De bootkwestie in de 2e Kamer.
Tot een goed begrip van de bespreking
der bootkwestie in de 2e Kamer, nemen
wij over dat gedeelte van het verslag
der vergadering van Yiijdag 6 December,
voorkomende in de „Handelingen," als
volgt luidende:
De heer van den Bèrgii (deD Helder):
Mijnheer de Voorzitter! Het vorig jaar
heb ik mij bij de begrootiug veroorloofd
er de aandacht op te vestigen, dat bij
het sluiten van postcontracten het wen-
schelijk was ook in het oog te houden
het belang van het personen- en goede
renvervoer. Het is toch een feit dat,
als eenmaal een bepaalde onderneming
een postcontract heeft, zij in het bezit
is van een monopolie en andere onder
nemingen in den regel niet bestaanbaar
zijn. De zorg voor het personen- en
goederenvervoer is dan in dat opzicht
geheel overgelaten aan de willekeur van
een bepaalde onderneming.
De Minister heeft dat beginsel erkend
erkend dat het noodig was ook te letten
op de andere belangen en ingezien dat
een Minister voor de posterijen ook is
Minister van Waterstaat. Ik mag dus
onderstellen, dat wij het eens zijn over
het beginsel, dat bij dergelijke postcon
tracten ook op ardere belangen moet
worden gelet. Ik spreek daarover, omdat
zich weldra de gelegenheid zal voordoen
van dat beginsel een juiste toepassing
te maken. Ik heb het oog op de stoom-
bootverbindiDg tusschen Texel en Nie-
wediep.
De heer Minister zal zich herinneren
dat ik het vorig jaar o.a. gewezen heb
op het subsidie dat aan de bestaande
onderneming werd verleend en ik toen
daaraan den wenk heb verbonden, dat
dat subsidie niet opnieuw zou worden
verleend zonder invloed uit te oefenen
op de tarieven. Die wenk is zonder
gevolg gebleven het subsidie is verleend
zonder dat verandering is gebracht in
de tarieven. Maar wat is toen geschiedt
Toen hebben belanghebbenden zelf de
zaak ter haDd genomen, en wat de
Minister niet wist te verkrijgen door de
kracht van zijn subsidie, hebben de be
langhebbenden zelf weten te verwerven.
Maar daarbij is het niet gebleven.
Toen belanghebbenden een goedkooper
tarief hadden verkregen, maar niet werd
voldaan aan de andere eischon, die zij
terecht konden stellen, hebben de inge
zetenen van Texel zich aaneengesloten
en een eigen onderneming opgericht,
zoodat op dit oogenblik de toestand deze
is, dat, naast de onderneming' die een
subsidie heeft en het postcontract, een
Dieuwe onderneming bestaat, door belang
hebbenden zelf opgericht. Die nieuwe
onderneming, die uitsluitend het oog
heeft op het algemeen belang, heeft in
haar statuten geschreven, dat zij dit
doel, bevordering van het verkeer, moet
nastreven en geen ander, benevens een
zeer strenge beperking van de winst
vastgesteld.
Nu is de zaak dus deze, dat de Minister
weldra zal geplaatst worden voor de keuze
aan welke van die beide ondernemingen
hij het postcontract zal geveD, en daD,
dunkt mij, kan die keuze voor den
Minister, die eenmaal het beginsel erkend
heeft, niet moeielijk zijn. Aan de eene
zijde vindt hij een onderneming, die uit
sluitend beoogd het algemeen belang,
aan de andere zijde een ondernemer,
wien het er uitsluitend om te doen is
win3t te behalen, en die het daarom
zóó ver heeft gebracht, dat hij is geboycot
door de belanghebbenden.
Ik hoop dat, wanneer die zaak den
Minister wordt voorgelegd, hij uit eigen
oogen zal willen zien Ik weet, dat hij
in dergelijke zaktn veel moet overlaten
aan zijn ambtenaren Daarom kan m6n
bezwaarlijk in dergelijke zaken decritriaj|
niet breed uitmeten. Maar dit feit staW
vast, dat hetgeen dit jaar met het subsidie
is geschied, niet geheel te verdedigen
i3, uit een oogpunt van algemeen belang.
Ook bij een ander contract, met dienzelf
den ondernemer gesloten ik bedoel het
postcontract over Harlingen Vlieland,
is het verzuim gepleegd, dat geen be
hoorlijke voorwaarden zijn gesteld voor
het personentarief. Nu geef ik toe, dit
is geen zaak om tot een gewichtige
quaestie op te blazen, maar ik meen,
dat dergelijke feiten den Minister moeten
manen tot omzichtigheid. De Minister
vergete niet, dat iemand die jarenlang
contractant is geweest en subsidiën heeft
genoten, bijzonder goed in de bureau's
van zijn Departement thuis is. Daarom
spreek ik het vertrouwen uit, dat, wan
neer de Minister over dat postcontract
een beslissing zal nemen, uitsluitend
overwegingen van algemeen belang den
doorslag zullen geven. Ik zie niet in,
dat men medelijden behoeft te hebben
met een contractant wiens onderneming
tot zoodanige klachten aanleiding heeft
gegeven, dat belanghebbenden zelf ver
plicht zijn geweest voor een goeden dienst
te zorgen.
Het spreekt vanzelf, dat ik van den
Minister heden geen beslissing vraag. De
zaak zal aan Zijne Excellentie nader wor
den voorgelegd en ik hoop dat deze, indien
hij voor een beslissing wordt gesteld, over
wegen zal, dat het hier niet alleen de post-
belangen geldt. Het is voor de eilanden
zeker van groot belang, dat zij een goede
postverbinding hebben, maar van veel
grooter belang, ja ik zou bijna zeggen
een levensbelang is het voor die eilanden,
dat zij een goede verbinding met den
vasten wal hebben voor personen en
goederen.
Ik vertrouw, dat als het volgende jaar
bij de behandeling van de begrooting de
Minister en ik elkander weder mogen
ontmoeten ik zal kunnen constateeren,
dat er een beslissing is genomen, waarbij
men niet alleen het oog heeft gehad op
het belang van den postdienst, maar het
algemeen belang in den ruimsten zin
heeft in het oog gehouden.
De heer Kraus, Min. van Waterstaat:
De stoombootdienst yan den Helder
naa%Te\el, welken de heer v. d. Bergh
hee« ter sprake gebracht, is wel in het
Voo&oopig Verslag van het vorige jaar,
maar, -naar ik meen, niet in dat van dit
jaar besproken.
Verlfeen jaar is door denzelfden ge-
achten ^afgevaardigde de wensch geuit,
welken hij ook nu weder heeft uitge
sproken, namelijk, dat de Regeering bij
het afsluiten van postcontracten ook voor
waarden zal stellen voor het personen
vervoer. Aan dien wensch is gevolg
gegeven, wat betreft de verbinding van
Harlingen naar Vlieland en Terschelling
en zulks ingevolge een wenk, dien de
geachte afgevaardigde persoonlijk nog tij
dig heeft willen geven en waarvoor ik
hem dank weet.
Na hetgeen door den geachten afge
vaardigde is gezegd omtrent de verbinding
tusschen Texel en den Helder moge ik om
trent het verloop van de onderhandelin
gen inzake het aan te gaan contract nog
het volgende mededeelen. Er was by
mij een schrijven van het gemeentebe
stuur van Texel ingekomen, waarbij
klachten werden geuit tegen de hooge
tarieven, welke door den ondernemer
geheven werden en waarbij bezwaar werd
gemaakt tegen de boot waarmede de
dienst onderhouden werd. Door genoemd
gemeentebestuur werd aangedrongen op
opzegging vau het bestaande contract.
Toen heb ik naar aanleiding van dat
schrijven de meening gevraagd van Ge
deputeerde Staten van Noordholland en
dat college heeft mij medegedeeld dat de
tarieven sedert verlaagd waren, dat
school- en werkmanskaarten waren inge
voerd en dat voorts de oudernemer zich
bereid verklaard had een nieuwe stoom
boot binnen den tijd van een jaar in de
vaart te brengen. Het gemeentebestuur
van Texel is hiermede in kennis gesteld
onder mededeeling, dat nu door den onder
nemer aan de bezwaren was te gemoet
gekomen, er geen aanleiding bestond om
het contract op te zeggen, te minder waar
de ondernemer gedurende een tijdvak van
niet miDder dan 25 jaren zijne verplichtin
gen ten opzichte van den postdienst stipt
was nagekomen.
Het antwoord van het gemeentebestuur
van Texel op die mededeeling luidde, dat
het de invoering van school- en werkmans
kaarten niet van belang achtte, en dat de
personentarieven nog te hoog waren.
Bovendien zouden de hooge tarieven voor
goederenvervoer willekeurig worden toe
gepast.
Het was toen, dat het comité van inge
zetenen, waarop de geachte afgevaardigde
doelde, mij er kennis van gaf, dat een
stoombootonderneming zou worden opge
richt, en vroeg met het postvervoer te
worden belast. Toen is aan Gedeputeerde
Staten verzocht mij in te lichten omtrent
den oorsprong en de afmetingen van hot
tusschen den ondernemer en do inwoners
van Texel gerezen geschil. Blqkens
het antwoord van Gedeputeerde Staten
is de dienst door den ondernemer en
hierin verschillen dus Gedeputeerde Sta
ten met den geachten afgevaardigde
steeds naar behooren vervuld. Echter was
in den loop der tijden wrijving ontstaan
tusschen den ondernemer en de inwoners,
hetgeen met het oog op de tegenstrijdige
belangen door Gedeputeerde Staten begrij
pelijk werd geacht. Het college meende,
dat de strijd tusschen den ondernemer en
den inmiddels met hem concurreerenden
stoombootdienst door den eerstgenoemde
niet zou worden opgegeven. Ten einde tot
een bevredigende oplossing te geraken,
waarbij aan de inderdaad gegronde bezwa
ren van de ingezetenen van Texel zou
kunnen worden te gemoet gekomen, zal
nu met den ondernemer een nieuwe over
eenkomst omtrent het postvervoer wor
den aangegaan, bevattende de verplichting
om binnen een vastgesteld tijdvak een
nieuwe stoomboot in de vaart te brengen,
die geheel aan de eischen des tijds voldoet
en waarbij het maximum voor het perso
nentarief wordt bepaald, zooals dat als
billijk wordt erkend en door de concuriee-
rende onderneming wordt toegepast, ter
wijl het goederentarief aan de goedkeuring
van den Minister zal moeten worden
onderworpen.
Er bestaat dus alle reden om te ver
wachten, dat de zaak op een ook den
afgevaardigde uitden Helder bevredigende
wijze zal worden geregeld.
De heer v. d. Bergh. Mijnheer de
Voorz. Een korte opmerking slechts.
De Minister erkent dus, dat de tarieven
van de vorige onderneming te hoog waren
en dat zij, toen zij verlaagd waren, nog
te hoog waren en dat er nog andere
billijke klachten tegen den ondernemer
bestonden. En du verwondert het mij
eenigszins, dat de Minister, terwijl er
een andere onderneming ontstaan is van
de Texelaars zelf toch alleen denkt
aan het sluiten van een contract met
de oude onderneming. Er is een nieuwe
onderneming moeten komen van de
Texelaars zelf om de oude te noodzaken
tot betere condities; zij hebben daar geld
en moeite voor over gehad, zij hebben
de kastanjes uit het vuur gehaald en nu
zou de Minister dus ook behooren te
contracteeren met die nieuwe onderne
ming. Heb ik den Minister soms misver
staan en bedoelt hij soms ook, dat de
Regeering zal contracteeren met de
Dieuwe onderneming Zoo neen, dan
zou ik wel den Minister in overweging
willen geven deze zaak ernstig te over
wegen en zich aftevragen of het niet
de aangewezen weg is met de Dieuwe
onderneming het postcontract te sluiten.
De heer Kraus Min van Waterstaat
Mijnheer de Voorzitter 1 Ik wil den
geachten afgevaardigde gaarne de ver
zekering geven, dat bij mijn overweging
het algemeen belang den doorslag zal
geven. Maar ik moet hierbij toch op
den voorgrond stellen, dat er veel voor
te zeggen is om te contracteeren met
een onderneming, die reeds zoovele jareD
op deugdelijke wijze den postdienst voor
den Staat der Nederlanden heeft uitge
voerd en dus een rijpe ervaring heeft,
waarover een comité van ingezetenen
niet zoo dadelijk zal beschikken. De
duurzaamheid van de onderneming van
het comité is bovendien misschien niet
zoo verzekerd, als bij een ondernemer,
die den dienst reeds 25 jaar heeft ver
richt. Intusschen zal ik de zaak nog
overwegen.
Boerenleenbank.
In de vergadering van de Boerenleen
bank, welke 19 December zal worden
gehouden, zal o. m plaats hebben de
verkiezing van een lid voor den Raad
van Beheer.
Verder zal worden behandeld een
voorstel van het bestuur om, in navol
ging van de Centrale bank, de rente
standaard te verhoogen en b. v. voor
geld wat bij de bank belegd wordt, te
brengen op 3,6
De afdeeling „Texel" van het N.
O. G. zal a. s. Zaterdag eene vergadering
houden in „de Zwaan."
De heer H. Groenewold zal inleiden
het onderwerp „Zangonderwijs." Daarna
zal de heer J. Bouwman eene letter
kundige bijdrage geven.
Oudeschild10 Dec.
De jaarvergadering van de vereeniging
„Dorpsbelang" in de „Zeven Provinciën"
gehouden, werd slechts door elf van de
150 leden bezocht. Aan de commissie
voor de uitvoering van diverse werken
en den secretaris werd dank toegebracht.
Er was voor ruim f50 aan baggerwerk
vorricht in dit jaar, hetwelk grootendeels
noodig was geworden, doordien de 30
Gem. Polders twee duikers in de sloot-
oevers hadden aangebracht. Daardoor
nu werd veroorzaakt, dat het water uit
de schildsloot te spoedig verdween. Aan
het bestuur der 30 gem. polders zou 't
verzoek worden gedaan liever een
grondduiker onder den bodem der schild
sloot te willen aanbrengen. Door den heer
P. v. d. Wiele, penningmeester werd
vervolgens rekening en verantwoording
gedaan, waaruit bleek, dat in weerwil
der vele uitgaven, toch nog een sommetje
in kas was. De rekening en bescheiden
werden in orde bevonden, waarna den
Penningmeester een woord van dank
werd toegevoegd voor zijn flink beheer.
De heer M. Kroon, Jbz., secretaris,
aan de beurt van aftreding zijnde, wordt
als zoodanig herkozen. Na nog eenige
bespreking over waterverversching, enz.
wordt te 9 uur de vergadering gesloten.
Gisterenavond dreven op Texelstroom
'n omgekeerde witgeverfde boot en eenig
wrakhout. Wind en weer waren te
onstuimig om iets te kunnen bergen.
Bij den strandvonder alhier zijn
aangebracht 200 battings van welke
sommige gemerkt S T O M; met een
kroontje tusschen deze letters.
Waal, 9 December.
Door stemgerechtigde leden in de
Herv. kerk werd als Diaken herkozen
de heer J. P. Plaatsman; als Ouderling
werd gekozen, in de plaats van den heer
P. Bremer (vertrokken) de heer O. Huis
man. Beide gekozenen namen hunne
benoeming aan.
Den Hoorn, 10 Dec.
Bij den strandvonder alhier en aan
het Horntje zijn vele battings aange
bracht. Sommigen waren gemerkt
ST, een kroontje en O M.
De Cocksclorp, 10 Dec.
In eene jongstleden Zondag gehouden
vergadering werden als notabelen der
Ned. Herv. gemeente herkozen de heeren
C. Dijksen en K. Wetsteen en werd
als zoodanig gekozen de heer J. Barends.
Oosterend, 10 Dec.
Ruim was de vangst van garnalen in
de vorige week en de marktberichten
waren zeer naar genoegen. De geheele
vloot heeft zich dan ook voor het vangen
en koken van die schaaldieren in ge
reedheid gebracht. Gisteren reeds kon
men een groote menigte zeilen op Texel
stroom het bedrijf zien uitoefenen.
In verschillende bladen leest men,
dat ook op Texel met ingang van 1
Jan. 1908 gelegenheid gegeven zal worden
voor het aangeven van gevangen zee
honden met het oog op de Rijkspremie.
Het verzoek daartoe is gedaan door
de Visscheryvereeniging „Betracht het
Goede," alhier. Tot heden evenwel is
bij adressante nog geen antwoord van
den betrokken Minister ingekomen.
Vlieland.
Op het Noorderstrand spoelde eene
partij battings (greenenhout) van ver
schillende lengte aan, gemerkt met roode
letters W. A. W.
Een groot kwaad.
De „Prov. Gron. Ctr." waarschuwt
tegen personen, die in Groningen den
boer opgaan, om de eenvoudige van geest
te bewegen tot het betalen van betrek
kelijk groot geldsommen, voorgevende,
dat zij het in hunne macht hebben de
zoons voor de nationale militie te laten
afkeuren.
Dezer dagen schreef men aan het
blad uit het Westerkwartier weer de
sterkste stukken. De namen van de
bedriegers worden genoemd, hun prak
tijken precies aan de kaak gesteld, precies
wordt verteld „bij die en die zijn zij
geweest" en „zoo hebben zij gesproken."
Het blijkt, dat zij voor een afkeuring
f100 vragen en hun diensten aanbieden
per brief(1) of persoonlijk. Zy geven
referenties op. „Die-en-die; een in het
dorp welbekend persoon, over wiens
afkeuring men zich verbaasd had, heb
ik verleden jaar laten afkeuren. Van
de 100 heb ik er trouwens 68 laten
afkeuren. Ik heb 37 punten, waarop
ik iemand kan laten afkeuren."
En het resultaat? Dat men ginds
die heeren gelooft in de provincie
Gronigen, in 19071 dat men twyfelt,
ja zelfs niet meer twyfelt aan de nauw
gezetheid der met de keuring belaste
ambtenaren, dat men elkaar voorrekent,
dat er b.v. in 1904 bijna de helft der