N®. 2109.
Donderdag 5 December 1907
218te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week (of week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
23 JVov 30 IVov.
Wat een enkele ministerieele aanschrij
ving al niet een consternatie kan geven
'tls duidelijk gebleken aan de gevolgen
die de circulaire van den Minister van Oorlog
onlangs na zich sleepte. We bedoelen de
circulaire inzake het blijvend gedeelte, die
in de infanterie kazernes een heele opschud
ding teweeg bracht, in tal van gezinnen
wrevel wekte, in de pers een storm van
afkeuring deed opgaan en zelfs onze hoog
mogende heeren in den Haag we be
doelen die der Tweede Kamer een
avondzitting bezorgde. Nu meende men
echter dat daarmee dan ook het pleit be
slecht was, want dat die circulaire ook
nog onze deftige Eerste Kamer uit haar
Zondagsplooi zou kunnen brengen had zeker
niemand verwacht. En toch is dat het
geval geweest, want 't heeft er in de voor
bije week in onze doodkalme Senaat nog
al gespookt, tengevolge van het blijvend-
gedeelte-vraagstuk.
De Tweede Kamer had de zaak nogal
vriendschappelijk afgedaan. De heeren
schenen èn den minister èn de slachtoffers
van 's ministers aanschrijving ter wille te
willen wezen en na lang gedebatteer en 't
indienen van eenige moties hadden ze den
minister in de gelegenheid gesteld de
miliciens op den bepaalden tijd naar huis
te zenden. In onze Senaat zat dat er
evenwel niet zoo glad. Wel wilden de
heeren de miliciens wel ter wille wezen,
maar daar moest de minister zelf maar
voor zorgen. Het verzet kwam van de
rechterzijde die beslist verklaarde niet
het voetspoor der Tweede Kamer te zullen
volgen. De Eerste Kamer had niet tever-
geefsch minister Staal met zijn bljj vend
gedeelte laten vallen omdat ze eerst een
gemotiveerd wetsontwerp verlangde. Wilde
minister van Rappard de jongens naar huis
zenden, goed, maar dan moet hij dat maar
op eigen verantwoording doen. Vóór de
kwestie van het blijvend gedeelte wettelijk
opgelost was wilde de Eerste Kamer in
geen geval tjjdeljjk eene maatregel nemen.
Nu de Minister heeft zich dan maar bij de
zaak neergelegd en 'tis gelukkig dat ook
zonder de hulp der Eerste Kamer de jongens
van het bljj vend gedeelte naar huis kunnen
gaan, maar voor den minister was het een
alles behalve prettige dag.
't Heeft heel wat consternatie teweeg
gebracht in onze deftige Senaat. Er heerschte
zelfs eenige opwinding zoodat de presidents
hamer af en toe dienst moest doen om
stilte te verkrijgen wat wel een unicum
mag worden genoemd.
—o—o—o
De Duitsche Rjjksdag heeft haar zittingen
weer begonnen en zooals te verwachten
was zich ook bezig gehouden met het ge
ruchtmakende proces-Harden—Von Moltke.
De heer Spahn van het Centrum en de
heer Riethofen van de conservatieve partij
voerden in een interpellatie over deze on
verkwikkelijke kwestie het woord, waarop
de rijkskanselier, de heer Von Bulow de
heeren van antwoord diende op de door
hem bekende krachtige wijze.
Het belangrijkste uit het betoog van den
rijkskanselier moge hier een plaats vinden.
Von Bulow begon dan allereerst met op
to komen tegen dö bewering van Spahn
dat gehoele cavalerie regimenten gedemo
raliseerd zjjn. Dat noemde de rijkskanselier
beslist onwaar. De misdrijven togen do
zeden, in het viezo proces aan den dag
gekomen, die ook bij den kanselier walging
hadden opgewekt hadden niet nagelaten
afkeer op te wekken bij de militaire over
heid en deze zou niets onbeproefd laten
om aan dergelijke toestanden een einde te
maken. De kamer kon, naar Von Bulow
mededeelde, verzekerd zijn dat de Keizer
met een flinken bezem alles zal wegvegen,
wat niet in overeenstemming is met de
reinheid van zijn karakter en zijn huis,
een verzekering, die na het gebeurde zeker
niet had behoeven te worden gegeven.
Vervolgens kreeg de Kroonprins een pluim
op zijn hoed. Hij had jegens den Keizer
een daad van piëteit verricht, toen hij
dezen in kennis stelde met de aanvallen
in de „Zukunft" en ook dat kan zeker niet
ontkend worden.
De bewering dat er een kamarilla zou
hebben bestaan bestreed de kanselier met
kracht. Hij herhaalde daarbij wat hij reeds
een vorig jaar in de Kamer had gezegd,
n.l. dat er geen sprake was van een kring
van onverantwoordelijke raadslieden in de
omgeving van den Keizer. Daar is Keizer
Wilhelm de man niet voor.
Waar we nu toch over den Duitschen
Rijksdag spreken, willen we ook niet onver
meld laten een nieuw plan van de Regeering
ten opzichte van de Polen, zooals dat door
den rijkskanselier nader werd toegelicht
in zijn openingsrede. Zooals den lezer
bekend zal zijn wordt er in Polen sedert
lange lange jaren geijverd voor den nati
onalistische propaganda. De Duitsch-Polen
schijnen nu eenmaal niet van plan hun
zelfstandigheid op te offeren, ze willen Polen
blijven en geen Pruisen of beter Duitschers
zijn.
De Pruisische Regeering heeft intusschen
niets onbeproefd gelaten om de verduit-
sching van de Polen zooveel mogelijk te
bevorderen, waarbij zij evenwel op sterken
tegenstand stuitte. Bismarck is reeds in
1885 begonnen een nieuwen weg in te slaan
om tot het doel le komen, n.,1. door instelling
van een kolonisatie-commissie die zich bezig
moest houden met het opkoopen van lande
rijen in Polen en daarop Duitschers vestigen.
De balsturige Polen zagen dat evenwel niet
lijdelijk aan maar gingen krachtig georga
niseerd als ze zjjn groote kapitalen bijeen
brengen om tegen de kolonisatiecommissie
te kunnen opbieden. En mede door dat
krachtig optreden zijn er in de laatste elf
jaren zoo'n 100.000 HA. meer door de
Polen aangekocht, w.o. veel van in de
provincies van West-Pruisen, dan door de
kolonisatie commissie. Dan komt daar nog
bij dat de Duitsche kolonisten in Polen
met schele oogen worden aangezien en in
hun bedrijf zooveel mogelijk benadeeld.
Vooral is dit het geval in de steden. Welis
waar is de achteruitgang van het Duitsche
bestanddeel tegenover het Poolsche tot
staan gekomen, maar het doel der Regeering
is nog lang niet bereikt. En ze heeft
daarom een meer krachtigen maatregel
overwogen. Ze wil nu niet langer tegen
de Polen opbieden, maar eenvoudig Poolsche
bezittingen onteigenen ten algemeene nutte,
want de Regeering ziet in de verduitsching
der tegenstrevende Polen een groot vader-
landsch belang en wat het zwaarste is,
moet het zwaarste wegen.
't Plan is dan tevens die onteigening
allereerst toe te passen in de buurt van
steden waar het Duitsche element hot
zwaarst te verantwoorden heeft. Men wil
dan om die steden een krans van Duitsche
kolonies leggen, die zich zelf staande kun
nen houden en sterk genoeg zjjn om zich
staatkundigen invloed te verzekeren.
Inderdaad een vermetel plan dat ons evenwel
weinig sympathiek Jijkt. Naar men zegt heeft
het alle kans door den Rijksdag aangenomen
te worden, maar of men daardoor de nati-
onaal-bewuste Polen nader tot het „Vader
hart" brengt is wel zeer de vraag. De
liefde voor het opgedrongen Vaderland zal
er stellig wel niet beter op worden bij hen.
—o—o—o—
Ten slotte nog iets over Marokko, dat in
de voorbije week weer duchtig van zich
deed hooren. Er is ernstig gevochten in
de laatste dagen. Allereerst in de buurt
van Casablanca waar de troepen van den
sultan en die van Moela Hafid slag leverden,
maar dan ook vooral in het verder verwij
derde deel van Marokko. Men herinnert
zich hoe in het voorjaar naar aanleiding
van den moord te Marakesje eenFransche
bezetting werd gelegd in Oedja om aan
den eisch tot schadevergoeding kracht bij
te zetten. De Sultan heeft den Franschen
voldoening gegeven, maar de bezetting van
Oedja werd niet opgeheven. Een gevolg
van het optreden der Franschen daar ter
plaatse was dat al spoedig de omringende
volksstammen bij monde hunner hoofden
hunne onderwerping kwamen aanbieden,
behalve de stam der Beni Snassen. Wel
gebeurde dit later nog maar al spoedig bleek
dat deze stam verre van vriendschappelijke
gevoelens jegens de Franschen koesterde.
De omstandigheid nu dat de Franschen in
den laatsten tijd maar weinig actief op
traden gaf hun moed, omdat ze daarin
een bewjjs van zwakte zagen. En daar de
Beni Snassen een leger van 10,000 hebben
dachten ze de overheerschers gemakkelijk
te kunnen overwinnen. Ze vielen de
Franschen aan maar leden telkens de
nederlaag. Maar met dat geval is Frankrijk
voor een moeielijke vraag geplaatst. Moet
het nu maar lijdelijk de aanvallers tijd
gunnen zich voor een nieuwen aanval
gereed te maken of tegen de acte van
Algeciras in met één slag een einde aan
het verzet maken? Deze vraag klemt te
meer daar de aanvallers een inval in
Algiers hebben gedaan en dus zich aan
schending der Fransche grens hebben
schuldig gemaakt.
't Is voor de Franschen in Marokko dus
alles behalve rozengeur en maneschijn.
Marokko is niet vergeefsch een wespennest
genoemd.
TEXEL, 4 DECEMBER 1907.
De uitvoering van U. d. I.
De leden der Rederijkerskamer U.d.I.
konden tevreden zijn over de opkomst
van belangstellenden bij hare eerste uit
voering voor dit seizoen, op Zaterdag
avond j.l. Jammer maar dat voor meer
dan een het uur van aanvang, (8 uur),
nog te vroeg schijnt, althans op dat uur
waren nog vele plaatsen onbezet en
werden deze eerst later ingenomen. Was
door die bezoekers er wellicht op gere
kend dat met de voorstelling niet zoo
precies op tijd zou worden begonnen
Voor hen die op tijd present waren was
't intusschen een onaangenaam wachten.
Wij geven in overweging om daarmede
rekening te houden.
Vrijwel te halfnegen werd de bijeen
komst geopend door den Pres., den heer
W. Dalmeijer, met een „welkom" tot
de aanwezigen en een woord van dank
voor de ruime opkomst. Een woord van
hulde werd gebracht aan den vorigeu
pres., die om „zakelijke" omstandigheden
deze betrekking had moeten neerleggen.
Een woord van dank bracht spr. aan
het lid den heer J. C. Roeper, die de
Kamer een schild bad aangeboden, het
welk boven voor het tooneel prijkte en
waarop de aandacht werd gevestigd.
Het bedoeld schild bevat o. m. deze
woorden„Rust Roest," een motto dat
wel iedere vereeniging in haar schild
mag opnemen.
Over het ten tooneele gevoerde stuk
zullen wij niet uitwijden, 'tis een stuk
met veel verwikkelingen, (wel wat al te
onmogelijk naar onze meening) en van
weinig diepen zin; dit is evenwel
voor rekening van den schrijver.
Wat de opvoering betreft, daarvoor
hebben wij niet anders dan woorden van
lof; van alle rollen, tot zelfs de kleinste,
mag worden getuigd dat zij met de
grootste toewijding werden vervuld en
goed werden weergegevenhet tooneel
was goed verzorgd, aan de grimeering
groote zorg besteed. Voor een en ander
verdienden Dames en Heeren met recht
de tevredenheid en dank, welke door
het publiek in welgemeend applaus werd
gebracht.
De eerste voorstelling van U. d. I. in
ditsaizoen heeft een goeden indruk achter
gelaten, wij zullen het gezelschap dezen
winter gaarne meermalen zien optreden.
Dat aan het na afloop volgende bal
door velen werd deelgenomen, zij vol
ledigheidshalve hieraan nog toegevoegd.
Gedurende de maand November
zijn van hier naar elders verscheept
91 lammeren, 3 koeien, 5 kalveren, 5
paarden, 89 varkens en 51 biggen.
Waal, 2 December.
Voor de vacante betrekking van onder
wijzeres aan de O. L. School alhier hebben
zich 5 sollicitanten aangemelden wel
3 van Texel en 2 van elders.
Oosterend, 3 Dec.
Dat de hazenstand niet gunstig is,
bleek in de vorige week, toen een jacht
gezelschap met 3 geweren slechts een
haas kon bemachtigen.
Goudplevieren, meer bekend als wilsters
zijn er evenwel zooveel in de polders,
als in jaren te voren niet te zien waren.
De vangers met hunne slagnetten
maakten dan ook reeds goede zaken,
temeer, daar de poeliers voor deze vogels
f 0,50 per stuk betalen.
Ook wilde zwanen zijn er verscheidene
langs de kust. In het Noorden werd in
de vorige week een kolossaal voorwerp
geschoten van de soort Cygnus musicus.
Garnalen zijn er nog weinig te
vangen en de prijzen zijn zoo laag dat
slechts enkele centen per kilo berekend
kunnen worden.
Vlieland, 1 Dec.
Hedennacht vertrokken drie sleep-
booten ën visschersvaartuigen in de rich
ting der Noordergronden, waar flam
bouwen gezien waren. Er bleek een
groot tweemast stoomschip gestrand te
zijn, onbekend van natie en naam. Het
schip is door eigen kracht in den morgen
vlot gekomen en vervolgde de reis.
Het wrak van het gestrande stoom
schip „Emerald" is nu geheel opgeruimd.
Beste prijzen.
Het land in den polder Koegras blijkt
voor de schapenfokkerij zeer goede hoe
danigheden te bezitten. Het bewijs
daarvoor leverde de vorige we9k de heer
P. Paarlberg aldaar, die voor 50 over-
houders t 1250,- markte. Zij werden
gekocht door den heer A. Kraakman te
Warmenkuizen. (Zijp. Cour.)
TEXELSCHE COURANT.
Abomiementsprijs per S maanden.
Voor den Bdrg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Cts.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.