N°. 2264, Donderdag 10 Juni 1909. 22ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland- 3 Van week tot week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere landen met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der nitgave Prijs der Advertentiën. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LA N GEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBubg op Texel. KADASTER. De Burgemeester van Texel brengt ter kennis van belanghebbenden, dat door den Landmeter van het rLadaster de gewone jaarlijksche opnemingen voor de bijhouding van het Kadaster zullen ge schieden op 14 Juni a.s. en volgende dagen. Texel, den 4 Juni 1909. De Burgemeester voornoemd, HIDDINGH. STEMMING ter verkiezing van EEN LID van de Tweede Kamer der Staten-Generaal. De Burgemeester der Gemeente Texel brengt ter openbare kennis, dat op Vrydag den 11 Juni aanstaande, yan dos morgens acht tot des namiddags vijf uren, de stem ming zal geschieden ter vervulling van eene plaats in de Tweede Kamer der Staten- Generaal voor het Kiesdistrict Helder, waar toe deze Gemeente behoort. De candidaten, in alpbabetische volgorde, zijn FOKKENS, F. MEESTER DE, Th. H. STAALMAN, A. P. THOMASSEN, G'. Tevens wordt de aandacht gevestigd op art. 128 van het Wetboek van Strafrecht, luidende „Hij, die opzettelijk zich voor een ander uitgevende aan eene krachtens wettelijk voorschriit uitgeschreven verkiezing deel neemt, wordt gestraft met gevangenisstraf van ten hoogste EEN JAAR." Texel, den 2 Juni 1909. De Burgemeester voornoemd, J. 8. DIJT, L. B. 29 Mei—5 Juni. In de afgeloopen week heeft de verkiezing voor leden der Tweede Kamer plaats gehad. De candidatenüjsten ingeleverd en we zitten thans midden in den verkiezingsstrijd. In een 11-tal districten, waarvan 10 katholiek en 1 anti-revolutionaire, is de beslissing Dinsdag reeds gevallen de aftredende leden werden bij enkele candidaatstelling herkozen doch in de andere zal over het bezit van den zetel de stembus uit spraak moeten doen. Vrijdag a.s. zal de beslissende slag vallen en 't is begrijpelijk dat de uitslag in het geheele land met belangstelling wordt tegemoet gezien. Van dien uitslag toch zal het afhangen in welke richting onze staatkunde in de komende vier jaren zal worden geleid. We hebben reeds eerder er op gewezen, dat bij deze verkiezingen de rechterzijde voordeeliger kansen heeft dan de linker zijde, eenvoudig omdat de linkerpartijen verdeeld in den strijd optrekken, terwijl de partijen der rechterzijde weder in coalitie vereenigd zijn. Zelfs de Christen-Democraten onder aanvoering van den heer Staalman hebben zich bij de rechtsche coalitie aan gesloten en strijden mede onder hare vlag. En bij links ontbreekt zoowat alle een heid. Wel ziet men dat Unie-liberalen en Vrjjz. Democraten, op een paar uitzonde ringen na, elkander steunen al is dan ook officieel geen overeenkomst gesloten, doch in verschillende districten hebben de Vrijz. Democraten tegencandidaten gesteld in vrij-liberale vacatures en omgekeerd. Van eonige samenwerking, die aan de vrijzinnige beginselen den zegen zou kunnen bezorgen is geen sprake. Zelfs zijn er districten waarin togen den candidaat der rechterzijde dri6 of meer linksche candidaten zijn ge steld. In Leiden heeft men zelfs vijf can didaten der linkerzijde tegen één candidaat der kerkelijken. Van deze verdeeldheid moet wel een groote stemmenversnippering links het gevolg zijn. Geen wonder, dat er over 't algemeen dan ook niet veel geestdrift wordt opge merkt bij de vrijzinnigen, ofschoon ook bij rechts niet dat enthusiasme wordt ge vonden hetwelk vorige verkiezingen wel kenmerkte. —o—o—o— Met groote ceremonieel heeft Zaterdag j.l. in de residentie de doopplechtigheid voor prinses Juliana plaats gehad. We kunnen daarover geen verslag geven, hoewel de bladen oub reeds vooruit een uitvoerig progiamma van de plechtigheid brachten. De jongeborene schijnt het heel goed te maken en te oordeelen naar de portretten die er bij duizendtallen van verspreid worden is het een mollig gezond kind. H. M. de Koningin is weer in zoover hersteld, dat ze zelf reeds in de afgeloopen week het feest dat te ScheveniDgen ter eere der geboren prinses gegeven werd kon bijwonen. Dat het Haar aan talrijke bewijzen van blijdschap en liefde niet ont broken heeft bij Haar bezoek aan de feestvierende badplaats is te begrijpen. Voor den prins was de afgeloopen week een vrjj drukke. Niet alleen had hij de taak van gastheer te vervullen en moest hij de verschillende vorstelijke personen, die den doop der prinses kwamen bijwo nen, ontvangen, doch ook had hij de voorzitterstaak te vervullen op het internationale koloniale congres dat in de hofstad werd gehouden. Een congres waarop verschillende koloniale aangelegenheden behandeld werden. Tot onzen spijt laat onze ruimte niet toe hiervan uitvoerig melding te maken en evenmin van het groote landhuishuishoudkundig congres dat te Hoorn werd gehouden en zooals ieder jaar ook thaDS weder in breeden kring belang stelling vermocht te trekken- Ook zouden we als de ruimte zulks toeliet gaarne eenige bijzonderheden mede- deelen over de Woensdag te Amsterdam gehouden algemeene vergadering van de Maatschappij tot Nut van 't Algemeen. We vermelden er nu alleen van dat o. a. besloten werd een subsidie van f 1000 te verleenen aan het hoofdbestuur van den Bond voor lichamelijke opvoeding, voor het steunen van een cursus tot opleiding van onderwijzers en onderwijzeressen van open bare en bijzondere scholen tot spelleider bij de openluchtspelen. Deze cursus zal van 3 tot 17 Augustus dit jaar te Breda worden gehouden. Het groote nutvaneendergelijken cursus behoeft hier niet aangetoond te worden en dat dan ook door de Maat schappij met bijna algemeene stemmen tot steun besloten wordt bewijst dat dit nut ook door haar ingezien werd. —o—o—o— De financieele commissie uit den Duit- schen Rijksdag is thans ook met vacantie en heeft den kanselier een lijstje voorgelegd van een aantal belastinghervormingen waardoor het hem mogelijk zal zijn de meerdere 500 miljoen binnen te halen. Had de commissie ongeveer een half jaar werk om de eerste 8 punten van het her- vormingsprogram te ontwerpen met de laatste 7 wist ze het gauwer, zelfs in twee weken klaar te spelen. Dat komt echter niet van de groote eenstemmigheid der 'commissie, integendeel van de groote ver deeldheid, die zóó hoog liep dat denationaal- libernlo leden der commissie het bjjltje er bjj neerlegden en de hervormingsvoorbe reiding overlieten aan de conservatieven. En nu deze daardoor de handen vrij hadden konden ze in een vloek en een zucht een aantal punten aan het programma toe voegen. Meerendeels betreft het voorstellen tot belastingverhooging op artikelen van dagelijksch gebruik zoodat de agrariërs en conservatieven er niet het minst aan toe zijn. Nog steeds blijft intusschen de vraag op den voorgrond treden, wat Von Bulow thans zal doen. Het bloc schijnt nu wel voor goed dood te zijn, waar de conserva tieven met het Centrum onder één hoedje spelen en bij de geheele behandeling een houding aangenomen hebben alsof er geen bloc bestond, Wel tracht Von Bulow nog de scheuren van het bloc te lijmen, doch er [zal wel niet veel kans bestaan dat hem dit, na alles wat er voorgevallen is, gelukken zal. Wat zal de kanselier nu doen als hij zijn bloc niet meer bijeen kan houden Zal hij zich aan de conservatieven en het Centrum gevangen geven Vragen waarop we nog eerst het antwoord schuldig moeten blijven, temeer waar de berichten in de Duitsche bladen lang niet met elkaar overeenstemmen. Zoo wordt gemeld, dat Von Bulow beslist de erfenisbelasting zal handhaven, maar tegelijk van andere zijde dat hij zich naar de wenschen der conser vatieven zal richten. Afwachten is vooreerst nog de boodschap. o—o o— In de Belgische Kamer is in de afgeloopen week een interpellatie gehouden over het feit dat Koning Leopold bezig is zijn kunst schatten naar het buitenland te verkoopen. Dat vonden een paar sociaal-democratische afgevaardigden niet zooals het behoorde en ongetwijfeld is er veel te zeggen voor de stelling dat een vorst zijn volk niet voor mag gaan in het verkwanselen van kunst schatten die de roem des lands zijn. Uit moreel oogpunt is een afkeuring van Koning Leopold's handelwijze dan ook begrijpelijk. Een andere vraag is evenwei of een regee ring den vorst verbieden kan zijn particu liere eigendommen naar het buitenland te verkoopen. De minister van kunsten meende dat de regeering daartoe geenszins het recht had, zoodat hij dan ook geen toezegging kan doen een desbetreffend wets ontwerp voor te stellen. Een andere interpellatie van meer belang werd eveneens in de Belgische Kamer ge houden. Er werd n.l. geïnterpelleerd over de Belgische legerkwestie, een kwestie waarover al even als bij ons de meeningen daar zeer uiteenloopen. In November van het vorig jaar werd door minister Hellebout aangetoond in de Kamer, dat de toestand van het leger heel wat te wenschen over liet. Noch in vredes- nog in oorlogstijd zou naar de minister beweerde de sterkte van het leger voldoende zijn en hij wist geen anderen weg ter verbetering aan te wijzen dan die van algemeen persoonlijken dienstplicht. Daarvan wilde evenwel de Kamermeerderheid niets weten, maar ómdat er toch iets gedaan moest worden werd een commissie van onderzoek benoemd. Eigenaardig evenwel dat in het rapport dezer commissie tot dezelfde conclusie werd gekomen als waartoe de minister kwam. Van vrijzinnige zijde nu werd in de afgeloopen week een interpellatie over de kwestie gehouden en ze werd met belang stelling tegemoet gezien omdat bekend is, dat het Belgische Kabinet lang niet eens gezind is omtrent het leger vraagstuk. Ver wacht werd dat daarover wel het een en ander gezegd zou worden. Doch dat was misgerekend. De minister antwoordde op do interpellatie met de toezegging dat binnenkort een wetsontwerp zal worden ingediend. Het Belgische volk nroet dus nog wat geduld oefenen, maar dat het met belangstelling het toegezegde ontwerp tegemoet ziet, is licht te begrijpen. TEXEL, 9 JUNI 1909. De vierde Lamnierenmarkt. De vierde lammerenmarkt gaf geen stof tot juichen, de aanvoer was weder ruim 5000 a 6000 stuks, doch de handel was zeer stug. De prijzen liepen zelfs bij den vorigen marktdag terug en een gemiddelde prijs van zeven gulden is niet onmogelijk de schatting. Niet alles werd verkocht en niet onmogelijk zou nog wel meer mede huiswaarts zijn genomen, indien de landerijen voor het vee meer voedsel boden. Dat is echter niet het geval en een gevolg hiervan is dat tot lage prijzen het vee moet worden van de hand gedaan. Voor meer dan een zal h9t een moeie- lijke zaak worden om de balans in evenwicht te houden. Naar wij met zekerheid vernemen heeft de heer Dikkers ontslag als lid van den Gemeenteraad alhier genomen, zoodat bij de periodieke verkiezing van leden voor den Gemeenteraad, ook in deze vacature zal moeten worden voor zien. Oudeschild, 7 Juni. Zaterdag j.l. werd in de Zeven Pro vinciën alhier eene politieke rede ge houden door den Weledelgestrengen heer M. Wijt te Helder. Te ongeveer 8,15 opent de heer J. de Jongh, voorzitter der Liberale Kiesver- eeniging te Texel met een woord van welkom aan allen, maar in het bijzonder aan den Spr. van dien avond de vrij talrijk bezochte bijeenkomst. Hierna verkrijgt de Spr. dadelijk het woord. ZEd. zegt zich in hoofdzaak te zullen bepalen tot de beginselen van de 4 gestelde candidaten de heeren de Mees ter, Thomassen, Staalman en Fokkens en begint met te bepleiten, dat de positie van den heer Staalman eene geheel andere is, dan 4 jaar geleden, toen waren er 6 candidaten van de christelijk- democratische partij, thans stond hij geheel alleen, wel is waar in verschillende districten gecandidateerd, doch welke candidaturen 1 Juni j.l. door hem op verzoek der coalitie zijn ingetrokken, met uitzondering van den Helder, waar door ZEd. op den steun van R. C. en antirevolutionairen in dat district kan rekenen. Hierdoor is deze candidaat geheel a3n banden gelegd en onder den druk der coalitie gekomen, wat door hem in Extra Tijding nog wordt betwist. Daarin beweert ZEd. nog zijne zelf standigheid te behouden. Voor de vrijzinnigen gaat de strijd tegen de coalitie en de leuze is weder voor of tegen de antithese. Met verschillende aanhalingen bewijst Spr., dat die antithese nog wel degelijk bestaat en dat zij is„het cement der coalitie". Dr Kuyper beweert, dat de vrijzinnigen worden voortgedreven door de sociaal democratie, wat vrijwel overeenkomt met de bewering van den hr. Thomassen. Dit noemde Spr. een besliste onwaarheid. Sedert het ministerie Thorbecke (1848) hebben de vrijzinnigen, vooral op be lastinggebied veel gedaan tot verlichting der minderbedeelden. Langzameihand is de S. D. partij meer genaderd tot de vrijzinnige partijen; de groote meerder heid dier partij wilde niets meer weten van de oorspronkelijke ideën der eerste oprichters. De leus der vrijzinnigen is „de Godsdienst niet. in dienst der staatkunde. Wat de Chr. Hist, partij betreft, deze behoort geheel tot de coalitie, en de gestelde candidaat de heer Fokkens, had in den loop der afgeloopen -r TEXELSCHE COURANT

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1909 | | pagina 1