N°. 2206, Donderdag 12 November 1908. 228te Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Van week tof week Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per S maanden- Voor den Boeg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 unr op den dag der uitgave* Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 C Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruim berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÜN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Burg op Texel. 31 Oct. 7 A'ov. De Tweede Kamer heeft Donderdag de behandeling der Indische begrooting aange vangen en de heeren hebben naar hartelust kunnen zwemmen en ploeteren in het troebele water der Atjeh politiek. De ge ruchtmakende kwestie die in den afgeJoopen zomer zooveel pennen in beweging heeft gebracht viel in de afgeloopen week een belangrijke soms meer of minder heftige discussie ten deel. Voor hen, die uit de verte de behandeling der ernstige koloniale aangelegenheden gadeslaan is het niet gemakkelijk met een juist oordeel omtrent gouverneur van Heutz en diens passificatie- stelsel voor den dag te komen. Werden hy en zijn stelsel aan de eene zijde uit bundig gehuldigd aan de andere zijde werd van critiek gediend, die alles behalve waar- deerend was. De groote vraag was of Nederland op deze wijze door mag gaan de volkeren te onderwerpen, een wjjze die door sommigen noodzakelijk, door anderen wreed en bloedig werd geDoemd. De heeren zijn het er lang niet over eens en zijn er nog lang niet over uitgepraat. Onze Oostelijke buren hebben een week achter den rug, waarin ze hun genoegen wel opkonden en die niet ten onrechte is genoemd „Duitschlands zwarte week." In de eerste plaats leed hun Keizer en welk mensch van Duitsche bloede houdt niet van zijn grooten Wilhelm II—een verplet terend échec met de beruchte onthullingen omtrent zijn vriendschappelijke gevoelens jegens Engelanden wat vooral nog niet minder ernstig is, de Duitsche diplomatie liet zich kennen van een zijde, die Duitsch lands aanzien in erge mate, voor nu en voor de toekomst, een ernstige knak heeft gegeven. We mogeD van onze lezers veronder stellen dat ze met de feiten bekend zijn. De onthullingen omtrent de houding van Keizer Wilhelm jegens Engeland hebben in breeden kring een ware opschudding te weeg gebracht. Vooral in Engeland waar men er evenwel weinig waardeering voor vond. De Keizer moge misschien bereikt hebben dat het Engelsche volk nu weet dat hij het niet zoo onvriendelijk gezind is als het wel eens voorgesteld werd, doch den Keizer is niet onduidelijk te verstaan gegeven, dat Engeland aan zijn genegenheid al weinig heeft als daar tegenover de vijandschap van een groote meerderheid van het Duitsche volk staat. En in Duitschland heeft de daad van den Keizer groote ontstemming gewekt. En niet alleen omdat men het beneden de waardigheid van den vorst vond dat deze zoo om de gunst van Engeland bedelde, maar vooral ook doordat bekend werd welk een rol do Keizer in den Zuid-Afrikaanschen oorlog heeft gespeeld een rol zoo verfoeilijk dat niet alleen wij alsmede onze Zuid- Afrikaansche stamverwanten daarover van verontwaardiging trillen, maar ook menige verwijting van Duitsche zyde zeifis gehoord Wel blijkt nu dat de Keizer zelf niet vergunning tot de openbaarmaking gaf en heeft de rijkskanselier zich daarvoor aan sprakelijk gesteld, doch dat kan den indruk niet wijzigen, omdat de feiten onweerspro ken zyn. Na deze Keizerlijke nederlaag kwam een van nog grooter gewicht nl. die der Duitsche diplomatie. Do wjjze waarop mot de ont hullingen door de verantwoordelijke diplo matieke porsonen in Duitschland werd omgesprongen, waardoor eigenlijk niemand wist wat het artikel bevatte, heeft in geheel Duitschland een storm van verontwaardi ging doen opgaan. Wel heeft Von Bulow die te laat inzag wat de gevolgen van zijn verzuim waren zijn ontslag aangevraagd, doch de Keizer heeft het hem niet willen verleenen. Zoodat de rijkskanselier aan blijft althans als de Rijksdag het niet onmogelijk maakt. Want van alle kanten wordt nu geroepen dat de kanselier door zijn grooten flater onmogelijk is geworden. Weliswaar heeft von Bulow wel meer voor heete vuren gezeten doch sedert zjjn samen gaan met het bloc is zijn invloed in den Rjjksdag niet grooter geworden. Met belangstelling mag men dan ook de verdere afwikkeling dezer eigenaardige geruchtmakende zaak tegemoet zien. —o—o—o— Behalve bovengenoemde kwestie zal de Duitsche rijksdag nog voor meer moeilijke vragen gesteld worden. Door den Duitschen minister van finan ciën is n.l. een wetsontwerp ingediend tot hervorming der rijksbelastingen dat ver schillende benoodigdheden voor dagelijksch gebiuik zwaarder wii treffen. Van sterken drank en tabak o.a. zal een zwaardere belasting worden geheven, terwijl als eene nieuwe belasting op het programma staat eene op advertenties, die dus in de e6rste plaats de uitgevers van bladen of de adver teerders zal treffen. Daar deze belastingen lang niet een gunstig onthaal vonden in de pers en er van alle kanten stemmen tegen opgaan, zal er in den Rijksdag stellig wel menig woordje over gezegd wordeD. We hooren er straks wel meer van. —o—o—o— Het Casablanca-conflict dat als afgedaan beschouwd werd is in de voorbije week plotseling weer naar voren getreden en in een onheilspellende gestalte. Duitschland eischte n.l. van Frankrijk dat dit zijn ver ontschuldigingen zou aanbieden voor het optreden der Fransche soldaten in Casablanca waarna dan de Duitsche regeering van haar kant bereid was haar leedwezen uit te spreken over de incorrecte houding van haren Consul. Frankrijk weigerde beslist en meende dat waar men overeengekomen was de kwestie voor het Hof van Arbitrage te brengen de zaak uit motst zijn en de Fransche bladen toonden zich zeer verbolgen op Duitschland dat de kwestie alleen weer naar voren had gebracht om de aandacht van de Duitsche blunders der laatste dagen af te leiden. Intusschen kwamen Donderdag en gister zeer verontrustende berichten en leek een oorlog tusschen Duitschland en Frankrijk niet onmogelyk. Gelukkig is heden eenige ontspanning te constateeren. De Fransche en Duitsche diplomaten moeten het thans eens gewor den zijn. Beide landen zulleu tegelijk hun spijt over het gebeurde uitspreken. Een een voudige oplossing. —o—o—o De Balkan blijft nog steeds onze aandacht vragen al zyn ook de gebeurtenissen er in de laatste dagen niet zoo zeer verontrustend en al werden ze ook wat op den achtergrond gedrongen door Keizer Wilhelm's veel be sproken en veclgelaakte onthullingen. Ofschoon op het oogenblik dat wij dit schrijven de toestand zooals boven gezegd geen reden tot ernstige ongerustheid geven valt er toch nog volstrekt niet met volkomen zekerheid te voorspellen wat de toekomst omtrent de Balkanverwikkeling zal brengen. Meer dan eens wordt thans de vraag gehoord of er ook iets komt van conferentie der Mogendheden en er is nog niemand die daarvan de stellige totstandkoming verwacht De Mogendheden kunnen het nog maar niet eens worden. Inzonderheid Oostenrijk-Hon garije maakt door zijn eisch waarin het door zyn Duitschen bondgenoot gesteund wordt de eisch n.l. dat op de conferentie een bespreking van de annexatie van Bosnië en Herzegowina niet toegelaten zal worden de kansen zeer gering omdat juist Rusland onder den aandrang der Slavische broeders de bespreking dier annexatie beslist op de conferentie aan de orde wil stellen. En daar Engeland naar de vriendschap der Porte dingt staat het vast dat waar Turkije reeds eerder de annexatie op het programma wenschte te plaatsen, dan van Engeland geen steun te verwachten is voor de eischen van Oostenrijk-Hongarije. Zoodat het ons voorkomt dat er nog evenveel kans is dat de conferentie niet zal gehouden worden als dat ze wel zal plaats hebben. Intusschen worden onderhandelingen ge voerd en wel tusschen Turkije en Bulgarije De eerste samenkomst van de afgevaardig den van beide landen heeft Maandag plaats gehad maar tot een overee nstemming kwam men nog dadelijk niet. Bulgarije wil wel een kleine schadeloosstelling aan de Porte toestaan, doch Turkije's eischen vindt het veel te hoog. Dit vraagt dan ook een be hoorlijk sommetje n.l. zoo ongeveer 432 miljoen. Toch bestaat er nog wel kans dat de Bulgaarsche kwestie direct met Turkije geregeld wordt zonder dat tusschen- komst der Mogendheden noodig zal zijn. Wat de Kretenzer kwestie betreft daarover hebben de beschermende mogendheden de beslissing aan zich zelf gehouden, maar veel moeilijkheden zal dit waarschijnlijk niet opleveren. Het zwaartepunt ligt echter nog in Servïe Niet alleen omdat de bevolking er nog steeds zeer opgewonden is, maar vooral omdat de regeering nogal hooge eischen stelt. De Minister van buitenlandsche zaken heeft thans het standpunt der Servische regeering uiteengezet en daaruit kan blijken dat al mag Servië bereid zijn noodgedwongen de annexatie van Bosnië en Herzegowina te erkennen, zij het dan ook nog alleen onder protest—het daartegenover nog al moeilijk te vervullen voorwaarden stelt. In de eerste plaats wil het een strook grond ten noorden van Novi Bazar om verder indringen van Oostenrijk onmogelijk te maken en verder over Montenegro een weg naar zee. Voorts wil Servië dat aan Bosnië en Herzegowina zelfbestuur zal worden verleend. We noemden deze eischen moeielijk beter ware geweest ze onmogelijk te noemen. Het afstaan van een stuk van Novi Bazar zal alleen kunnen geschieden ten koste van Turkije maar die heeft verklaard, uitdruk kelijk verklaard, dat het zooiets desnoods gewapenderhand zal beletten. En of Oos tenrijk-Hongarije bereid zal zijn de gean nexeerde provincie nu reeds zelfbestuur te geven mag wel zeer de vraag zijn. Hoe dan ook een conferentie der mogendheden gesteld dat ze toch nog bijeenkomt, een bevredigende oplossing zal bewerkstelligen, lijk ons een raadsel tenzij de belanghebbende staten hun eischen bij voorbaat wat hoog hebben gesteld om straks wat gemakkelij ker iets te kunnen laten afdingen. Zooals de zaken thans evenwel staan kan absoluut nog niet gezegd worden op welke wijze en wanneer de Balkankwestie zal worden opgelost. —o—o—o— De strijd om don presidentszetel in de Vereenigde Staten is reeds beslist. Wel moet de eigenlijke presidentsverkiezing nog plaats hebben door de gekozen kiesmannen, doch daar de uitslag naar luid der juist ontvangen berichten in het voordeel der republikeinen is geweest, staat het zoo goed als zeker vast dat de heer Taft de plaats van den heer Roosevelt zal innemen. Hoe wel ons nog niet de juiste stemmencijfers be kend zijn moet toch de meerderheid der republiekeinen nogal opvallend groot zijn. Nu ze hebben ook wel hun beste beentje vooraan gezet, president Roosevelt incluis, tegen de traditie in zelfs. Waar ons thans evenwel nog de volledige uitslag ontbreekt moeten we onze beschouwing tot de vol gende week uitstellen. TEXEL, 11 NOVEMBER 1908. Uitvoering U. d I. De Rederijkerskamer d. I. gaf Za terdagavond hare eerste uitvoering voor dit saisoen. De Voorz, opende deze bijeenkomst met een welkom aan de aanwezigen. Hij sprak daarbij bet leedwezen der Kamer uit over het verlies van vele donateurs en tengevolge van dien een mindere opkomst van bezoekers dan bij vorige gelegenheden. Niettemin gafspr. de toezegging dat U. d. I. zou trachten nog menige aangename avond den be zoekers te bereiden, een toezegging welke wij met genoegen vernamen. Schreven wij in een vorig nummer „U. d. I. beschikt over goede krachten en levert goed werk," d9 avond van Zaterdag bevestigde dit weder opnieuw, er werd mooi spel gegeven, alle mede spelenden streefden naar eene goede vertolking van de hun toegedachte rol; wij hebben daarvoor gaarne een woord van lof. Ook de goede verzorging van het tooneel verdient een woord van waardeering. Ten tooneele werd gevoerd het blijspel „Jan Ongeluk," aan velen niet onbekend, een stuk dat door zijn komischen inhoud meermalen de lachlust opwekte. Over het stuk zelve zullen wij niet verder uitwijdende smaken verschillen; als kermisstuk leent het zich zeker geschikt doch wij voor ons zouden meer de voor keur hebben gegeven aan een degelijk tooneelspel (geen drama) voor deze uit voering. Is het bescheidenheid van de Kamer om zich niet aan zware stukken te wagen, dan is zulks zeker te respecteeren, doch men drijve de bescheidenheid niet te ver. De goede krachten waarover de Kamer heeft te beschikken waarborgt al bij voorbaat dat een goed tooneelstuk tot zijn recht zou komen, de bezoekers in waarheid kunstgenot zouden smaken. Stukken als „de Stokebrand," „Docter Klaus", en meer anderen, mochten wij wel eens op het repertoire van een Rederijkerskamer aantreffen en goed zien opvoeren; ook aan de krachten van U. d.I. zouden wij stukken van dergelijken aard zonder vrees toevertrouwen, ze kwamen zeker tot haar recht. De Kamer beschouwe deze opmerking nu niet als eene afkeuring, doch meer als eene aanmoediging, als eene waar deering van het goede spel dat U. d. I. ons ook nu weder te aanschouwen gaf. Twee jubiló's. Naar ons wordt medegedeeld zal den 26 November a. s. de heer Jb. Buijs, brievengaarder, en de heer Auke Knol, postbode, beiden te de Cocksdorp, hunne 25 jarige ambtsvervulling bij den dienst der posterijen gedenken. TEXELSCHE COURANT, o—o—o—

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1908 | | pagina 1