INK 2299.
Zondag 10 October 1909,
23ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
Aangifte voor de zeemilitie.
A. Zeevarenden.
B. Binnenschippers.
C. Smedenstokers, machinisten
en bankwerkers.
D. Overige beroepen.
TEXEL, ,9 OCTOBER 1909.
De Linkere avonden,
De zon is weder door den evenaar en
de zomertijd is voorbij, zonder dat het
nu eigenlijk zomer is geweest.
De dagen gaan merkelijk korten, waar
tegen de avonden steeds grooter afme
tingen aannemen. Met die avonden
komt de tijd van studie op menig gebied,
waarvan dan ook gebruik wordt gemaakt,
wanneer daartoe de gelegenheid zich
biedt.
Meer dan ooit te voren geldt het
„kennis is macht", en men mag zich
verheugen dat in onzen tijd zoo velen
er op uit zijn om hun kennis te vermeer
deren, teneinde met meer zelfvertrouwen
hun bedrijf of hun vak uit te oefenen.
De landbouwer verkeert door de cursus
sen welke hier thans op dit gebied dooi
den heer V. worden gegeven zeker in
gunstige conditie. Wat andere vakken
betreft, is de gelegenheid niet zoo gunstig
en dan hebben we voornamelijk op het
oog de bouwvakken. Van sommige zijde
vernamen wij een klacht over het gebrek
tot gelegenheid om zich hier in het
bouwkundig teekenen te bekwamen, voor
onze vaklieden van zoo ontegenzeggelijk
groot belang.
Doch niet slechts de bekwaming in
eenig vak is het doel van studie, ook
wel voor het algemeen genoegen en
tot eigener ontwikkeling wordon de lange
winteravonden benut. En dan hebben
wij daarbij op het oog de beoefening
der welsprekendheid, zang en muziek.
Ook dat heeft zijn goede zijde. Wij
leeren immers dat muziek en zang den
mensch veredelt, niet slechts genot ver
schaft, doch ook inderdaad voor de
samenleving gewenscht is. Ten alge-
meenen nutte zouden we zoo zeggen is
dus ook deze studie aan te bevelen.
De leden van ons fanfarecorps mogen
zeker in de eerste plaats er wel aanspraak
op maken dat hunne studie, in dien zin,
het algemeen ten goede komt, en om die
reden verheugen wij er ons over dat na de
behaalde overwinningen met kracht zal
worden gestreefd naar meerdere kennis.
Wij nemen deze gelegenheid te baat
om een tot ons gekomen wensch ter
kennis te brengen, n.l. dat meerderen,
vooral ook jongelieden, zich gedrongen
mogen gevoelen hieraan hunne krachten
te wijden. Bij het genoegen hetwelk
men zich zelve verschaft, is men tevens
nuttig in het algemeen belang, dat zeker
wel eenige opoffering waard is. Men
denke er eens over na.
Den Hoom, 8 October.
De palingvisscherij, welke voor velen
nog een aardigen bron van bestaan kan
opleveren, is thans weer in volle wer
king. Tot heden was de vangst nog
zeer gering, doch wanneer nu het weer
onstuimiger wordt en het water troebelig,
is er meer kans dat men wat vangt
dan wanneer het mooi en kalm blijft.
Op 't Horntje is dit jaar de visscherij
van weinig beteekenis, wat natuurlijk
de oorzaak is van de werkzaamheden
die men er thans weer verricht. Ook
op de Hors kan het wel eens niet
meevallen. Een oorlogsbodem die hier
daag'lijks zijne oefeningen houdt, laat
's nachts zijn zoeklicht werken, zoodat
het water verlicht wordt, wat natuurlijk
voor de paling geheel verkeerd is.
Dinsdagmorgen zou voor de vierde
maal een zinkstuk naar beneden gelaten
worden, wat mislukt is vanwege het
ruwe weer. Alles was dien morgen
reeds klaargemaakt om te zinken. De
bakken met steen lagen gereed, het
zinkstuk lag op de plaats van bestem
ming, ja alles was kant en klaar, toen
de wind opeens opstak en een tros,
vermoedelijk op een steen langsschurende
brak. Zoo kon er natuurlijk van het
zinken niets komen, en men maken
moest, dat de boel in veiligheid kwam
'Den volgenden morgen daai'entegen was
wind en zee kalm, zoodat het werk toen
zonder stoornis kon geschieden.
Cocksdorp.
De heer W. Houwen, vroeger hoofd
der school te Zuid-Eierlana, thans hoofd
te Warmenhuizen, is in gelijke betrek
king benoemd te Velzeroord.
Nog iets over cle zaak Lovink.
De vraag mag hier gedaan worden
zegt „de Vaderlander", of deze Regeering
redelijkerwijze gedaan heeft, wat ze
kon, om een man als Lovink hier te
houden. Een wetsontwerp, dat persoon
lijke toelage aan den man voorstelde,
waardoor hij tenminste tegenover zijn
gezin en toekomst in zijn keuze vrij zou
hebben gestaan van flnancieele over
wegingen, zou zeer zeker in de Kamer
zeer goed zijn ontvangen.
Maar niets van dat alles; de heer
Lovink gaat heen, gaat zeer spoedig
heen.
Dit doet vreezen, dat het gerucht
waarheid bevat, wat van meer dan eene
zijde tot ons kwam, dat de heer Lovink
ook daarom heengaat, omdat het hem
onmogelijk is langer onder Minister
Talma te werken, die zich verbeeldt,
alles in zake landbouwer beter te weten
dan de heer Lovink.
Het kwam ons eerst ongelooflijk voor
dat een predikant, die tot Minister van
Landbouw geroepen wordt, in plaats van
blij te zijn, dat het landbouwschip van
zijn Ministerieels vloot zoo'n uitnemend
kapitein heeft, dezen gezagvoerder
gaat bedillen, en den voet dwars zetten,
maar wij hebben te veel over deze zaak
gehoord, om het nog geheel onaannemelijk
te vinden.
Moge in de Tweede Kamer het volle
licht over deze zaak opgaan.
Ook aan „De Tijd" wordt in denzelfden
geest geschreven en dit heengaan van
den heer Lovink grootendeels gezocht
in zijn eigenaardige vorhouding tot
minister Talma.
Wanneer de heer Lovink, zoo lezen
wij daar, zoo zelfstandig kan optreden,
dan moet dit worden toegeschreven aan
zijn veel omvattende practische kennis
van den landbouw, opgedaan door veel
studie en lange ervaring en door voort
durend voeling te houden met de leiders
der landbouworganisaties. In dit opzicht
vond hij zijns gelijke niet. Dat zulk een
man veel op eigen inzichten vertrouwd
en afgaat zal niemand verwonderen,
waardoor eenigszins kan worden ge
broken met het bureaucratisch, alles uit
de hoogte regelend regime.
Maar minister Talma schijnt over de
zaak heel anders te denken dan- de
practici en de leiders der boerenorgani-
saties. Met dit zelfstandig optreden moet
het uit zijn. Hoewel de decentralisatie
zoo uitstekend gewerkt heeft en nog
werkt schijnt zjj geen genade te vinden
in het oog van den minister. Uit zeer
goede bron zegt de schrijver ver
neem ik dan ook, dat er zeer ernstig
sprake van is de betrekking van direc
teur-generaal op te heffen.
Wij zien dan al wat gebeuren gaat.
Exc. Talma omgeven van een stat mrs.
en drs., die, evenals hij zelf, wellicht
geen biet van een boon kunnen onder
kennen en die volgens de regelen der
kunst den landbouw gaan regeeren
alias in de modder rijden.
Het gerucht gaat dat de oud-minister
Mr. J. D. Veegens zeer waarschijnlijk
de heer Lovink als directeur-generaal
van den landbouw zal opvolgen.
Van verschillende zijden worden
pogingen aangewend tot het verkrijgen
van bijdragen, ten einde den heer Lovink
voor hetgeen hij voor den landbouw
deed, een aandenken te vereeren, voor
hij naar Indië vertrekt.
Zeldzaam geschenk.
Vrijdag arriveerden bij de wed. J. Bos
en J. v. d. Marei te Zevenhuizen (bij
Gouda) 2 vaarzen (2 jarige koeien),
komende uit het noorden van Engeland
en van bekroond vee afkomstig.
Deze koeien zijn door hun landheer
W.Th.Gevers Duynoort, te 'sGravenhage
aangekocht en geschonken om den vee
stapel te vei beteren.
Zeer veel bekijks hadden de beesten.
Het zijn geheel bruine, zeer groote pracht
exemplaren, die men nimmer hier te
lande in de weide aantreft.
Geld verdienen bij de Cliineezen.
De heer A. van Driel te Werkendam,
die vóór twee jaar naar China vertrok,
is nu daar in gouvernementsdienst over
gegaan op een salaris van f 3000.
Van de personen, die toen uit die
gemeente naar China togen, zijn er 10
teruggekeerd.
Zij hebben er fliDk geld verdiend. Van
hun traktement werd aan thuis een
behoorlijk deel per week verstrekt en nu
zijn ze nog per persoon met f 1500 a
f 2000 overschot teruggekeerd.
TEIELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Beug 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
Burgemeester en Wethouders der Gemeente
Texel, brengen, ter voldoening aan art. 138 der
Militiewct 1901, bij deze ter kennis van wie het
aangaat, dat do lotelingen voor de lichting der
nationale militie van 1910, die verlangen bij de
Zeemilitie te dienen, worden uitgenoodigd zich
vóór 1 November eerstkomende bij hen,Burgem.
en Wethouders aan te melden of te doen opgeven
ter Gemeentesecretarie te den Burgtot welke
aanmelding of opgave eiken werkdag van 9 voor
middags tot 2 namiddag te dier plaatse gelegenheid
zal zijn.
Voor indeeling bij de Zeemilitie komen uit
sluitend in aanmerking de lotelingen die ter
volledige oefening worden ingelijfd. Voorts
moeten zij een beroep uitoefenen of een positie
bekleeden als is aangegeven in onderstaande lijst.
Stuurlieden, stuurmansleerlingen, matrozen
lichtmatrozen en jongens op koopvaardijschepen
van de groote en kleine vaart en op zeesleepbooten;
Stuurlieden, schippers en verdere opvarenden
van loodsvaartuigen, tonnenleggers en jachten
Diepzeevisschers en Noordzeekustvisschers.
Leerlingen van Zeevaartscholen.
Stuurlieden, schippers en schippersknechts van
Rijnschepen, aken, tjalken en andere vaartuige n
Stuurlieden, matrozen, schippers en schippers
knechts van passagiers- en sleepbooten op binnen
wateren
Zuiderzeevisschers
Visschers op Zeeuwsche wateren en op de
groote rivieren
Mossel- en oestervi3scher3
Schuitenvoerders, vletterlicden en veerlieden.
Machinisten en machinistleerlingen op schepen
en vaartuigen, bij spoor- of tramwegen en op
fabrieken en andere inrichtingen
Stokers als boven
Machinedrijvers(hieronder begrepen drijvers
van motorbooten en automobielen)
Smeden en smid-bankwerkers;
Machinebankwerkers en gewone bankwerkers
(hieronder ook te verstaan rijwielherstellers)
Werktuigmakers
Kolentremmcrs
Metaalbewerkers (hieronder te verstaan koper
slagers, ketelmakers, vijlenkappcrs en voorslagers);
Electriciens
Studenten in de werktuigkunde of in de
clectro-techniek
Leerlingen van de kweekschool voor machinisten
te Amsterdam of van een cursus voor machinisten.
Telegrafisten (hieronder ook te verstaan radio-
telegralisten)
Schecpsbeschicters
Scheepstimmerlieden (scheepmakers.)
E' Koek-, brood- en banketbakkers of knechts;
Koks en koksmaats, hetzij aan boord van
schepen of vaartuigen, hetzij aan don wal.
E. Koffiehuis- en hotelbedienden
Hofmeesters en kellncrs op schepen of
booten
G. Ziekenverplegers
Barbiers
Apothekersbedienden
Studenten in do geneeskunde of in do
artsenijbereidkunde.
H. Personeel van 's Rijkswerven.
N.B. Uc personen genoemd onder A. B. en
D. komen allereerst in aanmerking voor inlijving
[als zeemilicien-matroos.
C. komen allereerst in aanmerking voor inlijving
[als zeemilicien-stoker.
E. komen in aanmerking voorinl.alszeemilicienkok
E. ii ii ii n ii n zeomilicienhof-
[mecster.
G. n n ii u a a zecmificienzie-
[kenvcrplegor.
H. n n n n n ii zecmilicienma-
troos of stoker al naarmate van het beroep
dat zjj uitoefenen.
Hierbij wordt bot volgende bekend gemaakt
I. De lotelingen kunnen bij de aangifte voor
de zeemilitie opgeven of zij, in geval van aan
wijzing voor don dienst ter zee, zouden wenschen
te worden afgeleverd on in werkolyken dienst
gesteld in het tijdvak van 1 tot 15 Maart van
et volgend jnar, dan wol of z\j er de voorkeur
aan zouden geven om, zonder opkomst tor aflevering
in gonoemd tijdvak, in hot genot van verlof te
wordon gesteld tot omstreeks 1 Augustus van
genoemd jaar.
Met hunnen aldus kenbaar gemaaklen wensch
zal zooveel mogelyk rekening worden gehouden.
Z\j mogen echter indachtig zijn, dat do lotoling,
die zich eenmaal voor indeeling bij de zeemilitie
heeft aangemeld of doen opgeven en bij het
hierna onder 2o bedoelde onderzoek voor den
dienst ter zee is geschikt bevonden, zich niet
zal kunnen terugtrekken voor de zeemilitie, zoo
hij mocht worden bestemd voor indienststelling
op een ander tijdstip dan waarvoor hij zich bij
voorkeur heeft opgegeven.
2o. De lotelingen, die een beroep uitoefenen
of eene positie bekleeden als is aangegeven in
bovenstaande Lijst en zich tijdig op de hierboven
omschreven wijze voor den dienst ter zee hebben
aangemeld of hebben doen opgeven, zullen vóór
hunne aflevering worden onderworpen aan een
onderzoek naar hunne geschiktheid bij de zee
militie.
Dit onderzoek zal plaats hebben tusschen 1 en
25 Januari 1910.
Ieder der hiervoren bedoelde lotelingen zal
mededeeling ontvangen van dag en uur en plaats,
waarop bedoeld onderzoek voor hem zal geschieden.
Heeft bedoeld onderzoek niet plaats in de
gemeente, waar de loteling woonplaats heeft of
verblijt houdt, dan komen de kosten zijner reis
ten laste van 's Rijks kas en wordt hem boven
dien voor de kosten van het verblijf in de
gemeente van onderzoek een bedrag van een
gulden (f 1) uitbetaald,
De lotelingen, die voor inlijving ter volledige
oefening zijn bestemd en ten gevolge van den
uitslag van het onderzoek voor de dienst ter zee wor
den aangewezen ontvangen hiervan zoodra mogelijk
bericht. Dit bericht houdt tevens in de mededee
ling, of zij reeds in het tijdvak van 1 tot 15 Maart
van het volgende jaar zullen worden afgeleverd
om alsdan dadelijk voor eerste oefening in werke-
lijken dienst te blijven, dan wel, of zij bestemd
zijn om zonder opkomst ter aflevering in genoemd
tijdvak op omstreeks 1 Augustus van dat jaar in
werkelijken dienst te komen.
De aandacht van de lotelingen wordt nog
gevestigd op art. 116 der Militiewet 1901, luidende
als volgt
//De bij de Militie te land ingelijfden worden
niet tot het aangaan van een verbintenis voor de
buitenlandsohe zeevaart toegelaten zonder schrif
telijke toestemming vanwege onzen Minister van
Oorlog.
Die toestemming wordt in gewone tijden niet
geweigerd aan de lotelingen die reeds vóór hunne
inlijving bij de militie hun beroep van de buiten
landsohe zeevaart maakten en die zich overeen
komstig art. 13S voor de zeemilitie hebben aan
geboden, doch daarbij niet hebben kunnen worden
aangenomen.
Texel, den 5 October 1909.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, De Secretaris,
J. S. DIJT L.B. RUIBING.