N° 2212,
Donderdag 3 December 1908. 22*" J aargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nar op den dag der uitgave.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 C
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruim
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE EO OU, Parkstraat, Burg op Texel.
JACHT.
De Burgemeester van Texel maakt be
kend, dat de navolgende bekendmaking is
aangeplakt.
De Commissaris der Koningin in de
Provincie Noordbolland,
Gezien het besluit van Gedeputeerde
Staten dier provincie d.d. 18 dezer n°. 15;
Gelet op art. 11 der „Jagtwet";
Breogt ter kennis van belanghebbenden,
dat in Noordholland
a. de jacht op klein wild, met uitzon
dering van die op houtsnippen, zal worden
gesloten op Donderdag 31 December 1908
met zonsondergang
b. de jacht op grof wild zal worden
gesloten op Zaterdag 30 Januari 1909, met
zonsondergang
dat alzoo, op grond van het bepaalde
bij het eerste lid van art. 27 der aange
haalde wet, het verkoopen,te koop uitstallen
en vervoeren van het hierbedoelde klein
wild uiterlijk tot en met 14 Januari 1909
en van grot wild uiterlijk tot en met 13
Februari 1909 zal mogen plaats hebben.
En zal deze in het Provinciaal Blad
worden geplaatst en voorts in elke gemeente
van Noordholland worden aangeplakt,
Haarlem 26 November 1908.
De Commissaris der Koningin voornoemd
VAN TIENHOVEN.
Texel, den 1 December 1908.
De Burgemeester van Texel.
HIDDINGH.
21 28 Nov.
Het alarmeerend bericht van het „Vader
land" omtrent een geheimen brief van
Keizer Wilhelm aan onze Koningin—waar
aan ook door ons in ons vorig overzicht
de noodige aandacht werd gewijd is thans
van offlcieele zijde tegengesproken. De
Tweede Kamer heeft de begrooting voor
Buitenlandsche Zaken afgehandeld in de
voorbije week en zooals te verwachten
was werd daarbij ook een woordje over't
bewuste courantartikel gezegd. Wat er
evenwel van gezegd werd geeft voldoende
redenen, dat het een puur verzinsel genoemd
kan worden. Zoo kwam de heer Van Bijland
verklaren dat hij een onderzoek ingesteld
had en dat hem was gebleken dat een schrij
ven van Keizer Wilhelm aan onze Vorstin
niet bestoud, terwyl de minister verklaarde
dat men het „Vaderland" eigenlijkte veel eer
aandeed de zaak hier ter sprakete brengen,
een zaak, waaraan hjj geen enkel woord
in de Kamer verspillen wilde. Duidelijker
kan het al moeielijk gezegd worden en dat
er dan ook tegen de lichtvaardige wyze
van handelen door het blad protest werd
aangeteekend is te begrijpen, Intusschen
na de verklaring van den Minister blijft
er geen reden meer aan de juistheid van
het sensationeele bericht geloof te hechten
al zal het Vaderland wellicht ook nog bij
kris en kras blijven volhouden dat het juist
ingelicht was.
—o—o—o—
In het kamp der Belgische socialisten is
een conflict ontstaan tengevolge van de
houding van den leider Van der Velde bij
de Congodebatten. Deze deed zich kennen
als een voorstander der annexatie en daar
over is door zjjn partijgenooten-kamerleden
zeer tegen hem getoornd. Ze hebben een
vergadering gehouden en van de Velde ter
verantwoording geroepen. Deze verdedigde
zijn houding maar werd zoo van alle kanten
aangevallen, dat hjj zjjn mandaat in do
handen van het partijbestuur stelde on
woedend de vergadering verliet. Zoo erg
hadden zijn vrienden het niet bedoeld en
reeds den volgenden dag zonden ze al een
boodschap aan den dwalenden broeder, zijn
besluit om af te treden terug te nemen.
Deze stemde daarin voorloopig toe totdat
een vergadering van de geheele partij in
dit zaakje een uitspraak zal hebben gedaan.
We hooren er dus later wel meer van.
—o—o—o—
De stem van den Duitschen Keizer heeft
weer geklonken na het onderhoud dat Z.M.
met den Rijkskanselier had en waarbij hij
beterschap beloofde. In het raadhuis van
Berlijn is in de afgeloopen week het eeuw
feest der Gemeentewet herdacht en bij die
plechtigheid was de Keizer tegenwoordig
en hield een korte redevoering. Geen rede
voering e renwel zooals hij er vroeger zoo
menige afgestoken heeft voor de vuist weg,
doch een redevoering netjes op papier ge
steld door den rijkskanselier. Een bewijs
dat de Keizer er ernstig aan denkt zijn
belofte gestand te doeD en van het recht
te zeggen wat hem op de tong ligt afstand
te doen.
Zooals te begrijpen is werd in deze rede
voering van den Keizer ook nog met enkele
woorden gerept over de dingen die den
laatsten tijd plaats grepen. Niet zoozeer
in directen zin weliswaar, doch dan toch
zijdelings en op een wijze die aan duidelijk
heid niet te weuschen overliet. De Keizer
wees er daarbij o. m. op dat nimmer de
wolken die er rijzen scheidend hun schar
duwen moeten werpen tusschen den Keizer
en zijn volk,
De Keizer moet er bij deze gelegenheid
somber en droef uitgezien hebben, naar de
bladen meldden en dat is dan ook geen
groot wonder, na de vernederen de ervaringen
van den laatsten tijd.
Intusschen beginnen de gemoederen in
het Duitsche rijk weer wat tot kalmte te
komen. Hoe lang dit zal duren, moet nog
afgewacht worden, temeer waar alweer
nieuwe onthullingswolken komen aan
drijven. In New-York n.l. is een gedeelte
van een artikel gepubliceerd over een inter-
vieuw dat een zekere Dr. Hale met den
Duitschen Keizer heet gehad te hebben en
waarbij laatstgenoemde zich over verschil
lende zaken had uitgelaten. Zoo zou hij o.a.
gezegd hebben dat Koning Eduard hem
tw6e jaren lang vernederd had en dat hij
(de Keizer) daarover zeer ontsticht was.
Verder dat Engeland door zijn vriendschap
aan Japan te bewijzen bezig was de blanken
te verraden en dat de eenige manier om
daartegen iets te doen gelegen was in een
samengaan van Duitschland en Amerika.
Daaromtrent zou reeds volkomen overeen
stemming bestaan tnsschen de regeeringen
der beide Staten en ze hadden zich reeds
in verbinding gesteld met China. En nog
meer opzienwekkende onthullingen zou de
Keizer volgens bovenaangehaald artikel
gedaan hebben.
Door Dr. Hale zelf is de juistheid van
het artikel bestreden doch de redactie van
de World het New-Yorksche blad deelde
mede dat de proeven zelf gecorrigeerd
waren door Dr. Hale en ten bewijze daar
van liet het facsimiles daarvan in haar
blad afdrukken.
De officieele Duitsche „Reichs Anzeiger"
noemt echter alles een puur verzinsel.
Mogeljjk dat we er nog weer meer van
hooren.
—o—o—o—
De Duitsche rijksdag heeft na de bekende
interpellaties omtrent het Keizer-intervieuw
de nieuwe belastingontwerpen in behande
ling genomen en de Rijkskanselier heeft
met een krachtig woord de besprekingen
daarover ingeleid.
't Ziet er met den Duitschen financieelen
toestand niet bijster rooskleurig uit. Door
de groote uitgaven die het rijk in de laatste
jaren voor verschillende doeleinden—waar
onder niet het minst voor versterking en
uitbreiding der vloot had te doen is de
schuldenlast onrustbarend gestegen en is
nog steeds stijgende. Had het rijk in 1878
slechts 139 miljoen schuld, 10 jaren later
in 1888 was deze reeds tot 834 miljoen
gestegen en nog 10 jaren later; thans in
1908 heeft de schuldenlast reeds de 4400
millioen Mark overschreden. Die toestand
kan niet bestendigd blijven en daarom is
door de regeering een complex belasting-
ontwerpen ingediend, dat thans in behan
deling is genomen.
Hoewel de Rijksdag overtuigd is dat er
verbetering in den financieelen toestand
dient te komen kunnen de voorgestelde
ontwerpen toch geenszins de onverdeelde
instemming der leden wegdragen. En geen
wonder want de druk der nieuwe belastin
gen zal niet allereerst neerkomen op het
groot-kapitaal of het groot-grondbezit, doch
inzonderheid gelegd worden op de industrie
en de consumenten.
Allereerst wordt voorgesteld een belasting
op genotmiddelen n.l. bier, wijn, brandewijn
en tabak, waaruit de minister van financiën
totaal 297 miljoen Mark denkt te kunnen
halen. Een belasting dus die in de eerste
plaats de fabrikanten zal treffen.
Verder zal er een belasting komen op
gas- en electriciteit, die 50 miljoen in de
schatkist moet brengen. Waar dus daardoor
de prijs der verlichting aanmerkelijk zal
stijgen zullen al weder de industrie en
nijverheid getroffen worden, de eigenaars
van winkels, magazijnen, fabrieken en
werkplaatsen die uit den aard hunner
bedrijven veel verlichting noodig hebben.
Niet minder is dit ook het geval met
de voorgestelde advertentie-belasting waar
uit de minister 33 miljoen Mark denkt te
halen. Er zal een belasting geheven worden
varieerende van 2 tot 10% van adverten-
tiekosten, afwisselend naar de grootte van
de oplage en de wijze van uitgave. Al
weer is het de handelsstand die veel
reclame voor zijn bedrijven moet maken,
die den vollen druk dezer belasting zal
ontvangen. De uitgevers der bladen mogen
althans de belasting op de adverteerders
verhalen.
Dan is er verder nog voorgesteld een
progressieve successiebelasting in te voeren
te heffen van de geheele nalatenschap, ook
van het erfdeel der echtgenooten en kin
deren en met invoering van het beginsel
van staatserfrecht.
Door deze nieuwe belastingen hoopt de
regeering 472 miljoen Mark bijeen te krijgen,
doch daar zij jaarlijks 500 miljoen noodig
denkt te hebben, zal het te kort gevonden
moeten worden in een verhooging van de
bijdragen der Bondsstaten van 40 pfennig
per hoofd der bevolking.
Zooals boven gezegd, heeft Von Bulow
met een krachtig betoog de behandeling
dezer ontwerpen ingezet. Hij oordeelde
dat waar het Duitsche volk jaarlijks 400
miljoen Mark in privaat-depóts kan beleggen
er in de Duitsche spaarbanken 12 miljoen
op rente staat en er per jaar meer dan 3
miljard voor genotmiddelen wordt uitge
geven, het land financieel krachtig genoeg
is om de hoogere belastingsommen bijeen
te brengen. In krachtige woorden zette de
kanselier uiteen hoe noodzakelijk het is
met het oog op mogelijke gebeurtenissen
dat de schatkist voldoende gevuld is en
dat èn het volk èn de regeering met dat
ideaal voor oogen zooveel mogelijk alle
luxe dienen te vermijden. Duitschland
moet ook in financieel opzicht groot worden.
Intusschen er zijn reeds heel wat woor
den in den Rijksdag gewisseld over de
financieele ontwerpen en menige spreker
heeft daartegen zijn stem laten hooren.
Met belangstelling mag de afloop tegemoet
gezien worden, daar het nog volstrekt niet
vaststaat dat de ontwerpen er door gaan.
En als dat eens niet het geval wordt dan
is het lot van de regeering beslist,
—o—o—o—
Onze aandacht wordt de laatste dagen
inzonderheid opgevraagd door de gebeur
tenissen die er plaats grijpen in Perziê.
Zooals de lezers zich zullen herinneren
verzuimde de Sjah tot nog toe zijn belofte
gestand'te doen en een grondwet in te
voeren. Bij een groot deel van het volk
verwekte dit groot misnoegen en van alle
kanten sloeg de vlam der revolutie uit.
Daar ook het parlement aan de zijde van
het volk stond, waagde de Sjah een staats
greep en joeg met zijn kanonnen het par
lement uiteen. Toen was hij weder als
weleer zijn verheven vaderen alleenheer-
scher over het rijk van Perzie, maar vanaf
dat oogenblik ook traden de revolutionairen
krachtiger dan ooit op. En daar het den
Sjah aan het noodige geld ontbrak kon de
vijandige beweging niet tegengegaan worden.
De toestand is intusschen zeer ernstig ge
worden en zelfs heeft zich een deel der
troepen bij de opstandelingen aangesloten.
't Gevolg van een en ander is geweest
dat Engeland en Frankrijk den Sjah gingen
beduiden, dat het tijd werd dat hij de rust
in zijn land herstelde wat alleen zou kun
nen gebeuren door het parlement bijeen
te roepen en een grondwet in te voeren.
De Sjah gaf echter op een en ander een
weigerend antwoordja ging nog verder,
vaardigde een proclamatie uit, die hjj in
alle moskeeën liet afkondigen waarbij het
parlement ontbonden verklaard werd.
De „Koning der Koningen" heeft evenwel
niet veel genoegen van deze proclamatie
beleefd want nauwelijks was zij uitgevaar
digd of ze werd al weer ingetiokken. Daar
door heeft de Sjah zich nu ook nog onmogelijk
gemaakt bij zijn vrienden. Hij verkeert
dan ook in een benauwde positie. De
opstand wint veld, de mogendheden dringen
op de bijeenroeping van het parlement aan
en daartegenover staat de hofkliek die met
wiaak dreigt. In Perzië staan o.i. ernstige
gebeurtenissen voor de deur.
TEXEL, 2 DECEMBER 1908.
Verkiezing Prov. Staten.
Ter vervulling van de vacature ont
staan door het overlijden van den heer
C. S. Jaring, is naar men weet de ver
kiezing (candidaatstelling) bepaald op
11 Dec. a.s.
Is eene stemming noodig dan zal deze
plaats hebben op Dinsdag 22 December;
eene eventueele herstemming op Dinsdag
5 Januari 1909.
Naar ons wordt medegedeeld zal
door den heer Th. M. Ketelaar, lid van
de Tweede Kamer, in den loop der maand
Februari alhier eene
gehouden.
Zijn wij wel onderricht dan gaat dit
uit van de liberale Kiesvereeniging alhier.
De Cocksdorp, 1 Dec.
Voor den heer J. Buijs, brievengaarder
en telefonist, en de heer A. Knol besteller
alhier, is de dag. waarop zij hun 25 jarig
lezing worden
TEXELSCHE COURANT.