Buitenland. Marktberichten. Stierenkeuriiig. Bij de heden gehouden stierenkeuring waren aangeboden 10 jarige stieren. Premiën werden toegekend aan de inzendingen van P. Stoepker f 40,— IJ. Lap 30, P. Koning Sz. 15,— P. Wz. Roeper 10,— Gebr. Bakker 10,— Twee-jarige stieren, 2 stuks. Hiervan bekwam de stier van den heer J. B. Bakker de premie van f 25, die van den heer S. Dros te Oosterend f 10,— Oudeschild, 2 Juni. Vrijdagavond 29 Mei j.l. had de alge- meene jaarvergadering der K. W.B. plaats. De belangstelling was zeer gering, wat voor zoo'n nuttige instelling wel te bejammeren is. Na opening door den voorzitter, den heer W. Mets Tz., brengt de secretaris de hr. C. Schaap, een keurig en uitgebreid jaarverslag uit. Hieraan ontleenen wij, dat de school op 1 Jan. 1907 door 38 en op 31 Dec. 1907 door 31 leerlingen werd bezocht. De finan- cieele toestand was niet rooskleurig. Dank zij de milde gaven van den oud minister J. T. Cremerbaron van Tuyl prof. Drucker en Mr. W. F. Hiddingh, was het te kort niet zeer groot. De leermiddelen eischen aanvulling en 't gebouw herstelling. Voortdurend moet naar buitengewone middelen worden omgezien, om de school in stand te houden. Verder werden de plannen voor de te houden huisvlijttentoonstelling vastgesteld. Met dank voor de belangstelling sloot daarop de voorzitter de vergadering. Duur land. Een boerderij met 2 1/2 H. A. land, gelegen te Hoofddorp, is verkocht voor f 10,000, een prijs, welke misschien nimmer in de Haarlemmermeer gemaakt is. Onbezonnen streken van verliefden Zij wandelden op den avond van Hemel vaartsdag laat 't was omstreeks half- twaalf door de Marnixstraat te Am sterdam. Ter hoogte van de Elandstraat kregen zij schijnbaar hooge woorden met elkaar. „Zij" scheen zich dit zoozeer aan te trekken, dat ze besloot in de Lijnbaansgracht te springen. Haar bemin de volgde haar voorbeeld en weldra lag het paar in het wat6r. Juist op dit oogenblik kwam een tram van lijn 1 aansnorren. De conducteur zag het ongeluk, deed dadelijk den wagen stoppen en sprong te water. Na eenige krachtige pogingen mocht hij het genoegen smaken de drenkelingen op het droge te brengen. Een dure hoed. Een heer kocht als verrassing voor zijn vrouw bij een modiste te Rotterdam een hoed voor f 60. Mevrouw vond de hoed voor het geld niet mooi en zond hem aan de modiste terug. Deze weigerde de terugname en dagvaardde mijnheer tot betaling. De kantonrechter wees de vordering toe. De veroordeelde kwam in hooger beroep, wat hem weinig hielp, want de Rechtbank bevestigde dat vonnis met veroordeeling van den gedaagde in de kosten van het geding, aan de zijde van de modiste tot deze uitspraak begroot op 80.10. Daarbij komen nog de nakosten benevens de eigen kosten, zoodat die hoed, welke bovendien uit de mode is, thans zeker f300 kost. Toch wel wat erg. Te Diepenheim (Overijsel) werd dezer dagen een bruiloft gevierd. Tijdens het feest bezweek plotseling een der gasten. Deze werd terzijde in een schuur gelegd. Een onweder kwam op en felle blik semschichten verlichten spookachtig het feestterrein, terwijl het gerommel van den donder er overheen rolde. Inmiddels werd de feestmuziek voortgezet en lustig vierde men verder feest onder zang en dans. Toen onder den invloed van Bacchus een der gasten ter aarde zeeg, werd deze bij den doode onder dak gebracht. O landelijke onschuld Wanneer zal het licht van het menschelijk voelen dringen door den dichten nevel van zedr ,jke afstomping en ongevoeligheid 1 (Nws.) Een treurige geschiedenis. Het rustige Oudendijk werd op den ochtend van Hemelvaartsdag opgeschrikt door het gerucht, dat er een moord zou zijn gepleegd. Gerrit Schouten zou in den vorigen nacht vermoord zijn gewor den door den arbeider Willem Broertjes. Heel het dorp sprak over het geval. Iedereen kende Gerrit Schouten maar niemand vertelde veel goeds van hem. Vroeger was hij winkelier geweest, maar, ofschoon hij niet aan den drank was, oppassen wilde hij toch ook niet recht. Het ging niet met den winkel en daarna deed hij van alles en nog watsigaren handelaar, prentbriefkaartenventer, foto graaf. Men was niet bijster met Schouten ingenomen. Hij kon soms bijzonder lastig zijn. Vooral Willem Broertjes ondervond dat. Hij scheen vroeger al het land aan dezen te hebben. In November had hij dezen beleedigd en die had daarvan proces-verbaal laten opmaken. Schouten moest toen voor de Rechtbank verschij nen. Hij werd tot tien dagen gevangenis straf. Eigenaardig is het, dat mr. Cnopius Schouten destijds niet geheel en al toe rekenbaar achtte. Althans verklaarde hij, dat het niet ondienstig zou zijn, wanneer eens een onderzoek werd inge steld naar de geestelijke vermogens van den beklaagde, om de verzekerheid te krijgen, dat men niet met een queulant te doen had. Sedert dit vonnis schijnt Schouten nog lastiger te zijn geworden tegen Broertjes. Hij zocht hem, zeiden de dorpelingen. Het was alsof Schouten Broertjes bij elke gelegenheid tartte, om hem woest te krijgen, om te maken, dat hij een aanklacht jegens hem zou kunnen indie nen, wegens beleediging of mishandeling. Maar Broertjes bleef altijd kalm en handelde op deze wijze het verstandigst. Woensdagavond zou Broertjes met zijn vrouw op bezoek komen bij zijn buurman. Schouten wist dat. Hij had zelfs te voren gevraagd of hij ook van de partij mocht wezen, maar de buur man, wetend dat men Broertjes en Schouten maar liefst zoo ver mogelijk uit elkaar moest houden, had gezegd, dat Schouten dien avond maar niet moest verschenen. Schouten verscheen echter wel—in de buurt. Hij vatte bij een bruggetje post en wachtte. Wachtte geduldig, tot eindelijk Broertjes met z'n vrouw weer terug kwamen. Hij viel het echtpaar lastig. Broertjes hield zich eerst kalm, doch des sarrens eindelijk moe, pakte hij Broertjes beet om hem een afstraffing te geven. Broertjes bleek onmiddellijk de sterkste. Schouten moest het onderspit delven en angstig riep hij uit: „Laat me los, ik zal je niets meer doenri Toen zei Broer tjes „Goed, ik zal je loslaten als je belooft mijn vrouw en mij niet meer lastig te vallen. Schouten beloofde en Broertjes liet los. Doch nauwelijks was Schouten weer op de been of hij kreeg een boksijzer en ging hiermede Broertjes te lijf, zeggende„Een van ons twee moet er nou maar aan gelooven." Op hetzelfde oogenblik gaf hij hem een slag. Broertjes greep toen zqn aanvaller bij de keel. Doch terwijl hij Schouten nog vast had verloor hjj, waarschijnlijk ten gevolge van de verwondingen met het boksijzer, het bewustzijn. De vrouw had om hulp geroepen en verschillende personen snelden toe. Zij waren echter niet in staat Schouten te verlossen uit den ijzeren greep van den bewustelooze. Toen het hun eindelijk gelukte was het te laat. Schouten was reeds gewurgd. De justitie uit Alkmaar en de com missaris van politie uit Hoorn v. d. Lugt waren Donderdag ter plaatse om een onderzoek in te stellen. Zij hadden niet veel te doen. Het was duidelijk dat Broertjes uit zelfverdediging had gehan deld en daarom is hij niet in voorloopige hechtenis genomen. In het dorp gevoelde men zeer veel sympathie voor den man, die altijd werd getart, doch zich uitstekend hield, maar die nu, zonder het te willen, zijn belager van het leven heeft beroofd. (Alkm. Ct 't Wordt maar steeds brutaler. Zondagnacht is bij den kruidenier Ammerlaan, Dennenweg te 's-Graven- hage ingebroken. De dief heeft hem een doek om het hoofd gebonden en hem den sleutel van de geldkast afgedwongen. Alles is leeggestolen. Daarna heeft de dief de kamer achter de winkel gelegen in brand gestoken. Deze is geheel uitgebrand. A werd door een politieagent die den brand ontdekte, in zijn benarden toestand gevonden. Van den dader is geen spoor ontdekt. A. is ter beschikking van de justitie gesteld. Dat laatste is wel wat verdacht. Een vriendelijke ontvangst. De caféhouder van Essen burg, J. D. te Rotterdam bij wien meermalen is ingebroken, heeft om de inbrekers af te schrikken 's nachts in zijn inrichting een met een hagelpatroon geladen geweer opgesteld, dat een oningewijde er niets van kan zien. Dit geweer is op de lade gericht en het schot gaat af, als de lade geopend werdt. Vrijdagnacht is het schot afgegaan, maar in het café heeft men nergens de hagelkorrels terugge vonden, zoodat vermoed wordt, dat de dader de volle laag gekregen heeft. Hij is niet bekend gewordenook wordt uit het café een handdoek vermist, zoodat het niet onmogelijk is, dat hij dezen medegenomen heeftom zich te verbinden. Een slachting onder de boomen door de snemioval. Uit Bern geeft men in „Der Bund*' een treffende beschrijving van den ont- zettenden sneeuwval, die Zwitserland den 23 Mei heeft geteisterd. Op den 23 Mei aldus schrijft genoemd blad stonden de vruchtboomen reeds prachtig in bloesem en ook de tuinen en bosschen waren een lust om te zien, het was er zelfs zoo mooi, als het in jaren niet geweest was. Op den 22sten Mei was de lucht betrokken, maar regen kwam er niet. Het was winderig, de tempe ratuur daalde, den 23sten was het be paald koud. Des middags tusschen 2 en 3 uur kwam de langverwachte regen, maar daarbij vielen ook eenige sneeuw vlokken, die men echter meer met ver- wondering dan met bezorgheid aanzag. Weldra echter werden de vlokken groo- ter en talrijker, doch zij smolten zoodra zij den grond bereikten echter de regen hield op, er viel slechts sneeuw en niets dan sneeuw en om 3 uur begon zij reeds te „liggen." Reeds mengde het wit der sneeuw zich met dat van de bloesems en de takken begonnen te buigen onder den sneeuwlast. Overal trokken mannen, vrouwen en kinderen er met lange stok ken op uit om de takken door schudden van de sneeuwvracht te bevrijden. Het scheen aanvankelijk dat dit den men- schen nog gelukken zou, maar het sneeuwen nam van minuut tot minuut in hevigheid toe en nauw was een boom van den sneeuwlast bevrijd of een nieuwe last drukte hem weder neder. Zoo moesten de menschen het ten slotte machteloos aanzien hoe boom na boom als met een lijkkleed werd overtogen. Daarmee begon een ware vernietigings kamp van de elementen tegen de plan tenwereld. De kleinere boomen in de stadstuinen werden de eerste slachtoffers maar ook spoedig moesten de vrucht boomen in de boomgaarden er aan ge looven. Zij werden tegen den grond gedrukt en letterlijk onder de sneeuw begraven. Tegen den avond stond in en bij de stad geen boom meer overeind en alles was neergezonken in en overweldigd door de sneeuw, die bloeiend leven had veranderd in killen dood. Om 7 uur des avonds ving de slachting der boomen in het bosch en in de groote lanen aan. Tot zoolang had het zware geboomte moedig stand gehouden tegen de sneeuw, maar nu ook vermocht dit den steeds zich opstapelenden last niet langer te torsen. De groote woudboomen bezweken voor en na. Wat wy toen beleefden gaat alle beschrijving te boven. Wy bevonden ons in de nabpheid van twee bosschen en twee groote lanen, dienaar Bern voeren. Eerst hoordeu wij nu en dan het kraken van de takken, die af braken, maar dit volgde elkaar steeds sneller en luider op. Daarna braken ook de stammen af en stortten de groote boomen met donderend geraas ter aarde. Van 8 uur 's avonds tot 1 uur 's nachts was er in de bosschen een geraas als werd daar een titanenstrijd gevoerd en tusschen het kraken en het rommelen der brekende takken en vallende boomen, hoorde men het angstig gekrijsch der vogels, die uit hun nesten werden op gejaagd. Vele honderden pas uitgebroede jongen zyn met de boomen, waar zy in het nest lagen, ondergegaan. De menschen stonden machteloos en vol ontzetting dezen geweldigen- ver- nielingsstrijd tegen de plantenwereld aan te zien en staarden angstig naar de lucht, of er aan dien noodlottigen sneeuwval nog geen einde komen zou. Dit kwam eerst tegen 1 uur na middernacht, toen de sneeuw allengs overging in regen. Zondagmorgen bij hot aanbreken van den dag liet zich de verwoesting over zien. Bosschen, boomgaarden en lanen zagen er uit als slagvelden. De laoen waren onbegaanbaar, zoo hoog hadden de afgerukte takken zich opgehoopt. De bosschen verkeeren in een erbarme- lijken toestand en in de boomgaarden is minstens de helft der vruchtboomen totaal vernield. VOOR LIEFHEBBERS VAN TlIINEN. TEXEL, 1 Juni. Aangevoerd werden: 20 Koeien f 145 a 210. 2 Paarden f 150 a 175. 2 Nucht. Kalveren f 18 a 22.50 7300 Lammeren f 7,00 a 13,50. 2 Schrammen f 20 a 24. 50 Biggen f 9 a 10,50. 2 Stieren. Amsterdam, 1 Juni. Aangevoerd: 451 Runderen, le kwal. 75 d 80 ct. 2e kwal. 70 a 74 ct. u 3e kwal. 60 a 68 ot. g, 115 Melk- en Kalfkoeien f 130 a f 280, 85 Nuchtere Kalveren 1 9,d 1 15, 81 Schapen 1 20 A 1 26, 981 Lammeren f 9,a f 10,50. 575 vette Varkens 41 a 45 ot. I'urmerend, 2 Juni. Aangevoerd: 596 Runderen waaronder: 152 vette Koeien 60 d 76 Ct. per KG. 49, Gelde Koeien f 150 d200. Melkkoeien f 180 d 260. 20 stieren. 206 vette Kalveren f 0,65 a f 0,85 p. Kg. 380 Nuchtere Kalveren 19a 125 2711 Schapen f20,d 128,00 prijsh. h. stug. 1060 Lammeren 1 8,a f 14, Overhouders 1 al 295 vette varkens 1 0,41 a 10,45 per Kg.; 53 magere varkens f 14 a 120,00; 379 biggen f 5 a f 9 kipeieren f 3.00 a 1 3,50 per 100; Vette Koeien prijsb. handel matig. Geldekoeien, prijsh. h. matig. Melkkoeien prijsh. handel matig. Vette Kalveren, prijsh. h. matig. Nuchtere Kalveren, prijsh. h. matig. Vette Varkens prijsh. h. stug. Magere Varkens en Biggen prijsh h. stug. V.P: N. EIEREN VEILING. 2 Juni 1908 f3,50 tot 13,95 per 100 stuks. CORRESPONDENTIE. H egens te laat voor dit nummer ontvangen zullen we in het volgend nummer opnemen het „verslag van do alg. verg. der Coüp. Boerenleenbank" alhier, gehouden den en 30 Mei jl. Om dezelfde reden moeten wij een ingez. stulc van den heer B. to L. tot een volgend nummer laten liggen. De Uttg. O Niet lang geleden sprak ik een mijner ken nissen, die een vrij grooten tuin bezit en daarin verschillende groenten, aardappels en bloemen teelt. Elk voorjaar maakt hij gebruik van ver schillende kunstmestsoorten, gewoonlijk super- phosphaat, patentkali en Chilisalpeter. De uitkomsten daarmede verkregen voldoen hem zoo goed, dat hij geen anderen mest gebruikt. Opmerkelijk was bet verschil tusschen perceeltjes met en zonder Chilisalpeter. De eerste vertoonden een krachtig gewas met donker groene kleur en gaven een grooter opbrengst dan de laatste, waarop de planten zich niet in die mate hadden ontwikkeld. En toch ligt de bedoelde tuin midden in een vruchtbare kleistreek. Er wordt wel eens beweerd, dat onze kleistreken weinig behoefte hebben aan bemesting en ofschoon ik wil toegeven, dat onze zandstreken grooter hoeveelheden noodig hebben, is de Bewering onjuist. We zouden met tal van voorbeelden kunnen aantoonen, J dat ook op kleigronden goede bemesting en niet het minst stikstofbemesting noodig is en gewoonlijk voordeel oplevert. En wat is het niet gemakkelijk voor de lief hebbers van tuinen 1 Voor betrekkelijk weinig geld voorziet men zich van hulpmeststoffcn. In het voorjaar wordt gezorgd voor de noodige hoeveelheid phosphorzuur en kali en een deel van het salpeter, terwijl men den geheelen zomer door zon nu en dan het salpeter op nieuw geeft. Bloemen, bakken, groentebedden enz. die nu en dan begoten worden, kan men op zeer eenvoudige en tevens zeer doeltreffende wijze voorzien van stikstof. Men losse daartoe in het gietwater per Liter 2 gram salpeter op, wat zeer vlug geschiedt. Met dat water kan men, zonder eenige schade voor de plant, begieten. Men neme de oplossing niet sterker Vooral bij potplanten is deze wijze van bemesting goed. Men kan ook wel de potten direct van salpeter voorzien, doch dan voorzichtig; allicht, geeft men te veel. Een mijner kennissen heeft dat ondervonden met een prachtige begonia, een ander met een adiantum; beide planten hadden te veel salpeter ontvangen en gingen dood. Men kan van het goede ook te veel geven D.ÏÏ.P.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1908 | | pagina 2