INGEZONDEN STUKKEN.
als afgevaardigde naar de alg verg. te
gaan om daar het goed recht van onze
afdeeling te bepleiten.
Het in het verslag voorkomende, be
helzende verschillende punten reeds in
Landbouw- en andere bladen opgenomen,
gaan wij voorbij, om ons te bepalen bij
punt 14 van de agenda, nl. bepaling van
de plaats waar de volgende alg. verg.
zal worden gehouden en waarvoor aan
onzen afgevaardigde het woord werd
gegeven.
Hieromtrent zegt het verslag
I
Wij zullen 't hierbij laten; het verslag
lokte uit tot groot applaus en de Yoorz.
bracht den afgevaardigde welverdiende
dank.
Vervolgens werd door den Voorz. aan
de vergadering het voorstel gedaan om
het bestuur te machtigen tot uitvoering
van het voorbereidende werk, omdat
veelvuldige vergaderingen allicht groote
moeite zal veroorzaken. Die machtiging
werd verleend en het bestuur tevens
het recht toegekend om voor verschillende
commissien zich personen toetevoegen.
Wij vernamen verder dat als terrein
voor de tentoonstelling, door den heer
Joh. Roeper bereidwillig zijn land aan
het einde der Koogerstaat, (3Y. HA.),
ter beschikking is gesteld.
Veel verder zijn we dien avond niet
gekomen; bij bespreking van de vraag
hoe aan de financiën te komen ter voor
bereiding van het groote plan, bleek dat
de behandeling van deze gewichtige vraag,
voor deze vergadering alreeds, geenszins
voldoende was voorbereid, doordien geen
enkele gegeven, rog omtrent plannen,
nög omtrent kosten, ter tafel kon worden
gebracht. Een gevolg hiervan was een
in het wilde ompraten, dat geen afdoende
oplossing aan de hand deed.
Ten slotte werd goedgevonden dat door
het bestuur een ontwerp programma en
eene begrooting zal worden opgemaakt,
welke in eene komende vergadering aan
het oordeel der leden onderworpen zal
worden.
We zullen dat afwachten en wenschen
gaarne dat het veler tevredenheid en
instemming zal mogen verwerven. Niet
geheel zonder vreeze zyn wij evenwel,
dat er wel wat al te grootscheeps zou
kunnen worden gevaren; daartegen
willen wij intijds waarschuwen.
Om op te letten.
Wegens herstellingswerk aan het kerk
gebouw der Ned. Herv. Gemeente alhier,
zullen hare godsdienstoefeningen van af
6 October a. s. gehouden worden in het
gebouw der Doopsgezinde Gemeentedaar
toe door het Kerkbestuur dier Gemeente
welwillend afgestaan.
De aanvoer ter markt wordt mer
kelijk minder.
Maandag werden aangevoerd:
7 Paarden f 150 a 275.
11 Veulens f 100 a 135.
6 Koeien f 145 a 155.
10 Pinken f 80 a 110.
2 Graskalveren f 35 a 42,50.
2 N. kalveren f 14 a 16.
6 Rammen f 23 a 36,50.
65 Schapen f 24 a 26.
107 Lammeren f 14 a 15,57.
65 Biggen f 8 a 12,50.
7 Schrammen f 22 a 24
Kippen (7 korven) f 1,— a 1,50.
Teekencursus.
De lange avonden beginnen te komen
en dan is men er op uit bezigheid te
zoeken teneinde die zoo aangenaam en
nuttig door te brengen.
Tot het nuttige mogen wij zeker wel
rekenen datgene niet slechts wat voor
het oogenblik nut verschaft, doch wat
in de toekomst ook goede vruchten kan
geven.
En dan mag de aandacht zeker wel
worden gevestigd op de teekencursus,
welke thans ten derde male door den
heer Heeroma zal worden gehouden.
Voor zeer velen is dit geen onbekende
zaak, en die daarvan het nut hebben
leeren kennen zullen er vermoedelijk
wel verder hun voordeel mede doen.
Voor anderen, die deze curcus nog niet
hebben bijgewoond, moge het gunstig
resultaat van vorige jaren eene aan
sporing zijn, om ook thans daarvan
gebruik te maken.
Oudeschild, 1 Oct. In de afgeloopen
week had de jongeling J. B. van hier,
't ongeluk van een vrachtwagen te vallen.
De toestand van den gevallene was
van dien aard, dat spoedig naar genees
kundige hulp moest worden omgezien.
Dr. W. verleende weldra zijn bijstand.
De jongeling verkeerde in zorgwekkende
omstandigheden, doch nu is 't gevaar
gelukkig geweken.
Met het oesterkorren is men heden
algemeen begonnen; de toestand op het
oesterterrein schijnt niet ongunstig; er
worden ook nog al wulkers gevangen.
Voor kleine oesters betaalt men f 3 en
voor groote f 30 per 1000 stuks; de
prijs voor wulkers besteed was ook hoog,
t. w. f 4,50 per H. L.
Oosterend, 1 Oct. In het laatst der
vorige week liep aan den grond de stoom
trawler IJmuiden 15. Visschers van
hier wilden hulp verleenen, doch ze wer
den onthaald op een stortbui van steen-
kolenbrokken en andere voorwerpen.
Hierbij kreeg de visschersknecht P. V.
van Oost een ijzeren sluiting tegen het
hoofd, waardoor een diepe wond bij het
oog ontstond. Aan den Helder heeft
men dadelijk heelkundige hulp ingeroe
pen en aangifte van het geval bij de
politie gedaan.
De trawler kwam van eigen kracht
vlot en stevende daarna naar het Noorden.
De heer A. Schoneveld, die hier
eenige jaren fungeerde als Hoofd der
Bijzondere school, en met 1 Oct. zijne
nieuwe betrekking als onderwijzer aan
de Bijzondere school te Zwammerdam
moest aanvaarden, nam hier Zaterdag
en Zondag afscheid van zijne leerlingen,
oud leerlingen, ouders en vrienden.
Moge het den heer S. en zijn gezin in
zijne nieuwe woonplaats welgaan.
In het laatst van October bestaat
de afdeeling Oosterend van den Ned.
Protestantenbond 10 jaar. De WelEerw.
heer Ds. M van Kleef, die bij den aan
vang een inleidend woord sprak, hoopt
ook bij het löjarig bestaan een woord ten
beste te geven. Velen zullen zeker aan
wezig zijn, om den gevierden spreker
alsdan te hoor en.
De Cocksdorp, 29 Sept. Hedenmor
gen (Zondag) te ongeveer half vijf landde
nabij de Cocksdorp op de landerijen in
huur van den heer L. J. van den Berge
van de Waal, de Duitsche luchtballon
„Augusta" van Berlyn, bemand met vier
personen, n.l. de heeren Von Kragh (oud
kapitein bij het leger), Kiefer (ingenieur)
en Keidel en Troxkwitz (chauffeurs). De
heer C. Dyksen Fz., bedrijfsboer van den
heer Van den Berge, werd door de rei
zigers gewekt en verstrekte hen met
nog eenige andere personen de noodige
hulp by het bergen van het luchtschip.
Bij hun vertrek naar Berlyn gaven
de reizigers op hartelyke wijze blijken
van dankbaarheid voor de vriendelijke
hulp van „de Hollanders van De Cocks
dorp" ondervonden.
De ballon was des Zaterdags nam. 3
uur te Berlijn opgestegen en had de reis
dus in 13V2 uur volbracht. Boven de
Zuiderzee hadden de reizigers nog even
in gevaar verkeerd. Door den mist kon
men n 1. de zee niet zien en was men
bijna met de mand in het water geraakt.
Door de duisternis had niemand iets
van de landing gezien.
De vreemdelingen en hun luchtschip,
hetwelk met de mand mee 500 kg. woog,
werden door den heer M. Reuvers naar
Oudeschild gebracht.
Muziek beter dan politie.
Te Krimpen aan de Lek kregen twee
buurvrouwen ruzie, die zoo hoog liep,
dat ze elkaar in het haar vlogeD. Een
buurman van hen heeft zoons die aan
muziek doen en met elkaar een aardig
orkest vormen. Fluks roept nu de buur
man zijn jongens bij elkaar en dezen
bliezen er duchtig op los. De muziek
werkte zoo veredelend, dat de buur
vrouwen spoedig den strijd opgaven en
ieder haar woning opzocht.
Bij den terugkeer van juffrouw Ada.
o
Sedert vele jaren sneed ik het zilte nat,
Dat zich uitstrekt van Texel tot gindsche
stad,
Tn al die jaren heb ik altijd alleen gevaren,
Maar tot mijn verbazing heb ik zooeven
ervaren,
Dat een flinke man mij in 't vervolg gezel
schap houdt,
Doch hij is niet galaDt, of van harte koud;
Dan vaart hij voor en dan komt hij achter mij
En ik wenschte zoo vurig een heer aan
mijn zij.
Zeg, Baron Rengers, waarom doet u dat nou?
Ja, wat zal ik u zeggen, oude juffrouw
Ik ben hier gekomen, om die goede
Texelaren
Te redden uit uw handen, of liever
kreefteschareD,
Want geknepen hebt gij ze met uw
beurzensnijderij.
Ga weg, juffrouw, en laat 't Marsdiep
mij vrij 1
Peru-Guano en Kalimest.
In bijna iedere landbouw-courant vindt
men een advertentie over bovengenoemde
meststof met garantie van 7 X 10 X 2, d.i.
met 7% stikstof, 10°/0 fosforzuur en 2% kali-
Een volledige meststof' dus. "Van deze
Ohlendorff8 opgeloste Peru-Guano wordt
dan nog vermeld, dat ze reeds ruim 40 jaar
in gebruik is en de meest betrouwbare
bij alle weersgesteldheden. Verder vind
ik in zoo'n advertentie nog vermeld dat
in 1906 op proefvelden in België tot 52300
Kg. aardappelen geoogst werden.
Ik wensch in het volgende eenige nadere
mededeeÜDgen te doen omtrent het doelma
tig gebruik der Peru-Guano, en de aanvul
ling die er noodig is, om werkelijk volle
dig plantenvoedsel voor de verschillende
gewassen te vormen. De oorspronkelijke
Peru-Guano is afkomstig van eilanden be-
hoorende tot Peru in Zuid-Amerika. Zee
vogels van visch levende, bedekten deze
eilanden met een ontzaglijke laag mest,
die veel stikstof en fosforzuur bevat, bene
vens een weinig kali. Als volledige mest
stof bereikte men er prachtige resultaten
mee en hot was gemakkelijk in het gebruik.
Men had slechts die ééne meststof uit te
strooien. Op droge gronden en bij droog
weder waren de resultaten echter dikwijls
verre van schitterend. Vandaar dat de
genoemde Guano tegenwoordig bijna uit
sluitend gebruikt wordt, nadat de voedende
stoffen ervan door middel van zwavelzuur
oplosbaar zijn gemaakt. Daardoor kan men
de z.g. opgeloste Guano ook bij droog weder
op drogen grond met succes aanwenden.
Toch ontbreekt er nog iets aan deze ver
beterde Peru-Guano. Laat mij dat met een
voorbeeld uit 't dagelijksch leven toelichten.
Wie gezond wil blijven moet in zijn voed
sel ook vet nuttigen. Nu gaat het niet aan,
iemand slechts eenige grammen vet in zijn
eten toe te dienen en dan te denken, dat
men voldoende vet geeft. Iemand, die eenig
vet, doch in onvoldoende hoeveelheid ge
bruikt,zal vermageren. Wat onze bemesting
betreft: een bemesting met eenig kali, doch
in onvoldoende hoeveelheid, doet de plan
ten op den duur achteruitgaan.
In dit ongunstige geval verkeert de opge
loste Peru-Guano. Naast tien deelen losfor-
zuur en zeven stikstof, zouden er zeker ook
tien, zoo niet meer kali aanwezig moeten
zijn. Doch men vindt er slechts twee. Om
opgeloste Peru-Guano tot een doelmatigo
bemesting te maken, moet er kalimest bij
gevoegd worden. Guano strooit men ge
woonlijk in het voorjaar uit 400 a 800 kg.
per Ilektare. Kalimest geeft men 't goed
koopst in Kainiet, dat hot best in den herfst
van te voren wordt uitgestrooid. Voor
aardappelen en bieten tot 1000 kg por Ilekt.
Voor haver, vlas en gerst tot 600 kg.
«Na er op gewezen te hebben dat onze afdeeling
reeds meer dan 50 jaren bestaat, heeft uw afge
vaardigde de reden ontvouwd waarom het verzoek
om de alg. verg. eens op Texel te houden, voor
heen nimmer was gedaan.
De reden daarvan was z.i. niet dat ons eiland
vroeger minder de moeite waard was bezocht te
worden, ook niet, dat men van meening was dat
de afgevaardigden en bezoekers minder voldaan
zouden zijn geweest over een zeetochtje naar ons
eiland;
maar vooral omdat het bestuur van onze afd.
den juisten tijd nog niet gekomen achtte, daar
zij zoo schitterend mogelijk wenschtte te voorschijn
te treden, en omdat het meende dat door de
eertijds minder goede reisgelegenheid naar ons
eiland, eene gunstige beslissing nog niet te
verwachten was.
Hij maakte het de vergadering duidelijk dat
de invloed van den tijd zich ook op Texel heeft
doen gelden en Texel in alle opzichten met zijn
tijd is medegegaan.
Hat de veeteelt, vooral de schapenfokkerij en
ook de landbouw in de laatste jaren enorm zijn
vooruitgegaan, en dat ook in dat opzicht Texel
de concurrentie, met bijna ieder andere plaats,
uitstekend kan weerstaan.
Dat ook de reisgelegenheid van en naar ons
eiland tegenwoordig gunstiger is dan menigeen
wel vermoedde, want dat met een flinke soliede
zeewaardige stoomboot, tegenwoordig het schroef-
stoomschip «Baron Rengers,// dat echter weldra
vervangen zal worden door een nog grootere meer
naar de eischen des tijds voldoende, boot, 5maal
per dag de gelegenheid bestaat de reis van en
naar den Helder te maken.
Dat ook voor verder af wonenden de reisgelegen
heid zeer gunstig is te noemen, en ons eiland in
betrekkelijk korten tijd, van overal elders, is te
bereiken.
Hij begon met eene beschrijving te geven van
het bekoorlijke zeetochtje over het Marsdiep dat
ruim een half uur duurt, van de schitterende
ligging van ons eiland, van het gezicht op onze
hooge duinen en zeedijken hetwelk een ieder
dwingt om in bewondering voor de natuur en
de kunst de reusachtige geestkracht en energie
te waardeeren, die 'tTexelsche volk van weleer
moet hebben ontplooid in zijn strijd met de
natuur, met de zee die het heeft weten te over
winnen en voor zijn doel heeft weten dienstbaar
te maken.
Verder gaf hij een beschrijving van het eiland
zelf en noemde het een schoon en vruchtbaar
eiland dat met zijn oppervlakte van 18000 hec
taren, ruim 500 hectaren grooter dan de Haar
lemmermeer, zijn 7 dorpen, tal van buurten met
goede verkeerswegen, zijn 40-50000 schapen
overal verspreid, werkelijk de moeite waard was
van bekeken te worden, en lag vooral den nadruk
daarop, dat het weer eens iets geheel anders was
dan de meeste plaatsen van den vasten wal, die
gewoonlijk weinig afwisseling bieden, omdat de
eene stad meestal op de andere gelijkt, en het
aspect van ons vaderland te weinig afwisseling
biedt om telken» nieuwe bekoring bij zijne be
zoekers te kunnen opwekken.
Hij vertelde verder dat het volstrekt geen
wonder wa3 dat het vreemdelingenverkeer van
jaar tot jaar zoo toeneemt, omdat Texel, dat
tegenwoordig ook badplaats is ontegenzeggelijk
één van de schoonste plekjes van ons land is.
Hij achtte het verkeerd dat men het buitenland
naar alle oorden afreisde maar dat men door
onbekendheid geen aandacht schonk aan de
schoonste oorden in zijn eigen vaderland, zoodat
Texel en in 't algemeen de Waddeneilanden dan
ook veel te weinig bekend waren bij ons Neder
landers.
Hij releveerde verder dat Texel echter ook
langzamerhand meer bekend wordt in de buiten
wereld, vooral om zijn nog maagdelijk natuur
schoon, zijn mooie tuinwalletjes die overal zoo'n
keurig effect teweeg brengen, het verschillend
niveau van zijn onderdeelen, de hoogten en laag
ten van zijn bodem, de enorme rijkdom aan
planten en vogels enz. en dat daarom voortdurend
meer vreemdelingen tot ons worden getrokken.
Hij wees verder op de uitgebreide heideont-
ginningen en aanplantingen door de Heidemaat
schappij en Staatsboschbeheer in't leven geroepen,
die hij zeer interresant noemde en alleen reeds
een bezoek aan Texel waard.
Verder op onze mooie duinen die de Noord
westkust van ons eiland beschutten tegen de zee
en op vele plaatsen meer dan een uur gaans breed
zijn.
Op het schitterende breede strand met zijn dub
belen golfslag, op de prachtige panorama's die
zich zoowel van de hoogste punten in het midden
van ons eiland als van onze hooge duintoppen
aan onze oogen ontrollen, en tevens op de schit
terende avondluchten, zooals zij in Nederland
nergens mooier zijn te vinden.
Dat alles mijnehecren, zoo sprak hij ongeveer
verder, te veel om verder op te noemen, heeft
onze afdeeling geleid in hare gedachte, toen zij
het plan vormde om te verzoeken de Algemeene
vergadering eens op Texel te doen houden om
dat onze afdeeling meent in slaat te zijn op eene
waardige wijze de gastvrouw te kunnen zijn der
algemeene vergadering en hare bezoekers.
Uwe afgevaardigde meende te kunnen zeggen
dat terwijl in het schitterend gelegen hoolddorp
den Burg, waarvan de geschiedenis opklimt tot
den tijd der Romeinen daar het reeds door Drusus
is gesticht, met zijn bijna 2000 inwoners, uitste
kende loka'en naar de eischen des tijds ingericht,
haar ten dienste staan voor deze algemeene ver
gadering en hare bezoekers, de afdeeling Texel
zich voorstelde aan deze algemeene vergadering
eene fraaie tentoonstelling te verbinden, waar
voor een uitnemend terrein gereed ligt, waarvoor
zij al het mogelijke zal doen om deze goed te doen
slageD, en het beste wat Texel weet te leveren
daar te zien zal zijn.
Dat ook voor transport van vee als anderszins
van elders uitstekend zou worden gezorgd, want
dat verschillende goede veebooten der afdeeling
ten dienste staan om alles van er naar ons eiland
te kunnen overbrengen, binnen nog korter tijd
dan gewoonlijk per spoor het geval is en zeker
op veel doelmatiger wijze.
Ten slotte hield hij de vergadering voor dat
er geen enkel bezwaar bestond om voor ditmaal
eens een buitengewone gelegenheid te kiezen en
in 't volste vertrouwen op een goeden uitslag riep
hij beleefdelijk den steun van alle aanwezigen in
en verzocht hen hun stem te geven om Texel als
vergaderplaats voor 1908 aan te wijzen.
Nadat uw afgevaardigde had uitgesproken, werd
het woord gegeven aan den afgevaardigde van
Hoorn, den heer de Joncheere, die met gloed en
met klem de belangen van Hoorn verdedigde en
vooral het licht liet vallen op de kolossale som
men, die, als hen de eer te beurt mocht vallen
de algemeene vergadering in hare veste te mogen
ontvangen, daarvoor disponibel waren.
Blijkbaar waren de afgevaardigden daar echter
niet mede te vangen, daar het stemmental op
Hoorn uitgebracht 55 bij dat van Texel in de
minderheid bleef.
De vergadering was na het bekend worden van
den uitslag der stemming, rumoerig en naar het
geen verder werd behandeld was weinig belang
stelling.
Van alle zijden werden de afgevaardigden van
Texel gecomplimenteerd met het behaalde succes,
en onder de eersten daarvan behoorde ook de
afgevaardigde van Hoorn.
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)