N°. 2310. Donderdag 18 November 1909. 238te Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Van week tof week. Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÉN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE ROOU, Parkstraat, Burg op Texel. INRICHTINGEN welke Gevaar, Schade of Hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Texel brengen ter openbare kennis, dat het verzoek van de maatschappij tot detail verkoop van petroleum „de Automaat" te Rotterdam om op het perceel kadastraal bekend in Sectie D, no. 1597 een inrich ting tot het bergen van benzine te mogen oprichten door hen is ingewilligd. Texel, 15 November 1909. Burgem. en Weth. voornoemd, BIDDINGS. RUIBING, Secretaris. INRICHTINGEN, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Texel brengen ter openbare kennis, dat ter Gemeente-Secretarie ter inzage ligt een verzoek met bijlagen van Jan. Bakker Bz. te Bargen op Texel om vergunning tot oprichting van een kaas- en boterfabriek, gedieven dooreen stoomwerktuig te de Waal alhier, op het perceel kadastraal bekend in sectie C. No. 1037. Op Dinsdag, den 30 November 1909, des middags te 12 uren, zal ten Raad- huize gelegenheid bestaan om bezwaren tegen dit verzoek in te brengen en deze mondeling en schiiftelijk toe te lichten. Zoowel de verzoeker, als zij, die be zwaren hebben, kunnen gedurende drie dagen vóór het bovengemelde tijdstip, op de Secretarie der Gemeente kennis nemen van de ter zake ingekomen schrifturen. Voorts wordt er de aandacht van be langhebbenden op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie eventueel niet tot beroep van de beschikking van het Gemeentebestuur bevoegd zijn zij, die niet voor het Gemeentebestuur zijn verschenen, ten einde hunne bezwaren mondeling toe te lichten. Texel, den 16 November 1909. Burgem. en Weth. voornoemd, HIDDINGH, Burgemeester. RUIBING. Secretaris. 6 13 Nov. De Tweede Kamer heeft in de afgeloopen week de behandeling aangevangen van de Indische begrooting, waarbjj minister de Waal Malefljt debuteerde op een zeer gelukkige wijze. Zooals we in ons vorig overzicht zeiden, zagen we een belangrijk debat tegemoet, doch dit is niet het geval geworden. In anderhalve zitting werden de algemeono beschouwingen afgedaan, dat is vlugger dan ooit te voren. Waarschijn lijk is dit med6 een gevolg van het gemis van Indische specialiteiten in de Kamer, waarop door eenigo leden bij het debat dan ook gewezen werd. Overigens heeft de Kamer het den nieuwen minister niet zoo heel lastig gemaakt. Behalve dan van socialistische zijde was de critiek nogal welwillend. De heer de Waal Malefljt zelf heeft mot zijn eerste begrootings redevoering flink succes gehad. Op krachtige wijze, krach tiger dan men van hem had durven ver wachten, heeft hij zijn standpunt uiteenge zet. Hij was zich volkomen de gewichtig heid van de taak bewust, die hij op zijn schouders had gelaten en was er van doordrongen, dat hij zich zeer zou moeten inspannen om die taak naar behooren te vervullen. Maar dat wenschte hij ook te doen. Krachtig vooral was de minister toen hij zijn houding omtrent de zending nader uiteenzette. In sommige rechtsche organen was men lang niet gesticht over het regeerings antwoord te dien opzichte en eischte men van den minister een dui delijker verklaring dat hij inzonderheid de Christelijke zending zou steunen. De „Standaard" had zelfs niet durven gelooven dat bedoelde clausule van het regeerings antwoord door den minister wel geschreven en gelezen was en dat een der liberale klerken aan het departement dit wel gedaan zou hebben. De minister wees evenwel deze voorstelling met kracht en klem af en verklaarde de volle verantwoordelijkheid voor het geschrevene te aanvaarden en dit onveranderd te handhaven. Die ferme houding maakte een goeden indruk op de Kamer, inzonderheid op de politieke tegenstanders van den minister. In 't korthet debuut van den heer Malefijt was zeer gelukkig. Het heeft de overtuiging geschonken dat de nieuwe minister zijn best wil doen om de moeilijke taak te volbrengen en dat hij de voetstappen van zijn voorganger zal drukken, —o—o—o— Zooals den lezers bekend is werd in de Troonrede aangekondigd dat met het oog op den weinig hoopvollen toestand der Rijksfinanciën buitengewone maatregelen noodig zouden zijn. Minister Kolkman liet ons niet lang in het onzekere over de vraag waarin die buitengewone maatregelen zouden bestaan. Reeds bij de indiening zijner z.g.Millioenen- nota maakte hij zijn plannen dienaangaande bekend. Hij zou de 10 opcenten op de bcdrijfs- en vermogensbelasting handhaven, de accijns op het gedistilleerd verhoogen en lest not least een voorstel doen tot voorloopige verhooging van het tarief van invoerrechten met 30 Door deze buiten gewone maatregelen zouden er ruim 11 millioen in 's Rijks schatkist vloeien en dat zou voldoende zijn om het geraamde tekort te dekken. Van de voorstellen van minister Kolkman was de 30 pCt. verhoo ging van het tarief voor velen eigenlijk „des Pudels Kern", 't Beteekent dan inderdaad ook een maatregel die nog al vrij ingrijpend moet genoemd worden. 't Kan nu evenwel niet worden gezegd, dat de plannen van den minister met on verdeelde instemming werden begroet. Integendeel er openbaai de zich reeds dade lijk verzet tegen de voorgestelde tariefs- verhooging. En dat verzet kwam niet alleen van de zijde der vrijhandelaren, doch ook van de min of meer protectionistischen kant kwamen bezwaren. Die verschillende bezwaren nu hebben weerklank gevonden in de Kamer. Dat blijkt voldoende uit het dezer dagen ver schenen afdeelingsverslag. Daarin werd o.m. gezegd dat vele leden, waaronder er waren, die zich overigens met het financi- eelebeleid der regeeriug konden vereenigen" bezwaren hadden tegen de 30 pet. ver hooging van het tarief. Die bezwaren bestonden o. m. hierinOns Tarief van Invoerrechten dateert van 1862 en heeft derhalve verschillonde „ouderdomsgebre ken." 't Spreekt van zelf dat onze nijver heid in de laatste 50 jaren groote wijzi- gingon heeft ondergaan, wijzigingen waar mee het tarief thans niet meer in over eenstemming is. Ieder erkent dat het tarief onbillijkheden schept. Werd nu, zooals het plan van don ministor schijnt te zijn het tarief met 30 pet. verhoogd dan zouden dio gebroken on onbillijkheden ook met 80 pet. verscherpt worden. Dat was evenwel niet het eenige bezwaar. Van de rechterzijde is het steeds voorge steld alsof tariefverhooging zou dienen voor het bestrijden van de onkosten door de sociale verzekeringen veroorzaakt. Nu week de regeering van dit principe af, waartegen ook Kamerleden van rechts wel wat bezwaar hadden. Bovendien werden bezwaren ingebracht tegen het losse karakter der verhooging. Minister Kolkman wil een „voorloopige" verhooging om het gat in de schatkist te stoppen. Dit jaar heeft hij 30 pet. 'n volgend jaar misschien meer of minder noodig. Dit gaat naar het oordeel van sommige Kamerleden niet aan omdat onze nijverheid met het oog op het afsluiten van contraeten, noodig heeft een vaste regeling. Deze en dergelijke bezwaren werden in de afdeelingen der Tweede Kamer ter tafel gebracht, 't Kan dus niet gezegd worden dat dit plan van minister Kolkman een gunstig onthaal te beurt viel. Vele tegenstanders van tariefsverhoogen vleien zich dan ook reeds met de hoop dat de minister nog ter elfder ure op zijn voornemen zal terugkomen. Dit te meer omdat de inkomsten in de laatste maanden ruimer zijn begonnen te vloeien, dan ver wacht was, zoodat het geraamde tekort niet zoo groot meer zal zijn als de minister aanvankelijk vreesde. Daarbij komt boven dien nog, dat van Duitsche zijde ook tegen de luk raak verhooging van het tarief met 30 pCt. geprotesteerd wordt. Weliswaar nog niet van offlcieele zijde, doch de orga nen van handel en nijverheid zijn er niet heel best over te spreken. Op het oogenblik, dat wij dit schrijven is het regeerings antwoord op het afdee lingsverslag nog niet verschenen, zoodat we omtrent de houding der regeering nog geen zekerheid hebben maar toch gelooven we dat minister Kolkman wel wat zal geven en nemen. Geschiedt dit evenwel niet dan kan men zich in 's Lands zaal op een warme discussie voorbereiden, —o—o—o— In Noorwegen hebben in de afgeloopen week do verkiezingen plaats gehad voor het parlement, waarbij de uitslag niet in het voordeel der regeering was. Zooals de lezers misschien bekend zal zijn bezit Noorwegen thans een radicaal Kabinet, onder leiding van Knudsen, dat zich tot heden staande wist te houden door nu eens de socialisten, dan weer de gematigde partijen naar de oogen te zien. Een dergelijke politiek kon niet anders dan schadelijk werken voor degelijken wetgevenden arbeid. Ter gelegenheid dezer verkiezing de eerste sinds de afscheiding van Zweden hadden zich een? tweetal coalities gevormd, n.l. eene tusschen de radicalen en socialis ten, die do regeering steun beloofde en eene die het voeren van oppositie tegen het Kabinet in haar vaandel schreef, ge vormd door de nieuwe liberale partij en de rechterzijde. Met deze laatsten stonden nog de uiterste linkerzijde der sociaal democraten tegenover de regeering. Wat waarschijnlijk ook groote invloed uitgeoefend heeft op den uitslag der ver kiezing is het feit dat daaraan thans ook voor hot eerst door een groot aantal vrou- won deelgenomen werd. In 1901 werd reeds onder beperkende bepalingen aan de vrouwen het kiesrecht voor de gemeente raden verleend. Voor de mannen geldt in Noorwegen het algemeen kiesrecht, de vrouwen echter werden kiosgerecht als ze voor 300 a 400 kronen in de belasting waien aangeslagen. De ondervinding met het gemeentelijk kiesrecht voor de vrouw opgedaan deed de Storting in 1907 besluiten de vrouwen onder dezelfde beperkingen als voor de gemeenteraden ook het kiesrecht voor het parlement toe te staan. Tengevolge van deze wet kregen toen 300,000 Noorsche vrouwen het kiesrecht voor de Storting. Zoo konden deze thans deel nemen aan den verkiezingsstrijd en 't blijkt dal dit niet in het voordeel der regeering is ge weest, die thans aan het bewind is. Hoewel de herstemmingen nog afgewacht dienen te worden doet de voorloopige uitslag reeds vermoeden dat de dagen van hetKabinet- Knudsen geteld zijn. —o—o—o In Oostenrijk-Hongarije is 't nog altijd het „boeltje" wel. Verwarring und kein Ende. Inzonderheid in Hongarije is in de afgeloopen week de toestand nog verwarder geworden. Reeds lang was er ontstemming gaande in de „Onafhankelijkheidspartij" die zooals men weet in het Huis van Afgevaardigden de lakens uitdeelt, ont stemming gericht tegen den leider der partij, Kossuth, den Minister van Handel. Kossuth heeft zooals men weet zijn best gedaan om de Hongaarsche Kabinetskwestie op bevredigende wijze op te lossen, maar zijn pogingen daartoe leden schipbreuk op den groep der radicaal onafhankelijken, die onder leiding van den Kamervoorzitter Justh staan en van eenige concessie aan de Kroon niet wilde weten. Wenschte Kossuth de Bankkwestie voorloopig te laten rusten, de groep Justh verzette zich daar tegen met alle kracht. En wat nu beden kelijk is, dat is het feit dat de aanhang van Justh in het parlement in den laatsten tijd sterk vermeerderd is, ten koste van de partij van Kossuth. Donderdag nu had te Budapest de partij dag van de „Onafhankelijkheidspartij" plaats en daar is op overtuigende wijze gebleken dat Kossuth voor een groot deel zijn invloed verloren heeft. Door hem werd voorgesteld bij de Kroon aan te dringen op de oprichting van een bank en op de economische onafhankelijkheid van Hon garije. Neen, zei Justh, we zullen niet verzoeken maar eischen dat de bedoelde bank onmiddellijk zal worden in het leven geroepen, waartegen Kossuth weer aan voerde dat het beslist niet mogelijk was in een paar maanden tijd dien eisch in te willigen. Na een lang debat werd met 120 tegen 74 stemmen evenwel besloten, dat de „Onafhankelijkheidspartij" alleen een kabinet zal steunen dat in zijn pro gramma opneemt kiesrechthervorming op de basis van algemeen kiesrecht en de instelling van een autonome bank tegen het jaar 1910. Bovendien werd besloten dat de partij geen ander ministerie zal steunen, dan dat uit de partij zelf, zonder mede werkingvan andere partijen, gevormd wordt. Na deze beslissing heeft Kossuth voor zijn lidmaatschap bedankt en een nieuwe partij gesticht dat den naam „Onafhanke lijkheidspartij van. 184S van Kossuth" zal dragen. De scheuring in de meerderheidspartij in Hongarije is thans volkomen. Welken invloed dit op het verdere verloop van de kwestie zal hebben is nog moeilijk te zeggen. Voor de Kroon is de overwinning van Justh de zoon van den opstandeling evenwel even onaangenaam als voor Kossuth en tovens een duidelijke vinger wijzing, dat hoe meer zij zich tegen het streven naar onafhankelijkheid van Hon garije verzet, hoe grooter de tegenstand zal worden. TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor de Buiig 30 Cts. Franco por post door ge heel Nedebland 45 Cts. Naar Amebika en andere landen met verhooging der porto's. Prijs der Advertentién. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1909 | | pagina 1