Buitenland. Voor JCof en *JCuis. Hengstenkeuring, "Voor de keuring van Hengsten heden morgen gehouden, werden in deze ge meente een 3 tal hengsten aangeboden, welke allen werden goedgekeurd, n.l.: „Adelbert" van de H. H. v. L. afd. Texel; Botliavan den heer C. Garritsen; en Revanchevan den heer C. J. Geense. Voor de keuring was een 7 tal heeren naar hier overgekomen. Vijf van deze vertrokken per boot naar Terschelling, ter keuring van den eenen aldaar ge- stationneerden Hengst „Moor." Om de dubbetjes. Menigeen weet bij ervaring, „hoe een dubbeltje rollen kan," en dat in letter lijken en figuurlijken zin. Maar het Leger des Heils, waarvan men kan zeg gen, dat het inderdaad een nationale instelling geworden is, die reusachtige afmetingen aanneemt, heeft deze zegs wijze gekozen tot titel van 'n kleine brochure, die zoo even het licht heeft gezien en op groote schaal gratis ver spreid wordt. Dit boekje, dat in eenvoudigen doch helderen stijl is geschreven, geeft een aardigen kijk op wat er zooal dooi het Leger des Heils in ons land gedaan wordt. Uit den aard der zaak bevat het slechts een zeer vluchtig overzicht, daar bijna elk van de twee en dertig pagina's een aardig illustratie bevat, o.a. eenige zeer lieve groepen kinderen uit de Kinderhuizen etc., etc. Deze brochure wordt uitgegeven ter gelegenheid van de jaarlijksche aanvrage tot het bijeenbrengen van gelden om dit ontegenzeggelijk nuttige en heilzame werk voort te zetten. Over de godsdienstige opvatting van het Leger des Heils, die in al zijn werken doorstraalt, moge men denke wat men wil, men kan slechts met waardeering den toegewijden arbeid van de Heilsol daten beschouwen, die reeds heel wat verdriet en ellende hebben helpen uit den weg ruimen. Wij wenschen den leiders van het Leger des Heils dan ook van harte, dat hunne aanvrage om hulp, die zooals reeds gedurende jaren gebleken is, ten volle verdiend is, aan hunne verwachting zal beantwoorden, en wekken daartoe gaarne onze lezers op om ook het hunne te doen tot steun en uitbreiding van dit grootsche werk. Wereldioandelaars af. Negen weken geleden besloten vier Hollandsche jongelieden, waarvan 2 uit Amsterdam, 1 uit Utrecht en 1 van Purmerend, een voetreis om de wereld te maken. Reeds waren ze gekomen tot Lyon, toen twee zich van het gezel schap afzonderden en wegbleven. De beide overgeblevenen, die geen Fransch verstonden, besloten toen ook maar naar hunne woonplaatsen terug te keeren. Theevervalsching Dr. van Hamel Roos en Harmens schrijven in het „Maandblad tegen de Yervalschingen" onder den titel „Een nieuwe theevervalsching" het volgende Wij hadden gelegenheid bij de door ons ingestelde enquête aangaande even- tueele vervalscbingen van thee, een soort aan te treffen, die aan den groot handel aangeboden werd en bij chemisch en microscopisch onderzoek in belangrijke mate vervalscht bleek te zijn. Reeds het ca. 40 pet. lagere extractgehalte dan bij onvervalschte thee geconstateerd wordt, deed een vermenging met abnor male bestanddeelen vermoeden, en bij een nauwkeurig verder ingesteld onder zoek werd dit vermoeden bevestigd, en bleek een vervalsching tot een aanzienlijk bedrag plaats gehad te hebben met gedroogde plantendeelen, welke bij mi croscopisch onderzoek herkend worden als deeltjes van de (geheel waardelooze) pitten van olijven. Tot nu toe werden deze pitten alleen gebruikt ter vervalsching van koffie en peper; de knoeiers hebben blijkbaar ge meend dat hun terrein voor uitbreiding vatbaar was en ook de theeverbruikers er hun deel van willen geven. Wij maken het publiek opmerkzaam, dat deze vervalsching reeds met het bloote oog herkenbaar is; indien men de thee op een blad wit papier uitspreidt, kunnen de schilletjes duidelijk herkend worden. Dwaze weddenschap. Te Wierden (O.) gingen vijf polder werkers een roekelooze weddenschap aan. „Ik wed om een half fleschje bier", zegt een hunner tegen zijn kameraad, „dat jij niet over de Regge kunt zwem men." De weddenschap werd aange nomen en een van de polderwerkers, 22 jaren oud, ging geheel gekleed te water. Op een diepte van ODgeveer 2 a 27s M. begaven hem zijne krachten. Hij zonk en eenigen tijd later werd de ongelukkige, zekere Steffen Hankel, woon achtig te Yledder, levenloos opgehaald. Een belangrijke vraag. Uit Knijpe wordt aan de „L. Crt." gemeld Wie heeft het recht jachtpermissie te verleenen, de eigenaar van een perceel land of de huurder, als dit niet in het huurcontract is bepaald? Dit zal door den kantonrechter moeten worden uitgemaakt, nu een jager van Knijpe, die het jachtrecht van den huur der had gekocht, geverbaliseerd werd wegens het jagen op landerijen, waarvan de eigenaar toestemming aan een anderen jager had verleend. Uit de vogehoereld. De bonte kraaien keeren weder uit het koude Noorden terug om hier gedu rende de wintermaanden voedsel te zoekenthans is het voor deze vogels nog alhier een dorado, want veld en akker geeft volop afval om den honger te stillen rotte aardappelen, larven in de omgeploegde voren, ja wat niet al, want alles is van haar gading. Treedt echter met December de vorst in, dan komt ook voor haar een bange tijd en o.m. wordt dan gebruik gemaakt van de mossels, die de vogels oppikken in de hoogte voeren en van daar worden neergeworpen op de steenglooiïngen ver harde wegen enz. om de schelp te doen breken. Een mosselenvisscher verhaalde ons, dat een zware steen, welke gediend had als anker bij de betonning, op een zandplaat lag in een der breede Zeeuw- sche mondingen en dat hij geruimen tijd bemerkte, wanneer hij op zijn mos- selperceelen vertoefde, dat één kraai altijd op dien steen te vinden was, verre van den wal. Wat deed deze daar alleen, te meer waar die vogels gemeenlijk in heele troepen leven Het raadsel werd hem opgelost toen hij in de nabijheid op de zandplaat kwam. Duizenden en nog eens duizenden ledige mosselschelpen bewezen, dat die groote steen voor de kraai diende als „mosselkraker". De visscher kon het niet over zich krijgen die slimmert te dooden. (Hdbl.) Om aan den kost te komen. Dat het in Nederland ook aan hoog gediplomeerden van universiteiten en technische hoogeschool moeilijkt valt om zich een hun passende betrekking te ver schaffen, blijkt zonneklaar uit het feit, dat bij de Haagsche politie op dit oogenblik zijn werkzaam gesteld, met het doel, om tot adjunct-inspecteur te worden op geleid, twee ingenieurs van Delfc en één meester in de rechten van Leiden. De menschen hadden zoo lang vruchte loos naar een plaats in hun eigen vak omgezien, dat ze in arren moede ver zocht hebben om tot voormannen van klabakken en smerissen te worden be noemd. Naar Indië gaan, zich een bestaan scheppen, daar dachten ze niet aan Aldus schrijft het „Bat. Nbld." Vereeniging luchtscheepvaart. Door eenige heeren is het denkbeeld opgevat een vereeniging te stichten tot bevordering der luchtscheepvaart. Voorloopig zal door lezingen, het uit geven van een tijdschrift enz. belang stelling voor de zaak gewekt worden. Is de belangstelling meer algemeen ge worden dan hoopt men dat de aanstaande vereeniging zich dermate zal hebben ontwikkeld, dat tot aanschaffing van luchtvaartmaterieel zal kunnen worden overgegaan, teneinde o.m. ballontochten te ondernemen, waarbij metereologische en andere waarnemingen zullen kunnen worden verricht. In een binnenkort te houden bijeen komst zal o.m. worden voorgesteldden zetel van het hoofdbestuur te vestigen te 's Gravenhage en direct over te gaan tot het vormen van afdeelingen b.v. in Amsterdam, Groningen, Utrecht, Arnhem Breda en Bataviahet hoofdbestuur te doen bestaan uiteen president, een lste-secretaris, een 2de secretaris-pen ningmeester, een bibliothecaris Bewijzen van instemming zende men aan den heer A E. Rambaldo, luitenant ter zee 2de kl., Watergraafsmeer, Mid denweg 153. Geen licht in de zomermaanden. Er is heel wat getoornd tegen de ver plichting dat boerenhooiwagens en der gelijke 's zomeravonds ook licht moeten branden. Thans is bij Koninklijk besluit bepaald, dat Ged. Staten voor karren, wagens, enz., voor provinciën of gedeel ten van provinciën vrijstelling van deze bepaling kunnen geven van 16 Mei tot 15 Aug. Ook mogen brandweerwagens thans zonder licht rijden. 't Was hem niet meegevallen. De élèyemuzikant V. van het 1ste regiment, die den 2den Juni deserteerde en zich de vorige week weder aanmeldde is naar Leeuwarden overgebracht om voor den krijgsraad terecht te staan. Hij schijnt niet erg veel pleizier van zijn zwerftocht gehad te hebben. Naar men mededeelde, was hij (volgens zijn eigen verklaring) eerst naar Duitschland uitgeweken en had daar getracht aan den kost te komen als boerenknecht Het koeienmelken ging hem echter niet handig af en hij kreeg als onbruikbaar zijn congé. Als koetsier kwam hij daarna in aanraking met een anderen Hollander, en zij kwamen overeen naar Amerika te gaan. Dit gelukte, de vluchteling maakte in de kwaliteit van musicus den overtocht over den Oceaan mede. In het beloofde land beviel 't hem echter zoo slecht, dat hij blij was weder terug te kunnen gaan. Te Amsterdam aangekomen, begaf hij zich naar Leeuwarden, waar hij zich aanmeldde met het bekende gevolg. Een oude kwaal. Er worden tegenwoordig straffen ge geven aan lieden, die zich schuldig maken aan botervervalsching; wie evenwel meent, dat dit iets nieuws is hier te lande, vergist zich deerlijk, zoo schrijft '"t Haarl. Dagbl.," want een Statenreso- lutie van 25 April 1652 luidt „Alsoo wij om verscheidene redenen bekommert zijn, dat eenige baatsoekende Menschen binnen deese Provincie, zoo Huysluiden als andere, teegens alle goede ordre aan, haar niet ontsien Boter buyten deese Provincie gemaekt te vertonnen en in Hollands vaatwerk te leggen, of ook wel onder booter binnen deese Provincie gemaekt, te vermengen, en in dier voege Hollandse Booter te debiteren en verkoopen, alles strekkende tot son- derlingh nadeel van een soo important product van deese Provincie en desselfs landerijen," zoo wordt de straf daarop bepaald aldus omschreven „Op de boete van vijlhonderd guldens voor de eerste reijse te verbeuren, op een boete van duysend guldens voor de tweede reijse, en ten derdemaele daerin overtredende, op een boete van duysend guldens en bovendien zonder verschooning publiqelijk gegeeseld en voor altoos uit deese Pro vincie verbannen te worden," terwijl bovendien de overheid verklaard werd „bevoegt en gequalificeert om de Huizen en Bouwerijen, daer Booter gemaekt werd, te visiteeren, wanneer datnoodig was." Met onze voorvaders viel in dit opzicht niet te spotten en men kende in die dagen nog niet eens margarine 1 Een vreemdsoortig verweer. Door de gezamenlijke bakkers te Kam pen was voor eenige dagen per adver tentie bekend gemaakt, dat ze zich ge noodzaakt zagen, ten gevolge der voort durende en belangrijke stijging der meel- en graanprijzen, de rogge-' en witte- broodsprijzen te verhoogen. Vele inge zetenen, vooral de mindere man, waren hierover alles behalve content. Maandag en Dinsdag konden de bakkers het goed weten, dat ze minder brood verkochten de knechts konden hun bazen boodschap pen dat ze tegen den ouden prijs brood konden brengen, anders maar niet terug komen. Dinsdagavond ging de stadsomroeper nog laat door de stad om luide te ver kondigen dat „der burgery van Kampen beleefd verzocht werd voorloopig geen brood meer van de bakkers aldaar te nemen, daar zich eenige burgers tot een commissie gevormd hadden, voor de oplichting eener broodfabriek". De verdachte kinderwagen! De touwslager Van O., te Breda miste voortdurend kleine partijtjes hennep. Hij liep meermalen met speurende blikken door zjjn touwslagerij, maar ontdekte niets verdachts. Op een keer was de vrouw van een van de knechts aan de werkplaats ge komen met een kinderwagen. Zij zocht haar man eens op met de kleine. Hierin zag de heer v. O. natuurlijk niets ver dachts. Toen hij echter de vrouw met den kinderwagen herhaaldelijk ontmoette welke ontmoetingen gelijken tred hielden met de verdwijning van hennep, vond de hoer v. O. het noodig eens belang stellend naar het kind te kijken, waarvan zelfs het gezichtie niet onder het lakentje te voorschijn kwam. Hij sloeg met een vriendelijk glimlachje het lakentje terug en vondgeen kind, maar hennep. S., de knecht, en zijn handige vrouw zijn door de politie aangehouden. In de woning van den knecht zijn eenige partijtjes hennep in beslag ge nomen. Het „kind" is er de dupe van dat wordt nu 's middags niet meer uitge reden I („Br. Ct.") Argeloos antwoord. Uit het tweede kantongerecht te Rotterdam. Kantonrechter tot gedaagde: En hebt ge over uw zaak met een advocaat gesproken Gedaagde Neen Ik zou het ook niet weten waarom zulks noodig was, want het is een eerlijke zaak, die ik voor heb. (Vad Een model brandweer. Te Loosduinen was Woensdagnacht brand in de wasch- en strijkinrichting van „Eigen Hulp", uit Den Haag. Boven een strijkkachel was het riet onder het plafond in brand geraakt. Alles was gauw gebluscht. Alarm ge noeg, brand geroep in alle straten, brand- hoorns en klokgelui. Een spuit reed te water, een kwam te laat en de ander bracht alleen een ladder. Alle menschen uit hun bed. Amerikaansch. Een Amerikaansch Episkopaansch pre dikant, te Tokenville op het Stateneiland, heeft, naar de „Tribune" verneemt, een nieuw middel bedacht om de menschen in de kerk te krijgen. Hij leest ze een roman voor, van eigen hand a.s. Zondag het vervolg. En het trekt. Het is een roman met een strekking, een bestrijding van drank en spel. Volgens de „Daily Telegraph" had de predikant vergeefs naar een uitgever voor zijn boek gezocht. Als ze me niet lezen willen, zullen ze me hooren, heeft hij toen gezegd. Geoorloofde knoeierij. Het personeel van een groote melk inrichting te Kiel werd dezer dagen voor den rechter geroepen wegens de aanklacht dat het gedurende zes jaren de afge roomde melk, welke aan bakkers werd geleverd, met water had vermengd. Bij de behandeling bleek, dat de aan klacht gegrond was. Het gebeurde dik wijls, dat de hoeveelheid melk onvol doende was en bij mededeeling daarvan aan den chef, gaf deze ten antwoord: „In een goede melkinrichting is nooit melk te kort, men moet ze dan maar doen „uitzetten". Dit laatste gebeurde dan ook, de waterleiding was in de na bijheid en het bleek al eens gebeurd te zijn, dat de magermelkbak overliep, omdat men vergeten had de kraan der water leiding te sluiten. Tegen de bedienden werd 10 Mark boete en tegen den den chef 500 Mark gevraagd. De laatste kwam echter met 50 Mark vrij. De rechter toch nam aan dat niemand benadeeld was, de bakkers hadden het vocht op de gewone wijze verbruikt en voor het brood denzelfden prijs ontvangen als anders. Deze zeer merkwaardige redeneering dat, als men zes jaren lang water voor melk verkoopt, niemand benadeeld wordt, zal nog de kritiek van hooger beroep moeten doorstaan. (B. Molkerij Zeitung) Door velen wordt het ruien der boendors voor een ziekte gehouden, ten onrechte echter; het ruien is zoo goed als het ver haren een natuurlijk verschijnsel. Nu is het waar, dat do hoenders er geducht aan kunnon lijden, zo zien er dan borstelig uit en zitten, met slappe kammen, ineengedo ken. Dit is dan evenwel een gevolg van onvoldoende verzorging, althans meestal. Jn den ruitijd moeten do vogels meer dan ooit, in acht worden genomen en verzorgd. Zo moeten bohoorljjk gehuisvest zijn, dwz. in niet te koude en tochtvrije hokken. Is

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1907 | | pagina 2