<sr°, 2428. Donderdag 5 Januari 1911. 248te Jaargang. Nieuws- en Advertentieblad. Bi nnenland. Van meek tof meek Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor de Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere anden met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der nitgave Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitgevers LANÖEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Texel. Voorbereidend Militair Onderricht. Onderzoek ter verkrijging van een Bewijs van voorgeoeiendheid. De Burgemeester der Gemeente Texel brengt ter kennis van belanghebbenden, dat zy, die zich hebben aangemeld tot deelneming aan het in Januari a. s. te houden onderzoek ter verkrijging van een bewijs van voorgeoefendbeid, voor dat onderzoek zullen moeten aanwezig zijn op Donderdag, den 12 Januari 1911, des voor middags te half tien in de Infanteriekazerne binnen het fort „Erfprins" te Helder. Texel, den 31 December 1910. De Burgemeester voornoemd, J. S. DIJT, Loco-B. SCHULDVORDERINGEN ten laste der Gemeente Texel. Burgemeester en Wethouders van Texel noodigen belanghebbenden uit, die in den loop van het jaar 1910 eenige leverantiën ten dienste der Gemeente hebben gedaan lo. hunne vorderingen ten spoedigste ter Secretarie in te zenden en voor zooveel betreft onderhouds- of herstellings werken aan gemeente gebouwen, enz., bij den gemeeDte-opzichter te de Waal. 2o. hunne vorderingen in te richten overeenkomstig een der onderstaande modellen Dienst 1910. De Gemeente Texel, debet aan Dienst 1910. Nota voor de Gemeente Texel van Texel, den 28 December 1910. Burgem. en Weth. voornoemd, J. S. DIJT, L -B. De Secretaris, RUIBING. 24—31 Dec. Als deze regels onder de oogen der lezers komen heeft een nieuwe jaarkring zijn intrede gedaan, behoort 1910 tot het ver leden en hebben we in onze gedachte weer eens even stilgestaan op den weg van het leven om in een korte wijle veel, misschien zeer veel te overdenken en het voorbije gebeuren van het heengevlogen jaar weder voor onzen geeft te brengen. Om daarna elkander met een hartelijke handdruk en een opgewekt woord voor het nieuwe jaar veel zegen en heil te wenschen. Ook uw overzichtschrijver wil het thans zijn lezers doen, al kan hij zijn wenschen niet van een stevigen handdruk vergezeld doen gaan. Al zouden wo haast geneigd zijn op dezen avond van herdenking, den blik verder terug te doen gaan tot de gebeurte nissen der voorbije week en u in herinne ring te brengen wat het voorbije jaar te bespreken en te overdenken gaf, we mogen onze taak niet uitbreiden en als we den lezer derhalve geen Oudejaarsavondbe- schouwingen voorzetton, moet hij ons dat ten goede houden. De gebeurtenissen der afgeloopen week waren niet van zeer belangrijken aard( althans niet die er te vermelden zijn van binnen de grenzen van ons eigen land. Weliswaar is de Eerste Kamer in deze week weder in openbare vergadering bijeenge weest om enkele wetsontwerpen af te doen en een aanvang te maken met den be- grootingsarbeid, doch ze deed dat in alle kalmte en deftigheid, zooals onze deftige Senaat betaamt, 't Is dan ook niet te denken, dat de komende zittingen van onze Eerste Kamer dergelijke tooneelen te zien zal geven als in de Tweede Kamer in de laatste zittingperiode het geval was. Daarover is in de laatste dagen in de bladen nogal heel wat stof opgejaagd. Zooals gebruikelijk is, werd in verschillende organen de balans opgemaakt over het begrootingstijdperk onzer volksvertegen woordiging en bijna eenstemmig verklaar den de bladen van verschillende richting over de resultaten allesbehalve voldaan te zijn. Moge het nieuwe jaar ook in dat opzicht verbetering brengen, opdat onze Tweede Kamer ten slotte niet haar goeden naam geheel verliest. Over de parlementaire en politieke aan gelegenheden kunnen we verder zwijgen omdat de voorbije week al weinig bijzon ders bracht op dit gebied. Waarvan we echter wel even melding moeten maken is de vergadering van den Bond van Ned. Onderwijzers, die in de Kerstweek te Utrecht gehouden werd. In geen jaren is er over een Bond zooveel te doen geweest als er in het afgeloopen jaar te doen was over den B. v. N. O. Men herinnert zich ongetwijfeld nog maar al te zeer de zoo ge ruchtmakende redevoering van den heer Ossendorp, waaraan de z.g. neutraliteits- kwestie haar ontstaan te danken had. Zooals te verwachten was is de kwestie thans ook door den Bond besproken en hebben de onderwijzers zich in een tweetal moties over de z. g. „neutraliteitskwestie" nader uitgesproken. Door de algemeene vergadering werden de volgende moties aangenomen le. van Rotterdam, geamendeerd door 'tH.B. luidende: De A.V., kennisgenomen hebbende van de uitingen van de pers en van de maatregelen, genomen duor ver schillende gemeentebesturen, naar aanlei ding van de openingsrede door den voorz. uitgesproken op de A.V. te Leiden, verklaart zich volkomen homogeen met deze rede. 2e. van Amsterdam, geamendeerd door 'tH.B. luidende: De A.V. van den B. v. N. O gehouden te Utrecht in December 1910, kennis genomen hebbende van den aanslag van verschillende gemeentebesturen op de grondwettelijke rechten van de onderwijzers. daarin ziende niet alleen een verkorting van de vrijheid van spreken en schrijven der onderwijzers persoonlijk, doch ook, en vooral door de circulaire van het Amstei- damscho gemeentebestuur, een aanval op hunne organisatie, wier werken men tracht te fnuiken, deze reactionaire maatregelen ten zeerste in strijd achtende met de belangen van het openbaar onderwijs, handhaaft, 'tstandpunt, door den B. v.N.O, steeds ingenomen, inzake de vrijheid van den onderwijzer buiten de school, en besluit, dat de Bond met alle gepaste middelen, gelijk tot heden zal blijven strijden voor de verwezenlijking van zijn programma, —o—o—o— De katholieke bladen in Duitsciiland hebben zich in de laatste dagen nogal druk bozig gehouden met het optreden van Prins Max van Sakseneen broeder van den Koning Friedrich August. Prins Max is niet alleen prins, maar tevens ook priester der Katholieke kerk en in deze laatste kwaliteit heeft hij kort geleden in het tijdschrift „Rome und Orient" een artikel geschreven onder den titel „Pensees sur '1 union des Eglises'" een artikel dat heel wat stof opgejaagd heeft en voor den prinse lijken geestelijke minder aangename gevol gen na zich heeft gesleept. Het artikel handelde over do vereeniging van de Grieksche en Roomsche kerk en de schrijver merkte nogal kras op, dat Rome de ver eeniging onjuist beoordeelt en verkeerd doet door te eischen een onderwerping der Grieksche kerk aan het Roomsche abso lutisme. Voorts zette de prins uiteen, hoe Rome tegen de Oostersche kerk behoorde op te treden, welke rechten aan de Grieksche kerk moesten toegestaan worden en van welke eischen Rome zich had te ontzien, om tenslotte aan te dringen op wat meer waarheid en liefde bij de behandeling der Oostersche kerk. Daarbij haalde hij allerlei staaltjes aan van het verkeerd optreden van verschillende hoofden der Roomsche kerk tegen de Grieksche geloovigen. Het vaticaan ging met deze beschouwin gen lang niet accoord en het feit, dat de schrijver een Duitsche prins was, heeft het niet weerhouden om van zijn ontstemming te doen blijken. Ja méér nog, het riep den prins naar Rome, om zich te verantwoorden. En daar in Rome heeft plaats gehad, wat de Correspondenze Romana als haar levendige hoop tevoren reeds had uitge sproken, n.l.: „een kinderlijke onderwerping van den uitmuntenden priester, die prins Max is". Hij heeft het hoofd gebogen voor den. wil van den H. Vader en heeft boete gedaan. Tot zoover was deze kwestie natuurlijk een van zuiver kerkelijk belang. Doch het Hof heeft de onhandigheid begaan zich er mee te bemoeien, door in een conuninuqué in het „Dresdener Journal" te betoogen dat Prins Max in vele opzichten gelijk kan hebben, maar dat, voor zooveel zijn leer strijdt met het Roomsch Katholieke dogma hij zal hebben toe te geven. Wat de prins inderdaad ook gedaan heeft. Het stukje ia het Dresdener blad heeft groot opzien gewekt in het Evangelische Saksen. Want algemeen beschouwde men het afkomstig te zijn van de regeering. Doch de betrokken ministers hebben dadelijk een verklaring gepubliceerd, dat zulks niet het geval was. Thans verluidt dat de schrijver, Dr. Schöfer, de hof-kapelaan, was en verwacht wordt dat de kwestie nog een staartje zal krijgen in de Saksische Kamer, —o—o—o— Uit Portugal kwamen in de afgeloopen week verontrustende berichten, waarin voorspeld werd dat er weder revolutionaire woelingen op handen waren. Deze berichten vielen juist samen met die over een bijeen komst, welke de onttroonde Koning Manuel in Engeland had gehad met een aantal invloedrijke royalisten en hadden daardoor al dadelijk eenigszins den schijn wat tendentieus te wezen. Zooals dan ook inder daad het geval schijnt te zijn, want gister Vrjjdag, aldus meldt een telegram uit Lissabon, ontving de Portugeesche minis ter van Buitenlandsche Zaken de vertegen woordigers der buitenlandsche pers en aan dezen gaf hij de meest geruststellende ver zekeringen over den huidigen toestand. Overal in het land heerscht volkomeu orde en rust, de fluancieele aangelegenheden gaven roden tot tevredenheid, de lastige kerkelij ke agitatie was geëindigd en zoo voort. Het gerucht dat de Engelsche gezant reeds met het oog op den „dreigenden" toestand om een Engelsch oorlogsschip geseind bad noemde de minister geheel en al onjuist. Voor de rust van het land is het te hopen dat de minister de toestand niet mooier voorgesteld heeft dan deze in werkelijkheid is. —o—o—o Ook uit Italië kwamen in de laatste dagen verontrustende berichten. Er schijnt daar een groote spoorwegstaking op handen te wezen. De bittere ervaringen, die hun Fransche vakgenooten opgedaan hebben in het afgeloopen jaar schijnen de warmbloedige Italianen niet voldoende geleerd te hebben. Nu moeten ze weliswaar ernstige grieven hebben en de regeering is daarmee sinds lang bekend. Reeds geruimen tijd geleden dreigde de staking uit te breken, doch de regeering gaf toen eenige toezeggingen, o, a. om de grieven nauwkeurig te onder zoeken, en met het oog daarop werd het actief optreden der spoorwegmannen voor een bepaalden tijd opgeschort. Het schijnt evenwel, dat de manier waarop de regeering de zaak wil regelen niet naar het hart der beambten is en als de teekenen zich niet bedriegen dan is het gevaar voor een alge meene staking op het oogenblik weer zeer groot. —o—o—o— De Oostenrijksch-Hongaarsche delegaties zijn dezer dagen bijeengekomen, hoofd zakelijk om de voorloopige begrooting te behandelen. In Januari zullen pas de eigen lijke werkzaamheden aanvangen. De dele gaties komen bijeen in Boedapest en aan de opening werd dezen keer eenige bij zondere beteekenis toegekend omdat de troonopvolger, aartshertog Frans Ferdinand, dit deed in naam van den Keizer. Men had er nogal eenige verwachting van. Zooals men weet is de band tusschen Hongarije en den troonopvolger niet zoo heel innig. Be laatste staat in Hongarije bekend als iemand die van zijn toekomstige Hon- gaarsche onderdanen nu niet zooveel moet hebben. Doch in het feit dat hij nu in eigen persoon de vergadering der delegaties kwam openen, nu deze nog wel in de Hongaarsche hoofdstad werden gehouden, zag men een wijziging in de gevoelens van den troonopvolger jegens Hongarije. Deze laatsten zien zich echter bitter teleurgesteld. Wel is de aartshertog er geweest maar hij ging in alles zoo vormelijk te werk, had zoo weinig, vriendelijke woorden voor Hongarije over en bleef slechts zoo kort op Eongaarsch gebied als maar mogelijk was, dat de hoop op een leggen van een hechteren band van genegenheid, wel verdwenen zal zijn. De Hongaren zijn er tenminste niet heel best over te spreken. Of dit den troonopvolger later nog niet eens berouwen zal is een andere vraag. TEXEL, 4 Januari 1911. Onze plaatsgenoote, mej. D. Kooiman, is met ingang 1 Januari j.l. benoemd tot tijdelijk onderwijzeres aan de O. L. school te Harlingen. Leger des Hei ls. Maandag en Dinsdag 9 en 10 Januari zal door het Nationaal Stafmuziekcorps van het Leger des Heils eene groote muzikale demonstratie worden gehouden in de zaal van Hotel „Texel". Dit muziekcorps zoo lezen wij bestaande uit 17 geoefende musici onder leiding van Kapelmeester Enziga Ranie, is verbonden aan het hoofdkwartier te Amsterdam. Overal waar het Stafmuziek corps zich op zijne reizen door Nederland heeft doen hooren is het zeer gunstig beoordeeld geworden. In verschillende bladen lezen wij beoor deelingen welke getuigen van groote tevredenheid en di9 tot bezoek wel kunnen aansporen. TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1911 | | pagina 1