N°« 2225.
omlag 24 Januari 1909.
22ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Het Arbeidscontract.
Binnenland,
Dit blad verschijnt Woensdag;- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der nitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
ii.
Wordt het loon op andere wijze vast
gesteld dan geoorloofd is, dan is het vijfvoud
verschuldigd van het ongeoorloofd bedon-
gene tot 1/s boven het bedongene loon.
Vaststellen van het loon in bruikbaren
vorm is echter nog niet voldoende
het moet ook in den vastgestelden vorm
worden uitbetaald. Wordt het anders
voldaan, dan is die voldoening nietig en
moet het loon nog eens betaald worden.
In beide gevallen mag de rechter echter
de boete matigen.
De wetgever is in zijn zorg nog verder
gegaanhij heeft gewaakt, dat niet met de
andere hand ontnomen wordt, wat met de
eene hand gegeven is en dat onder alle
omstandigheden de arbeider loon zal ont
vangen. Daarvoor zijn opgenomen ver
schillende bepalingen:
1. betreffende verbintenissen om het loon
op zekere wijze te besteden waaronder
het verbod tot zgn. winkelnering.
2. betreffende inhoudingen op- of verre
keningen met het loon (voor staangeld mag
nooit meer worden ingehouden dan Vio van
het loon telkens en nooit meer dan 12 dagen
loon in het geheel; boeten mogen nooit
meer bedragen dan 1 dag loon per week.
3. betreffende beslag op het loon.
4. betreffende overdracht of verpanding
van het loon door den arbeider.
Volstaan worde hier met mede te deelen,
dat als regel 3/6 van het loon moet worden
uitbetaald, en dat op een der hiervoren
omschreven manieren dus kis regel nooit
meer dan van het loon aan den arbeider
kan worden onthouden,
In ieder geval is het zaak, wanneer men
op een of andere manier mocht meenen
gerechtigd of verplicht te zijn een gedeelte
van het loon niet uit te betalen, dat men
eerst de wet nog eens raadplege. Betaalt
men ten onrechte te weinig, dan is de werk
gever deswege schadeplichtig.
Het loon moet ter geschikter plaatse d.i.
tenzjj anders overeengekomen ten kantore
van den werkgever of ten huize van den
arbeider worden uitbetaald niet in kroe
gen en spoedig d. i. binnen 3 dagen, nadat
het verschenen is terwjjl het voor hen
die f 4 of minder per dag verdienen en
uitwonende zijn uiterlijk telkens na een
halve maand moet worden uitbetaald. Ten
aanzien van inwonenden geldt het plaatselijk
gebruik. Op te late betaling staat boete.
Voor de betaling zal men zich eene kwi
tantie moeten laten teekenen. Onder de
oude wet was dat niet noodig, daar de
meester op zjjn woord geloofd werd, maar
onder de nieuwe wet is het op 't woord
gelooven uit. Dit moge omslachtig zijn,
toch is het van veel belang. Een zegel op
die quitantiën is niet verschuldigd.
In het algemeen is het loon slechts ver
schuldigd wanneer de bedongen arbeid is
verricht, in sommige gevallen acht do
wetgever het echter billijk, dat de arbeider
loon ontvangt, ook al is de arbeid niet
verricht.
Deze gevallen zijn
a. ziekte—het loon is dan gedurende
korten tijd nog verschuldigd.
b. als de arbeider verhinderd is geweest
zijn arbeid te verrichten, hetzij tengevolge
van de vervulling eener door wet of over
heid, zonder geldelijko vergoeding, opge-
legdo verplichting, die niet in zijn vrijen
t(jd kon geschieden, hetzjj tengevolge van
zeer bijzondere buiten zijne schuld ontstane
omstandigheden. Onder bijzondere omstan
digheden worden begrepenbevalling van
de echtgenoote of begrafenis van naaste
familieleden ook dan is gedurende korten
tijd het loon verschuldigd
c. als de werkgever geen gebruik heeft
gemaakt van de diensten van den arbeider,
het zij door schuld, hetzij door toevallige
persoonlijke verhindering.
Van het bepaalde sub a, b en c mag
alleen schriftelijk worden afgeweken.
Dit wat betreft het loon. Thans het
tweede punt
II De behoorlijke behandeling
Hier weer te onderscheiden uit- en inwo
nenden.
De werkgever moet den arbeid zóó regelen
dat zoo min mogelijk op Zon-en feestdagen
hoeft gewerkt te worden, en ten aanzien van
minderjarigen zóó, dat ze godsdienst-,
voortgezet-, herhalings- of vakonderwijs
kunnen genieten. De werkgever moet
verder alles zoo regelen, dat de arbeider
bij den arbeid zooveel mogelijk beschermd
is tegen gevaar voor lijf, eerbaarheid en goed.
Ten aanzien van inwonenden, voor wie
de behandeling meer hoofdzaak is geeft
de wet nog eenige bijzondere voorschriften
bovendien.
De kost en inwoning moet worden ver
schaft volgens plaatselijk gebruik, over
eenkomstig de vereischten van gezondheid
en goede zeden toestanden, die naar men
zegt in Drenthe bestonden, dat knechts en
meiden op hetzelfde kamertje sliepen, zjjn
dus nu verboden.
Verder moet de werkgever inwonende
arbeiders in de gelegenheid stellen hun
godsdienstplichten te vervullen, alsmede
om ontspanning van den arbeid te genieten.
Hoever een en ander moet gaan zal de
rechter in ieder afzonderlijk geval hebben
te beslissen.
Ingeval van ziekte moet de werkgever
voor eene behoorlijke geneeskundige ver
pleging en behandeling zorgen—gedurende
zes weken—de kosten van de 2 laatste
weken mogen in den regel op den arbeider
verhaald worden, de 4 eerste weken niet.
Ten slotte is de werkgever verplicht na
afloop van den dienst aan den arbeider
een getuigschrift te geven waarin aarden
duur van den dienst te vermelden en
alleen in bijzondere gevallen wijze waarop
de arbeider heeft voldaan en wijze van
beëindiging. De werkgever is voor de
juistheid aansprakelijk.
Ook met dit getuigschrift zal men weer
op zijn hoede moeten zijn. Wil men in het
getuigschrift méér zetten dan zal men goed
doen de wet te raadplegen, ten einde zich
niet in de vingers te snijden. De werkgever
is aansprakelijk voor wat hij in het getuig
schrift vermeldt. Bijvoorbeeld, als een
arbeider oneerlijk is geweest, maar in het
getuigschrift staat dat hij eerlijk was, dan
beeft de nieuwe patroon van den arbeider,
wien dit getuigschrift geldt, recht op schade
vergoeding vaD dengeen die tegen beter
weten niet naar waarheid getuigd heeft.
III. Belemmering vrijheid.
Hieronder zijn te rekenen, de bepalingen
die den arbeider beletten zich al te lang
te verbinden nooit langer dan 5 jaar
en de bepalingen over het z.g. concurentie-
beding. De rechter heeft steeds de vrijheid
den arbeider van zijn verplichtingen uit
het concurrentie-bediug te ontslaan.
Voor den landbouwers is een en ander
echter van geen practisch belang.
We hebben thans den inhoud van de over
eenkomst in hoofdtrekken behandeld. Thans
de vraaghoe komt de overeenkomst tot
stand, hoe eindigt ze
Hierover nog een enkel woord.
De oveieenkomst kan mondeling of
schriftelijk worden gesloten. De laatste
vorm verdient de voorkeur voor hen, die
veel arbeiders in dienst hebben, bovendien
kan het noodig zijn, wanneer men wil
afwijken van de bepalingen, waarvan alleen
bij schriftelijk contract mag worden afge
weken—zooals b.v. het beding om tijdens
ziekte van den arbeider geen loon te
betalen.
Men kan ook invoeren een reglement
dit wordt echter hier niet nader besproken.
Reglementen zijn meer van belang voor
fabrieken, niet voor den landbouw.
De overeenkomst eindigt, of door den
dood van den arbeider, (in zeer enkele
gevallen ook door den dood van den werk
gever), öf door het enkel verstrijken van
den tijd waarvoor ze is gesloten, öf door
opzegging, öf door uitspraak van den rech
ter—die de overeenkomst kan ontbinden—
hetzij na de gewone procedure hetzij op
eenzijdig verzoek van een der partijen.
Een enkel woord hierover.
Door opzegging kan men altijd onmid-
delijk de dienstverhouding doen eindigen.
Wanneer die opzegging echter ontijdig ge
schiedt (ten aanzien der gewone arbeiders
is de opzeggingstermijn hoogstens 6 weken,
tenzij het gebruik een langeren termijn
aangeeft), dan is hij, die de opzegging doet
in den regel aan den ander tot schadever
goeding verplicht, tenzij hij dringende
redenen voor de opzegging had. Wat drin
gende redenen zijn zegt de wet in art.
1639 p. en q.het zijn in het algemeen
omstandigheden, die tengevolge hebben, dat
van den werkgever of arbeider redelijker
wijze niet kan worden verlangd de dienst
betrekking te laten voortduren. Bijvoorbeeld
aanhoudende dronkenschap van den arbeider
mishandeling van leden van het gezin van
den werkgever, enz. Op grond van deze
redenen en van andere gewichtige re
denen verandering in den persoonlijkeu
of vermogenstoestand van den verzoeker enz.
kan men echter ook aan den Kantonrechter
vragen om de overeenkomst voor ontbonden
te verklaren.
Zulk een geval doet zich b. v. voor als
een arbeider de zoon van een boer is en
nu zelf boer kan worden, doch verbonden
is als knecht, en dus verbonden is aan den
werkgever. In dat geval kan hij ontslag
van zijn verplichtingen vragen. Verder
blijft bestaan de gewone ontbindingsproce
dure.
Eene speciale bepaling geldt nog ten
aanzien van minderjarigen de contracten
met minderjarigen kunnen door den kan
tonrechter ontbonden worden verklaard,
hetzij op verzoek van den wettelijken ver
tegenwoordiger, hetzij op verzoek van het
Openbaar Ministerie. Wanneer de arbeids
overeenkomst nadeelige gevolgen heeft voor
den minderjarige, of de gestelde voorwaarden
bij de machtiging tot het sluiten der over
eenkomst niet zijn in acht genomen.
Ten slotte z(j hier opgemerkt dat deze
bepalingen geldend zijn zoowel voor werk
geefsters als werkgevers, alsook voor vrou
welijk en mannelijk dienstpersoneel, voor
zoover de wet deze niet uitsluit.
TEXEL, 23 JANUARI 1909.
Hebben wij goed vernomen dan zullen
ook alhier gelden worden ingezameld
voor een Huldeblijk aan H. M. de Koningin
bij de te iverwachten blijde gebeurtenis
aan het Hof.
Niet onmogelijk meenen wij het dat
aandrang van elders, waaraan men zich
wellicht beleefdheidshalve niet wil ont
trekken, dit balletje ook hier aan't rollen
brengt.
Tot Minister van Waterstaat is
benoemd Mr. L. H. W. Regout, lid van
de Eerste Kamer der Staten-Generaal.
Ds. C. Met, pred. bij de Herv. Gem.
te Zuidzijpe, voor dien te Oudeschild op
Texel, is thans beroepen bij de Herv.
Gemeente te Helder.
Oudeschild, 20 Jan.
Gisteren is door het bestuur van den
Texelschen Schippers- en Visschersbond
het volgende schrijven ontvangen:
De Minister van Waterstaat a. i., be
schikkende op het adres van den Texel
schen Schippers- en Visschersbond te
Oudeschild op Texel, houdende verzoek
1. om over te gaan tot de opruiming
van het wrak van de „Roma" en
2. bedoeld wrak, in afwachting dar
opruimiDg, in het belang der visscherij,
te betonnen;
geeft aan adressant te kennen, dat de
noodige maatregelen worden getroffen
voor de bedoelde opruimiDg en dat aan
het sub 2 vermelde verzoek is voldaan.
Het kastje, waarin de barometer
nabij het havenkaDtoortje stond, is door
een nieuw vervangen. Er is een groote
verbetering aangebracht. Het licht, dat
er 's avoDds en 's nachts in brandt, is
zoodanig geplaatst, dat men nu bij nacht
en ontijd den barometerstand met het
grootste gemak kan waarnemen, wat
vroeger wel eens wat te wenschen over
liet.
De alhier bestaande Red -kamer
T.A.V.E.N.U. heeft in studie genomen
„Kleine menschen." Het plan bestaat
dit in het laatst van Februari of het
begin van Maart op te voeren.
De Cocksdorp, 22 Jan.
De tooneelvereeniging „Eensgezindheid"
alhier heeft in studie genomen„Jeanne,
de vrouw van den diamantslijper," oor
spronkelijk drama in 5 bedrijven, door
H. de Saan, en „Mevrouw is niet thuis,"
blijspel in 1 bedrijf door L. E. Wijdelaar.
De uitvoering is bepaald begin Febr.
Oosterend, 22 Jan.
Onze vroegere plaatsgenoot, de heer
K. Bouma, thaDS onderwijzer te 's Gra-
venhage komt voor op de voordracht ter
benoeming van een hoofd der school,
aldaar.
Den Hoorn21 Jan.
Door de kerkeraad der Doopsgezinde
Gemeente alhier, zijn de heeren Basse
maker en Nijdam proponenten te Am
sterdam en Leeuwarden uitgenoodigd
een proefpreek te houden. Zij zullen
voor de gemeente alhier optreden suc
cessievelijk 31 Januari en 7 Februari as.
De heeren J. de Jong van de Waal
en J. Daalder Dz. van Oosterend zullen
Donderdag 28 Januari a.s. in 't Loods-
mans Welvaren alhier ten voordeele
van Texels Belang eene lezing en voor
drachtenavond geven. De entroe is door
het Bestuur op 25 cent bepaald.
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per S maanden.
Voor den Bcirg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verliooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
=0+0-