Binnenland,
Buitenland.
INGEZONDEN STUKKEN.
TEXEL, 7 JULI 1909.
Van voorbije en komende dagen.
De kermisweek is voorbij en daarmede
de kermisvreugde, de kermiswalging,
de kermisonrust, de kermisjammer en
hoe men dit al meer betitelen wil; een
ieder naar dat hij zich voor zoo iets
gestemd gevoeld.
De tijdelijke verblijfplaatsen van won
dere zaken, handigheid, lekkernijen of
meer andere begeerlijkheden zijn weder
vertrokken. De resp. eigenaars van al
die dingen hebben 't alles weer bijeen
gepakt en zullen op andere plaatsen de
zaken weder voortzetten met het oog
op gewin.
Of het gewin hier bevredigend is
geweest? 't Valt zeer te betwijfelen.
Althans het eerste gedeelte van de week
werden niet weinig klaagtoonen gehoord
en 't zal zeer te bezien staan af het
laatste deel van de kermisweek wel
zooveel voordeel heeft opgeleverd, dat
het nadeel van het eerste deel er door
zal zijn gedekt. Wij willen het gaarne
wenschên voor hen, wier bedrijf nu een
maal er op is ingericht om de kermissen
af te reizen voor hun broodje; - zij toch
moeten ook leven, edoch het blijft de
vraag.
Het meest bevredigd zal wel geweest
zijn de Schouwburgdirectie Bakker
een druk bezoek viel aan hare tent ten
deel, zelfs tweemalen had zij een geheel
uitverkocht huis. Voor veel andere
zaken om er jaloersch op te worden.
't Is nu alles voorbij, de huiselijke
rust en de orde, welke in zulk een
tijd veel gevaar loopt, kan weder in
haar goede banen komen, en de opge
wondenheid tot kalmte. Moge de beurs
bij enkelen nog al eene aderlating hebben
ondergaan, laten wij wenschen dat het
bij deze schade zal blijven en geen
andere minaaDgename herinneringen
aan de kermis zullen zijn verbonden,
doch voor velen de kermisviering ook
blijde herinneringen zullen nalaten.
Verder zullen wij er niet over uitweiden.
De markt van Maandag was weder
minder vlug dan den vorigen marktdag.
Ook de besteedde prijzen maakten zulks
duidelijk. Er was nog al weder veel
wolvee aangevoerd, hetwelk er over het
algemeen goed uitzag.
Voor Dinsdag was aan de orde een
vergadering voor den middenstand waar
toe ongeveer 60 a 70 personen waren
opgekomen.
Het hoofddoel der bijeenkomst was
het installeeren van den heer Ruibing,
als leider van het in te stellen onderzoek
naar den toestand van den middenstand
in deze gemeente.
Hoedanig dat onderzoek zal worden
ingesteld, alsmede de redenen welke tot
dat onderzoek aanleiding geven, werd
door den spreker van dezen avond, Mr.
baron van Wijnbergen, uitvoerig uiteen
gezet.
Met nadruk werd gewezen op het
belang eener nauwkeurige invulling van
de vragenlijst welke aan de betrokken
personen zal worden toegezonden, waar
omtrent de grootste geheimhouding werd
toegezegd.
Enkele vragen door aanwezigen gedaan
werden door den spreker beantwoord.
Door den E.A. Heer Burgemeester
werden de naar hier gekomen heeren
der commissie welkom geheeten en bij
de vergadering ingeleid. De bijeenkomst
was ter geschikter tijd geëindigd., Wel
licht vinden wij aanleiding hierop later
nog eens terug te komen.
Voor Donderdag wacht ons de
stemming voor leden van den Gemeen
teraad, waaraan wij bij deze willen her
inneren;— van den uitslag zullen wy
onze lezers zoo spoedig doenlijk mede-
deeling doen.
Oudeschild, 6 Juli.
Het garnalenvisschen is nu geheel
afgeloopen. Sommige schippers hebben
hunne vaartuigjes geheel afgetuigd,
andere gaan er mede te wiermaaien,
terwijl met de grootste vaartuigen de
kustvisscberij wordt uitgeoefend.
Het werk aan den Oostdijk begint
langzamerhand zijne voltooiing te naderen
De kruin van den dyk is aanmerkelijk
opgehoogd en een breede weg met een
flink paardepad in het midden loopt
langs de binnenberm.
Oosterend.
In de kermisweek is op een paar
avonden ook hier weer eens gelegenheid
tot het maken van een dansje geboden,
wat in verscheidene jaren niet gebeurd
was. De oude lust ontwaakte er dooi
en menig getrouwd paar en ook vele
jongeren, hebben zich er mede vermaakt.
Overigens bepaalde de kermis zich tot
straatmuziek.
Den hoorn, 5 Juli
Zaterdagavond werd alhier een oefening
gehouden met de gestationeerde brand
spuit. 't Bleek dat deze lang niet in
orde was. De perspomp en slangen
bleken in zoodanigen staat te zijn, dat
deze spoedig gerepareerd moeten worden.
De meeste brandweerlieden hadden aan
de oproeping gevolg gegeven.
Vlieland.
Vrijdag j.l. werd door de familie Blom
alhier bericht ontvangen, dat het lijk
van den onlangs verongelukten A. Blom
te den Helder was aangespoeld.
Zaterdagavond had hier de begrafenis
plaats onder overgroote belangstelling
van de burgerij.
De stemming voor twee leden van
den gemeenteraad is bepaald op 9 Juli
a s. de herstemming zoo noodig op 20 Juli.
Volgens de „N. R. Ct." heeft de
heer De Meester de verklaring dat hij
voor den Helder opteert kunnen tee
kenen.
De toestand van den patiënt blijft
nog zorgelijk, doch men slaagt er in de
verzwakking met versterkende middelen
te beteugelen.
Een spookhuis.
De gemeente Echteld was sedert eeni-
gen tijd in rep en roer tengevolge van
een spookhuis. We leven immers
in de 20ste eeuwThans is de rust
er weergekeerd want het „spook" is
ontdekt Het was een geit, die, door
de ratten in hare nachtrust gestoord,
haar misnoegen daarover uitte op de
wijze aan hoorndragende dieren eigen,
door namelijk te stooten.
Een lieve jongen.
Te Harlingen kregen twee jongens
ruzie om één cent. De eene ontstak
zoo in woede, dat hij den ander met
een mes in den buik stak. De gewonde
moest direct in het verplegingsgesticht
worden opgenomen.
Panama-hoeden.
Op de Middenstandstentoonstelling te
Amsterdam ziet men eenige dames,
echt West-Indische met eenigszins ge-
kroest haar, bezig met het vlechten van
Panamahoeden.
Over de werkzaamheden vertelt het
„N. v. N." het volgende
De plantvezel waarmede gevlochten
wordt, is het blad van een palm. Zoodra
het blad wit is wordt het afgesneden,
gedroogd, gekookt en als een stuk
waschgoed op de lijn gehangen om nog
maals te drogen en te bleeken. Ver
volgens wordt het boschje dat ontstaan
is, van onderen afgesneden, zoodat men
lange vezels krijgt. Deze vezels, die
opgerold zijn, worden ontrold evenals
moeder de vrouw de banden uithaalt
van uit de wasch komende schorten enz.
Het mes of de nagel van een vinger
snijdt aan weerskanten we zouden zeggen
den zelfkant af, en wat dan overblijft rolt
zich vaD zelf weer op, is souple en lenig
en geschikt voor het vlechtwerk.
Het vlechten van een hoed duurt soms
twee dagen, maar soms ook vijf weken
langer. Dit hangt niet af van de quali-
teit van het materiaal, maar van de
fijnheid.
Wordt, om de uitdrukking nog eens
te bezigen, de zelfkant er juist bij het
kantje afgehaald, dan houdt men grover
vezels over dan wanneer men met dien
zelfkant nog iets van de breedte van
het blad meeneemt. De vezels worden
dan dunner, het vlechten duurt veel
laoger, de hoed is van fijner qualiteit.
Dit is oorzaak dat sommige Panama
hoeden zoo duur zijn.
Wat nieuws.
Om de menschen te trekken beeft een
theaterdirecteur in Scheveningen zoo
lezen we tenminste bekend gemaakt,
dat hij het voornemen heeft gedurende
het seizoen eenige avonden het tooneel
beschikbaar te stellen voor bet publiek
d.w.z. indien iemand lust heeft te zingen
of voor te dragen, kan daartoe gelegen
beid worden gegeven. Reeds hebben
zich eenige lief hebbers, dames en heeren
aangeboden.
't Kan heel aardig wezen, maar ook
heel akelig.
Hoe men in Friesland gras verpacht.
In de gemeente Achtkarspelen (Fr).
hield een notaris deze week grasver
huring. Men bood tegen elkaar op,
zoodat de prijzen enorm hoog liepeD.
Ook de notaris had er zelf perceelen
bij en ook hierbij ging het druk met
verhoogen. Te midden daarvan riep
de notaris „gegund", tot ongenoegen van
de andere bieders. Volgens den notaris
was het door hem gegunde bod hoog
genoeg, en hij maakte er zich verder af
door te zeggen, dat hij de hoogere bie
dingen niet gehoord had.
't Schijnt wel koopmanschap.
In 1898 zei de Staatscommissie, dat
het voor ons land niet doenlijk was een
verplichte verzekering in te voeren met
hulp van den Staat. Staatsbijdrage dus
nihil.
In 1901 zei Minister Lely, dat de Staat
wel kon bijdragen 2 millioen gulden.
In 1905 zei dr. Kuyper, dat de Staat
wel kon bijdragen 6 millioen gulden.
In 1907 zei Mr. Veegens, dat de Staat
wel kon bijdragen6.400.000 gulden.
In 1909 zei Mr. de Meester, dat over
12 a 18 millioen gulden „te denken viel".
In 1909 zei Mr. Goeman Borgesiuste
Rotterdam, dat 14 a 15 millioen gulden
wel te vinden zouden zijn.
Van tioee gelieven en twee laarsjes.
Welk onderhoud er aan vooraf was
gegaan ligt in het duister van den
somberen avond, maar zooveel is
zeker dat toen Donderdagavond een
korporaal van de jagers met zijn dulcenia
in het Voorhout te 's Gravenhage ge
naderd was tot de Kazernestraat, de
juffrouw opeens haar laarsjes uitwierp
en voortijlende op haar kousen, haar
jongen beduusd liet staan. Ook deze
liep een eind voort, aanvankelijk de
laarsjes in den steek latende. Het waren
toch laarsjes om meelij mee te krijgen,
kleurige lichtbruine rijglaarsjes, die daar
zoo wanhopig in regen en wind alleen
in het Voorhout lagen. De jager begreep
dit, keerde naar de bottientjes terug,
raapte ze op en ging er mee zijn meisje
achterna. Treurig stond hij er mee in
iedere hand een, praatte met haar,soeb-
batte met haar om ze toch maar weer
aan te trekken, maar zij bleef gram
storig mokken en hevige verwijten doen
op haar kousen. En dat duurde zoo lang,
zoo lang, dat de enkele voorbijganger er
genoeg van kreeg en korporaal, laarsjes
en meisje aan hun lot overliet. Ze staan
er misschien nog.(N. Ct.)
Een koopje
Eenige maanden geleden vertoefde te
Soerabaja aldus de „Soerabaja Ct."
een Engelschman, die een buiten
gewone kennis schijnt te bezitten van
edelgesteenten. Hij bracht ook een
bezoek aan den juwelierswinkel van
Lim Ting Bo, op Pasar Besar. Daar
viel zijn oog al dadelijk op een brillant
die, naar zijn meening zeer duur moest
zijn. Hij vroeg het kleinood te bezich
tigen, en hoorde tot zijn niet geringe
verwondering, dat de Chinees hem slechts
een prijs van ongeveer f 2800 er yoor
vroeg.
Hoe de Chinees aan deze berekening
kwam vroeg de kenner, waarop hij ten
antwoord kreeg, dat de prijs naar ge
lang van de karats bepaald was.
Nadat de vreemdeling den brillant
bekeken en nogmaalr zorgvuldig onder
zocht had, betaalde hij onmiddellijk,
zonder te bieden, den bedongen prijs.
Het blijkt nu, zegt de „Soer. Ct." dat
deze brillant een buitengewone steen is,
en maar zeer zelden in de mijnen wordt
aangetroffenreeds verscheidene malen
moet zij tegen fancy.prijzen verhandeld
zijn.
Een gevaarlijk zaakje.
Een vreemdsoortig ongeluk wordt uit
Hörde gemeld. Het zekerheidsventiel
van de buisleiding der Hörder fabriek
werkte gisterenavond niet zooals het
moest en liet hoogovengas uitstroomen,
dat in de huizen drong. Een veertigtal
personen werden bewusteloos. Ze werden
onmiddelijk naar bet hospitaal der
fabriek en de twee ziekenhuizen in
Hórde gebracht. De geneesheeren hopen
allen in het leven te zullen behouden.
Een nieuw vrouwenberoep1
Te Parfls heeft zich een nieuw vrou
wenberoep ontwikkeld, dat het opbreken
voor de zomerreis een massa veraange
naamt. Ten einde in een dringende
behoefte te voorzien, vestigde zich te
Parijs een vereeniging van „inpaksters",
met filiaal te Londen. De taak van deze
vrouwen wordt door den naam „pak-
kunstenares" zelf verklaard. Ze verhuren
zich om voor huisgezinnen, die op reis
moeten, al het noodige netjes en voor-
deeüg in te pakken, want daar zijn de
kunstenaressen op afgericht. Ze kunnen
tweemaal zooveel in een koffer bergen
als een nietgetrainde.
De stichtster van het nieuwe beroep,
mejuffrouw Antot, verklaarde aan de
pers, dat zij in den korten tijd van het
bestaan van haar „salon" al evenveel
te doen had als gedurende de tien jaar
van haar beroep als particulier onder
wijzeres. Daar het filiaal in Londen
ook buitengewoon bloeit, denkt zij binnen
kort ook Berlijn gelukkig te gaan maken.
Op het oogenbiik heeft zij 75 „pakdames"
in dienst.
Een proef met den tijd.
Er is al veel geschreven over het,
o.a. in Engeland eenmaal serieus behan
delde denkbeeld om door verzetting der
klokken meer van 't daglicht te profl-
teeren.
In de Yereenigde Staten zal daarmede
nu de eerste ambtelijke proef genomen
worden. In Cincinnatie zullen, te begin
nen met 1 Mei van het volgende jaar,
de klokken een uur vóór gezet worden.
Met 1 October wordt de klok weer op
den juisten tijd gezet. Als de proef het
gewenschte gevolg mocht hebben, zullen
er mettertijd wel meer klokken in den
zomer verzet worden. Als 1
Sluit IJ »an 1
(Buiten verantwoordelijkheid, der Redactie.)
Wat ieder voor zich zelf niet kan,
Dat valt steeds licht, staat man, aan man
Daarom mijn vrienden laat u nian
En sluit u aan
Door aansluiting toch
komt een krachtig geheel
IS i e t ieder voor zich maar elk draag zijn deel,
Ten zegen der menschheid daartoe liefdevol bij;
Dan kunnen wij, sterk, moedig voorwaarts gaan
Daarom Sluit u aan
Ons kruis is niet enkel voor dorp of gemeent,
Neen, waar maar een lijder een zucht
[slaakt of weent,
Daar willen wij helpen
van oord tot oord,
Heel Texel door, zal 't klinken als een
[Zegen, 't woord
't Witte Kruis heeft geholpen
Hier lijden verzacht, daar verkwikking gebracht,
Weer ginder was 't 'n licht in pikdonk'rcn nacht
Mijn vrienden zal 't zod worden.
Blijft niet alléén staan,
Maar Slnit U aan.
Mijnheer de Redacteur
In een tijdschrift vond ik bovenstaand
gedichtje. Wil u wel zoo vriendelijk zijn
dit, ter wille van de goede zaak, in uw
blad op te nemen
't Komt nog zoo dikwijls voor dat ver-
plegingsmaterieel uit het magazijn van het
„Witte Kruis" gevraagd wordt door niet
leden, door menschen aan wie de oprichting
der aldeeling te vergeefs gevraagd is lid
te worden. De een wilde nog maar wachten,
een ander vond het wel aardig, maar zou
't toch maar niet doen, een derde begroot
't jaarlijks te contributeeren, een vierde
bemoeit zich er niet mee (net of ziekte
zich daaraan stoort.)
Maar worden die nalatigen ziek en hebben
ze wat noodig, dan maar gauw zich als
lid aanmelden, dan ben je geholpen, 't Is
voor het bestuur onzer afdeeling dikwijls
een lastig geval, 't Besluit van de algem.
vergadering zegt, dat alleen leden der
afdeeling van het verplegingsmaterieel
gebruik mogen maken en dat men dan
4 weken lid moet zijn. Maar nu wordt
iemand ziek, heelt onmiddellijk bulp noodig,
onmiddellijk! heelt behoefte aan dit of dat,
lydt vreeselijke pijnen zoodat spoedige hulp,
dubbele hulp ismaar men is geen lid
van het „Witte Kruis". Toch maar vragen
„Neen, zegt het besluit der algem. ver
gadering, afblijven; u is geen lid, u krijgt
het nietMgar het bestuur durft zoo hard
niet zijn, kan zoo meedoogenloos niet op
treden. Het „Witte Kruis" is er immers
om te heipon, te verzachten, met het
schoone parool „door allen, voor allen."
Dus toegeven en helpen maar en dan
is er weer een lid bijgekomen. Wij hebben
nog lang geen duizend leden, die moeten
wij minstens hebben, eerder kan men niet
zeggen, dat het „Witte Kruis" in oen
algemeen erkende behoefte voorziet.
Moge bovonstaand gedichtje onverschil
ligen en nalatigen opwekken lid onzer
ntdeeling to worden.
Jloe men lid wordt? O, zoo eenvoudig!
men geoft zich maar op bij oen der be
stuursleden in elk dorp is er oon en aan
den Burg zijn er wel vijf.
't Onderworp is nog lang niet genoog
besproken en beschreven, Mijnhcor do
Redactour, maar ik durf nietrnoer plaats
ruimte van u vragen. Namens het bestuur
zeg ik u dank voor uw belangstellende
welwillendheid.
Hoogachtend,
L. J. KIKKERT, Sccr. dor afd.