren, terwijl op laatstge
noemden datum de miliciens van die
lichting, bestemd voor het 2e gedeelte,
bij hun korps terugkeeren.
Een soldaat met één arm.
Bij de inlijving van de militie op 1
Maart j.l. te Den Beider werd een loteling
ingedeeld met slechts één arm. Deze
zal te Haarlem tot herkeuring voor
Ged. Staten moeten verschijnen, welk
ooilege hem natuurlijk voor den militairen
dienst ongeschikt zal verklaren.
Waartoe al die omhaal?
LSCHE COURANT.