N\ 2862.
Donderdag 19 Mei 1910.
23ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 10 nnr op den dag der uitgave
Hoe staat het met de Landbouw-
Ongevallenverzekering
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor de Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD DE ROOLJ, ParkstraatBurg op Texel.
KIEZERSLIJST.
Burgemeester en Wethouders der Ge
meente Texel maken bekend, dat de op
den 22sten Maart 1.1. vastgestelde kie
zerslijst voor het jaar 1910-1911, zooals
deze thans luidt, van heden tot den
löden Mei van het volgende jaar van
kracht blijft, behoudens wijzigingen ten
gevolge van rechterlijke uitspraak en
aanteek eningen omtrent schorsing.
De genoemde lijst blijft voor een ieder
op de Secretarie der Gemeente ter inzage
nedergelegd en in afschrift of afdruk,
tegen betaling der kosten, verkrijgbaar
Texel, den 15den Mei 1910.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester, HIDDINGH.
De Secretaris, RUIBING.
NATIONALE MILITIE.
Onderzoek van verlofgangers.
Burgemeester en Wethouders der gemeente Texel
maken bekend, dat het onderzoek van de in het
verlofgangersregister dezer gemeente ingeschreven
verlofgangers der Militie te land zal worden ge
houden in een der lokalen van de o.l. school te
den Burg op Dinsdag, den 7en Juni 1910, des
voormiddags te 11 uren.
Aan het onderzoek behoeft niet te worden
deelgenomen door hen, die in het genot zijn van
verlof tot nadere oproeping en voorts niet door:
a de verlofganger, aan wie vergunning is ver
leend tot uitoefening van de zeevaart of de zee-
vLscherij buitenslands of toestemming tot verblijf
in het buitenland, en aan wie hetzij gelijktijdig
met die vergunning of toestemming, hetzij in
verband daarmede later afzonderlijk, vrijstelling
van het onderzoek is verleend, dan wel is toe
gestaan dat onderzoek in de maand November of
December van het loopende jaar te ondergaan;
b de verlofgangers, aan wie ter zake van de
uitoefening van hun beroep of bedrijf dan wel
wegens andere bijzondere omstandigheden ver
gunning is verleend het onderzoek in een der
hiervoren onder a genoemde maanden te ondergaan
c de verlofgangers, die in het loopende jaar,
vóór den dag hierboven als dag van onderzoek
aangegeven, uit anderen hoofde dan voor straf
onder de wapenen zijn geweest;
d de verlofgangers, die bestemd zijn om in het
loopende jaar voor herhalingoefeningen onder de
wapenen te komen;
e de verlofgangers, die bestemd zijn om met 1
Augustus van het loopende jaar naar de Land
weer over te gaan;
1 de verlofgangers, die in het genot zijn van
ontheffing van den werkelijken dienst of van
uitstel van eerste-oefening;
g de adspirant-militie-otlieieren en
h de verlofgangers van de Exploitatie-Compag
nie der Spoorwegafdeeling van het Regiment
Genietroepen.
Daarentegen moeten aan het onderzoek wbl
deelnemen de verlofgangers, die in het loopende
jaar voor herhalingoefeningen onder de wapenen
zouden moeten komen, doch wien voor den aan
vang van het onderzoek door den Minister van
Oorlog uitstel van opkomst voor die oefeningen
is verleend tot het volgende jnar.
Voorts wordt de aandacht gevestigd op de vol-
gonde wetsbepalingen
dat de verlofganger bjj dit onderzoek moot
verschijnen in uniform gekleed en voorzipn van
de klceding- en uitrustingstukken, hem bij zijn
vertrek met verlof medegegeven, van zijn zak
boekje en van zijn verlofpas
dat een arrest van twee tot zes dagen, te onder
gaan in de naastbij gelegen provoost of het
naastbjj zijnde huis van bewaring, door den
Militiecommissaris kan worden opgelegd aan den
verlofganger
lo. die zonder geldige reden niet bij het
onderzoek verschijnt;
2o. die, daarbij verschenen zijnde, zonder geldige
reden niet voorzien is vau de hiervoren vermelde
voorwerpen
3o. wiens kleeding- of uitrustingstukken bij het
onderzoek niet in voldoenden staat worden
bevonden
'to. die klecding- of uitrustingstukken, aan ecu
ander behoorende, als de zijno vertoont;
dot, onverminderd de hiervoren genoemde straf
van twee tot zes dagen arrest, do verlofganger,
die zich schuldig maakt aan eon der feiten daarbij
onder lo. lot do. genoemd, wordt opgeroepen om
op een nader te bepalen tijd en plaats voordon
Militiecommissaris te versohynen tot hot ondergaan
van eon nader onderzoek;
dat de manschappon der militio te land worden
geacht onder do wapenen te zjjn niet nlleon
gedurondo den tijd, dien het onderzoek duurt,
maar in het algemeen, wanneer zij in uniform
zijn gekleed, zoodat zij, die ongeregeldheden
plegen of zich aan strafbare feiten schuldig maken,
hetzij bij het gaan Daar de plaats voor het onderzoek
bestemd', hetzij gedurende het onderzoek of bij
het naar huis keeren, te dier zake zullen worden
gestraft volgens het Crimineel Wetboek en het
Reglement van krijgstucht voor het krijgsvolk te
lande.
De verlofganger, die bij herhaling kleeding- of
uitrustingstukken, aan een ander behoorende,
als de zijne vertoont, wordt in werkelijken dienst
geroepen en daarin gedurende ten hoogste drie
maanden gehouden. De duur van dezen dienst
wordt door den Minister van Oorlog bepaald.
De verlofganger, die niet voldoet aan eene
oproeping tot werkelijken dienst, wordt, na daartoe
door den Minister van Oorlog te verstrekken last,
als deserteur afgevoerd en behandeld.
Nog worden de verlofgangers opmerkzaam
gemaakt, dat het niet ontvangen eener bijzondere
kennisgeving hen niet ontheft van hunne ver
plichting tot deelneming aan het onderzoek, maar
dat deze openbare kennisgeving EENIG en
ALLEEN als bewijs geldt, dat de verlofganger
behoorlijk is opgeroepen.
Ingeval ziekte of gebreken de deelneming aan
het onderzoek mochten verhinderen, zal daarvan
zoodra mogelijk ter Gemeentesecretarie moeten
worden overgelegd eene gelegaliseerde genees
kundige verklaring, welke op ongezegeld papier
kan worden gesteld.
Aan den verlofganger kan op zijn daartoe aan
den Militiecommissaris van zijn District te richten
en met redenen omkleed verzoek worden vergund
het onderzoek in eene andere gemeente des
Rijks te endergaan. Het verzoekschrift moet tijdig
gefrankeerd worden toegezonden. Maakt een
verlofganger, aan wien eene zoodanige vergunning
is verleend, daarvan geen gebruik, dan wordt
deze geacht niet te zijn verleend.
Texel, den 13 Mei 1910.
Burgemeester en Wethouders voornoemd,
De Burgemeester, HIDDINGH.
De Secretaris, RDIBING.
Herijk ran Haten en Gewichten.
Burgemeester en Wethouders van Texel
maken bij deze bekend
a. dat dit jaar de zittingen voor den her
ijk der maten en gewichten zullen worden
gehouden
voor den Burg te den Burg in het lokaal
van R. Moojen op 2 en 3 Juni van 9 uur v.m.
12 midd. en van 14 uur nm. en op 4 Juni
van 9 uur vm. 12 midd. en van 13 u. nm.
voor den Hoorn te den Burg in het lokaal
van R. Moojen op 6 Juni yan 9 uur vm.
12 uur nm.
voor de Koog te den Burg in het lokaal
van R. Moojen op 6 Juni van 12 uur midd.
1 uur nm.
voor de Cocksdorp te de Oocksdorp in het
lokaal van Jb. Buijs op 7 Juni van 11 uur
vm.3 uur nm,
voor Oosterend te Oosterend in het lokaal
van IJ. Koppen op 8 Juni van 9 uur vm.
12 uur midd. en van 1—4 uur nm.
voor de Waal te Oosterend in het lokaal
van IJ. Koppen op 9 Juni van 9 uur vm.
12 uur midd.
voor de buurtschap Oost te Oosterend in
het lokaal van IJ. Koppen op 9 Juni van 1
3 uur nm.
voor Oudeschild te Oudeschild in het lo
kaal van D. Vos op 10 JudI van 9 uur vm.—
12 uur midd. en van 1-4 uur nm. en op 11
Juni van 9—lO/c uur vm.
b. dat de maten en gewichten schoon,
droog en roestvrij moeten worden aange
boden om onderzocht te kuDnen worden
c. dat betaald moet worden voor het
justeeren van gewichten en wel ten bate
van 's Rijks schatkist;
d. dat de maten en gewichten voor 1
Januari 1912 gestempeld moeten worden
met de letter s en tot dien datum ook de
letter r geldig is;
e. dat de maten en gewichten, die ge
stempeld worden met het atkeuringsmerk
(driehoek,) niet in winkels enz, terugge
bracht mogen worden
f. dat er nog gelegenheid is maten en
gewichten te laten herijken aan het ijkkan-
toor te Amsterdam, Brouwersgracht 276
op Maandag en Vrijdag van elke week
van 9 uur v.m, tot 3 uur n.m.
g. dat de onderdeden van het Gram
(de milligram-gewichten) niet op de herijk-
zitting, maar alleen aan de ijkkantoren
herijkt kunnen worden. (Opzending per
post Iran keeren.
Texel, den 13 Mei 1910.
De Burgemeester,
W. F. HIDDINGH.
De Secretaris RUIBING.
LANDBOUWTELLING.
De Burgemeester der gemeente Texel,
brengt ter algemeene kennis, dattusschen
20 Mei en 20 Juni a.s. eene telling zal
plaats hebben betreffende het grondgebruik
en den veestapel, waarvan het doel in eene
dezer dagen uitgereikte circulaire nader
is omgeschreven.
Hij verzoekt dringend de met de telling
belaste personen zoo goed en zoo volledig
mogelijk in te lichten.
Met nadruk wijst hij er op, dat de telling
uitsluitend geschiedt in het belang van
den landbouw.
Exemplaren van bedoelde circulaire zijn
nog ter Secretarie te bekomen.
Texel, 13 Mei 1910.
De Burgemeester vnd.,
HIDDINGH.
IV.
Met het schrijven van dit artikeltje heb
ben wij eenigen tijd gewacht, omdat wij
eerst eens wilden afwachten welk resul
taat de eerste pogingen, om tot aan
sluiting te komen, zouden hebben. Nu
sedert 1 Januari 1910 de Landbouw-Onder-
linge in werking is getreden en er alzoo
eene ervaring Ivan 4 maanden is, kunnen
wij met meer feiten-kennis deze verzekering
bekijken. En dan willen wij maar dadelijk
voorop stellen dat zij, die meenden, dat de
vrijwillige verzekering wel onder de land
bouwers zou aanslaan, inderdaad goed heb
ben gezien. Er waren er ook, die er een
zwaar hoofd over hadden; die dachten, dat
zonder dwang van de regeering men zelfs
niet eens een begin zou kunnen maken.
De ervaring heeft evenwel anders geleerd.
Het onderstaande tabelletje geeft een
overzicht van het aantal landbouwers dat
op 1 Mei bij de Landbouw-Onderlinge was
aangesloten:
in de provincie Groningen 671 landbouwers
Friesland 1186
Drenthe 781
Overijssel 79
B Utrecht 210
Noord-Holl. 1848
v Zuid Holl. 726
n Zeeland| 279
M v N.-Brabant 96
Totaal 5876.
Deze landbouwers keeren gezamenlijk aan
jaarloon uit de volgende bedragen
In Groningen f 1,212,136,—
Friesland 2,155,366,—
Drenthe 576,790,-
Overijssel 116,869,
Utrecht 246,6S0,—
Noord-Holland 1,944,966,—
Zuid-Holland 1,174,138,—
Zeeland 850,433,
Noord-Brabant 220,937,—
totaal f S,49S,315,
of bijna S'/s millioen gulden.
Stellen wij nu, dat iedere landarbeider
gemiddeld verdient f 350,— per jaar, dan
wordt het jaarloon van f 8,498,315,— uit
gekeerd aan ruim 24000 arbeiders, we
mogen gerust zeggen 25,000, zoodat deze
arbeiders op ditoogenblik geheel verzekerd
zijn, precies als de arbeiders in de industrie.
Het aantal landarbeiders bedraagt ongeveer
400,000 zoodat er nog zeer velen buiten de
verzekering blijven, maar het aanvankelijke
succes geeft hoop, dat spoedig voor meer
dere arbeiders zal worden gezorgd.
Hot meest kenmerkende van den geheelen
toestand is, dat de 5S76 landbouwers zich
zonder wettelpken dwang hebben aange
sloten.
En wat zijn nu de lasten
Omdat men niet vooruit weet, hoeveel
ongevallen er zullen geschieden, weet men
ook niet vooruit hoe hoog de onkosten
zullen zijn. Wel weet men, dat deze on
derlinge organisatie goedkooper zal zijn dan
iedere andere.
Bij de Landbouw-Onderlinge zijn_ geen
commissarissen en aandeelhouders die een
dividend moeten hebben; ook zijn er geen
inspecteurs, agenten en al die andere per
sonen, die eene verzekerings-maatscbappy
noodwendig n^oet bezitten, zal zij in leven
kunnen blijven, maar die haar dan ook
zwaar belasten.
De Landbouw-Onderlinge heeft alleen
eene administratie, die in zeer hooge
mate ontlast wordt door het werk, dat de
Plaatselijke Ongevallen-Com
missies doen. Juist doordat deze com
missies met zeer weinig onkosten kunnen
werken, daarom kan de geheele admini
stratie op zeer goödkoope wijze gevoerd
worden. Het onderlinge systeem,
zooals dat is uitgewerkt in de Landbouw-
Onderlinge, heeft twee zeer groote voor-
deelen boven elk ander systeem.
Ie. wordt er voor de ongevallen niet meer
betaald dan de werkelijke onkosten van
die ongevallen, en
2e. zijn de administratiekosten zoo gering
mogelijk.
De uitkomsten van de verzekering zullen
dit dan ook wel bewijzen.
Dit neemt niet weg, dat er dan toch
betaald zal moeten worden, al is het dan
niet zooveel. In het wetsontwerp door de
Regeering in 1905 ingediend, worden als
premies genoemd de bedragen van f 2,8
f3,8 en f4,7 per f 100.—jaarloon. Voorde
meest gevaarlijke bedrijven wordt de hoogste
voor de minstgevaarlijke de laagste premie
gevraagd: de meeste bedrijven zullen ver
moedelijk wel vallen in de midden-klasse
met een premie van f3,8.
Deze premies zijn lang niet malsch. Ze
moesten evenwel zoo hoog worden be
rekend, omdat de Regeering zich voor
stelde de uitvoering van de landbouw-
ongevallenwet op te dragen aan de
Rijksverzekeringsbank, waaraan dan uit
den aard der zaak en met het oog op het
groote aantal landbouwbedrijven, onge
twijfeld weder honderden en honderden
ambtenaren zouden moeten worden ver
bonden.
Waar bij de Landbouw-Onderlinge met
heel wat minder personeel wordt gewerkt,
waar de contröle door middel van de
Plaatselijke Ongevallen-Commissies heel
wat nauwkeuriger zal kuunen worden
gevoerd, daar ligt het voor de hand dat
met minder onkosten zal worden gewerkt.
De Landbouw-Onderlinge meent dan ook,
met groote waarschijnlijkheid, dat met
f 1,50 per jaar van f100.— jaarloon alle
onkosten zullen kunnen gedekt worden;
verwacht wordt dat van die f 1,50 nog wel
wat zal overschieten. Des te beter, want
dan wordt de verzekering nog goedkooper.
Kan men met fl.volstaan, dan worden
de f0.50, die overschieten, teruggegeven
of een deel er van wordt in een reserve
fonds gestort, al naar de algemeene verga
dering beslist.
Die f 1,50 is dus geen vaste premie, maar
een voorschot-premie. Het kan
natuurlijk ook gebeuren, dat de fl,50 op
gaan of dat er nog iets bij moet, maar
als dit zoo is, dan weet men ook, dat hei
niet goedkooper kan. De 5876 landbouwers
die bij de Landbouw-Onderlinge zijn aan
gesloten en gezamenlijk bijna 87a millioen
gulden aan loon uitkeeren, hebben nu
ongeveer met elkaar reeds gestort 85000
X f 1,50 is f 127.500 aan voorschot-premie.
Dit is een mooi bedrag, waarvan heel wat
uitkeeringen kunnen gedaan worden.
Vraagt men nu, wat de nog niet aan
gesloten landbouwers moeten doen, dan
ligt het antwoord voor de handzich
zoo spoedig mogelijk aanslui
ten, want:
lo. helpen zij daardoor hun knechts als
een ongeval hun treft; zij voldoen dus
aan een moreele plicht;
2o. doen zij dit op de goedkoopste wijze, en
3o. bevorderen zij daardoor, dat de wet
voor de ongevallen-verzekering in den
landbouw zoodanig kan worden, dat
deze wet voor het boerenbedrijf ge
schikt is.
Het belang van de knechts zoowel als
dat van de landbouwers eischt dus aan
sluiting bij de Landbouw-Onderlinge.
Als het ons gelukt is de landbouwers
door onze beschouwingen tot aansluiting
te hebben gebracht, dan is ons werk zeer
zeker niet nutteloos geweest.