N°, 2338.
Donderdag 24 Februari 1910.
238te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Van week tof week
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs por 3 maanden.
Voor pje Borg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 10 nar op den dag der uitgave
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitgeoers LANGEVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Bübg op Texel.
Schietoefeningen tot verhooging van
's Landsweerkracht.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt ter openbare kennis dat in deze
Gemeente te den Burg van 1 Mei a s. tot
1 September d. a. v. schietoefeningen tot
verhooging van 's Landsweerkracht zul
len gehouden worden.
Tot deze oefeningen, welke één of
tweemaal per week zullen plaats hebben,
worden toegelaten miliciens, landweer-
plichtigen en kaderreservisten, die niet
onder de wapenen zijn en particulieren
van 16 tot 35 jarigen leeftijd.
Dit onderwijs en de verstrekking van
wapenen en munitie is geheel kosteloos
voor de deelnemers.
Zij die aan de oefeningen wenschen
deel te nemen, worden uitgenoodigd
zich daartoe aan te melden ter gemeente
secretarie vóór 26 Februari a. s.
Texel, den 18 Februari 1910.
De Burgemeester voorn.
HIDPINGH.
12—19 Febr.
Van de binnenlandsche aangelegenheden
trok in de afgeloopen week wel inzonder
heid de kwestie-Van Heeckeren van Keil
onze aandacht. De voormalige gezant, thans
Eerste Kamerlid heeft gevolg gegeven aan
zijn voornemen en aan de Kamer een nota
gezonden, die aanleiding gegeven heeft tot
heel wat geschrijf in de laatste dagen.
Na de zeer pertinente regeeringsverkla-
ring, waarvan we in ons vorig overzicht
uitvoerig melding maakten, heeft de heer
van Heeckeren dan gesproken en medege
deeld van wien hij zjjn inlichtingen om
trent den befaamden brief van den Duit-
schcn Keizer over onze kustverdediging,
had ontvangen en daardoor niemand min
der dan den veelbesproken leider der Anti
revolutionairen, Dr. Kuyper in de onver
kwikkelijke zaak betrokken. Opkomende
tegen het verwijt, dat h(j zijn critiek gegrond
zou hebben op een los gerucht, hetwelk
hij als een feit zou hebben voorgesteld,
verklaarde de heer van Heeckeren, dat de
gebeurtenissen waarop hjj doelde hem des
tijds medegedeeld waren door den toenma-
ligen minister-president „met wien h(j over
den aard en de beteekenis er van niet
ééns. maar herhaaldelijk van gedachten
"gewisseld heeft". En dat niet alleen, volgens
's heeren Van Heeckerens verklaring zou
den ook anderen, ministers, oud-ministers,
ministers van Staat en Kamerleden met
de kwestie op de hoogte zijn.
Zooals men weet kan de bedoelde „toen
malige minister-president" niemand anders
zijn dan Dr. Kuyper.
De verklaring van den oud-gezant heeft
niet geringe opschudding in onze parlemen
taire en andere kringen teweeggebracht.
Ofschoon over 't algemeen de bladen vast
houden aan de juistheid der pertinente
regeeringsverklaring in de Eerste Kamer
afgelegd, vinden ze de eveneens pertinente
verklaring van don heer Van Heeckeren
zeer bedenkelijk. Bedenkelijk n 1. voor Dr.
Kuyper. Tal van veronderstellingen zijn
in de laatste dagen geopperd over de rol
die Dr. Kuyper als minister-president ge
speeld heeft en de meesten zjjn niet
van vleiendon aard. Verschillende vragen
werden er in de pors gedaan, vragen over
het geheimzinnige, hot onverklaarbare
in deze zaak, vragen zooals b.v.of er
mogelijk tusschon den oud-gezant en Dr.
Kuyper destijds een misverstand heeft
geheerscht, of Dr. Kuyper den toenmaligen
gezant wellicht wat op den mouw gedaan
heeft, etc. En v schillende antwoorden
werden reeds bij .orbaat gegeven, ant
woorden in den vo in veronderstellingen
die nu juist n getuigden van ve6l
vertrouwen in de rol die de „toenmalige
minister-president" inzake onze buiten-
landsche politiek zou hebben gespeeld.
Zelfs werd er al gesproken van „een
nieuwe Kuyperkwestie" en „een nieuwen
eereraad", werd er al gevraagd „in welk
kunstig gespannen weefsel", de leider der
Antirevolutionairen nu al weer verward
geraakt was.
Veronderstellingen maken is altijd ietwat
gevaarlijk en afgaan op den schijn dikwijls
verkeerd. Gissen doet missen zegt niet
ten onrechte een onzer spreekwoorden. Er
is in deze kwestie zooveel duisters en
onverklaarbaars dat er allerlei gissingen
gemaakt kunnen worden. En daarom mag
het als een noodzakelijk iets en ook als een
daad van belang geacht worden, dat de man,
die over de zaak in kwestie, alles weet,
ons den weg wijst in dezen doolhof. Die
man is Dr. Kuyper.
Tot nog toe heeft hij zich over de
verklaring van baron van Heeckeren niet
uitgelaten, doch dat hij zal blijven zwijgen,
we kunnen het haast niet gelooven.
Met belangstelling zullen velen met ons
uitzien naar de een of andere verklaring
van den opnieuw in het gedrang gekomen
leider der anti-revolutionairen.
—o—o—o—
Van het buitenland trok wel inzonderheid
Engeland in de afgeloopen week onze aan
dacht. Het parlement isthansbijeengekomen
maar de lang verwachte verklaring van
de regeering, omtrent de door haar te
volgen gedragslijn, is nog niet verschenen
We zullen daaromtrent geduld moeten
oefenen tot a.s. Maandag waarop door den
Koning de „Troonrede" in het parlement
zal worden voorgelezen.
De werkzaamheden van het Lagerhuis
bepaalden zich in de afgeloopen week al
voornamelijk tot het beëedigen der leden
en het kiezen van een president. Als
zoodanig werd bij acclamatie gekozen de
Unionist Lowther, die ook in het oude
parlement, naar het schijnt tot aller
tevredenheid, den presidentshamer heeft
gezwaaid. Dat hij tot de Unionistische partij
behoort is geen bezwaar omdat de spaeker
zich in het parlement met de politiek niet
bemoeit en zich buiten of liever boven de
partijen stelt.
Vermoedelijk zal hij geen gemakkelijke
taak hebben in de komende zittingsperiode
want het is te voorzien dat er tusschen de
partijen een harde strijd zal ontbranden.
En niet onmogelijk is het ook dat de
regeering een barde dobber krjjgt. Na de
verklaring van den leider der Ieren,
Redmond, waarover we in ons vorig over
zicht het een en ander mededeelden, is de
positie der regeering niet hoopvoller
geworden. Zooals men zich herinnert heeft
Redmond den eisch gesteld, dat de regeering
de Hoogerhuiskwestie vooraf zou laten gaan
aan elke andere werkzaamheid, ook aan
de begrooting. Dit nu schijnt niet naar
het hart van een deel van het kabinet te
zyn, althans Redmond had een onderhoud
met de regeering en naar gemeld werd,
kwam men daarin niet tot een overeen
stemming. Ook loopt het gerucht dat de
Koning geweigerd heeft na de jongste
kiezersuitspraak de noodige waarborgen te
geven omtrent de beperking van het veto
recht van het Hoogerhuis.
Pertineuts is er evenwel niets bekend,
doch veel wijst er op dat de regeering in
moeielijkheden gewikkeld is, temeer waar
ook onderhandelingen tusschen de regeeriug
en de Arbeiderspartij gevoerd zijn, die op
niets zjjn uitgeloopen.
Van verschillende zijden wordt dan ook
reeds voorspeld, dat een nieuwe parle
mentsverkiezing alweer voor de deur staat,
't Is te begrijpen dat met spanning uitgezien
wordt naar den dag van Maandag, waarop
de „Troonrede* zal verschijnen.
—o—o—o—
In Frankrijk is in den laatsten tijd het
pensioenvraagstuk aan de orde. Reeds in
1906 werd een desbetreffend wetsontwerp
door de Kamer aangenomen, doch pas in
de vorige week nam de Senaat zijn eorste
beslissing daarover. Na hit ontwerp heel
wat gewjjzigd te hebben werd tot het
overgaan tot de tweede lezing besloten,
waardoor de kans groot is, dat het ontwerp
ook wet zal worden.
Enkele bijzonderheden emirent de Fran-
sche peusioemegeling vinden hier een plaats.
De ouderdomsverzorging zal zich uit
strekken tot alle gesalarieerden, behalve
tot de ingeschreven zeelieden, spoor- en
mijnbeambten. Gehuldigd wordt in het
ontwerp als grondbeginsel de verplichte
verzekering en do gelijkstelling van alle
gesalarieerden, mannen zoowel als vrouwen.
Er bestaan in de regeling van dit ontwerp
geen klassen met hoogere of lagere premies:
elke man betaald 472 gulden, elke vrouw
3 gulden elke niet-18-jarige 2.25 gulden
per jaar. Deze premie wordt door den
werkgever bij de loonbetaling ingehouden.
Als quitantie voor de betaling gelden zegels,
die op een kaart worden geplakt, welke
van staatswege eiken verzekerde wordt
uitgereikt. De werkgever betaalt telkens
een bedrag gelijk aan dat van zijn werk
nemer.
Uit het aldus gevormde kapitaal krijgt
ieder die gedurende 30 jaar heeft gestort,
op 65-jarigen leeftijd een pensioen waarbij
de Staat dan nog 60 francs per hoofd
voegt, met dien verstande, dat het pensioen
207 gulden voor mannen en 235 gulden
(per jaar) voor vrouwen niet te boven kan
gaan. Wie zijn pensioen echter vroeger
wil doen ingaan, kan dit gedaan krijgen,
doch ontvangt dan natuurlijk naar ver
houding minder. Aparte bepalingen zijn
getroffen voor hen, die op 'toogenblik dat
de wet in werking treedt, ouder zijn dan
35 jaar en dus niet vóór hun 65ste jaar
nog 30 jaren premie kunnen betalen.
Eveneens zijn speciale maatregelen getroffen
voor hen die reeds zelf voor hun verze
kering hebben gezorgd. Sterft een verze
kerde vóór hij pensioen-gerechtigd is, dan
hebben zijn weduwe en kinderen rechtop
een kleine vergoeding, die in het gunstigste
geval in totaal stijgen kan tot 300 francs.
Behalve deze verplichte verzekering be
vat het wetsontwerp verder de bijzonder
heden van een stelsel van vrijwillige ver
zekering, bestemd voor de landarbeiders,
kleine boeren en grondeigenaars, enz. Voor
een betaling van 18 francs per jaar zullen
dezen recht hebben op een maximum
pensioen van 100 francs.
Ziedaar de hoofdtrekken van het ontwerp.
Over het algemeen is men in Frankrijk
evenwel niet zeer ingenomen met dit stuk
socialen arbeid; inzonderheid de arbeiders
vinden het niet voldoende. Zooals reeds
gezegd, zijn er door den Senaat heel wat
wijzigingen in het oorspronkelijke ontwerp
aangebracht maar met het oog op de a.s.
algemeene verkiezingen in Mei verwacht
men dat de regeering en de Kamer daar
mede wel genoegen zullen nemen, omdat
ze er prijs op stellen voor de verkiezingen
nog met de pensioenverzekering gereed te
komen, of de wet evenwel spoedig uitge
voerd zal worden is een andere vraag,
omdat de regeering nog geen fonds heeft
waaruit ze de benoodigde 200 millioen fr.
zal kunnen bestrijden.
—o—o—o
Uit Griekenland kwamen in de laatste
dagen weer verontrustende tijdingen. Be
driegen de voorteekenen ons niet dan staat
men in Hellas aan den vooravond van
een crisis. Er is een beweging ontstaan
tegen de militaire liga, die zooals men
weet, er den laatsten tijd de lakens uitdeelt.
De bevolking is ontevreden over het des
potisch optreden der sabeldragers en ook
de marineofficieren schijnen van plan geen
genoegen langer te nemen met de bevelen
van hun wapenbroeders te land. Het gistte
al eenigen tijd op de vloot en daarom
heeft de liga een aantal torpedobooten doen
ontwapenen. De liga schijnt wel van plan
te zijn de onbetrouwbare vloot onschadelijk
te maken. Door te bevelen, dat de munitie
aan land gebracht moest worden en de
schepen zich van de kust moesten ver
wijderen.
De minister-president sprak vandaag in
de Kamer de afgevaardigden toe en diende
het ontwerp tot het bijeenroepen eener
nationale vergadering in, waarbij hij de
vrees uitsprak dat indien het parlement
weigerde het ontwerp goed te keuren er
wel eens ernstige gebeurtenissen voor de
deur konden staan.
Hoewel we het juiste van de zaak niet
weten, lijkt de toekomst voor Griekenland
niet zeer hoopvol. Mogelijk dat ernstige
gebeurtenissen voor de deur staan.
TEXEL, 23 FEBRUARI 1910.
Vergadering der S. D, A. P.
Ü9 opkomst van belangstellenden bij
de alg. verg., welke Zaterdagavond door
de afd. Texel van de S. D. A. P. in
Hotel Texel werd gehouden mocht zeker
zeer bevredigend worden genoemd.
De voorzitter de heer A. Boon, kon
bij de opening der verg. dan ook met
groote tevredenheid het welkom aan de
aanwezigen toeroepen, 't Mag wel
even vreemd schijnen zegt de voorz.
dat waar geen politiek in de lucht is,
deze verg. wordt gehouden, doch het doel
is om de beginselen der S. D. meer bekend
te maken waarvoor de heer Thomassen
zich bereid verklaarde, en aan te sporen
tot toetreding bij die partij.
De heer Thomassen daarop het woord
verkrijgende, zegt dat er twee categoriën
van menschen zijn, waarvan hij een
afkeer heeftle. zij die altijd en over
alles mopperen (zonder iets tot verbete
ring te doen), 2e.de gelatenen, die van
deze stelling uitgaan't zal mijn tijd
wel duren. Beiden zijn blokken aan 't
been, die niet mede strijden om te komen
tot een beter levensbestaan, iets wat de
socialisten wel doen.
Op Texel, zegt spr. is de toestand
nog niet zoo beroerd, maar toch laten
ook hier sommige toestanden wel wat
te wenschen over al is het niet zoo erg
als vooral in de grootere steden van ons
land.
Wat door de S. D. wordt gewenscht zet
spr. als volgt uiteen: voor de kinderen een
gelukkige jeugd, een goede voeding,
goede verzorging, goed onderwijs, vrij
van zorgen, b. v. tot ze 14 jaren oud
zijn, alzoo een lange jeugd. Verder
wordt gewenscht een behoorlijke werk
tijd voor volwassenen, bij voldoende
belooning, opdat ook zij kunnen genieten
van het mooie en goede dat het leven
biedt; voor den ouder gewordene wenscht
hij een onbezorgden ouden dag.
Is dat nu zulk een overdreven eisch?
vraagt spr., toch zeker niet. Zoo is de
toestand echter nog op lange na niet
en wie nu daarmede instemt moet zich
aansluiten bij de S. D. A.P. en daardoor
medewerken om zulk een toestand
mogelijk te maken.
Naar aanleiding hiervan voerde spr.
vervolgens het woord om aan te toonen
dat aansluiting en goede organisatie
noodig zijn voor hetgeen waarnaar werd
gestreefd. De kracht van organisatie
werd met voorbeelden door spr. duidelijk
gemaakt. Geen organisatie in verschil
lende bonden doch allen in één bond.
De werklieden verdeelen zich in verschil
lende bonden, n.l. Christelijke, Katholieke
en andere bonden. De werkgevers zetten
politiek en godsdienst in deze ter zijde
en vereenigen zich allen in één bond.
De ondervinding heeft geleerd dat zij
daardoor de sterksten zijn. Laten de
werklieden hieraan een voorbeeld nemen.
De S. D. A. P. zegt spr. vindt steeds
meer aanhangers, met Paschen hoopt
men te kunnen v\ ijzen op een getal van
10000; bij de onlangs gehouden verkie
zing is uit het stemmental gebleken dat
de partij sinds de vorige verkiezing met
25% is vooruitgegaan, dat der overige
partijen slechts met 127s pCt Een bewijs
dat de S. D. veld wint, dat haar ideën
meer en meer ingang vinden, waarom
spr. de aanwezigen aanspoort zich ook
bij die partij aan te sluiten.
Na de pauze hield spr. pen beschouwing
over don afloop der laatste verkiezingen
en wat het volk heeft te wachten van
de tegenwoordige regeeriug. Dat zal
COURAN