N° 2208.
Donderdag 19 November 1908.
22ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN GEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
7 14 IVov.
De afgeloopen week heeft een kleine
politieke verrassing gebracht in den vorm
van het bericht dat Dr. Kuyper zijn benoe
ming tot lid der Tweede Kamer heeft aan
genomen. De oud-minister deelde aan zijn
kiezers in het district Ommen zijn besluit
mede, zond zijn geloofsbrieven bij den voor
zitter der Kamer in en is reeds gister als
lid der volksvertegenwoordiging geïnstal
leerd.
Dat Dr. Kuyper zijn benoeming zou aan
nemen was algemeen verwacht en dat was
dan ook niet de verrassing doch wel het
feit dat dit reeds nu geschiedde. De
lezer herinnert zich dat van sommige zijden
onlangs beweerd werd dat de gekozene
zich den bij de wet toegestanen bedenktijd
wilde voorbehouden en dat hjj dan niet
eerder dan na afloop der begrootingsdebatten
in 's Lands vergaderzaal verwacht kon
worden. Dit zou geschieden omdat Dr.
Kuyper met het huidige Kabinet in sommige
dingen niet gelijk dacht en zoodoende voor
komen kon worden, dat hij reeds dadelijk
tegen het bevriende ministerie op moest
treden. Deze veronderstelling, waarvan ook
wij destijds gewaagden in een onzer over
zichten, werd door het orgaan der anti-re
volutionairen de „Standaard" oDjuist ge
noemd en door deze als de reden van Dr.
Kuypers weifeling opgegeven dat deze het
nog al druk had en bezig was met een
studie over de Kieswet.
Uit den brief die Dr. Kuyper evenwel
aan de kiezers ie Ommen schreef blijkt nu
dat de „Standaard" het niet bij het rechte
eind had, want de gekozene zegt daarin
dat thans na lezing van de Memorie van
Antwoord op hoofdstuk I der staatsbegroo-
ting zijn bezwaren om het Kamerlidmaat
schap aan te nemen, weggevallen zijn.
Hieruit valt dus op te maken dat Dr. Kuyper
wel degelijk andere oorzaken voor zijn
weifeling had dan enkel drukke werkzaam
heden. En die oorzaken waren geen andere
dan bezwaren tegen het Kabinet Heemskerk
Als men de bedoelde memorie van antwoord
leest dan komt rnen tot de conclusie dat
die bezwaren hierin bestonden dat minister
Heemskerk naar het oordeel van Dr. Kuyper
niet duidelijk genoeg was in zijn politieke
geloofsbelijdenis. Het ministerie toch heeft
thans uitdrukkelijk de verklaring afgelegd
dat het niet is waarvoor sommigen het
aanzien een half Christelijk Kabinet, doch
een Kabinet der rechterzijde, dat zich vol
komen homogeen acht met het Kabinet-
Kuyper en op denzelfden grondslag staat.
Die verklaring heeft den oud-minister
bevredigd en hij heeft nu de benoeming
aangenomen.
De Standaard heeft daardoor stof ge
kregen voor een lang artikol waarin het
blad zich dankbaar betoont over de flinke
verklaring van het Kabinet waardoor de
eenheid der rechtsche coalitie zeer zal
worden bevordeid, omdat anders de slappe
houding die het ministerie Heemskerk tot
nog toe had aangenomen allicht scheiding
had kunnen teweegbrengen.
Toch is het blad nog niet geheel vol
daan. Het heeft nog een zeker zwak punt
in de memorie van antwoord ontdekt, doch
het heeft goede hoop, dat straks bjj de
bespreking de laatste nevelen weggevaagd
zullen worden.
Wat die „laatste nevelen" zijn meldt het
blad niet en moeten we onzo nieuwsgierig
heid intoomen tot dat de gezegde bespre
kingen daarover meer licht brongen.
Met eenige belangstelling zien we de
komende debatten over hoofdst. I tegemoet.
—o—o-o—
Onze Tweede Kamer heeft in de afgeloopen
week de behandeling der Indische begrooting
voortgezet. De algemeene beschouwingen
zjjn geëindigd en thans is de Kamer met
de artikelen bezig. Er zijn heel wat harde
woorden gevallen over ons optreden in
Atjeh en den Gouverneur-generaal moeten
wel de ooren getuit hebben van alles wat
er over hem en zijn stelsel werd ter tafel
gebracht. Had men allicht verwacht na de
hartstochtelijke redevoeringen van sommige
sprekers, die het deden voorkomen alsof
er op Atjeh zoowat een rassenmoord ge
pleegd wordt, dat een of meer moties van
afkeuring over het beleid van den gouver
neur van Heutz zouden worden ter tafel
gebracht, zulks is niet geschied. Waarschijn
lijk heeft de rede van den minister, die
een fermen indruk maakte, deze moties
voorkomen. De minister heeft het vertrouwen
der Kamer en na zijn verklaring weet
deze, dat er in Indie onder zijn bestuur
geen wreedheden zullen worden geduld.
En mocht het waar zijn wat sommige spr.
beweerden dat generaal van Heutz een
wreed optreden in de hand werkte dan
zal deze ook zonder een motie van afkeuring
wel uit de debatten genoeg hebben kunnen
leeren.
—o—o—o—
Ook bij de dingen die in onze West ge
schieden werden we in de afgeloopen week
bepaald. Daar president Castro met 1 Nov.
niet aan den eisch onzer Regeering had
voldaan om zijn berucht, onzen handel zoo
zeer schadend decreet, in te trekken, heeft
onze regeering de laatste band die ons nog
met Venezuela verbond verbroken, door het
verdrag met dit land op te heffen dat er nog
bestond omtrent het tegengaan van wapen-
invoer en revolutionaire bewegingen. Door
deze daad zullen nu vanuit Curasao voortaan
wapens naar Venezuela uitgevoerd mogen
worden terwijl revolutionaire bewegingen
-die aldaar tegen president Castro mochten
ontstaan niet behoeven te worden tegen
gegaan. Daar Venezuela van ouds het land
der revolutie is en er zich een groot aantal
ontevredenen bevinden laat het zich aanzien
dat de eerste de beste gelegenheid met
beide handen zal worden aangegrepen om
Castro een beentje te lichten.
Hoe de president dit antwoord onzer
regeering zal opvatten moet de tijd leeren.
Onmogelijk is het niet dat hymetdeeene
of andere vijandelijkheid het ons betaald
zal zetten.
o o—o—
In den Duitschen rijksdag zijn de met
spanning verwachte interpellaties gehouden
over de politiek van den Keizer. En we
mogen gerust zeggen dat deze geheel tegen
den heerscher des rijks waren gericht. De
afgeloopen week was een geheel bijzondere
in de Duitsche natie. Wat nog nimmer
had plaats gevonden geschiedde. De Keizer
werd door het slijk der critiek gesleurd,
de Keizer die volgens de traditie te hoog
staat om met menschenvingeren aan te
raken. Niet heel zoetsappig werd door de
verschillende sprekers gezegd, dat Keizer
Wilhelm door zijn uitlatingen het rijk
groote schade heeft gedaan, het in achting
bij velen doen dalen en dat het gevaarlijk
was den Keizer op dien weg voort te laten
gaan. Men wilde van den rijkskanselier
dan ook de verzekering dat voor herhaling
gewaakt zou worden, ja moer men wilde
wettelijke vaste waarborgen.
Von Bulow, die de interpellaties beant
woordde had niet veel ter verdediging van
zijn meester in te brengen. Alleen deed
hij het voorkomen alsof het beruchte inter-
vieuw op sommige punten niet geheel
juist was, wat intusschen weinig geloof
vond en al spoedig in de buitenlandsche
bladen weersproken werd.
Verder deed de rijkskanselier de mede-
deeling dat de Keizer in 't vervolg een
wacht voor zijn lippen zal stellen en wat
hem zelf betrof gaf Von Bulow de verzeke
ring dat diplomatieke flaters als nu begaan
waren niet weer zouden voorkomen.
Het geheele debat liep overigens met een
sisser af. Wel poogden de anti-semieten
een adres aan den Keizer te richten doch
dit werd verworpen.
Keizer Wilhelm zelf schijnt zich van
de heele drukte weinig aangetrokken te
hebben. Hij bevond zich bij de Bodenzee
om Zeppelin te ridderen en toe te juichen
en de genoegens van jachtpartijen te
genieten.
Dat dit menigeen onzer Oostelijke nabu
ren pijnlyk heeft gtroffen is te begrijpen.
—o—o—o—
Oostenrijk krijgt een nieuw ministerie.
Minister Beek heeft aan Keizer Frans Jozef
het besluit tot ontslagaanvrage van het
Kabinet medegedeeld en deze heeft dat
ontslag verleend. Den minister van Binnen-
landsche Zaken is de vorming van een
nieuw Kabinet opgedragen.
Het aftreden van het Kabinet Beek kwam
niet geheel onverwacht en vindt zijn oorzaak
niet in aangelegenheden met het buitenland
doch alleen in bïnnenlandsche kwesties
hoofdzakelijk de strijd tusschen Duitschers
en Tsjechen en Bohemen. Zooals we
onlangs gemeld hebben is die strijd bij
vernieuwing losgebroken. In Praag hadden
ernstige gevechten tusschen beide partijen
plaats, terwijl de Boheemsche landdag
verdaagd moest worden door de herrie die
de Duitsche afgevaardigden maakten. De
Tsjechen zagen daarin een nationale neder
laag en noodzaakten hun beide ministers
Prochelt en Fiedler ontslag te nemen uit
het coalitie kabinet Beek. De verwachting
door Von Beek bij de formatie van het
coalitie kabinet gekoesterd, n.l. dat het
oogenblik aangebroken zou zijn dat de
onderlinge verdeeldheid van de onderdanen
des rijks zou ophouden is niet bewaarheid
geworden en nu ook nog daarenboven de
Christelijke socialen onlangs bij de stembus
de overwinning behaalden en al dadelijk
het Kabinet den voet dwars gingen zetten
achtte het ministerie het oogenblik gekomen
om het bijltje er bij neer te leggen.
Voor keizer Frans Jozef wordt het door
al de strubbelingen in deze laatsten tijd
niet prettiger. Zijn jubeljaar loopt ten
einde, maar stof tot jubelen zal de grijze
monarch in deze dagen van buiten- en
binnenlandsche moeilijkheden wel weinig
hebben.
o—o—o
Door de geruchtmakende gebeurtenissen
van den laatsten tijd was Perzië langzamer
hand geheel op den achtergrond geraakt.
In de afgeloopen week evenwel kwam het
weder eens onze aandacht vragen.
Zooals de lezer weet heerscht er in het
land van den Sjah een toestand van op
winding en verzet, die eenigen tijd geleden
tot uitbarsting kwam. De Sjah wenscht
n.l. niet de belofte door zijn vader en door
hem gegeven vau een grondwet te zullen
instellen, gestand te doen. Zelfs is hij
hardhandig tegen het parlement opgetreden.
Uit alles blijkt hoezeer de Sjah met reacti
onaire neigingen behept is en zelfs de
aandrang der mogendheden om de beloofde
grondwet aan het volk te schenken heeft
tot nog toe geen resultaat gehad.
Thans komen echter telegrammen uit
Tebris verontrustende berichten brengen.
In noordelijk Perzië, met name in de
provincie Azerbeidsjan is een krachtige
revolutionaire beweging uitgebroken, die
geen ander doel moet hebben dan om zich
los te maken van Perzië. De beweging
heeft reeds zoo'n grooten omvang gekregen,
dat de Perzische bevelhebber in bedoelde
provincie, Rusland verzocht heeft om troe
pen teneinde de oproerige provincie aan de
onmachtige regeering te Teheran te onder
werpen. Hieruit blijkt dus dat de troepen
van den Sjah niet bij machte zijn den
opstand te dempen.
Of de Sjah ten slotte zal inzien dat het
tijd wordt zich aan den wil van het volk
te onderwerpen? We durven daarop nog
geen bevestigend antwoord geven,
—o—o—o—
Over de Balkan- en de Casablanca-kwestie
bracht de voorbije week weinig nieuws.
Wat de eerste betreft wordt er naar luid
der berichten druk door de belanghebbende
staten onderhandeld. De resultaten zijn
evenwel nog niet bekend.
Het Casablanca geschil is gelukkig weer
opgelost. Duitschland en Frankrijk zullen
beide hun leedwezen over het gebeurde
uitspreken en de beoordeeling der feiten
verder aan het Haagsche Hof overlaten.
TEXEL, 18 NOVEMBER 1908.
t Van den Helder komt het bericht
dat aldaar Zondag, zeer onverwacht, is
overleden de heer C. S. Jaring, ook hier
aan velen goed bekend
Omtrent den overledene wordt gezegd
dat hij in zijne woonplaats een man van
beteekenis was: in vele Vereenigingen
en op velerlei gebied krachtig werkzaam.
De overledene was ook Lid van de
Prov. Staten, voor het district Helder,
tot welk district ook Texel behoort.
Hij werd slechts 43 jaren oud.
t Ook onze gemeente leed een droef
verlies door het overlijden op Dinsdag
17 dezer, van den heer C. Bz. Bakker,
een man die in polder aangelegenheden
zich nog al deed kennen. De overledene
was tal van jaren Voorz. van het bestuur
van den polder Burger Nieuwland en
ook geruimen tijd Hoofd-Ingeland van de
30 gemeensch. polders op Texel.
Hij bereikte den leeftijd van 69 jaren.
V. V. V.
Was het in de vergadering van Maan
dag 2 November niet mogelijk een
bestuur te krijgen voor de toen opgerichte
vereeniging tot verfraaiing van Texel
en ter bevordering van het vreemdelin
genverkeer, Maandag j 1. werd opnieuw
vergaderd met het doel zoo mogelijk nu
een bestuur te verkiezen hetwelk wel
die functie zou willen aanvaarden.
Volgens opdracht werd deze verga
dering gepresideerd door den heer Wage-
maker, die in zijn openingswoord allen
welkom heette en daarna de gelegenheid
stelde om zijne meening uit te spreken
over de vraag of het gewenscht was
tot stemming van een bestuur over te
gaan dan wel of men maar de vereeni
ging weder zou opdoeken. Vrij algemeen
vond men echter het bestaan der ver
eeniging zeer gewenscht en iu het belang
van Texel, waarom dan ook tot stemming
werd overgegaan. Evenals de vorige
maal zou ook thans de verkiezing ge
schieden niet bij volstrekte meerderheid
maar zij die de meeste stemmen zouden
hebben verkregen zouden benoemd zijn
en bij bedanking van een of meer der
benoemden zouden dan weer de personen
TEXELSCHE COURANT
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhoogiDg der porto's.
Prijs der Adverlenlién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 C
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsrnim
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.