N°. 2327.
D ónder dag 20 Januari 1910.
238te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
van en naar Texel.
BOOT- EN SPOORDIENST
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per S maanden.
Voor de Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 uur op den dag der nitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LAN9EVELD DE R O O IJ, ParkstraatBubg op Texel.
aansluiting gevende
BOOT van TEXEL
Dagelijks 6, 8,—; 11,—; 2,50;
TREIN van HELDER:
TREIN te HELDER
8,47*; 11,40; 3,11;
Zondags 9,50.
BOOT van HELDER:
Dagelijks 7,15; 9,30; 12,15; 4,15;
Zondags 7,15; 1020; 12,15; 4,15
Men lette er wel op dat de met
een aangeteekende treinen des Zondags
niet rijden.
Voor de uren van de boot geldt de
gewone tijd, evenzoo voor die der treinen;
Men raadplege verder de door ons
verstrekte Boot- en Spoordienst, gratis
aan ons bureau verkrijgbaar.
RAADSVERGADERING.
De Burgemeester der Gemeente Texel;
Gelet op art. 41 der Gemeentewet
Brengt naar aanleiding daarvan, ter
kennis van de ingezetenen, dat eene ver
gadering van den Gemeenteraad is belegd op
Zaterdag den Januari 1910,
des voormiddags te lCR/a ure in de daarvoor
bestemde zaal ten Raadhuize dezer Ge
meente.
Texel, den 18 Jan. 1910.
De Burgemeester van Texel,
W. F. HIDDINGH.
Onderwerpen ter behandeling:
Van meek tot meek.
8 15 Jan.
Ons openbaar onderwijs is in de ldatste
dagen weder eens eon punt van bespre
king geweest in vergadering en pers. Hoofd
zakelijk naar aanleiding van hetgeen op
do in do Kerstvacantie gehouden alge-
meene vergadering van den Bond van
Ned. Onderwijzers, door den voorzitter, den
heer Ossendorp over de neutralieit van het
openbaar onderwijs werd gezegd is er
eenige agitatie ontstaan tegen den genoem
den bond, die haar uiting voDd in verschil
lende ingezonden stukken in de „N. Rott.
Ct." De heer Ossendorp toch had op ge
noemde vergadering, sprekende over de
taak der openbare school onder meer ge
zegd dat, waar Nederland door daden getoond
heeft, dat ook een klein laDd groot zal
zijn, waar Nederland in 't goede andere
landen overtreft, de openbare onderwijzers
dit aan hun leerlingen met graagte zullen
vertellen, indien het binnen den bevattings.
kring van dezen ligt. Met voorliefde zullen
zij spreken tot de kinderen over edele daden
van zelfopoffering, menschenmin en trouw
over daden, die een volk, die de mensch-
heid vooruitbrengen en waar nu de Vorsten
uit 't huis van Oranje dergelijke daden
bedreven mogen hebben willen de openbare
onderwijzers ze in deze niets te kort doen.
Behalve deze redevoering die sommigen
aanstoot gaf, werd door den B. v. N. O.
ook een motie aangenomen waarin o. m.
gezegd werd, dat het goede inzicht in de
opvoeding van het kind eischt dat het
gehouden wordt buiten de politieke en
godsdienstige geschillen der volwassenen,
van meening, dat bovendien het recht der
minderheden vordert dat de openbare school
neutraal zij ook in staatkundig opzichten
dus geen propaganda mag maken voor
monarchale of anti-monarchale beginselen,
van oordeel dat de onderwijzer als staats
burger, buiten de school de volle beschik
king behoort te hebben over zijn politieke
rechten, verklaart ten krachtigste te willen
handhaven punt H. van het program
„Het openbaar onderwijs moet vrij zijn
van godsdienstige en politieke dogma's en
te zullen blijven jjveren voor de verwe
zenlijking daarvan."
Deze opvatting van den Bond heeft ver
schillende protesten uitgelokt o a. van den
heer J. B. Meerkerk, directeur der R H.B S.
te Sappemeer, die in d6 „N. R. Ct." een
artikel schreef waariD hjj o.m. zeide, dat
indien de voorzitter van den B. v. N. O.
gesproken heeft in den geest van de meer
derheid der Nederlandsche Onderwijzers, hij
de schrijver— niet meer de openbare
school verdedigen kan. „De school is dan
blijkbaar iets anders geworden, ik keer me
van haar af en ik ga een andere richting
uit," aldus de schrijver.
Dit woord van protest is gevolgd door
verschillende andere ingezonden stukken,
die we hier niet kunnen releveeren omdat
ons daartoe do ruimte ontbreekt. Laten
we alleen nog even vermelden dat een
bondslid den heer Meerkerk kwam gerust
stellen en verklaarde dat de meerderheid
6r niet zoo over dacht als de voorzitter,
doch dat is al de kern van het stuk
dat de bond te veel onder den invloed der
„rooien" staat.
Hoe het zij het protest van den heer
Meerkerk schijnt weerklank te hebben ge
vonden bij eon aantal opvoeders der jeugd,
althans al spoedig schreef deze dat hij een
groot aantal instemmingen ontvangen had
en dat hij naar aanleiding daarvan het
oprichten van een Bond mogelijk achtte.
In de afgeloopen week nu verscheen er
van den heer Meerkerk opnieuw een schrij
ven, gericht aan hen die hem hunne
sympathie hebben betuigd, waarin hij dezen
oproept tot een vergadering te houden op
Vrijdag 1 April a.s. te Utrecht om do op
richting van een vereeniging te overwegen.
.De Vaderlaudsehe school" of met een au-
deren naam, die het streven eenigszins
karakteriseort. Punten van boteekenis ter
overweging dunkt den heer M. o.a.„neu
traliteit beduidt niet onverschilligheid,
noch op godsdienstig terrein, noch
in politieken zinniemand aanstoot
geven beduidt niet godsdienstloos zijn, doch
integendeelhooge eerbied hebben voor
ieders godsdienst uit godsdiensthet besef
van plicht tegenover het vaderland in na-
tionaal-historische beteekenis moet in de
vaderlandsche jeugd worden gewekt, zoowel
als dat van plicht, tegenover zichzelf en
de menschheid alle vage theoriën scha
den de openbare onderwijzer die zó
zijn verheven taak opvat is de aangewezen
opvoeder van de vaderlandsche jeugd—enz.
Uit 't bovenstaande valt o.i. op te maken
dat in den komenden tijd de neutraliteit
onzer openbare school weder eens een
punt van drukke bespreking zal worden.
Welke gevolgen dit zal hebben voor den
B. v. N. O. valt nog moeilijk uit te maken-
—o—o—o—
In het Duitsche Rijk is de parlementaire
arbeid in de afgeloopen week weder over
de geheele linie hervat. Niet alleen heeft
de Rijksdag zijn kerstvacantie weer achter
den rug en kwamen de afgevaardigden
Dinsdag weder bijeen doch ook werden op
denzelfden dag de zittingen van den Prui-
sischen Landdag geopend. Dit geschiedde
zooals gebruikelijk is door den Keizer met
een Troonrede. Niet zonder belangstelling
was de opening van den Landdag tegemoet
gezien. Immers in de grootste Bondstaat
van het Rijk, in Pruisen, is sedert den
laatsten tijd inzonderheid de kiesrechtkwes
tie aan de orde, welke tusschen de conser
vatieven en agrariërs eenerzijds en de
vooruitstrevende vrijzinnige groepen ander
zijds reeds aanleiding was tot veel strijd.
De regeering heeft n.l. een hervorming van
het kiesrecht beloofd. Dat gebeurde reeds
vroeger, doch sinds dien is von Bulow van
het tooneel verdwenen en kreeg Duitsch-
land een anderen rijkskanselier in den heer
von Bethman Holweg. Zeer benieuwd was
men in Pruisen natuurlijk naar het stand
punt dat deze nieuwe bewindsman inzake
de kwestie zou innemen, doch de kanselier
liet zich er tot nog toe maar niet over uit.
Waar nu evenwel de Landdag geopend
zou worden, daar achtte men het zeker
dat in de Troonrede wel het een en ander
over de kiesrechtkwestie gezegd zou worden.
En wat dat wel zou zijn, daar was men
bijzonder nieuwsgierig naar.
Nu de Troonrede is door den Keizer
gehouden en werkelijk er was ook een
kiesrechtparagraaf in, doch veel wijzer zijn
de Pruisen al niet geworden. De regeering
kondigde alleen aan dat de kiesrechther
vorming byna ontworpen is en het ont
werp binnen enkele weken het licht zal
zien. Meer niets. Waarin de hervorming
zou bestaan werd niet gezegd. Von Bethman
Holweg houdt zich nog maar steeds in een
verdekte stelling. Alleen „over enkele
weken" komt het ontwerp dat staat vast,
maar in den mond van een regeering is
„over enkele weken" nogal een rekbaar
begrip in den regel.
Men moet in Pruisen dus nog wat geduld
oefenen, maar o.i. lijkt dat verstoppertje
spelen van den kanselier niet heel gunstig
voor de vooruitstrevenden. Toch zal de
kwestie waarschijnlijk nog in deze zittiDg
aan de orde komen eu dan is het wel vrij
zeker dat ze de geheele binnenlandsche
politiek beheerschen zal. De Pruisische
conservatieven en agrariërs laten hun in
vloed tot zelfs in regeeringskriDgen gevoe
len, en dat kunnen zij waar het „ellendigste
aller kiesstelsels" zooals het Pruisische
kiesrecht eens genoemd werd hun de groote
macht in handen laat. Alleen door kies
rechthervorming kan de heerschappij der
jonkers beperkt worden. Geen wonder dat
ze zich met alle kracht daartegen kanten,
geen wonder ook dat de andere groepen
even krachtig op hervorming blijven aan
dringen.
—o—o—o
Zooals boven opgemerkt werd is ook de
Duitsche Rijksdag weder aan den arbeid
getogen. Een zijner eerste werkzaamheden
was een interpellatie over de Meeklen-
burgsche Kiesrechtkwestie. Zooals men
wellicht weet is Mecklenburg een der Bonds
staten van Duitschland waar de ridderschap
overheerschend is en waar heel wat wet
telijke vrijheden en voordeelen gemist
worden, die elders reeds jaren lang door
het volk genoten worden. De geest der
democratie is evenwel ook over Mecklen
burg gevaren, en de drang van het volk
om hervormingen werd steeds grooter. Nu
is vóór alles daar noodig een herziening
van de Grondwet, opdat ook de andere
wetgeving meer naar den geest van onzen
tijd kan worden geregeld, en de regeeriDg
wordt door de omstandigheden gedwongen
om een voorstel tot Grondwetsherziening
te ontwerpen. Doch in deze pogingen werd
ze steeds door de ridderschap gedwarsboomd
en nog niet lang geleden moest de regeering
het ontwerp eenvoudig terugnemen, omdat
de ridders er niet van gediend waren.
Toen begon de regeering haar tanden te
laten zien en dreigde met een beroep op
de Bondsregeering. Men vond dat in voor
uitstrevende kringen zeer cordaat doch
het voornemen werd niet uitgevoerd, naar
men zegt omdat de Bondsregeering een
wenk had gegeven.
In de Dinsdag geopende zitting van den
Rijksdag kwam de kwestie ter sprake. Er
werd een interpellatie over gehouden met
het doel de inmenging der Bondsregeering
in den strijd tegen de ridderschap uit te
lokken. Deze interpellatie had een zonder
ling verloop. Want al dadelijk kwam de
minister mededeelen dat de Bondsregeering
zich niet met de kwestie zou inlaten en de
Bondsstaten hun eigen zaakjes maar moest
opknappen. En nog nauwelijks had de
minister uitgesproken of de vertegenwoor
diger der Mecklenburgsche regeering kwam
verklaren dat de tusschenkomst van den
Bondsraad ook niet ingeroepen zou worden.
Dat deze verklaring eenerzijds hilariteit en
anderzijds verbazing en verontwaardiging
verwekte is te begrijpen. De „cordato"
bedreiging der Mecklenburgsche regeering,
blijkt niets anders dan een kwajongensach
tige bangmakerij te zijn geweest. Medege
deeld werd dat de regeering weer met de
ridderschap in overleg zal treden, doch dat
de Grondwetsherziening er spoedig zal
komen gelooven we niet.
—o—o—o—
Ten slotte nog een paar regels over de
Hongaarsche Kabinetscrisis. De verwach
tingen dat het aan Von Lukacz zou gelukken
een kabinet samen te stellen zijn niet
verwezenlijkt en Luckacz is alweer kabi
netsformateur af. Hij kan niet alleen geen
mannetjes voor zijn kabinet vinden, doch
ook geen steun voor het tot standbrengen
eener voorloopige begrooting, voldoende tot
na afloop der verkiezingen. En daar hij
een parlementsontbinding zonder dat er
een begrooting is, in strijd met de wet
achtte, kon hij zijn opdracht niet vervullen.
Thans is graaf Khuen door den Koning
met de vorming van een kabinet belast,
doch of deze gelukkiger zal wezen als
Lukacz staat nog te bezien.
TEXELSCHE COURANT.
O
7,51; 9,18; 12,33; 4,20; 7,32.
Aankomst Trein Helder. Vertrek Boot.
1 Mededeelingen. Ingekomen stukken.
2 Vaststelling kohier uan schoolgelden
ouer het 1 kin. 1910.
3 Idem kohier uan hondenbelasting,
dienst 1910.
4 Idem suppletoir-kohier uan honden
belasting, dienst 1909.
5 Idem suppletoir kohier uan hoofde-
lijken omslag, dienst 1909.
6 Besluit tot wijziging der gemeente-
begrooting uoor 1909.
7 Samenstelling stembureaux.
8 Adres bewoners Hoogerstraat te den
Burg.
9 Behandeling uerzoeken gemeente-rei
niger om uerhooging uan jaarwedde
en toekenning uan een gratificatie.
10 Vaststelling belooning en benoeming
plaatsueruangend kantoorhouder uan
net hulptelegraafkantoor te de Waal.
11 Adres A. Korff om financieelen steun
enz. uoor een op te richten teeken
cursus.
12 Adres A. W. Koning, houdende het
uerzoek dispensatie aan te uragen uan
het bepaalde in art. 43, 1e lid, der
Drankwet.
13 Verzoek G. Zoetelief Pz. om aan H.M.
de Koningin het uoorstel te doen B.
en W. te machtigen hem een uergun-
ning te uerleenen uoor den uerkoop
uan sterken drank in het klein.
14 Voorstel tot het aanuragen uan dis
pensatie, als bedoeld in art. 48, 5e
lid, der wet tot regeling uan het
lager onderwijs, ten opzichte uan de
o. I. school te den Burg.