2270.
Donderdag 1 Juli 1909
22ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tot week.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der uitgave
Texel, den 25 Juni 1909.
TEXELSCHE COURANT
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden-
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 15 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentièti.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE R O O IJ, ParkstraatBurg op Texel.
JACHT.
De Burgemeester brengt ter openbare
kennis, dat de volgende publicatie is
aangeplakt.
De Commissaris der Koningin in de
Provincie Noord-Holland.
Gelezen het besluit van Gedeputeerde
Staten dier provincie dd. 16 Juni 1909,
no. 19
Gelet op art. 11 der „Jachtwet;"
Brengt ter kennis van belanghebbenden:
dat de jacht op watenoild in dit gewest
zal worden geopend als volgt
in den kring, begrepen binnen den
Westfrieschen omringdijk, in de ge
meente Petten, in de gemeente Callants-
oog, alsmede in het gedeelte van den
polder het Koegras, gelegen onder de ge
meente Helder, op Zaterdag 17 Juli
1909, met zonsopgang
op het eiland Texel, met uitzondering
van den polder Eijerland, op Zaterdag
14 Augustus 1909, met zonsopgang, en
in de overige deelen der provincie,
dus ook in den polder Eijerland op Texel,
op Zaterdag 31 Juli 1909, met zons
opgang.
En zal deze in het Provinciaal Blad
worden geplaatst en voorts in elke ge
meente van NoordhollaDd worden aan
geplakt.
Haarlem, 19 Juni 1909.
De Commissaris der Koningin vnd.
VAN TIENHOVEN.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
OEFENING KRANDWEER.
Burgemeester en Wethouders van Texel;
Gelet op art. 8 der verordening rege
lende de inrichting van de Brandweer;
maken bekend, dat op Zaterdag den
3 Juli 1909 des namiddags to zeven en
half ure eene oefening zal worden
gehouden met de te den Hoorn gestati-
oneeide brandspuiten
en worden mitsdien de dienstplichtigen
bij die brandspuiten daartoe opgeroepen
en hierbij aangezegd op tijd als hierboven
genoemd bij het brandspuithuisje te den
Hoorn alhier aanwezig te zijn.
Onder die dienstplichtigen bij die brand
spuiten worden verstaan
dc pompers bij de zuigpomp
de manschappen bij dc malmirum
dc manschappen bij dc perspomp;
dc rcservc-perspompcrs
dc pijplijdcrs;
de reperatcurs
dc lapznkdragers
de lantaarndragers
do manschappen bij dc geredde goedoren
de manschappen bij dc brandbeken en zeilen
benevens dc npperporders en porders.
alle nfdeelingen met hunne commandeurs en
plaatsvervangende commandeurs.
De dienstplichtigen worden bierbij tevens her
innerd aan artt. 9 en 10 der brandweervcrorde-
ning, alsmede aan art. 245 dcralgemcene politie
verordening, luidende dit art. nis volgt
«De brandweerpliobtigen zyn gehouden bij brand
of oefening de bevolen, Bun gegeven door den
brandmeester of door do andere boven hen gcsteldo
personen, stipt en onmiddelijk te volbrengen.
/.ij zorgen bij oefeningen op den bcpnalden tijd
en bij brand na de gedane oproeping op bun post
aanwezig te zijn en mogen dio zonder geldige
redenen niet verlaten, dan met goedvinden
bunnor superieuren."
Overlreding van dit artikel wordt gestraft met
een geldboolo van ten boogsto f 25, subsidair G
dagen hechtenis.
Texel, don 29 Juni 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
HIDDINGH.
Do Secretaris RUIBING.
STEMMING voor den Gemeenteraad.
Do Burgemeester der Gemeente Texel
brengt ter openbare kennis dat op Donderdag'
den 8 Jali aanstaande, van dos morgens
acht tot des namiddags vijf uren de stem
ming zal geschieden ter vervulling van drie
plaatsen in den Gemeenteraad, wegens peri
odieke aftreding van de heeren D. C. Dros,
J. 8. Dijt en H. W. Kecsorn.
De candidaten, in alphabetische volgorde,
zijn
BAKKER, D. (Pz.)
DROS, D. C.
DIJT, J. S
KEESOM, H. W.
KEIJSER, C. S. (Cz.)
Tevens wordt do aandacht gevestigd op
art. 128 van het Wetboek van Strairecht,
luidende
„Hij, die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende aan eene krachtens wettelijk
voorschriil uitgeschreven verkiezing deel
neemt, wordt gestratt met gevangenisstraf
van ten hoogste EEN JAAR."
Texel, den 29 Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
W. F. HIDDINGH.
Ter-visie-ligging opgaven van Candidaten.
De Burgemeester der Gemeente Texel
maakt bekend
dat de bij hem ingeleverde opgaven van
Candidaten voor de op heden gehouden
verkiezing, tor vervulling van drie plaatsen
in den gemeenteraad, evenals het door
hem opgemaakte proces-verbaal vausluiting
der candidatenlijst, ter Gemeentesecretarie
voor eon ieder ter inzage liggen
dat afschriften dier stukken aangeplakt
en tegen betaling der kosten verkrijgbaar
zijn.
Texel, den 29 Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
STEMMING, voor don Gemeenteraad.
Do Burgemeester der Gemeente Texel
brengt ter openbare kenDis, dat op Donder
dag den S Juli aanstaande, van des mor
gens acht tot des namiddags vijf uur, de
stemming zal geschieden ter vervulling
van een plaats in den Gemeenteraad wegens
vacature ontstaan door do ontslagnoming
van den heer G. J. O. D. Dikkere.
De candidaten in alphabetische volgorde,
zijn:
KIKKERT, J. (P.Pz.)
SCHAREN BURG, VAN C. L.
Tovons wordt de aandacht gevestigd op
artikel 128 van het Wetboek van Strafrecht
luidende
„Hij die opzettelijk zich voor een ander
uitgevende aan een krachtens wettelijk
vootschrilt uitgeschreven verkiezing deel
neemt wordt gestralt met gevangenisstraf
van ten hoogste EEN JAAR."
Texel, den 29 Juni 1909.
De Burgemeester voornoemd,
HIDDINGH.
Tcr-visie-ligging opgaven van Candidaten.
De Burgemeester der Geoieente Texel
maakt bekend
dat de bij hem ingeleverde opgaven van
Caudidaten voor do op heden gehouden
verkiezing, tei vervulling vau een plaats
in den Gemecntoraad, evenals het door hem
opgemaakte proces-verbaal van sluiting dor
candidatenlijst, ter Gemeentesecretarie voor
eon ieder ter inzage liggen
dat afschriften dier stukken aanplakt
en togen betaling der kosten verkrijgbaar
zijn.
Texel, den 29 Juni 1909.
Do Burgemeester voornoemd,
UIDDING1I.
19 Juni26 Juni.
De eindbeslissing is gevallen. De her
stemmingen voor de Tweede Kamer hebben
plaats gehad en zooals we verwacht hadden
is de rechterzijde opnieuw zegevierend uit
het strjjdpork to voorschijn getreden.
Het woord is thans aan het ministerie.
Ze heeft een Kamermeerderheid achter zich
waar mee ze alles zal kunnen doen. Met
belangstelling vraagt menigeen zich dan ook
af wat de komende vierjarige periode op
wetgevend gebied zal brengen. Ook wordt
van verschillende kanten de vraag gehoord
of Dr. Kuyper nu diens partij zoo vooruit-
geschoten is aanspraken zal laten gelden
op een ministerszetel of dat hij buiten
het kabinet staande aan deze den weg zal
voorteekenen.
Zooals te begrijpen is loonen de organen
der linkerpartijen zich nog al teleurgesteld,
terwijl daartegenover die van rechts in het
teeken van de vreugde staan.
—o—o—o—
In de afgeloopen week werden we weder
eens aan de Venezolaansche kwestie her
innerd. Vrij onverwacht kwam dezer dagen
bericht uit Caracas, dat de Venezolaansche
regeering een einde had gemaakt aan de
zending van Dr. Paul als gezant der repu
bliek te 's Gravenhage. Aanvankelijk was
niet duidelijk- waaraan dit te wijten was en
zelfs liepen er al geruchten dat het bewind
in Venezuela weder op het punt stond door
ex-president Castro in handen te worden
genomen. Thans is evenwel bekend ge
worden dat het ontslag van Dr. Paul in
nauw verband staat met hetgeen in de
laatst daaraan voorafgaande weken tusschen
onze regeering en die van Venezuela is
voorgevallen en wat nog meer zegt dat het
op 19 April jl. geteekend protocol door
onzen minister van buitenlandsche zaken
en Dr. Paul buiten werking geraakt en
van nadere beslissingen afhankelijk gewor
den is.
Volgens genoemd protocol zouden de
diplomatieke betrekkingen tusschen ons
land en Venezuela vanaf den dag der
onderteekening hersteld worden. Wel zou
het protocol nader aan de bekrachtiging
der bevoegde overheden onderworpen wor
den, doch Dr. Paul gaf de stellige verze
kering dat dit slechts een bloote formaliteit
was en van een ratificatie door het congres
(het wetgevend lichaam) geen sprake zou
zijn. Onze regeering had geen bezwaar
het protocol te teekenen en meende dat
daarmede de zaak beslist was. In Mei j.l.
evenwel kwam een schrijven in van Dr.
Paul dat zijn regeering bezwaar maakte
tegen de onveranderde goedkeuring van
het protocol inzonderheid wat de voor do
Ned. Antillen bedongen ontheffing der 30%
additioneele rechten betreft, rechten welke
thans door de Venezolaansche regeering
worden geheven. Alleen wanneer daarvoor
tegenconcessies werden gesteld kon Vene
zuela daarop ingaan. Daartegen had onze
regeering ernstig bezwaar inzonderheid na
de stellige verklaringen van Dr. Paul,
waardoor ze vermeende dat het protocol
aanvaard was en ze bracht dit èn de regee
ring te Caracas èn Dr. Paul onder 't oog.
Uit Venezuela kwam toen het bericht dat
de president het protocol geratifieerd had,
doch dat dit nader zou worden onderwor
pen aan de goedkeuring van het Congres.
Daar dit geheel en al niet o vereenkwam
met de stellige verklaringen van Dr. Paul
wilde onze regeering zooals te begrijpen
is met dezen niets meer te doen hebben,
waarop het officieele bericht uit Caracas
kwam dat Dr. Paul als gezant ontslagen
was, omdat hij als onderhandelaar met de
Nederlandsche en Frausche regeering zijn
volmacht had overschreden. Tevens werd
gemeld dat de nieuwe zaakgelastigde der
Venezolaansche regeering den 23 dezer van
Venezuela naar Europa zal vertrekken.
Zoo zijn we met Venezuela thans nog
even ver als weken geleden voor de komst
van Dr. Paul. Het protocol dat in ons land
met algemeene instemming werd begroet
is buiten werking gesteld en de diploma
tieke betrekkingen tusschen Den Haag en
Caracas zijn opnieuw verbroken.
Wel is een nieuwe onderhaudeling op
komst, maar men zal wellicht vau voren
af aan moeten onderhandelen. Onze regee-
ring die in de dagen der Venezolaansche
kwestie zoo goed geduld wist te oefenen
zal thans weder haar ziel in lijdzaamheid
moeten bezitten. De Venezolaansche diplo
matie heeft intusschen zich opnieuw van
haar slechten kant laten zien.
—o—o—o—
Het begint er voor den Duitschen rijks
kanselier niet rooskleurig uit te zien. In
de afgeloopen week is de behandeling van
de verschillende voorstellen tot hervorming
der rijksfinanciën aangevangen en Von
Bulow en zijn regeering hebben gevoelige
verliezen geleden. Het nieuwe bloc van
conservatieven en liberalen heeft de meer
derheid in het parlement en zet zijn wil
zonder bedenking door. Zoo werd begonnen
met het aannemen van de door de regeering
ontraadde effectenlielasting en die op de
waardevermeerdering van onroerende goe
deren. Trots allen tegenstand van regeering,
nationalen, liberalen en vrijzinnigen werden
beide voorstellen aangenomen. Maar wat
nog bedenkelijker is, dat is het verwerpen
van de door de regeering voorgestelde
successiebelasting Von Bulow heeft uit
drukkelijk verklaard dat ze deze belasting
niet los wenscht te laten en toch hebben
de conservatieven en het centrum haar
eenvoudig verworpen. Zelfs de titel werd
verworpen en daardoor behoefde aan een
behandeling in derde lezing niet te worden
gedacht. Zoo staat de rijkskanselier thans
voor het feit, dat hij zoo'n langen tijd op
allerlei wijze en met allerlei geschipper
heeft trachten te voorkomen. De vraag is
nu wat zal er gebeuren De nederlaag
der regeering is van dien aard dat ze daar
maar niet zoo over heen zal kunnen glijden.
Op het oogenblik dat wij dit schrijven
is de kanselier op weg naar den Keizer.
Zal het zijn om dezen te overtuigen dat
het oogenblik van zijn heengaan gekomen
is Zal het misschien zijn om een Rijks
dagontbinding te bepleiten, 't Antwoord op
deze vragen kunnen we thans nog niet
mededeelen. Waarschijnlijk dat we in ons
volgend overzicht wel meer kunnen melden.
Want dat men bij onze Oostelijke buren
voor gewichtige gebeurtenissen staat is vrij
zeker, nu voldoende gebleken is, dat het
centrum en de conservatieven, die hand
aan hand gaan, de meerderheid in den
Rijksdag kunnen halen.
—0—0—9—
De Kretenser kwestie waarover we onlangs
het een en ander mededeelde schijnt inder
daad een kwestie te zullen worden.
Men weet dat Kreta slechts een ideaal
heeft n.l. vereeniging met Griekenland,
doch dat Turkije met alle beslistheid wei
gert zijn rechten op Kreta prijs te geven.
De Kretensers laten zich blijkbaar door die
houding niet uit veld slaan doch ze zetten
zich schrap. Het voorloopig bestuur van
het eiland heeft niet alleen de Kretensische
militie slagvaardig gemaakt, doch heeft zelfs
vijf batterijen bcrggeschut uit het buiten
land laten aanrukken. Natuurlijk zal ze
daardoor het veel sterkere Turksche leger
niet kunnen weerstaan, doch ze vertrouwd
waarschijnlijk op de hulp van Griekenland,
heeft wellicht daarmee een afspraakje, en
hoopt mogelijk ook op de oneenigheid der
beschermende mogendheden, die het over
het lot van Kreta schijnbaar nog lang niet
eens zijn.
Turkije blijft evenwel ook niet werkeloos
toezien en tal van maatregelen de laatste
dagen voor de Turksche marine en het
leger getroffen wijzen daar vrij duidelijk
op. De geheele vloot zal in de buurt van
Smyrna een demonstratie houden en aan
de Grieksch Turksche grenzen worden
met groote haast de garnizoenen versterkt
en de verdedigingswerken zooveel mogelijk
verbeterd.
De kwestie heeft ook in het Turksche
parlement een onderwerp van bespreking
uitgemaakt. En bij die behandeling is
overduidelijk gebleken hoe het geheele
parlement de kwestie als een nationale
eerezaak beschouwt. Afstand van Kreta
anders dan langs den weg van geweld zou
het parlement een vernedering voor Turkije
achten. Aan het slot der vergadering werd
dan ook een motie aangenomen luidende:
„Wij hebben maatregelen genomen ter
„verdediging van onze rechten op Kreta.
„Wij zijn weliswaar vredelievend gezind
„maar zullen desondanks niet aarzelen
„onze toevlucht te nemen tot geweld,
„wanneer onze rechten worden aangerand."
Dat is duidelijk genoeg gezegd. Met
belangstelling mag men dan ook nadere
berichten omtrent deze kwestie tegemoet
zien. —0—0 0