N°. 2214, Donderdag 10 December 1908. 22ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. van en naar Texel. BOOT- EN SPOORDIENST Van week tof week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 10 nar op den dag der uitgave. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE R O O U, Parkstraat, Burg op Texel. aansluiting gevende BOOT: v.Texel 6,15; 8,15; 11,—; 3, TREIN: v.Helder 5,18*; 7,31 12,13; 4,-; 7,- flankomst Trein Helder. Vertrek Boot. TREIN: a. Helder 8,27*; 11,20; 2,56; 6,31 BOOT: V. Helder 7,15; 9,30; 12,15; 4,15; Zondags 10,20. Men lette er wel op dat de met een aaDgeteekende treinen des Zondags niet rijden. BEK ENDMAK I N G. DRANKWET, Burgemeester en Wethouders der Ge meente Texel, brengen ter openbare kennis, dat op 5 December 1908, bij hen is ingekomen een veizoekschiift van LEENDERT KIKKERT van beroep caféhouder, wonende te Texel om verlof voor den verkoop van alcoholhoudenden drankanderen dan sterken drank in de navolgende localiteitde gelagkamer van het perceel, kadastraal bekend Gemeente Texel, Sectie D. No. 1884, plaatselijk gemerkt B 520, en gelegen aan den Schilderweg nabij den Burg aldaar. Binnen twee weken na de dagteekening dezer bekendmaking kan een ieder tegen bet verleenen van dit verlof schriftelijk bezwaren bij Burgemeester en Wethou ders inbrengen. Texel, den 7 December 1908. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, RUIBING. HIDDINGH. 28 Nov. 5 Dec. Er was weinig belangrijk binnenlandsch nieuws althans op parlementair en politiek gebied. De Tweede Kamer zit midden in haar begrootingsarbeid en werkt ijverig voort om tegen het Kerstreces fatsoenlijk gereed te komen. Lange zittingen, dikwijls van 's morgens 11 tot 7 uur 's avonds, worden gehouden. Sedert de algemeene beschou wingen over do regeeringsverklaring onlangs waarbij nogal harde noten gekraakt werden is er in ons Lagerhuis een geest van kalmte neergedaald en volgt de eene makke redevoering de andere op. Overigens valt er weinig te vermelden van de gebeurtenissen waariD onze lezers belang zullen stellen. Misschien verdient de Venezolaansche kwestie nog even de aandacht. Zooals men weet is president Castro naar Frankrijk vertrokken naar het eerst heette om voor een ernstige kwaal geopereerd te worden, doch zooals nu weer gemeld wordt om diplomatieke onderhan delingen te voeren. De Venezolaansche kwestie zelf is ovonwel nog geen schrede nader tot hare oplossing gekomen. In de afgeloopen week werden door de regeering een tweetal missives gepubliceerd tusschen haar en de regeering van Venezuela gewis seld en waaruit blijkt dat do ouderhandelin gen zoo goed als op het doode punt gekomen zijn. Nederland eischt intrekking van het beruchte decreot van Castro waardoor onze handel te Curasao ernstig bedreigd wordt terwijl de Venezolaansche regeering weigert daaraan gevolg te-geven hoewel zij zich bereid verklaart onderhandelingen te openen. Dit laatste nu is overbodig. Onze regee ring heeft den president en de regeering van Venezuela reeds eerder medegedeeld, dat ze beslist niet wenscht in te gaan op de beschuldigingen door Venezuela jegens Nederland geuit, omdat genoeg gebleken is dat van onze zijde niets verkeerds is geschied. Waar onze regeering nu eenmaal dat standpunt heeft ingenomen kan ze natuurlijk thans niet toestemmen in onder handelingen daarover. De vraag is nu maar, wat zal er gebeu ren De beide laatste gewisselde nota's gaan langs elkander heen en brengen de zaak geen stap nader tot het doel. Dat nu nog opnieuw door onze regeering een nota aan die van Venezula gezonden zal worden is niet te denken. Het staat thans voldoende vast dat Venezuela niet langs vredelievenden weg tot rede is te brengen en dat derhalve een andere weg ingeslagen zal moeten worden, 't Wil ons dan ook voorkomen, dat we spoedig van wat krasser maatregelen der regeering zullen hooren De zaak „blauw-blauw" laten zou onze waardigheid niet gedoogen en bovendien zeer in het nadeel zijn onzer koloniën. o o—o Van het buitenland zouden kolommen vol te schrijven zijn zonder dat het nu juist zeer schokkende gebeurtenissen zijn die onze aandacht in beslag nemen. Onze Oostelijke buren raken thans zoo wat over de Keizer onthullingen uitgepraat en houden zich thans inzonderheid bezig met de vraag wat de Rijksdag zal doen in zake de door het Centrum, de vrijzinnigen en de socialisten ingediende voorstellen tot grondwetswijziging met het doel de ver houdingen tusschen Keizer, Kanselier, Rijks dag etc. te regelen. Von Bulow moet niet erg vriendelijk gestemd zijn jegens deze voorstellen en er zal nog wel men ig hartig woordje over gesproken worden. Er is reeds heel wat over gezegd, waarna ze naar een commissie werden verwezen. o—o—o In Engeland houdt men [zich bezig met den opnieuw ontbrandden strijd tusschen het Hooger- en Lagerhuis, tengevolge de verwerping van de Drankwet door het Hoogerhuis. Deze wet was reeds door het Lagerhuis aangenomen doch de Lords wilden er niets van weten, waarschijnlijk omdat ze de regeering graag weer eens den voet dwars wilden zetten en tevens omdat menige der rijke heeren opgeschept zit met aandeelen in brander- en brouwerijen, die in de eerste plaats door de wet zouden worden getroffen. Na de nederlaag die de regeering thans wedor geleden heeft ver wachte men dat ontbinding van het Lager huis zou volgen, de eenige manier om het volk uitspraak te laten doen doch de regeering moet hiervan teruggekomen zijn en wil liever de algemeene verkiezingen afwachten. —o—o—o— In Frankrjjk heerscht groote opwiDding over de Steinheil moordzaak. Als verdacht haar man en moeder vermoord te hebben is een zekere mevrouw Steinheil een dame uit de „groote" wereld, gevangen genomen. De zaak is juist daarom zoo ernstig omdat het bekend is dat tal van diplomatieke grootheden uit de republiek met deze dame in relatie heb ben gestaan en het publiek schokkende ont- hullingon verwacht. Men ziet zelfs in mevr. Steinheil de moordenares van den vroegeren president Felix Faure, tot welke daad ze door de Dreyfus-gezinden zou zijn omge kocht. Een echt sensationeele geschiedenis voorwaar. —o—o o— Voor den Keizer-Koning Frans Jozef van Oostenrijk-Hongarije was de voorbije week een van bijzondere beteekenis. Woensdag toch was het 60 jaren geleden dat hij aan de regeering kwam en met bijzondere luister werd dit zeldzaam feit herdacht. Zooals men weet kwamen in den laatsten tijd reeds verschillende deputaties te Weenen om den grijzen monarch te huldigen en de gelukwenschen der bevelking aan te bieden. Zoo waren het nog de vorige week de ver tegenwoordigers der verschillende godsdien stige belijdenissen die namens hun geloofs- genooten hunnen vorst de bewijzen van trouw en genegenheid kwamen brengen. Ook de regeerende eD wetgevende lichamen hebben zich niet onbetuigd gelaten en in openbare plechtige zittingen van Rijksraad en Kamer is de troonsbestijging van Keizer Frans Jozef met dankbaarheid herdacht. En het herdenkingsfeest is nog niet geëin digd; er zullen tal van schitterende feestelijkheden nog plaats hebben. Ongetwijfeld zal er veel in het hart van den grijzen vorst omgaan in deze gewich tige dagen. En niet enkel onvermengde vreugde zal, zelfs in deze dagen des feestes, zijn deel zijn. Niet alleen dat de monarch veel heeft ondervonden in de 60 achterlig gende jaren, veel heel veel droevigs—men denke alleen maar aan het feit dat zijn geliefde gemalin moest vallen onder de verraderlijke hand van een sluipmoordenaar en o, er was nog zooveel meer—niet alleen dat er veel smartelijks was in het verleden, doch ook het heden kan hem niet tot blijdschap stemmen. Een welverdiende rust schijnt nog niet voor hem aangebroken te zijn. Er zijn zelfs tal van ernstige zaken die zijn volle aandacht vragen, ernstige zaken waarin heel weinig gevonden wordt dat tot blijdschap kan stemmen. Letten we alleen maar op de binnenlandsche aan gelegenheden. Waar is de eensgezindheid van zijn volk? Er wordt nog steeds een felle strijd gestreden tusschen de Ger- maansche en Slavische elementen der bevolking, een strijd die nog kort geleden een kabinetscrisis ten gevolge had en die met name in Bohemen zoo hevig is dat het tot ernstige opstootjes en ordeversto ringen kwam. En niet alleen de binnen landsche aangelegenheden, ook de betrek kingen met het buitenland laten te wenschen over. Ja meer nog: zijn gespannener dan ooit en leveren groot gevaar op voor den vrede. Door de annexatie van Bosnië en Herzegowina heeft Oostenrijk-Hongarije zich groote vijandschap op den hals gehaald van Servië en Montenegro, die steeds nog met vijandelijkheden dreigen ondervindt het niet minder vijandschap van Turkije, die met zijn boycotbeweging de Oosten- rijkscke handel groote verliezen bezorgt heeft het de vriendschap van Rusland verloren, dat voort blijft gaan Oostenrijk- Hongarije den voet dwars te zetten terwille van de Slavische volken en daarin gesteund door Engeland. Donkere wolken bedekken den staatkundigen hemel en niemand kan voorspellen welke wending het conflict in het verre Oosten kan nemen en welke gevolgen deze voor Oostenrijk-Hongarije kan hebben. De Keizer is oud en een deel van de Keizerlijke bevoegdheden en plichten zal reeds thans door hem overgedragen worden aan den troonopvolger. Spoedig zal hij den schepter geheel overgeven in de handen van zijn opvolger—maar zal zijn heengaan dan een heengaan in vrede zijn? Wie zal het zeggen. De toestand is zeer ernstig en daardoor kan het jubileum geen feest bij uitnemendheid zijn. Bittere drop pels zijn gemengd in den beker der vreugde. —o—o—o— China dat een nieuwen Keizer heeft gekregen zonder dat dit de revolutionaire woelingen tengevolge had, die als vrij zeker voorspeld werden—de vrede in het rijk is zelfs geen oogenblik verstoord— kwam in de afgeloopen week weer wat nieuws brengen. Er werd n.l. niets minder gemeld dan dat het Hemelsche rijk een grondwet krijgt die reeds voorlang toegezegd werd, thans gereed is en in de bladen werd vermeld. In meer dan één opzicht blijkt deze grondwet een curiositeit te zijn. In de eerste plaats worden daarin de rechten van den Keizer aangegeven. De monarchie zal voor eeuwig verzekerd zijn aan de tegenwoordig regeerende Mantsjoe-dynastie en aan de Keizer worden de meest sou vereine rechten gewaarborgd. De monarch wordt beschouwd als een heilige, die derhalve geen kwaad kan doen en met schier onbe perkte macht bekleed is. Zonder zijn toe stemming is geen enkele wet geldig en het parlement dat ingesteld zal worden krijgt heelemaal niets te zeggen. De Keizer roept het bijeen en zendt het naar huis als het hem goeddunkt en het is in geen enkel opzicht een wetgevend, hoogstens een adviseerend lichaam. Zelfs mag de Keizer zelf vaststellen hoe groot het bedrag van zijn civiele lijst zal zijn. Het parlement zal bestaan uit twee Kamers. Door wie ze gekozen zullen worden is in de wet niet bepaald, daarentegen wel door wie niet aan de verkiezing mag deelnemen jen daaronder worden allereerst genoemd zy die ten eigen bate leven. Het volk zal meer rechten krijgen en daarbij is eenigzins het Europeesch voor beeld gevolgd. Zoo zal de vrijheid van het woord en van de pers, de vrijheid van vereenigingen en vergaderingen gewaar borgd worden. In zooverre evenwel de wet zelf geen beperkingen stelt en die zijn er nogal. Nu moet men evenwel niet denken dat morgen aan den dag de nieuwe regeerings- vorm ingevoerd wordt. Eerst in 1916 zullen de eerste verkiezingen voor de beide Kamers worden gehouden. In de komende 9 jaren kunnen de Chineesche onderdanen zich dan voor het gewichtige verkiezingswerk bekwamen. Een behoorlijk overgangs tijdperk dus. —o—o—o— In Marokko kan het Sultansspel weer opnieuw beginnen. Moeley Hafid is er nog maar pas in geslaagd zijn broeder Abdel Azis van den Sultanszetel te verdringen of een nieuwe Sultan is al weer uitgeroepen, 'tls Hafid's oudere broeder Moeley Moham med. Zoo'n heel groot wonder is dat nu evenwel niet. Een groot deel der Marok kanen had van Moeley Hafid verwacht dat hij den heiligen oorlog tegen de Europeanen zou voeren, maar is in die verwachting teleurgesteld nu de nieuwe heerscher zich gedwee gaat schikken in de rol van den gehoorzamen dienaar der mogendheden. De kans voor Moeley Mohammed was daardoor schoon en ze werd nog schooner dan ooit toen hij het volk de overtuiging had geschonken bedeeld te zijn met bijzon dere gaven des bemels. Hij moet n.l. naar luid der historie in een driftige bui naar een zjjner bedienden de vervloeking hebben geslingerddat Allah u blind make! En de bediende werd blind. Een bewijs voor de Marokkanen dat Moeley Mohammed den door Allah begeerden heerscher is. Hij is thans in de buurt van Casablanca tot sultan uitgeroepen en de strijd om den begeerden zetel kan weer beginnen. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor ben Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 C Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruim berekend. Bewijsnummers 2 Ct-s. per nummer. O Ouzo vloot is intusscken reeds demonstratief opgotredon. lted.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1908 | | pagina 1