N° 2272.
Donderdag 8 Juli 1909.
228te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der nitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIJËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANÖEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel.
26 Juni—3 Juli.
Behalve tal van verkiezingsnaklanken
uit den aard der zaak verschillend van
toonaard, kwamen in de afgeloopen week
hoogopklinkende feestklanken om onze
aandacht vragen. De feestklanken uit
Gruno's veste n.l. bedoelen wij. Zoo ooit
dan heeft Groningen of beter gezegd,
de Groninger universiteit dit jaar haar
lustrumfeesten op schitterende wijze ge
vierd. En geen wonder, want met de
lustrumfeesten viel samen de plechtige
inwijding van 't nieuwe universiteitsgebouw
en deze inwijding werd bijgewoond door
de Koningin-Moeder en Piins Hendrik.
De stad was prachtig versierd hier en
daar zelfs sprookjesachtig mooi. Van heinde
en ver kwamen de duizenden feestgangers,
reünisten, deputaties van de andere uni
versiteiten, genoodigden en voorts een
breede breede schare belangstellenden en
nieuwsgierigen. De afgeloopen week was
voor Groningen dan ook een rechte feest-
week, temeer waar behalve de inwijdings-
en studentenfeesten ook tal van andere
feestelijkheden door de burgerij waren
georganiseerd.
't Was voor Groningen dan ook wel een
feit van groote beteekenis het feit dat aan
leiding tot zooveel feestbetoon gaf. Bijna
3 jaren geleden 3D Aug. 1906 werd
het oude academiegebouw door een onvoor
zichtigheid van een loodgieter in asch
gelegd, een brand waarbij groote kostbare
verzamelingen een prooi der vlammen
werden. Dat was een harde slag voor
Groningen, dat steeds zoo trotsch was
geweest op de beroemde inrichting die zijn
licht der wetenschap in alle richtingen
reeds zoo lange jaren had doen schijnen.
Lange jaren voorwaar, als we weten dat
de oprichting der Groningsche academie
dateert van 23 Aug. 1614. De neerslach
tigheid die de academiebrand in 1906 volgde
vond mede haar oorzaak in de geruchten
dat de universiteit niet herbouwd zou
worden. Die vrees werd 6 ven wel beschaamd.
Minister Rink wenschte Groningen zijn aca
demie met wie het samen gegroeid was,
niet te ontnemen en al spoedig na zijn
bezoek aan de stad zelf werd tot den her
bouw besloten. Zoo is er dan een prachtig
trotsch gebouw uit de asch van het oude
verrezen. Een gebouw in Noord Neder-
landschen renaissancestijl welke stijl in
eere was toen het eerste academiegebouw
opgericht werd en voorzien van een 65
Meter hoogen toren, waarvooi Groningen's
burgerij een uurwerk ten geschenke gaf.
Dat het geheel een prachtstuk van archi-
tectionische kunst en de inrichting in een
woord vorstelijk is, behoeven we zeker
niet te vermelden.
't Ligt niet in onze bedoeling trouwens
onze ruimte laat zulks ook niet toe, in
bijzonderheden te treden over de feestelijk
heden die in deze dagon te Groningen plaats
vinden. We schrijven plaats vinden, want
op het oogenblik dat wij dit schrijven is
de feestvreugde nog niet geëindigd. Wat
inzonderheid groote luister bijzette aan
alles was stellig wel de tegenwoordigheid
van do bovengenoemde vorstelijke personen.
De provincie stroomde leeg naar de hoofd
stad mede om de Koningin-Moeder en den
Prins te laten bljjken dat ook in het Noorden
de harten nog warm kloppen voor ons
Vorstenhuis.
Zoo heeft Gruno's veste op schitterende
w\jze feest mogen vieren, een feestviering
eenig in haar soort en daarom te meer
geestdriftig.
Inderdaad een feestweek die bij de
Groningers in gestage en gezegende her
innering zal blijven.
o o—o
Ook van minder aangename dingen dan
van vroolijk feestvieren valt er deze week
te kronieken. Wij hebben in de afgeloopen
week „ons" schandaalzaakje gekregen. Wij
schrijven „ons schandaalzaakje" omdat we
ons tot nog toe zoowat steeds met buiten-
landsche schandaaltjes of schandalen moes
ten „amuseeren." Met name, de Fransche
republiek geeft in den regel nogal wat op
dit gebied te „genieten". We hebben er
thans eens zelf eene en nog wel eene
waarin niemand minder dan de oud-minis
ter Dr. Kuyper als hoofdpersoon betrokken
is. In 't kort samengevat komt de zaak
hierop neer dat door Mr. Tideman in een
verkiezingsmeeting in het district Ommen
de beschuldiging was uitgesproken dat
Dr. Kuyper in 1903 toen hij minister
president was, een „lintje" zou hebben
bezorgd aan een zekeren heer Lehmann, die
daarvoor aan het fonds voor de kamerver
kiezing een douceurtje van f 7000 zou
hebben gegeven. Een medewerker van
het „Volk" heeft nu voor eenige dagen
Mr. Tideman opgezocht en deze heeft
verschillende documenten vertoond die de
beschuldiging waar moeten maken. Als
tusschenpersoon zou de liefhebber voor
het „lintje" zich bediend hebben van een
zekere juffrouw Westmeijer een vriendin
van den minister, die op financieel gebied
nogal wat voor verschillende doeleinden
wist bijeen te brengen. De heer Lehmann die
blijkbaar goed in de duiten zit, beloonde
de juffrouw voor haar tusschenkomst.
Verder zegt het verhaal dat de juffrouw
pogingen aanwendde om een lintje te
krijgen voor een broer van den heer
Lehman en dat zij kort daarvoor f 11000
aan Dr. Kuyper afdroeg voor't verkiezings
fonds.
Zooals men zieteen ernstige beschul
diging is het die hier tegen Dr. Kuyper
ingebracht wordt en dat daarover thans
heel wat stof opgejaagd wordt is tebegrijpen.
De beschuldigde heeft evenwel in de
„Standaard" een andere lezing van de
zaken gegeven dan Mr. Tideman. Deze zegt
dat in 1902 wel een aanzoek om een
decoratie was gedaan, maar deze door hem
afgewezen werd. Van geldaanbod werd
met geen enkel woord gerept. Anderhalf
jaar later bleek hetdat de consul-generaal
van Griekenland de heer Lehmann zich
verdienstelijk had gemaakt in nationalen
zin en deze toen voorgedragen is voor een
decoratie in de Or.de van Oranje-Nassau.
Na deze decoratie is door Dr. Kuyper niets
ontvangen voor zichzelf of een verkiezings
actie onder wat vorm ook. Zooals de
consul-generaal de gewoonte had en nog
heeft werd in 1904 door hem tweemaal
f 2000 ter beschikking van de verkiezings
actie gesteld. Wat het bedrag van f 16000
betreft deelt Dr. Kuyper mede dat dit geld
bijeengezameld was door mej. Westmeijer
bij onderscheidene personen en dus niet
afkomstig is van den heer Lehmann.
Zooals uit 't bovenstaande blijkt ontkent
Dr. Kuyper niet het feit dat de heer
Lehmann een lintje kreeg en ook niet dat
deze geld - geen f 7000 doch tweemaal
f 2000— voor de verkiezingsactie gaf. Even
wel ontkent hij beslist dat er tusschen
die beide feiten eenig verband zou bestaan.
Blijkens de uitlatingen in verschillende
partijorganen der linkerzijde heeft het
verweer van Dr. Kuyper niet volkomen
kunnen bevredigen. Men schijnt er aan
te twijfelen of de verkiezingsgifteu van
den heer Lehmann zijn decoratie niet in de
hand gewerkt hebben. Mogelijk dat Dr. Kuy
per nog met wat pertinenter verklaringen
zal komen, in elk geval gelooven we dat het
onderwerp „ridderorden en verkiezingsgeld
nog wel eenigen tijd aan de orde zal blijven.
—o—o—o—
De beslissing is gevallen. Yon Bulow
is als slachtoffer van de financieele hervor
mingen gevallen. Zooals we in ons vorig
overzicht opmerkten stond het vast dat de
afgeloopen week belangrijke gebeurtenissen
voor ODze Oostelijke buren zou brengen,
öf een kanselierscrisis öf een rijksdagont
binding. Von Bulow heeft tot het laatste
niet kunnen besluiten, mogelijk omdat hij
bij een nieuwe verkiezing een groote voor
uitgang der sociaal-democraten vreesde,
mogelijk ook omdat de Bondsregeering de
noodzakelijkheid van een rijksdagontbinding
niet inzag. Dadelijk na het verwerpen van
de erfenisbelasting heeft de kanselier zich
naar den Keizer begeven om ontslag te
vragen en wel op staanden voet. Dit laatste
wenschte de Keizer niet te doen. Hij ver
zocht Von Bulow zijn ambt te blijven
waarnemen tot na afdoening der financi
eele hervormingen en deze berustte daarin.
Hij zal nu trachten voor zijn land de 500
miljoen extra belasting binnen te halen
op welke wijze moet nog blijken en daarna
het bijltje er bij neer leggen.
In den strijd tegen het Centrum en de
Pruisische jonkers heeft hij het loodje moeten
leggen.
—o—o—o—
De Londensche kiesrechtdames hebben
in de afgeloopen week weder eens van zich
doen spreken. Natuurlijk weer op de be
kende rumoerige revolutionaire wijze.
Nadat ze een propagandameeting gehouden
hadden trokken ze in optocht naar het
parlementsgebouw om de heeren van het
Lagerhuis een groet en de minister-presi
dent Asquith een verzoekschrift te brengen.
Sedert het laatste luidruchtige optreden der
dames op de publieke tribune van het
Lagerhuis worden ze daarin niet geduld
en ze konden derhalve geen toegang krijgen.
Wat natuurlijk aanleiding gaf tot een
betooging in de buurt van het parlements
gebouw een betooging waaraan al spoedig
duizenden deelnamen, meerendeels als
nieuwsgierigen. Toen 't wat al te rumoe
rig werd en enkele dames zich met geweld
toegang wilden verschaffen tot den tempel
van het Lagerhuis sprak de politie
een woordje mee en zooals reeds
meermalen geschiedde moesten een aantal
dames achter slot en grendel worden
gebracht.
Wanneer zullen de suffragettes eens ver
standig worden
—o—o—o—
De Kretenser kwestie begint meer en
meer een ernstig karakter aan te nemen.
We vermeldden reeds dat de Turksche
regeering besloten heeft zich krachtig, des
noods met 't zwaard te verzetten, tegen el,ke
aanranding van de rechten die het op Kreta
meent te hebben. De houding der mogend
heden die wel de troepen zullen terugtrek
ken en daarvoor in de plaats oorlogschepen
zullen zenden, doch overigens het status
quo willen handhaven, schijnt de Jong-
Turksche regeering niet te kunnen bevre
digen. Het heeft meerdere eischen en wel
deze dat de rechten die Turkije in de laatste
jaren, toen het niets in te brengen had,
successievelijk prijs moest geven, weder
aan haar terug zullen komen, nu het
krachtig genoeg is zijn eigen zaken in
orde te brengen. Een tweetal nota's dooi
de Porte aan de vertegenwoordigers der
mogendheden gezonden geven blijk vim
deze zelfbewuste, houding der Jong Turksche
regeering. Wel wordt er nog met de
mogendheden! onderhandeld over de inrich
ting van het bestuur op Kreta, maar 't is
duidelijk gebleken dat Turkije van eenige
concessie ten opzichte van Griekenland
niet te bewegen is. Intusschen komt de
fatale datum waarop de internationale
troepen teruggetrokken moeten worden met
snelle schreden nader en met belangstel
ling wachten we af wat daarna de Kreten-
sers zullen doen. Of ze het zullen wagen
de Grieksche vlag te ontplooien, of Grie
kenland met Turkije om het bezit van
Kreta in het krijt zal treden we weten het
niet, maar na de pertinente verklaringen
te Konstantinopel gegeven kan elk optreden
van Kreta of Griekenland de oorlogsvlam
in het verre Oosten doen oplaaien,
—o—o—o—
De „Koning der Koningen" zooals Moha-
med Ali, de Sjah van Perzië zich op zijn
Zondags laat betitelen, doorleeft in den
laatsten tijd allesbehalve prettige dagen.
De toestand in hef Perzische rijk die al
sedert lang niet heel rooskleurig was is
in de afgeloopen week nog ernstiger en
schier onhoudbaar geworden. Perziê's
geschiedenis over het laatste jaar is bekend.
De grondwet door den vader van den
tegenwoordigen Sjah aan het volk beloofd
is nog altijd niet gekomen. Mohammed
Ali heeft eenvoudig geweigerd de grondwet
af te kondigen, ja deed meer nog; toen
het parlement den heerscher herinneren
durfde aan de gegeven beloften liet hij het
met de kanonnen uiteenjagen. Zoo meende
hij zijn doel te kunnen bereiken n. 1. de
alleenheerschappij over zijn volk te voeren,
zooals zijn vaderen de alleenheerschers
waren geweest maar hij vergat rekening
te houden met den grooten drang naar
vrijheid en hervorming die door het Per
zische volk gevoeld wordt en met de
krachtige partij der hervormingsgezinden,
die onmiddellijk den strijd tegen den despoot
aanbonden om zoo noodig langs den weg
van geweld zich de constitutioneelerechten
te verzekeren. Hun optreden had tengevolge
dat verschillende steden in Noord-Perzië
de zijde der opstandelingen kozen en de
Russische regeering het oogenblik gunstig
achtte van haar „zorg voor de vreemde
lingen" blijk te geven door soldaten over
de grens te brengen en enkele steden te
bezetten. Mohammed Ali gaf daarna de
belofte dat de grondwet aou afgekondigd
worden alsmede voor het bijeenroepen van
het parlement. Het een nog het andere
heeft evenwel tot heden plaats gehad,
naar gemeld wordt als een gevolg van
oneenigheid tusschen den Sjah en zijn
raadslieden. De opstandelingen willen thans
niet langer wachten en in groote scharen
trekken ze op Teheran af met geen ander
doel dan om den Sjah af te zetten. Of
dit echter gelukken zal is nog een andere
vraag omdat de Russische troepen van
plan zijn Teheran te bezetten en tegen
de opstandelingen te verdedigen. Het is
evenwel nog onzeker of de Engelsche
regeering dezen stap der Russische regee
ring zal goedkeuren. Nog maar enkele
dagen geleden moest Rusland beloven de
bezette steden in Noord Perzië te ont
ruimen, doch de omstandigheden zijn zoo
veranderd dat om de ongeregeldheden te
beteugelen en in elk geval de vreemde
lingen te beschermen er nog meer troepen
noodig zullen zijn.
Intusschen is het niet onwaarschijnlijk
dat er in de komende week ernstige dinge n
in het rijk van den „Koning der Koningen"
te gebeuren staan.
TEXELSCHE COURANT.