N°. 2191, Zondag 20 September 1908. 22ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel. HERHALINGS ONDERWIJS. Burgemeester en Wethouders van Texel maken bekend dat vanaf 1 October tot en met de maand Maart as. in deze gemeente gelegenheid zal bestaan tot liet ontvangen van herhalingsonderwijs, welk onderwijs zal worden gegeven op Woensdag en Za terdag van iedere week van des namiddags 2 tot 4 uur, op de O. L. Scholen te dén Burg, Oosterend en de Cocksdorp, terwijl die ge legenheid op de overige O. L. scholen even eens wordt opengesteld wanneer zich al daar minstens zes leerlingen hebben aangemeld. Ouders of verzorgers, die hunne kinde ren het herhalings-onderwijs willen doen volgen, zijn verplicht daarvoor aangifte te doen bij de hoofden der O. L. Scholen tus schen 15 September en 1 October as. onder duidelijk opgave hunner naam en woon plaats, alsmede de juiste namen hunner kinderen of pupillen, en onder overlegging van het vacinebewijs. De leerlingen mogen den leeftijd van 16 jaren niet hebben overschreden bij den aanvang van den cursus, alzoo op den len October. Het schoolgeld bedraagt f 0,40 per leer ling en per maand; voor meerdere leerlin gen uit hetzelfde gezin, die gelijktijdig het herhalingsonderwijs volgen, bedraagt voor iedere leerling het schoolgeld f 0,20 per maand. Voor minvermogenden is de helft van de hiervoren genoemde bedragen ver schuldigd, terwijl bedeelden en zij die,hoe wel niet bedeeld onvermogend zijn, van de betaling van dit schoolgeld zijn vrijgesteld Burgemeester en Wethouders beslissen wie ten aanzien van de hierboven genoem de bepalingen als minvermogend en als onvermogend zijn te beschouwen. Texel, 15 September 1908. Burg. en Weth. voornoemd, J. S. DIJT, L.-B. RUIBING, Secretaris. TEXEL, 19 SEPT. 1908. Nog een nawoord. Op gevaar af dat de lezers wellicht zouden meenen dat het nu welletjes is, wagen wij het nog een Iklein nawoord te schrijven naar aanleiding van de feest- week welke achter ons ligt. De heer Zaajer zeide bij de opening der tentoonstelling dat deze is een leer school voor het bedrijf. Wij zouden hierop nog wat verder willen ingaan en er op willen wijzen dat niet slechts de tentoonstelling doch al hetgeen in de feestweek de revue passeerde een leer school kan wezen op meer ander gebied. En dan bedoelen wij in de eerste plaats de muziek. We hadden veel muziek en ook goede muziek, schreven wij in een vorig nummer en we meenen te mogen verwachten dat velen wel met die uitspraak zullen instemmen. Bovenaan stond ontegenzeggelijk het corps van de Kon. Ned. Marine, doch daarvoor zijn het dan ook vakmannen. Niet minder veel voldoening gaf even wel het Wieringer Harmoniekorps, een corps, dat slechts uit dilettanten bestaande toonde dat het er wezen mocht. Het was een sterk corps, 't maakte een goede figuur zooals het daar dooi de straten marcheerde met een banier voorop, welke met tal van medailles was gekroond als bewijs dat bjj wed strijden meermalen eene overwinning was behaald. Zie, dat geeft iets te denken. Ook Texelsch Fanfarecorps hield zich de verloopen feestweek kranig en maakte geen kwade figuur, maar toch tegen het Wieringer corps zou ons corps het hebben moeten afleggen. Dat is op zich zelve niet zoo erg, er is steeds „baas boven baas," doch het voorbeeld wat hier Wieringen geeft, kunnen we zeker wel ter harte nemen. Wieringen is een plaats welke toch zeker niet boven Texel uitsteekt en wat daar kan, moest ook hier niet tot de onmogelijkheden behooren. Ons fanfarecorps bestaat reeds vele jaren;— de leiding is toevertrouwd aan iemand die niet uit winstbejag, doch slechts uit pure liefhebberij zijne krachten er aan wijdteen man wien niets te veel is, die voor geene opoffering terug deinst om de belangen van het corps te dienen, trots de vele teleurstellingen. Dit is voor eene Yereoniging een onschatbaar voorrecht en uit dien hoofde mag het wel vreemd worden genoemd dat ons Fanfarecorps nog geen hoogere vlucht heeft genomen. Hoe dat dan komt O.i. door de lauwiteit van een groot deel van hen, die, wanneer zij zich bij dit corps aansloten daaraan zulk eene goede kracht zouden bijbrengen. In den laatsten tijd is het getal wer kende leden vermoedelijk nogal vermeer derd naar het ons wil voorkomen, en dat er goed is gestudeerd, daarvan gaf de verloopen feestweek bewijs, doch het getal deelnemers moest veel grooter nog zijn en niet willekeurig moest men het corps dan weder verlaten. „Texel wil vooruitgang" konden we in de feestweek lezen. Laat dit nu niet enkel een parool zijn dat uitsluitend in de lucht staat geschreven, doch dat ook in beoefening wordt gebracht, opzich- tens het muziekcorps dat we in ons midden hebben. Het voorbeeld van Wieringen prikkele tot navolging. Yan Texel's eendrachtszin wordt vaak hoog opgegeven. Welnu jongelieden laat nu eens zien, dat ge daarvoor ook iets gevoelt inzake een der mooiste vereeni- gingen op ons eiland. De onderlinge oefeningen zullen u genoe gen geven, de kameraadschappelijke bijeenkomsten zullen aangenaam zijn en ge zult door de vrucht van uwe gemeen schappelijke studie meermalen aan Texels ingezetenen genot verschaffen. Laten we daarom nog eens mogen aansporen tot meerdere deelname van hen die hier een goede plaats zouden innemen, van allen die iets gevoelen voor de muziek. De tijd van feesten is voorhands voorbij, een tijd van studie is aangebroken. Landbouwfeesten of dergelijke zullen voorhands wel niet meer aan de orde zijn, doch in een verwijderd verschiet eenig jaarfeest van ons fanfarecorps met een concours van dergelijke vereenigin- gen, gelijk op kleine plaatsen aan den vasten wal meermalen plaats heeft, is toch zeker niet uitgesloten. Daarvoor zich te bekwamen is iets wat we wel willen aanraden, en waartoe velen zich aangetrokken mogen gevoelen. Laat hetgeen Wieringen vermag ook Texel moge prikkelen tot. vooruitgang in deze richting. Moge de verloopen feestweek dan ook dit hebben geleerdhet dienen van de kunst;— velen zullen er zich zeker over verheugen. Op het strand achter de Koog spoelde iu de verloopen dagen eenig nieuw hout aan, gemerkt W. C. R. en A, R. F., Noorsche deelen, grenen hout. Verder een partijtje balken, gemerkt-j- L. Ben Room, 15 Sept. De heer Jac. Krijnen Fz. alhier ontving heden zijne aanstelling als matroos op het vuurschip „de Haaks". Mees Kleijn, werkzaam bij de her stellingswerken van de zeewering aan het Horntje, kreeg heden op een zijner voeten een der zware steenen. De groote teen werd geheel gespleten. Dr. Wage- maker verleende geneeskundige hulp. De Cocksdorp. Door schipper M. Boon Mz. is een scheepsboot gevonden en bij de strand vonderij aangebracht. Ze is rood en zwart geverfd en draagt tot merken „Leopold", „D. 1581." Oosterend18 Sept. De onlangs aangekondigde verloting zonder nieten, waarvan de voordeelen in de kas van het orgelfonds der Ned. Herv. Gemeente gestort worden, heeft gisteren in het openbaar plaats gehad op de Kerkekamer dier Gemeente, waar vele belangstellenden aanwezig waren Prijs no. 1, een fraaie beddesprei, is ge wonnen door iemand te Makkum. Verder waren er vele fraaie prijzen, hoofdzakelijk uit handwerkjes bestaande. Het is gisteren gelukt het ijzeren tjalkschip „De Dankbaarheid," voor korten tijd bij Oost gezonken, boven water te brengen. De „Paul Kruger" heeft het op sleeptouw genomen, om er mede in de richting van Harlingen te vertrekken. Vlieland. Het badseizoen is voor Vlieland geëin digd. Bet paviljoen aan zee gesloten en alles gereed voor de lange periode van rust. Het aantal badgasten bleef ver beneden de aanvankelijke verwach ting, vooral Augustus, anders vaak de drukste maand, was vrij stil. Een tweede vacantie-kolonie maakte het in 't begin dezer maand nog wat levendig aan 't strand. Toch was 't voor het zeebad een redelijk goed seizoen te noemen, door 't gebruik van zeebaden, stoelen enz. Eenige malen gaf het Fanfare-corps op Zondagmiddag een uitvoering aan 't strand. Het wrak van de Lutine. De „Daily Mail" van 11 dezer vertelt, naar de Londeusche corr. van het „Hbl." bericht, dat met het zoeken naar de schatten van liet wrak der „Lutine," die bij Ter schelling in 1797, naar het heet met een waarde van 500,000 pd. st. aan goud, te gronde ging, nog niet opgeeft, Het blad meldt, dat aan den mond der rivier Colne, ter hoogte van Biightlingsen, een eigen aardig vaartuig ankerde, dat beproeven zal de schatten, die men meent dat de „Lutine" inhoudt, boven water te brengen. De nieuwe baggermachine nu is een groote stalen koker, ongeveer 100 Eng. voet lang en wijd genoeg, dat een man er rechtop door loopen kan. Aan het eene einde bevindt zich een metalen kamer met deuren en ruiten en aan het andere een hoeveelheid groote haken en ander takel werk. Het toestel is na jaren arbeids voltooid door de scheepsbouwmeesters Forrest en Co. te Wyvenhos. Het eene einde van den koker zal verbonden worden aan den kant van een schip. Het andere einde zal door middel van met water-ballast gevulde tanks tot op den bodem zinken. Daarna zal door middel van saamgeperste lucht al het water uit den koker worden gedrongen en ook uit de kamer op den bodem, die op den bodem der zee komt. Duikers zullen dan een trap in den koker afgaan, tot zij de kamer bereiken. Daar zullen zij hun duikerscostuum aantrekken en door het openen van waterdichto deuren in de zee gaan. Mannen, in de kamer achter gebleven, zullen volgens bevel der duikers, die door draagbare telefoontoestellen aan hon verbonden verblijven, het mechanisme in werking stellen van twee krachtige zuigpompen, die aan beide zijden van den koker zijn aangebracht. Deze baggerzuigers zullen, naar men verwacht, het zand om de zware kamer wegzuigen, tot deze door zijn zwaarte op het dek van het wrak is gezonken. Daarna zullen de duikers op het schip de schatten kunnen vinden." Een ervaren strandjutter schrijft nu naar aanleiding van het bovenstaande als volgt „Wij vreezen, dat ook met dit toestel, hoe ingenieus wellicht ook uitgedacht op de „Lutine" niet veel succes behaald zal worden, en wel omdat er sedert ruim honderd jaren geen sprake meer kan zijn van een wrak der „Lutine," doch hoogstens van verspreid liggende wrakstukken, die eenmaal deel hebben uitgemaakt van ge noemd schip. „Zoodra op onze zandige kusten een schip vastraakt begint de verwoestende werking van het bewegelijke zand. „Komt op plaatsen waar meer ruimte is en de stroom niet die werking uitoefent een schip aan den grond, dan zal dit na betrekkelijk korten tijd in het zand weg zakken totdat het eene vastere laag ont moet op onze kusten een harde kleilaag die verdere inzinking verhindert. „Zoolang nu het hol van het wrak, de bodem met de daaraan verbonden zware eikenhouten kiel, met rust wordt gelaten, zal het door de zwaarte van de lading, hetzij^ dat deze goud, tin of ijzer zij, wel stil en ter plaatse blijven liggen, doch alleen dan wanneer die lading oorspronkelijk ter plaatse regelrecht in het schip is gestuwd geweest. Na jaren en jaren evenwel zal ten slotte ook dit laatste overblijfsel van het wrak den strijd hebben opgegeven en alles uiteengespat zijn. „Wat is nu echter het geval geweest met de „Lutine." „Het is niet aan te nemen, dat de waarde die het schip in had regelrecht beneden in het onderste ruim van dit schip zal zijn gestuwd geweest. Eerder ligt voor de hand, dat het schip reeds vaste ballast heeft gehad, die men aanvulde door de over bodige zware stukken van den oorlogs inventaris in het ruim neer te laten. Het goud en de specie zullen wel behoorlijk verdeeld eene plaats hebben gevonden in afsluitbare compartimenten, die een dek hooger lagen (welke meer aan de werking van het zand hebben blootgestaan.-) „Heeft reeds deze omstandigheid er toe geieid, dat de hooggespannen verwachting der visschers op de „Lutine" op teleur stelling moest uitloopen, nog meer is die teleurstelling verhoogd toen na 1883 op de „Lutine" op onoordeelkundige wijze is gewerkt met diep-zandzuigers. De kleilaag is niet gespaard, wat er nog van het scheeps- vlak lag is verzakt en door elkander ge worpen. „Wanneer zich nu de duikers van het door de heeren Forrest en Co. gebouwde toestel voorstellen, dat zij met de luchtkamer op het dek van de „Lutine" zullen komen te staan, tasten zij stellig ver mis, want reeds ontelbare malen is geconstateerd door bevoegde duikers, dat er van een aaneen gesloten wrak, laat staan van een dek, geen sprake meer is." Millioenennota. Aan de nota betreffende den toestand van 's lands financiën, door den Min. van Financiën overgelegd bij de aanbieding der Staatsbegrooting, blijkt dat voor het jaar 1909 de uitgaven zijn geraamd op f 200.576.140.65 de ontvangsten op f 184.728.940.00, zoodat een tekort wordt berekend van f 15.847.789,65. Dat ziet er niet rooskleurig uit.— Een buitenkansje. Te Dalen heeft zich een vermakelijk staaltje op jachtgebied afgespeeld Twee patrijzen, door jagers of honden verontrust, zochten een schuilplaats in den tuin van den heer J. A. Ten B., en kropen in het kippenhok. De meid zag het, sloot vlug het hokje, en bezorgde haar heer dus een aardige verrassing, toen deze 's avonds van de jacht thuis kwam. TEXELSCHE COURANT. Abomiementsprijs per 3 maanden. Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 C Groote letters en Vignetten worden naar plaatsmim berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1908 | | pagina 1