N°. 2278,
Donderdag 29 Juli 1909.
228te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tot week
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der nitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurq op Texel.
RAADSVERGADERING.
De Burgemeester der Gemeente Texel;
Gelet op art. 41 der Gemeentewet
Brengt naar aanleiding daarvan, ter
kennis van de ingezetenen, dat eene ver
gadering van den Gemeenteraad is belegd op
Zaterdag den 31 Juli 1909,
des voormiddags te 10 ure in de daarvoor
bestemde zaal ten Raadhuize dezer Ge
meente.
Texel, den 27 Juli 1909.
De Burgemeester van Texel,
W. F. HIDDINGH.
Onderwerpen ter behandeling
BRANDGEVAAR
door het broeien van hooi.
LANDWEER.
16—23 Juli.
Sedert het vertrek van Dr. Kuyper naar
het buitenland en zjjn briefje in de Stan
daard" is men ovei het onderwerp „ver
kiezingsgelden en ridderorden" zoo lang
zamerhand, voorloopig althans, uitgepraat,
maar oen nieuw onderwerp trekt op het
oogenblik alweer de aandacht tot zich. Het
is: „verkiezingsgelden en benoemingen".
Men zou het het tweede, naar wo hopen,
slot-bedrjjl van het Kuypertreurspel kunnen
noemen. Het „Handelsblad" toch bracht
dezer dagen nieuwe onthullingen over den
rol die de verkiezingsgelden heeten gespeeld
te hebben bij de gunstverleningen van
Dr. Kuyper en op de manier waarop men
bij dezen een „persona gratissima" heette
kunnen worden. Thans is het niet een
rijke meneer Lehman die daarbij betrokken
is maar niemand minder dan de deftige
burgemeester van onze deftige residentie,
baron Sweerts de Landas. Het „Handels
blad" wist n.l. te vertellen dat de Haagsche
burgemeester, die overigens als liberaal
bekend staat, gelden gezonden had voor
de partijkas der Anti-Revolutionaire partij
en tengevolge daarvan bij Dr. Kuyper
„persona gratissima" was geworden. Dat
zou op zichzelf nu nog niet zoo heel erg
zijn, maar nu zegt het „Handelsblad" ook
te weten dat door Dr. Kuyper op de re
geering aandrang is uitgeoefend bij de
regeering om baron Sweerts de Landas
te benoemen tot commissaris der Koningin
in Gelderland. Het bewijs daarvoor put
het blad mede uit een artikeltje van de
„Tijd", die nogal oppositie voerde tegen
een mogelijke benoeming van denHaagschen
burgemeester, die indertijd als een ernstige
candidaat voor het gouverneursambt gold
en waarin o. a. gezegd werd dat ze in de
artikelen van de „Standaard" in dezen
Dr. Kuyper een poging zag om een in
de gratie staand personage aan de regeering
op te dringen. Met belangstelling, schreef
het blad af te wachten „of het Ministerie-
Heemskerk zich den onzachten en onrede-
ljjken druk van die zijde zou laten wel
gevallen."
Uit een en ander heeft het „Handelsblad"
een conclusie getrokken, die een nieuwe
beschuldiging inhoudt tegen den leider,der
Anti-Revolutionairen en die tevens den
Haagschen burgervader in staat van beschul
diging stelt. Aan het slot van het artikel
legt het blad aan de regeering eenige vragen
voor dienaangaande o.a. of het waar is dat
inzake de benoeming van den commissaris
der Koningin in Gelderland pressie op haar
is uitgeoefend.
Zooals te begrijpen is, werden deze „ont
hullingen" druk in de pers besproken.
Baron Sweerts de Landas heeft evenwel
op een telegrafische vraag van de „Nieuwe
Courant" geantwoord dat hij met geen
enkel woord op de hatelijke verdachtmaking
wenscht in te gaan.
W\j wenschen op hetgeen thans over de
zaak geschreven is geen enkele conclusie
te bouwen, doch willen afwachten wat
mettertijd als vaststaande kan worden aan
genomen.
—o—o—o—
Uit Plankrijk kwam in de afgeloopen
week plotseling verrassend nieuws, We
hadden naar luid der berichten die meldden
dat de Kamer, Zaterdag met haar arbeid
gereed zou komen, de parlementsleden met
vacantie doen gaan. De heeren zijn echter
nog niet klaar gekomen hoewel het reeds
eenige dagen na den officieelen sluitingsdag
was. Maandag werd opnieuw vergaderd en
het rapport van de Kamercommissie over
den toestand der Fransche marine aan de
orde gesteld. Zooals men weet luidt dit
rapport niet zeer gunstig en moet er heel
wat aan de Fransche marine ontbreken.
Dit gaf aanleiding tot een scherpen aanval
van de oppositie tegen de regeering doch
de wijze waarop de minister van marine,
de heer Picard de sprekers beantwoordde
gaf bevrediging zooals uit de toejuichingen
bleek. Picard is nog maar pas aan het
bewind en scheen van goeden wil te zijn.
Alles zou best afgeloopen zijn en de ge
bruikelijke motie van wantrouwen zou de
regeering niet onthouden zijn als de minister
president Clemenceau niet een zeer onhan
dige redevoering had gehouden waarin hij
persoonlijk den oud-minister Delcassc te
lijf ging en dezen verweet dat hij in de
Marrokokwestie drie jaar geleden de repu
bliek voor de poorten van een oorlog had
gevoerd. Delcassé beet vinnig terug en
het schijnt dat de aanval van Clemenceau
een onaangenamen indruk op de Kamer
had gemaakt want een motie van ver
trouwen werd met groote meerderheid
geweigerd, wat tengevolge had dat het
ministerie aftrad. Een nieuw Kabinet is
intusschen reeds in elkaar gezet. Aan het
hoofd staat de minister Briand terwijl het
meerendeel der leden van het pas afgetreden
ministerie weer zitting hebben gekregen,
—o—o—o
Von Bulow, de gewezen kanselier van
het Duitsche rijk heeft het Berlijnsche stof
van zijn voeten geveegd en is met zijn
gemalin gaan uitrusten van de vermoeie
nissen van den laatsten tijd. Niet als een
eenzame banneling was zijn heengaan,
integendeel zij nafscheid getuigde van eere
en luister. Prachtige geschenken van zijn
Keizer en Bondsregeerders, betuigingen van
dank en goede wenschen van regeerings-
en andere personen ontving de scheidende
kanselier in groote getale. Een schitterend
gezelschap deed den gewezen kanselier
uitgeleide op het Berlijnsche station, dat
hij waarschijnlijk wel niet spoedig weer
betreden zal. Het voornemen van het
echtpaar Bulow moet n.l. wezen de zomer
maanden die nog resten door te brengen
in een villa op Norderney, terwijl ze de
wintermaanden hun intrek zullen nemen
in de villa Malta te Rome. Ook het Ber
lijnsche publiek heeft zich bij het afscheid
van den kanselier niet onbetuigd gelaten.
Geestdriftige ovaties werden ten afscheid
gebracht.
Von Bulow afgereisd. Had hij de
financieele hervorming maar meegenomen,
zullen heel wat Duitschers denken. Want
de gevolgen van de nieuwe belastingen
laten zich thans al gevoelen. Alles wat
geld heeft slaat groote voorraden thee,
lucifers etc. in en de Berlijnsche winkels
moeten in deze artikelen zoowat alle uit
verkocht zijn. 't Is dan ook geen kleinig
heid straks voor een 'n pakje lucifers
precies het dubbele te moeten betalen, dat
het onsje thee straks 'n cent of acht meer
dan thans zal kosten, elke liter bier 40%
in prijs zal stijgen.
„Die neuen Steuern", het aardige cadeautje
van conservatieven en centrum, kunnen
zich nog niet in populariteit verheugen.
Dezer dagen lazen we nog in een Duitsch
blad een versje dat vrij getrouw de stem
ming van het publiek schijnt weer te geven
en dat aldus begint
Macht man im Leben kaum den ersten
[Schritt.
Kriegt man gleich einen Steuerzettel mit,
Der uns begleitet treu dann bis zum
[Grabe
Und schwer belastet uns're Habe
o—o—o
Wat verwacht werd is geschied. Mohamed
Ali, Sjah van Perzië is als slachtoffer van
zijn eigen heerschzuchtige politiek gevallen.
Evenals Abdul Hamid in Turkije een dam
trachtte te werpen in den stroom van
vooruitgang zoo deed ook de Perzische
heerscher. En beiden is het gelukt dien
stroom voor een oogenblik achter den op
geworpen dam in bedwang te houden doch
ook maar voor een oogenblik, want steeds
hooger klom het water totdat de beletselen
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden-
Voor en Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
I Onderzoek geloofsbrieuen nieuw in
komende leden.
II /Aededeelingen. Ingekomen stukken.
III Aanbieding gemeenterekening ouer '08.
IV Goedkeuring rek. Algem. Weeshuis '08.
V Idem rek. Algem. Armbestuur '08.
VI Voorstel tot het doen uan betalingen
uit het fonds uoor onuoorziene uitgauen
begrooting '08.
VII Voorstel tot uerkoop uan grond te den
Hoorn.
VIII ld. tot aankoop uan grond te den Burg
IX ld. tot aankoop uan grond langs den
weg Waal—Oudeschild.
X Voorstel tot uaststelling uan den naam
uan een tweetal straten.
XI Vaststelling koh. schoolg. 3e kw.'09.
XII Benoeming onderwijzeres te de Waal.
XIII Reclames etc. Hoofd. Omsl., dienst '09
Burgemeester en Wethouders der Gemeente Texel
vestigen bij deze de aandacht van de landbouwers
in deze gemeente op de maatregelen van voorzorg,
die naar het oordeel van deskundigen, op ervaring
gegrond kunnen genomen worden tegen het brand
gevaar door broeien van hooi.
In hoofdzaak komt dit oordeel op het volgende
neer
Allereerst, gelijk trouwens algemeen bekend is
is het noodig, dat het gras werkelijk hooi z\j,
alvorens het wordt binnengehaald.
Maar dit is ten opzichte van krachtig hooi niet
genoeg, en bij regenachtig weer ook niet altijd
mogelijk.
Daarom is in de tweede plaats noodig, dat een
behoorlijke hoeveelheid zout in het hooi gestrooid
wordt en lagen oud hooi of stroo er tusschen
worden gebracht.
Zout verhoogt bovendien den smaak van het hooi.
Het oude hooi en vooral het stroo nemen hier
door zeer in voedingswaarde toe.
Beide (het zout en de lagen oud hooi of stroo)
temperen den broei.
In do derde plaats behoort elke hooitas van ten
minste een luchtkanaal te zijn voorzien, dat ge
makkelijk te vervaardigen is van stevige manden
makerstwijgen of van eenig eenvoudig latwerk.
Het is vrij zeker dat zich geen gevaarlijke broei
zal voordoen, waar do drie bovenomschreven
maatregelen zijn genomen.
Ten slotte achten zij het wenschelijk te wijzen
np den inhoud van artikel 158 van het Wetboek
van Strafrecht, waarbij o.a. straf bedreigd is tegen
hem, aan wiens schuld brand is te wijten, on wel:
le. gevangenisstraf of hechtenis van ton hoogste
drie maanden of geldboete van ten hoogste drie
honderd gulden indien daardoor gemeen gevaar
voor goederen ontstaat;2e gevangouisstrat of hech
tenis van ten hoogste zes maanden of geldboete
van ten hoogste driehonderd gulden, indien daar
door levensgevaar voor een ander ontstaat3e
gevangenisstraf of hechtenis van ten hoogste een
jaar, indien het feit iemands dood ten gevolge
heeft.
Texel, den 22 Juli 1909.
Burgemeester en Wethouders voorn.
HIDDINGH.
Do Secretaris RUIBING.
Ovorgang van het Leger naar do Landweer.
De Burgemeester der Gemeente Texel
Gezien het 3do lid van 10 der Landweer-
instructie I
Bicngt ter konnis van belanghebbenden
lo. de dienstplichtigen bij de militie to land,
die in don loop van dit jaar eou achtjarigon dienst
bij de militie bobbon volbrncht of alsnog zullen
volbrengen, dat z\jn in bet algemeen zij, dio
bohooron tot do lichting van 1901 op 1 Augustus a s.
zullen overgaan nnar de Landweer, met uitzonde
ring van bon, die;
a. behooren tot een der bereden korpsen of tot
bet Korps Torpedisten;
b. in het genot zijn van ontheffing van den
werkelijken dienst, om het even of de ontheffing
werd verleend als geestelijke enz., dan wel wegens
kostwinnerschap of om eenige andere reden van
bijzonderen aard
2o. de dienstplichtigen, die uitstel hebben ge
noten van eerste-oefening of van verblijf onder
de wapenen, gaan evenveel jaren later naar de
Landweer over als het uitstel heeft geduurd
vroeger genoten ontheffing rekent echter mede
als diensttijd en brengt alzoo geen vertraging in
den overgang naar de Landweer;
3o. zij, die overgaan naar de Landweer en
binnen het Rijk verblijf houden, moeten zich
vóór 31 Augustus a.s. in persoon aanmelden bij
den Burgemeester hunner woonplaats en bij deze
aanmelding inleveren hun zakboekje met daarin
gehechten verlofpasterwijl zij, die naar de Land
weer overgaan en buiten het Rijk verblijf houden,
zich niet in persoon behoeven aan te melden,
doch alsdan verplicht zijn hun zakboekje met
daarin gehechten verlofpas bij aangeteekenden
brief waarin hun adres buitenslands duidelijk
en volledig moet worden vermeld toe te zenden
aan den Burgemeester hunner laatste woonplaats
binnen het Rijk
4o. zij, die op 1 Augustus a.s. naar de Landweer
overgaan, zijn van dien datum af onderworpen
aan alle voorschriften voer de Landweer gegeven;
Vestigt met nadruk de aandacht op de navol
gende bepalingen der Landweerwet
Artikel 24. De verlofganger van de Landweer
meldt zich binnen dertig dagen na den dag van
zijn overgang naar de Landweer of na dien,
waarop hem de verlofpas is uitgereikt, bij den
Burgemeester zijner woonplaats aan, teneinde deze
den verlofpas, hem bij de Landweer of laatstelijk
bij de militie uitgereikt, voor gezien of opnieuw
voor gezien teekene.
De verlofganger van de Landweer, die buiten
bet Rijk woont of verblijf houdt, of die zich bij
zijn vertrek met verlof buiten het Rijk begeeft,
kan, ter vervulling van de verplichting in het
vorig lid omschreven, binnen den daarin ver
melden termijn zijn verlofpas bij aangeteekenden
brief ter afteekening toezenden aan den Burge
meester zijner laatste woonplaats binnen het
Rijk. De verlofpas wordt hem door dien Burge
meester bij aangeteekenden brief teruggezonden.
Artikel 25. De verlofganger van deLandweer,
die zich in eene andere gemeente gaat vestigen,
geeft daarvan kennis aan den Burgemeester zijner
woonplaats. Binnen dertig dagen na den dag,
waarop hij komt in de gemeente, waarin bij zich
vestigt, meldt hij zich aan bij den Burgemeester
dier gemeente, ten einde deze z\jn verlofpas voor
gezien teekene.
Artikel 27. De verlofganger van de Landweer
mag zich zonder toestemming van Onzen Minister
van Oorlog niet langer dan gedurende een jaar
buitenslands begeven.
Aan den verlofganger van de Landweer, die
niet in verzuim is, wordt deze toestemming,
wanneer zij gevraagd wordt en blijkt noodig te
zijn ter zake van uitoefening van of opleiding
tot landbouw, handel of nijverheid, in gewone
tijden niet geweigerd.
Bij de toestemming kan de verlofganger worden
vrijgesteld van de verplichting tot deelneming
aan de oefeningen in artikel 11 vermeld, tot bet
bijwonen van het bij artikel 29 voorgeschreven
onderzoek en tot het komen in werkelijken dienst
in geval van oorlog, oorlogsgevaar of andere
buitengewone omstandigheden.
Aan de toestemming kunnen overigens zoodanige
voorwaarden worden verbonden, als in hel belang
van den dienst noodig worden geoordeeld.
Artikel 28. De verlofganger van de Landweer
die artikel 24, 25 of 27 niet naleeft, wordt in
werkelijken dienst geroepenen daarin gedurende
ten hoogste een maand gehouden. De duur van
dezen dienst wordt bepaald door OnzeD Minister
van Oorlog, die tevens het korps van het leger
aanwijst waarbij de werkelijke dienst moet worden
vervult.
Zij, die familiebetrekkingen hebben, die in het
buitenland verblijf houden en in de termen
vallen van overgang naar de Landweer, worden
uitgenoodigd belanghebbenden te herinneren aan
de bopaling van artikel 24 bovengenoemd.
Texel, den 22 Juli 1909.
De Burgemeester voornoomd,
HIDDINGH.