d u N«0 2305, Zondag 31 October 1909. 23ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. L. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Adrertentiën vóór 10 nnr op den dag der nitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOU, Parkstraat, Burg op Texel. It j Jaarlijksch onderzoek. Wjj doen zeker velen onzer lezers ge noegen met de opname van onderstaand ons toegezonden artikeltje: Australische en Zuid-Afrikaansche wol. In het Bureau voor Handelsinlichtingen te Amsterdam, worden onderscheiden mon sters Australische wol tentoongesteld, welke aan de regeering zijn ingezonden door den consul-generaal Bosschart te Melbourne. In verband daarmede worden ons door het genoemde Bureau eenige mededeelingen gezonden, waaraan het volgende is ontleend: De beteekenis, die men aan Nederland als wolmarkt hoopt te geven, heeft naar buiten allereerst de aandacht getrokken door de veilingen van Zuid-Afrikaansche wol te Amsterdam gehouden. Voorts heeft in de beide laatste jaren de commissie voor den Zuid-Afrikaanschen handel, door de regeering benoemd, de propaganda voor Nederland als wolmarkt zoover in haar vermogen lag ter hand genomen door het verspreiden van een geschrift indeNeder- landsche, Engelsche en Duitsche talen. Het Australische en het Zuid-Afrikaansche belang reikten elkaar de hand. Voor beide landen is het een aanwinst als in Nederland een zelfstandige wolmarkt tot stand komt. Maar ook voor de Nederlandsche wolmarkt is het een dringende noodzakelijkheid, men mag wel zeggen een levensvoorwaarde, dat de markt zoowel de Australische als de Zuid-Afrikaansche wol aantrekt. Voor de fabrikanten, die de wol ver bruiken, d.w.z. de Europeesche afnemers van de Australische wol, is het ondoenlijk zich bij elk aanbod van onbeduidende partijen te verplaatsen. Hun belang als fabrikant verbiedt hen, een kleine markt te steunen. Daarom dringt het Nederlandsche belang, ook op het gebied van wol aller eerst tot organisatie. Dit belang van or ganisatie, van samenwerking is gelukkig hier te lande zoo sterk gevoeld, dat voor de Zuid-Afrikaansche aanvoeren de Rot- terdamsche en de Amsterdamsche belang hebbenden zich hebben vere6nigd, een ver- eeniging, die de commissie voor den Zuid- Afrikaanschen handel niet alleen het recht gaf te spreken van nationale pogingen, maar ook haar propagandataak veel ge makkelijker heeft gemaakt. In de voor noemde brochure leest men in zake de Nederlandsche wolmarkt„De nationale pogingen, die in het werk zyn gesteld om Amsterdam als wolmarkt haar beteekenis te hergeven, hebben de noodzakelijkheid in het licht gestold, rechtstreekschen aan voer uit Zuid-Afrika in het leven te roepen. Trouwens, eerder dan een zijner naburen mag Nederland wel zijn aandeel in den rechtstreekschen wolhandel opeischen. Aan onzen landgenoot Jan van Riebeek komt de eer toe, de eerste wolschapen ter krui sing met het Spaansche ras aan de Kaap te hebben ingevoerd. Dit gekruiste ras, onder de kolonisten langen tijd bekend als het „VaDderlands schaap", moest destijds, meende men, allereerst voldoen aan de behoefte aan vleesch. De Nederlandsche koopmansgeest, gesteund door den bloeien- den lakenhandel van dien tijd, stelde even wel toen reeds vertrouwen in het Zuiden als groote voortbrenger van wol, en heeft dit door het uitzenden van fijne merino- sebapen, zoowel naar Zuid-Afrika als naar Australië getoond. In waarheid mag Neder land zich de eer toerekenen, dat het in beide werelddeelen, Zuid-Afrika zoowel als Australië, den grondslag heeft gelegd voor een tak van bedrjjf, die voor de bevolking een van de grootste bronnen van welvaart is geworden." Ziehier, zegt het Bureau voor Handels inlichtingen, waarom er zoowel tegenover Zuid-Afrika als tegenover Australië, welke aan Nederlandsch initiatief het begin hun ner wolproductie te danken hebben, mag worden gesproken van een Nederlandsch recht op den directen wolaanvoer uit beide landen. Wat de statistiek betreft, blijkt uit de genoemde brochure het volgendeDe cijfers die de officieele statistiek voor Nederland aanwijst, vestigen allereerst de aandacht op de beteekenis, die Nederland als ver bruiker van wol bezit. In 1906 werden ingevoerd nagenoeg 83 mill. lb. (41.743.052 kg.), terwijl werden uitgevoerd nagenoeg 25 millioen lb. (12.745.537 kg.). Indien men aan Nederland alleen waarde toekent als verbruiker en niet als doorvoerland, dan wettigt het cijfer van nagenoeg 60 millioen pond (30 millioen kg.), die in Nederland verwerkt worden, alreeds de toenadering tot Nederland, ook voor dit Zuid-Afrikaansche product. De Nederland sche wolfabrieken verkeeren in bloeienden toestand en de tak van nijverheid, waarvan zij deel uitmaken, is nog voor groote uit breiding vatbaar. Maar naast de beteekenis die Nederland als wolverbruiker toekomt, dient ook in het licht te worden gesteld, welke groote voordeelen de Nederlandsche havens bezitten om de overzeesche wol op de minst kostbare wijze te brengen onder het bereik van de groote wolverbruikers in Midden-Europa. Moeielijker dan de Zuid-Afrikaansche wol aantrekken moest het tot dusver ge acht worden de Australische wol uit de eerste hand (in directen aanvoer) te brengen op de Nederlandsche markt. Verwonderen mag het dan ook niet, dat in de Neder landsche statistiek de directe aanvoer van wol uit Australië in een zeer onbeduidend cijfer tot uiting komt. Maar wat niet is kan komen. In den Nederlandschen Consul- Generaal te Melbourne, die reeds meer diensten aan handel en scheepvaart heeft bewezen, zal men zeker eeD enthousiast medestrijder vinden, indien onze wolcijver- heid kans ziet den directen aanvoer uit Australië te steunen. Van de ruim 480 millioen lbs., die Au stralië en Nieuw-Zeeland naar Engeland verschepen, komt wederom 190.000.000 lbs. op het vaste land terecht om in Nederland sche, Duitsche, Belgische, Zwitsersche en Oostenrijksche fabrieken te worden ver werkt. Van die 190.000.000 lbs. mag Ne derland in directen aanvoer een billijk aandeel opeischen. Ten slotte wordt dan ook de hoop uitgesproken, dat door de bemoeiingen van enkele belanghebbenden hier te lande de verblijdende uitkomst wordt verkregen, dat Nederland binuen enkele jaren als wolmarkt medetelt. TEXEL, 30 OCTOBER 1909. Eerstesteenlegging. Het was Donderdag een gewichtige dag voor onze Katholieke medeburgers. De werkzaamheden op het terrein voor de Roomsc'ne school bestemd waren zoover gevorderd dat tot de eerste steenlegging kon worden overgegaan-. Zulks geschiedde des morgens te om streeks half elf door den WelEerw. Heer Pastoor Lagerweij. Veel belangstellenden waren er bij tegenwoordig. Nadat de Pastoor een korte toespraak tot de aanwezigen had gehouden, werd tot de steenlegging over gegaan. Hij werd geplaatst in den Noord-oosthoek van den voormuur. Een looden bus, bevattende een oorkonde werd daar mede ingemetseld. Nog 36 steenen werden er achtereenvolgens door verschillende personen gelegd, en zoo werd er al menig steentje bijgedragen tot de oprichting dier school. Het Leger des Heils. De bioscoopvoorstellingen door het Leger des Heils Donderdag en Vrijdag in het Hotel Texel gehouden, mochten zich in een goed bezoek verheugen. Naar ons werd medegedeeld, waren de bezoekers ten zeerste voldaan over hetgeen te aanschouwen werd gegeven. Winter dienst Boot. Wij willen er aan herinneren, dat morgen, d.i. Zondag 31 October, de boot van Texels Eigen Stoombootonderneming voorhands voor 't laatst een late dienst vervuld. Na 1 Nov. is de dienst aldus VAN TEXEL 6,15; 8,15; 11,— S,— VAN HELDER 7,15 9,30 12,15 4,15 Des Zondags vaart de boot 10,20 in plaats van 9,30 van Helder. Volgens achterstaande advertentie zal de Boot 5,30 van Texel en 6,30 van Helder ook Maandag 1 November nog worden vervuld. Cnrsns in vakteekenen. Ia een onzer vorige nummers plaatsten wij een opstelletje over de lange avonden, welke gelegenheid geven tot studie op menig gebied. „Meer dan ooit te voren geldt het „kennis is macht," schreven wij, en men mag zich verheugen dat in onzen tijd zoovelen er op uit zijn om hun kennis te vermeerderen, teneinde met meer zelfvertrouwen hun bedrijf of hun vak uit te oefenen. De landbouwer verkeert zeiden wij door de cursussen welke hier thans op dit gebied worden gegeven zeker in gunstig9 conditie. Wat andere vakken betreft is de gelegenheid niet zoo gunstig en dan hebben we voornamelijk op het oog de bouwvakken. Een enkele klacht kwam ons dan ook reeds ter oore over het gebrek tot gelegenheid om zich hier in het bouwkundig teekenen te bekwamen. In de behoefte daaraan zal thans ook worden tegemoet gekomen, indien van voldoende deelname daarvoor mocht blijken. De heer A. Korfï, leeraar in het vak- teeken aan de Ambachtsschool te Helder, wil daartoe de gelegenheid openen. (Zie een desbetreffende advertentie in dit nummer.) Wij meenen daarop belanghebbenden attent te moeten maken en hen te mogen aansporen om deze gelegenheid om hunne kennis te verrijken (van zoo ontegenzeggelijk groot belang voor hen) niet te laten voorbijgaan. Wij hebben alle grond te verwachten dat de heer K., aan wien a.d. ambachts school de betrekking van leeraar in het vakteekenen is opgedragen, zeker wel een alleszins geschikt en gewenscht onderwijzer zal zijn voor een hier te houden cursus in vakteekenen. Gaarne stellen wij ons bereid om de namen van hen die wenschen deel te nemen aan den heer K. kenbaar te maken. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor pen Buiig 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amekika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. LANDWEER. - Burgemeester en Wethouders der Gemeente J'iltxel maken, ingevolge art. 30, tweede lid, der I Landweerwet, bekend, dat het onderzoek van de ef in het verlofgangersregister dezer Gemeente in- jeschreveu verlofgangers van de Landweer zal worden gehouden te den Burg alhier, in het ikaal van een der o. 1. scholen op de tijd- j.unpen, hieronder vermeld. Donderdag 18 November 1909, des voormiddags ren negen ure, de verlofgangers, die in 1903 en 1904 naar de Landweer zijn overgegaan; des voormiddags ten tien ure, de verlofgangers die IlL' in 1905 en 1906 naar de Landweer zijn overge- gaan; des middags ten twaalf ure, de verlofgangers He in 1907 naar de Landweer zijn overgegaan, "j-ijdag 19 N'ovember 1909, des voormiddags ten jïfegen lAe, de verlofgangers, die in 1908 naar de '(andweer zijn overgegaan; des voormiddags ten Uf elf ure, de verlofgangers, die in 1909 naar tie Landweer zijn overgegaan, j. Tot de verlofgangers, die verplicht zijn aan het onderzoek deel te nemen, behooren ook de bij dè Landweer geplaatste verlofgangers van het reservejersoneel der landmacht, zoomede de ver lofgangers die bij de Landweer dienen krachtens verbir cris tot vrijwilligen dienst. Aa, onderzoek behoeft echter NIET te worden/deelgenomen door: a. do verlofgangers, die in het loopende jaar overeenkomstig artikel 11 van voornoemde wet voor herhalingsoefeningen onder de wapenen zijn geweest b. de verlofgangers, in het genot van ontheffing van den werkelijken dienst (artikel 15, eerste lid, vaa voornoemde wet) c. de verlofgangers, die eene der betrekkingen bekleeden als aangeduid in kolom 2 van de lijst, Vastgesteld bij het Landweer-Besluit II, waartoe o.a. behooren de hoofdambtenaren, ambtenaren en beambten bij de Rijks- en bij de gemeente politie d. de verlofgangers, die bij de toestemming tot verblijf buitenslands vrijstelling hebben verkregen van de verplichting tot het bijwonen van het onderzoek (artikel 27 van voornoemde wet); e. de verlofgangers, die bij de toestemming tot het aangaan van eene verbintenis voor de buiten- landsche zeevaart vrijstelling hebben verkregen van de verplichting tot het bijwonen van het onderzoek (artikel 20 van voornoemde wet); f. de verlofgangers van de Exploitatie-Compagnie der Spoorwegafdeeling van het Regiment-Genie troepen. Voorts wordt de aandacht gevestigd op de vol gende wetsbepalingen dat de verlofganger van de Landweer bij dit onderzoek moet verschijnen in uniform gekleed, en voorzien van de hem uitgereikte kleediug- en uitrustingstukken, alsmede van zijn zakboekje met daarin gobechten verlofpas dat een arrest van twee tot zes dagen, te ondergaan in de naastbij gelegen provoost of het naastbijzijndo huis van bewaring, door den Land weerdistrictscommandant kan worden opgelegd aan den verlofganger 1". die zonder geldige reden niet bjj het onderzoek verschijnt; 2°, die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige reden niet voorzien is van de hiervoren vermelde voorwerpen 3°. wiens klecding- of uitrustingstukken bij het onderzoek niet in voldoenden staat worden bevonden 4°. dio klceding- of uitrustingstukken, aan een ander behonrende, als de zijne vortoont; dat, onverminderd do hiervoren genoemde straf van twee tot zes dagen arrest, de vorlofgangcr, die zich schuldig maakt aan een der feiten daarbij onder 1°. en 4°. genoemd, wordt opgeroepen om op een nader te bepalen tijd en plaats voor den Landweerdistrictscommandant te verschijnen tot het ondergaan van een nader onderzoek dat het personeel van de Landweer wordt geacht onder de wapenen te zijn niet alleen gedurende don tijd, dien het onderzoek duurt, maar in het algemeen, wanneor het in uniform is gekleed, zoodat degenen van dnt personeel, die ongeregeldheden plegen of zich aan strafbare leiten schuldig maken, hetzjj bjj het gaan naar de plaats voor hot onderzoek bestemd, hetzij gedurende hot onderzoek of by het naar huis tccion, te dier zake vallen onder de toepassing van het Crimineel Wotboek en hot Reglement van Krijgstucht voor hot krijgsvolk te lande. Do vorlofgangor, die bij herhaling klceding- of uil rustingstukken, aan eon ander bchoorendo,als de zijne vertoont wordt in werkelijken dionst geroepen en daar n gedurende ton hoog9te drie maanden gehouden. Do duur van dezen dienst wordt door den Minister van Oor og bepaald, die tevens het korps van hot loger aanwijst, waarbij do werkelyko dienst moot worden vervuld. De verlofganger, die niet voldoet aan eene opioeping voor den werkelijken dienst, wordt als deserteur behandeld. Nog wordt den verlofganger uitdrukkelijk her innerd. dat het niet ontvangen eener hoofdelijke kennisgeving hen niet ontheft van hunne ver plichting tot deelneming aan het onderzoek, ninar dat deze openbare kennisgeving EENIG en ALLEEN als bewijs geldt, dat de verlofganger behoorlijk is opgeroepen. Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan het onderzoek mochten verhinderen, dan zal daarvan zoodra mogelijk ter Gemeentesecretarie moeten worden overgelegd eene gelegaliseerde geneeskundige verklaring, welke op ongezegeld papier kan worden gesteld, Verlofgangers, die wenschen het onderzoek elders, hetzij binnen, hetzij buiten het Land weerdistrict, waartoe zij behooren of op een ander tijdstip te ondergaan, kunnen zich met een daartoe strekkend en met redenen omkleed verzoekschrift wenden tot hunnen Landweer- districtscommandant. Het verzoek behoeft niet op gezegeld papier te zijn gesleld doch behoort gefrankeerd te worden verzonden. Wordt het verzoek ingewilligd, doch maakt de verlofganger van de vergunning geen gebruik, dan wordt deze geacht niet te zijn verleend. Bij het onderzoek moeten de verlofgangers ook medebrengen de aan hen uitgereikte wapenen met toebehooren. De verlofgangers, die nog niet in het bezit van evenbedoelde voorwerpen zijn gesteld, ont vangen deze bij het onderzoek. Texel, den 28 October 1909. Burgemeester en Wethouders voornoemd, De Secretaris, De Burgemeester, ROBBING. J. S. DIJT, Lo.B.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1909 | | pagina 1