Bloemen. Park-
N° 2053.
Donderdag 23 Mei 1907.
20ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LA N GEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
Hiervoor kwam bij ons in
Vorige opgaat f 11,775
Tijdens het afdrukken van
ons vorig nummer 1,—
Wanneer niet van meer zijden ingenomen
heid met dit plan wordt betoonddurven
wij de ten uitvoer brenging er van niet
aanbevelen.
VERKIEZING
PROVINCIALE STATEN.
OPGAVEN VAN CANDIDATEN,
12 19 Mei.
'tJaar 1907 schijnt het er wel op gezet
te hebben zich een bijzondere reputatie te
verwerven, z\j het dan een slechte, door
de vele werkstakingen die het ons brengt.
Een derde van 'tjaar ruim is om doch
geen week haast ging er voorbij die geen
nieuws bracht van omvangrijke of kleinere
stakingen op verschillend gebied. Rijssen,
Dordrecht, Deventer, Leiden en andere liggen
nog versch in het geheugen en thans kwam
de voorb\jc week er al weer een paar
nieuwe bijvoegen.
In Eindhoven zyn het de sigarenmakers
die gemeend hebben hun toevlucht tot dit
machtsmiddel te moeten nemen. Natuurlijk
weer de oude kwestie: men kan het op
een enkel punt niet eens worden met de
fabrikanten over bot loontarief en in plaats
nu eens verstandig de zaak langs vriend-
schappelijken weg in het reine gebracht,
moeten nu werkstaking en uitsluiting be
slissen. 'tls weer de kwestie van het
recht van den sterkste. Dat schijnt zoo
meer en meer de mode te worden, maar
helaas naar het ons voorkomt, kan die
nieuwe mode al weinig bevorderlijk zijn
om inderdaad de verhouding tusschen
kapitaal en arbeid een bevredigende te doen
wezen en een toestand te scheppen die
voor de toekomst werkelijk iets blijvend
goeds tot stand brengt.
Ook in Delft van 't zelfde laken een
pakje. Daar hebben een 400-tal glasblazers
den arbeid neergelegd, tengevolge waarvan
de directie der fabriek overgegaan is tot het
blusschen der vuren. Hier gold het nieuwe
heeren, nieuwe wetten. De fabriek kreeg
een nieuwen directeur, die tevens de leiding
der Schiedamsche glasblazerij heeft en die
nu een regeling wilde invoeren gelijk aan
die te Schiedam.
Dit was gansch niet naar het hart der
Delftsche glasblazers. Toen ze hun zin
niet konden krijgen met den nieuwen
patroon gingen ze natuurlijk staken. Dat
hoort nu eenmaal zoo, al gaan daardoor
ook groote sommen verloren en wordt
een goede tak van industrie een gevoeligen
slag toegebracht.
Ook Rotterdam geeft iets van dien aard
te zien. Daar is het de elevatorkwestie
die de arbeidersgemoederen tot gisting
bracht, 't Geval herinnert levendig aan
een prentje dat het vorig jaar verscheen
als een Rotterdamsche ansichtkaart en
waarop een oude tramknol stond afgebeeld
die met zijn beide achterpooten woedend
door de glazen van een pas in werking
gestelde electrische tramwagen sloeg om
zijn van broodnijd overkropt rossinanten-
gemoed lucht te geven.
Die elevators zijn beroerde dingen naar
de meening der havenwerkers. Ze werken
voor tientallen personen, doen de waarde
van den persoonlijken arbeid dalen en
stooten den werkman het brood uit den
mond. Vervloekte machines, die elevators.
De expediteurs redeneeren natuurlijk
andersom. De elevators sparen heel wat
guldentjes aan werkloon uit, werken vlug
ger, praten niet tegen, dreigen nimmer
met staking en verdienen voor hen dus
alle aanbeveling.
Maar de arbeiders verpoften er mee te
werken, doch de directies requireerden
mannetjes uit Gorinchem om het werk te
doen. Dat heeft zoo eenigen tijd geduurd
en 't schijnt thans zoover gekomen dat een
einde van den strijd gezien kan worden.
Langzamerhand kwamen zich weer Rotter
damsche werkkrachten aanmelden en de
Gorinchemers zijn naar hun haardsteden
teruggekeerd. Toch is er nog een groep
werklieden, de z.g. losse werkers, die by
hun weigering blijven maar de directies
houden voet bij stuk en zijn voornemens
het stelsel van losse arbeiders af te schaf
fen en voor de losse, vaste arbeiders aan
te stellen. Zoodat het er op lykt dat do
stakers het loodje moeten leggen.
Dat de tegenzin in de elevators groot is,
is wel eenigszins te billijken al lijkt ook
de vrees die daaraan ten grondslag ligt
ietwat overdreven als men zich herinnert
de tegenzin die de arbeiders toonden toen
de landbouwmachines een plaats in het
landbouwbedrijf kwamen opeiscken. Van
alle kanten werd moord en brand ge
schreeuwd tegen die nieuwerwetsche din
gen, die naar do meening der landarbeiders
menig huuner broodeloos zouden maken.
En toch heeft de geschiedenis iets anders
geleerd, want bij de voordurende toename
van landbouwmachines is de positie van
den arbeider geenszins achteruit gegaan.
Wellicht dat ook de elevators op den duur
veel onschuldiger blijken te zijn, dan ze
op het eerste gezicht lijken.
Nu we toch over landbouwers, land
bouwmachines en landarbeiders spreken,
ook nog een paar regels over de arbeiders
staking in de provincie Groningen. In ons
voorlaatste overzicht hebben we daarom
trent reeds het een en ander medegedeeld.
De toestand is er nog onveranderd gebleven.
De boeren weigeren toe te geven en de
arbeiders weigeren te werken. Voor beide
partijen tot groote schade. Bij de land
bouwers is het behalve zekere trots om
voor de arbeiders de minste te zijn, tevens
de vrees dat ze in 't vervolg steeds van de
willekeur der arbeiders af zullen hangen,
die hen weerhoudt het hoofd in den schoot
te leggen en voor de arbeiders geldt alleen
de overweging: als we thans geen voordeelen
behalen is het voor altyd verkeken.
Gevolgdat beide partijen scherper dan
ooit tegenover elkander staan.
Eigenaardige toestanden worden intus-
schen uit deze staking geboren en verma
kelijke bijzonderheden worden daaromtrent
gemeld. Zoo vertelt men van een boer
die als baker fungeert, omdat de vrouw
die anders die taak vervulde, ook in staking
is. Men ziet rentenierende landbouwers
voor dag en dauw uittrekken naar bet veld
om de allernoodzakelijkste werkzaamheden
te verrichten voor zoonlief, wiens personeel
in staking is. Vreemde toestanden inder
daad, die er nog ingewikkelder op zullen
worden als de volgende week ook het stal
en huiswerk voor deu boer en de boerin
blijft, omdat ook de boerenknechts en mei
den besloten er dan het bijltje bij neer te
leggen.
We leven wel in een wonderlijken tijd
tegenwoordig.
o o
Van het buitenland was het vooral Oosten
rijk, dat de aandacht vroeg. Daar hebben
in de afgeloopen week de verkiezingen voor
de Kamer plaats gehad en de uitslag daar
van werd met groote spanning tegemoet
gezien. Dit laatste vond zijn oorzaak in
de invoering van bet algemeen kiesrecht.
De regeering had lang geaarzeld toe te
geven aan den drang naar een verbeterd
stelsel der verkiezingen, maar toen ze een
maal besloot toe te geven gaf ze zooveel
ze kon, meer dan verwacht werd.
Intussehen heeft ze van haar scheutig
heid niet veel plezier te wachten, want de
thans gehouden verkiezingen hebben de
liberale party zoo goed als vernietigd, ter
wijl de socialisten niet minder dan 45 zetels
wonnen en er nog bij de herstem
ming meer zullen winnen. De regeering
heeft dus haar eigen glazen ingeslagen en
onwaarschijnlijk lijkt het niet dat ze spoe
dig verdwijnen .zal nu het volk aangegeven
heeft in welke richting het geregeerd
wenscht te worden.
o—o
In de Fransche Kamer is in de afgeloo
pen week lustig gevochten, d.w.z. niet met
inktkokers of met vuisten, maar met de
scherpte des woords. Eigenlijk begon de
stryd reeds Zaterdags van de voorgaande
week. 't Was Jaurès, de woordvoerder der
socialisten, die eens op ouderwetsche manier
zijn grimmig hart lucht gaf in een felle
aanval op de regeering. 'tGing over het
optreden der regeering tegen de Confede
ration du Traveil, de groote organisatie
van arbeidersvereenigingen. De regeering
wil n.l. niet toelaten dat hare ambtenaren
zich bij deze vereeniging aansluiten omdat
laatstgenoemde te veel met het anarchistisch
sop is overgoten. Jaurès toornde daarte
gen en stelde de vraag of een vooruitstre
vende regeering als de Fransche tegen een
bond den oorlog mocht verklaren alleen
omdat deze nu en dan eens wat heftig uit
den hoek komt. Maar dat was niet het
heftigste in het betoog van den socialisten
leider. Dat kwam pas aan het eind zijner
rede, toen hij de vurige pijlen van zijn
sarcastisch woord richtte op de ministers
Clemenceau, Briand en Viviani, wie hij op
meesterlijk scherpe wijze allerlei bijzonder
heden uit hun jongste revolutionair ver
leden onder den neus duwde.
Allereerst pakte hij Clemenceau bij de
lurven, schudde hem ruw heen en weer
en liet van zijn democratische plunje geen
draad heel.
„Hoe kunt ge zoo veranderen!" riep hij
hem toe. „Gij ontslaat de ambtenaren om
dat zij zich niet met genoeg respect tot
U hebben gewend in een open brief. Sedert
wanneer dunkt U „respect" zoo onontbeer
lijk, u, oud-journalist, die voor niets respect
hebt gehad? Hebt gij in den onvergetelijken
strijd, waarin wij naast elkander vochten,
toen de militaire hiërarchie respect eischte
voor hare onkrenkbare eer en waarachtig
heid, niet dat respect op zij gezet? Past
het uzelf thans als majesteit te gedragen?"
Ook Viviani kwam er niet zonder kleer
scheuren af. „Is Viviani de man, die de
vakvereenigingen kan vervolgen vroeg
Jaurès. „Het lijkt mij onwaarschijnlijk."
En dan wees hij er op hoe Viviani, vlak
voor zijn ministerschap in dagbladartikelen
en vergaderingen den ambtenaren had ge
zegd „maakt vakvereenigingen, syndi-
ceert U," en thans als minister de vakver
eenigingen te lijf gaat en de ambtenaren
uit hun broodwinning stoot."
Na Viviani kreeg Briand een beurt, die
voorheen de arbeiders had aangespoord tot
revolutie op 'n heel diplomatieke manier.
„Gij zjjt altijd een electische revolutionair
geweest", donderde Jaurès hem tegen. „Alle
wegen waren U goed en gij hebt niet,
zooals sommigen meenen, speciaal tot ge
welddaden of speciaal tot parlementaire
agitatie gedreven. Gij hebt de arbeiders
slechts willen leiden tot een zoo verstandig,
zoo handig, zoo wetenschappelijk mogelijke
revolutie." Enzoovoort.
Op dergelijke sarcastische wijze hing
Jaurès het oude revolutionaire plunje ten
koop, ten spot voor Frankrijks zonen De
kamer zwom in genot en het applaus dat
gedurig opbrulde stond gelijk met een
moreele veroordeeling van hen op wie Jau
rès zijn geeselend woord deed neerkomen.
Intussehen, Briand en Clemenceau zijn
ook geen katjes om zonder handschoenen
aan te pakken en ze hebben Jaurès behoor
lijk te woord gestaan. En 't eigenaardig
slot was dat de kamer die zoozeer Jaurès
toejuichte, per slot van rekening met groote
meerderheid beloofde Clemenceau en de
zijnen getrouw te zullen blijven, al was
het dan ook na Clemenceau's verklaring,
dat hij zijn hand beschermend over de
vakvereenigingen zou uitstrekken.
Maar toch dringt de vraag naar voren
na al het voorgevallene of de Fransche
staatslieden wel in staat zullen zijn het
volk vooruit te brengen.
o—o—
TEXELSCHE COURANT,
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Buiig 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
VOOR DE
De Burgemeester der Gemeente Texel brengt
hiermede ter openbare kennis, dat op DINSDAG,
den 4 JUNI aanstaande, zal plaats hebben de
verkiezing van één lid van de Provinciale Staten
van Noord-Holland, in bet Kiesdistrict Helder,
waartoe deze Gemeente behoort;
dat op dien dag, van des voormiddags negen
tot des namiddags vier uren, ter Secretarie bij
den Burgemeester der Gemeente Helder (hoofd
plaats van het Kiesdistrict) kunnen worden inge
leverd
als bedoeld in artikel 51 der Kieswet en artikel
S der Provinciale wet.
Deze opgaven moeten inhouden den naam, de
voorletters en do woonplaats van den candidaat
en onderteekend zijn door ten minste 40 kiezers,
bevoegd tot deelneming aan deze verkiezing.
De inlevering dezer opgaven moet geschieden
persoonlijk door een of meer der personen, die
de opgave hebben onderteekend. De candidaat
kan daarbij Icgenwourdig zijn. Van de inleve-
ïing wordt een bewijs van ontvangst afgegeven.
Formulieren, voor de opgaven bovenvermeld,
zijn ter Secretarie dezer Gemeente kosteloos ver
krijgbaar van den 27 Mei 1907, tot en met den
dag der verkiezing.
De Burgemeester brengt bierbij in herinnering
artikel 151 der Kieswet, luidende als volgt:
Hij, die cene opgave, als bedoeld in artikel 51
inlevert, wetende dat zij is voorzien van hand-
teekeningen van personen, die niet bevoegd zijn
tot deelneming aan de verkiezing, waarvoor de
inlevering geschiedt, terwijl zonder die handtee-
keningen geen voldoend aantal voor eene wettige
opgavo zou overblijven, wordt gestraft met ge
vangenisstraf van ten hoogste drie maanden of
eene geldboete van ten hoogste honderd twintig
gulden.
Met geljjke straf wordt gestraft bij, die, wetende
dat'hij niet bevoegd is tot deelneming aan de
verkiezing, eene voor die verkiezing Ier inlevering
bestemde opgave, bedoeld bij artikel 51, heelt
onderteekend.
Texel, den 17 Mei 1907.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.