De Boekhandel Parkstraat
1
I
Sanguinose
PF"* Let op
s
I
1
i
levert op bestelling
VOOR BRUILOFTEN, (groen, koper, zilver, goud)
en andere partijen.
m
DAKLEIEN
Christelijke Bibliotheek.
UIT BEU HEILIG YERLEDEH,
HAAR. ERFSTUK door MARIA L. en den
KALEHDER EBEH-HAËZER bewerkt door
Slechts vijf gulden per jaar.
o
p
bestellingen tijdig te doen.
Cevering met ongeveer i dagen.
I
Bloedarmoede, Zenuwzwakte,
algemeene
Verslappingstoestanden.
FEUILLETON.
De Verloren Zoon.
Nathalie van Eschstruth.
p
G. F. CALLENBACH te NIJKERK.
oq
Bruiloftsliederen. Feestartikelen.
Voordracliten, (ook met muziek) en gelegenheids
stukjes in ruime keuze.
Men raadplege de uitgebreide Catalogus.
ffl
Wacht voor namaakt
Te Oosterend bij P- Dros Gz., Oudeschild Joh. P. Dros, den Burg T. Buijs, drogist, en I- Moerbeek.
op onze voordeelige aanbieding
in DEKEISTS etc. verven en
stoomen van goederen.
F- LENGHAÜS.
Keizerstr. 62, Helder. Oosterend. Texel
CD
CD
O
AD
CD
P
(D
4^
CO
44>
rH
Aan de leden werd verzonden als eerste groote boek voor den
veertieudeu jaargang:
PLATEN VAN HAROLD CUPPING. met Bijschriften van
Dr. J. R. CALLENBACH, Prof. Dr. A. J. Th. JONKER,
Ds. P. J. VAN HELLE, Prof, Dr. J. \V.PONT,Dr.H.SCHOK-
K1NG, Ds. G. H. WAGENAAR en Dr. B. WIELENGA.
Groot prachtwerk met buitengewoon goed geslaagde platen in drie
kleurendruk.
Van een dergelijk prachtwerk alleen zou in vroegere jaren de prijs
allicht het dubbele van den abonnementsprijs uan een jaargang Christe
lijke Bibliotheek bedragen hebben.
Thans ontvangen de leden gelijktijdig hiermede een ex. van
H. W. S. voor het jaar 1911.
Terwijl in den loop van den 14en jaargang nog zullen worden toe
gezonden
De Gouden Poort, door Diederich Speckmann.
In Dienst Van Zijn Zender, door helene Christaller.
Tweemaal Gestoruen, door Ernst Schrill.
De Schaapherder, door C. Beijer, benevens Vijf Groene Boekjes onder
redactie van H. W. S.
En toch betaalt men slechts VIJF GULDEN per jaargang. l
Boven dit alles is ieder lid in de gelegenheid gesteld gratis in het
bezit te komen van meerdere degelijke boekwerken.
In eiken soliden boekhandel zijn de reeds verschenen nieuwe uitgaven
ter inzage te bekomen en is de nieuwe catalogus gratis verkrijgbaar.
Deze catalogus, op zichzelf een fraai uitgevoerd boekwerkje, wordt
ook op aanvrage gratis en franco toegezonden door den uitgever
Ct
CD
►-S
t—
CD
TS
CD
CD
ci~
O
CD
p
Gewone liederen en toepasselijke,
Ijswafels met lied er in,
Berlinerbollen met lied er in
Groote mutsen met lied er op
Hu welij kspantoffel-lied
Mutspistache met lied
2e klas Kilometerboekje-lied
Decoratielied met medaille
Gekleurde brillen-lied
Ratels met lied
Papieren servet met lied
Mirletonlied met mirleton
Mutsenzang met muts
Karrikatuurlied met halfmasker
Neuzenlied met neus
Snorrenlied met snor
Brillen met lied
Bruiloftsbrieven
Draailiederen
Bruiloftslied met knaleffect
Telegrammen
Enz. enz. enz.
Mooie vlaggetjes, groot en klein
Mirletons
Plakkaten en schilden, met opschrift
W onderpakketten
Illuminatieartikelen
Tricomaskers
Guirlandes en waaiers
Tambourinratels
Haantjes
Koekoeken
Confettiebommen
Confettie mitraleuses
Confettie met pijp
Gekleurde brillen
Ratels
Neuzenmaskers in 25 soorten
Domino-maskers, 12 kleuren
Bengaalsch vuur, zonder rook en damp
voor binnenshuis
Snorren, baarden, pruiken
Vuurwerken
Enz. enz. enz.
„Aan een jongen, die herstellende was
van tj'phoïdea, en bij wien de krachten
maar niet kwamen, niettegenstaande alle
versterkende middeleD, heb ik Uwe San
guinose gegeven met een verrassend
resultaat. Al heel spoedig nog vóór
dat de eerste flesch op was trad een
algemeene levensopgewektheid in; de eet
lust werd krachtig; de slaap diep en ver
kwikkend; de spijsvertering goed. De vroo-
lijkheid is weergekeerd. In ééD woord: de
Sanguinose heeft hier in enkele dagen
datgene gedaan, waar gemeenlijk even
veel weken voor noodig zijn.
Dr. AUG. ALEXANDRE, Brussel.
90 Ru e Jos Claes.
Yinuni Sanguinosnmin vacuo,
met vertrouwen aanbevolen in alle
gevallen van
Honderden geneesheeren in binnen- en
buitenland hebben bevonden dat de San-
gninoee hield wat zij beloofde.
VAN DAM Co. Den Haag.
Ik leed aan pijn in den rug en de borst;
was gedurig moe en slapmaar door
enkele flesschen Sanguinose ben ik geheel
genezen. En daarvóór was ik altijd moe
en slap.
Mej. G. KEUNEN, Zelhem.
Ik was een eerste zenuwlijderes, mijne
krachten waren totaal uitgeput. De San
guinose heeft een geheelen omkeer bij
mij teweeg gebracht.
Mej. MEESTER, IJmuiden.
door
14.)
In de verte hoorde mende rijtuigen aan
komen, de een liep nog even hier, de ander
daar, een ieder had nog inderhaast wat te
doen of te zeggen en uit meer dan een
moDd klonk het„En ik verdraag dat
gecommandeer niet
Boven aan de trap had Qötz alles gehoord.
Langzaam en onbemerkt ging de slanke
knaap de gaanderij langs naar zijn kamer.
Götz zag er bleek uit en zijn anders
zoo vroolijk gezicht geleek nu op dat van
een kranke, die voor zijn tijd oud is ge
worden. De donkere oogeD stonden drei
gend en spraken van een hartstochtelijken
haat. Om zijn mond verscherpten zich de
lijnen van hoogheid en onwil.
Daarom dus kwam die tweede moeder
hier.
Om streng te zijn en te tiranniseereD,
eene ijzeren roe voor hem, voor zijn zusje
en broeder, voor heel het personeel.
Daarom dus. En dat bij dat niet aan
stonds had begrepen.
En hij heeft zich nog wel verheugd en
gedacht, dat de nieuwe mama iemand zijn
zou, die hem zou begrijpen en zorgen, dat
zijn rechtmatige wenschen werden vervuld.
Eene goede, lieve moeder breng ik voor
u mee, had zijn vader zoo nadrukkelijk
nog wel gezegd, eene moeder die voor
u zal zorgen, u zal leiden en beschermen.
En wat voor eene moeder bracht hij
Dat zij kome
Götz beseft nu, waartoe zij komt en
hij is gereed voor den strijd.
Hij zal zijn vader opvolgen als graaf en
bezitter van diens vele en groote goederen.
Bah wat geeft hij duarom
Vrijheid wil hijKunnen doen en laten
wat hem behaagt. Hij is te groot om nog
als een kind aan den leiband te loopen.
Wat was zijn leven tot nu toe anders dan
een gesloten zijn in een dwangbuis
Wat gaf hij om zijn graventitel, om het
erven van al die goederen. Dat waren
de hatelijke ketenen, die hem kluisterden
en minder dan een gevangene deden zijn.
O, hoe benijdde hij de arme straatjongens
in hunne volkomen vrijheid.
Kon hij slechts eenmaal slechts eens
bij zijn buren overklimmen en wat appelen
kapen. Wat had hij er aan om in zijn
vaders park te wandelen en daar door den
tuinman vruchten te laten plukken zooveel
hem zou lusten.
Neen, die zure, harde, wilde peren, die
hij in het bosch zelf eens uit den boom
had gehaald, die hadden hem lekkerder
gesmaakt dan.het keurigste ooft uit eigen
gaard. En toch, wat hadden ze hem niet
gekost. Strafwerk zonder eind, dagen
arrest had hij gekregen, omdat hij zonder
verlof en toezicht zich uit de voeten had
gemaakt.
Götz von Abensberg kreunt en steunt
als een jonge leeuw, die tevergeefs aan de
ijzeren staven van zijn hok heeft gerukt.
Op eens komt zijn gouverneur, in rok
en met witte das gekleed, zijn kamer uit
vliegen, geeft hem een prachtig bouquet
en zegtZe komen. En nu, Götz doe nu
uw best en begroet uwe nieuwo mama
precies met wat ik u van buiten heb laten
leeren. Er hangt zooveel af van den eersten
indruk, dien gij op haar zult maken. En
reken er op, dat er op u wordt gelet.
Natuurlijk zal zij scherp op mij letten,
als een groot inquisiteur.
Götz klemt zijn lippen stijf op elkaar en
knelt het mooie bouquet krampachtig in
de hand.
Werktuigelijk gaat hij naast zijn gouver
neur de trap af tot de onderste trede, om
aldaar zijne ouders op te wachten.
Hij kijkt als met ingehouden adem den
corridor iD, waar zijn stiefmoeder aan den
arm van den graaf binnengekomen is.
Statig en indrukwekkend, ernstig en met
opgeheven hoofd gaat ze de dienstmeisjes
die aldoor buigen, tegemoet.
Haar oogen spreken van rustige bewust
heid van macht, maar eveneens van groote
welwillendheid. Zoo ziet zij ze aan en
heeft voor ieder van deze een paar woorden
die onwillekeurig doen denken aan eene
majesteit, die audiëntie verleent.
Götz neemt met scherpen blik die regel
matige en van beslistheid getuigende
trekken op—allerlei gedachten doorkruisen
zijn hoofd en iets als van haat komt in
hem op.
Die krachtige persoonlijkheid is wel,
maar wordt nooit olte nimmer zijn moeder
zij wordt de ramp van zijn leven die
zich stellen zal tusschen hem en alles wat
hij voor zfjn levensgeluk behoeft.
Vol hooghartigen trots heeft hij op dat
oogenblik tusschen zich en die „vreemde*
eene klove gedolven, die de liefde ter
nauwernood, maar het koude verstand
allerminst zal kunnen dempen.
Na eenige oogenblikken is do nieuwe
gravin Abensberg gekomen, tot waar hij
stond.
Zij heft de hand, om hem die op het
hoofd te leggen ter liefkoozing en wilde
iets naar Götz oordeel, iets dat zo wol
voor zich kon houden tegen hem zeggen.
Maar opeens sprong hij terzijde, een
donkere gloed kwam in zijn oogen en
dreigend zag hij haar aan.
Malwine, die zooiets allerminst had ver
wacht, schrikte. Maar terstond ook vcr-
dweon de welwillendheid, die op haar
gelaat waste lozen, voor de uitdrukking
van koude gestrengheid.
Zij had haar hand teruggetrokken on
toen Götz op een dreigenden blik van zijn
vader en krachtig bij den arm gevat door
zijn gouvernour, het bequet huar kortaf
Aanbevelend,
zijn in verschillende maten voor
handen aan de Steenkooperij van
firma W. F. STOEL ZOON,
Alkmaar.
- 7
toereikte, strekte zij hare hand niet om
de bloemen in ontvangst te nemeD, maar
kort en ijskoud zeide zo
Ik dank u, maar wil mij eerst overtuigen
of gij door vlijt en vriendelijkheid het
voorrecht verdienen zult, uwe moeder
bloemen te mogen brengen.
En zoo zeggende nam zij weer den arm
van haar man, die ten hoogste geërgerd
de houdiDg en het gedrag aangezien had.
Daarop ging zij, na een vriendelijken groet
aan den gouverneur, verder.
Deze echter trilde van ontroering en
Götz kreeg van hem een paar minder
vriendelijke woorden. Ook echeen zijne
excellentie, de graaf, erg veel lust te
hebben zijn oproerigen zoon terstond op
eene gevoelige wijze het onbetamelijke
van diens gedrag toe te lichten. Maar
Malwine maakte heel kalm een paar be'
wonderende opmerkingen over het mooie
ouderweteoho gebouw, dat „haar huis* zou
zijn, en verzocht om naar de onderscheiden
prachtig gemeubelde en verlichte vertrek
ken rondgeleid te worden, als was Götz
van Abensberg maar een gipsfiguur
geweest, dat men ter versiering opgesteld
had.
Mijn lieve Malwine, ik ben heelemaal
buiten mijzelf over de ongemanierdheid
van dien kwajongen 1 zei de commit-
saris opgewonden, toen hg mot zijn vrouw
alleen was. Zooals ge ziet, ik heb niet
te veel gezegd, toen ik u over hem schreef
en sprak.
Gravin Abensberg lachte flauwtjes. Maar
Bolko, een kind kan mij niet beleodigen
ik verwachtte niet veel anders. Het ventje
was oproerig tegen de sterke hand, die
hem leiden zal, maar ik verzeker u, dat
dié sterk genoeg is om hom te doen gehoor
zamen. En breDg me nu naar do kinderen.
Ik hoop, dat die met vriendelijkheid to
winnon zijn. Tegenover Götz zal ik vooreerst
wat streng moeten zijn.
Wordt vervolgd.)