- N°. 2438. raai ad, Donderdag 9 Februari 1911. 24ste jaargang Nieuws- en rr, m| Advertentieblad. Binnenland» med Van week tof week ten Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 9 nar op den dag der nitgave ABONNEMENTEN en ADVERTENTIÈN worden aangenomen bij de Uitgevers LANGEVELD& DE ROOIJ, ParkstraatBurö op Te x e l ikte, i van 38 Jan.—4 Febr. We zouden ook nu weder een groot deel van ons overzicht kunnen wijden aan alles wat er in do afgeloopen week opnieuw geschreven werd over de kwestie, die nog steeds de buitenlandsche pers in beweging hield de fortificatie van Vlissingen. We doen dat echter niet omdat er absoluut niets nieuws te vermelden valt. De kwestie is nog steeds in het stadium, dat er nog niets met zekerheid over gezegd kan worden. Van officieele zijde zijn er nog geen stappen in de eene of andere richting gedaan en mag men de berichten gelooven, dan zal dit waarschijnlijk ook nog niet dadelijk het geval zijn. De interpellatie die in de Belgische Kamer aangekondigd is, moet nog gehouden worden en zoolang zal men geduld inoct6n hebben om te kunnen weten welk stand punt door de Belgische regeering omtrent de kwestie ingenomen wordt. Het standpunt onzer regeering mag als bekend worden verondersteld, maar dat 'neemt niet weg, dat in de Eerste Kamer, die thans weder bijeengekomen is, een mondelinge verklaring gevraagd zal worden. Intusschen heeft de nieuwe minister van Oorlog, de heer Colijn zich ook omtrent de aanhangige kustverdedigingsplaunen uitge sproken: Dat hij zich iu het algemeen met de plannen tot kustverdediging vereenigt volgt reeds hieruit, dat die kustverdediging werd toegezegd in 1909, in do rede tot opening van dq zitting der Staten Generaal en dat de plannen dus een punt van het programma van dit Kabinet uitmaken, zoodat hy niet nis Minister van Oorlog zou zyn opgetreden, wanneer hy er anders over dacht. Deze regelen schreef de nieuwe bewindsman neer iu de memorie van ant- Jacht en Visscherij. De Burgemeester van Texel brengt ter kennis van belanghebbenden dat de vol gende bekendmaking is aangeplakt. De Commissaris der Koningin in de pro vincie Nourdbolland, Gezien het besluit van Gedeputeerde Staten dier provincie d.d. 25 Januari 19111 no. 94 Gelet op art. 11 der „Jagtwet" Brengt ter kennis van belanghebbenden: a. dat de jacht op houtsnippen in deze provincie zal worden gesloten op den 28 Februari 1911 met zonsondergang; b. dat de jacht op eenden zal worden gesloten mede op den 28en Februari 1911 met zonsondergang c. dat de jaebt op ander waterwild zal worden gesloten op den 15den Maart 1911 met zonsondergang; d. dat het weispel van kwartelen met steekgaren of vliegnet zal mogen worden uitgeoefend van 1 Mei tot en met 15 Juli 1911 e. dat de visscherij met het staande spieringnet zal zijn gesloten van 1 Maart tot 1 November 1911 f. dat de visscherij met allo overige vischtuigen, uitgezonderd die met aalkorven, aaldobbere, aalreepen en palingtniken op aal, paling en grondelingen, die met het schepnet of de gebbe om kleine vischjes te vangen voor de aaldobbers en die op snoek in de gemeente Texel, van 15 Maart 1911 tot nadere aankondiging zal zijn ge sloten, en g. dat gedurende den gesloten vischtijd, vermeld sub f van dit besluit, ook het visscben met den hengel in de hand, uit gezonderd met de peur, is verboden. En zal deze in het Provinciaal Blad worden geplaatst en voorts in elke ge meente van Noordholland worden aange plakt. Haarlem, 28 Januari 1911. De Commissaris der Koningin vnd, YAN TIEN HO YEN. Texel, 4 Februari 1911. Do Burgemeester voornoemd, J. S. DIJT, Loco-B. woord op de oorlogsbegrooting, waarin hij nader zijn plannen voor de toekomst ont vouwde en die hij aanvangt met de erken ning dat hij zelf voorshands te kort zal schieten in practiscbe kennis van Neder- landsche legertoestanden, maar ook met het uitspreken van de hoop dat hij, gesteund door de elders opgedane ervaring, niet ge heel zonder vrucht voor de hervorming van onze legertoestanden werkzaam zal kunnen zijn. Dat het den nieuwen bewindsman ernst is zich met de toestanden op de hoogte te stellen, heeft hij in de weinige dagen dat hij aan het bewind is reeds een paar keeren getoond door de uitvaardiging van missives, waarin hij de medewerking inroept van officieren en Kader, om op de hoogte te komen van de meeningen die er in het leger omtrent verschillende vraagpunten mochten heerschen. Binnen enkele dagen zal beslist worden wie de opengevalleu Kamerzetel van den heer Colijn straks bezetten zal. De officieele candidaatstelling in het district Sneek heeft dezer dagen plaats gehad en laat het zich aanzien dat de candidaat der rechterzijde de heer Dr. Scheurer, veel kans heeft ge kozen te zullen worden. De liberalen heb ben zich van candidaatstelling onthouden, terwjjl de sociaal-democraten den heer Van der Heide gecandideerd hebben. Dan is er nog een z. g. „onafhankelijk" candidaat een gewezen Israëliet en petroleumkoopman, doch blijkbaar moet deze candidatuur niet al te ernstig worden genomen. Mag men de bladen van rechts gelooven dan zal de Kamer in Dr. Scheurer een Indische specialiteit terugontvangen. Belangrijke binnenlandsche aangelegen heden behalve de thans genoemde vroegen in de afgeloopeu week niet om de aandacht. Zooals we boven terloops opmerkten is de Eerste Kamer weder by een. De beraad slagingen over de begrootingen zijn aange vangen en zeer tegen de verwachting in werd er in den „Raad der Oudsten" nogal breedvoerig over sommige politieke onder werpen gedebatteerd. We kunnen daarover echter niet in bizonderheden treden, —o—o—o— Het Engelsche parlement heeft zijn arbeid ook weder aangevangen. D. w. z de voor- arbeid die aan de eigenlijke parlementaire werkzaamheden voorafgaat. De plechtige opening van de parlements zitting zal eerst over eenige dagen plaats hebbeD, doch het is in Engeland de gewoonte dat vooraf de verschillende huishoudelijke bezigheden afgedaan worden. Zuo had dezer dagen o.a. de eedsaflegging der herkozen of nieuw gekozen leden van het Lagerhuis plaats. Ónder hen jjwas ook Joe Chamberlain den eens zoo machtigen partijleider en bewinds man, maar sedert d6 laatste jaren een lichamelijk gebroken man. Het moet we! een droevigen aanblik hebben opgeleverd dezen eens zoo gevierden Staatsman binnen te zien strompelen, leunende op zijn zoon Austen Chamberlain en zijn vriend Arthur Lee. Gezeten op de regeeringsbank legde hij den eed van trouw op, met luide doch onduidelijke stem, waarna hij de presentie lijst teekende en waarbij zijn zoon de hand van zija vader bestuurde. Op dezelfde wijze als hij gekomen was verliet de oude Cham berlain weder het parlementsgebouw, mis schien met weemoed herdenkend de dagen toen hij nog in de kracht van het volle leven stond en zijn aanwezigheid in het parlement meer beteekenis had dan een enkele stem. Behalve deze deerniswekkende bijzonder heid was er van de parlementaire aange legenheden al weinig te vermelden. Het Engelsche publiek had evenwel ook een ander onderwerp dat meer zijn aaudacht en belangstelling kon boeien. Dat was n 1. het zoo geruchtmakende lastcrproces dat niemand minder dan de Koning zelf aan hangig had gemaakt tegen een zijner onder danen. Een jonge man, Edward F. Mylius geheeten, stond deswege terecht, beschul digd een stuk geschreven te hebben waarin door hom o. m. gezegd wed: „Wij hebben hier een voorbeeld van onzedelijk heid in allo weerzinwekkende en dierlijke monsterachtigheid. Om de vrouw van koninklijken bloode als gade te verwerven verliet George Frederik zijn waarachtige gade, de dochter van admiraal Seymour en sloot in 1893 een valsch en schandelyk huwelijk met de dochter van den hertog van Teek". Meer dan eens werden reeds vroeger in buitenlandsche bladen geruchten verspreid dat Koning George voor hij troonsopvolger werd 'n morganatisch huwelijk had gesloten, doch dat bij toen hij troonsopvolger werd deze vrouw, de dochter van generaal Seymour, op Malta in den steek gelaten had. Om aan deze geruchten eens voor goed een einde te maken klaagde de koning Mylius aan, deze werd gearresteerd en stond dezer dagen terecht. Bewijzen kon hij echter voor zijn bewering niet bijbrengen, terwijl de Koning de verklaring afgegeven had dat al de geruchten van a tot z leugens waren. Ook admiraal Seymour en diens dochter bevestigden dat. Het einde van het proces was dat de lasteraar tot 12 maanden hechtenis werd veroordeeld. —o-o—o— De Fransche minister Piohon heeft dezer dagen, voor de tweede maal in korten tijd, iu de Kamer de verklaring moeten afleggen dat het optreden van Duitschland nietliet minste veranderd heeft in de internationale verhoudingeo. De vrees der Fransche Kamer leden, dat Rusland wat al te groot vriend met Duitschland zal worden, schijnt nogal ernstig te wezen. Nu waren het een paar leden van den Senaat die aan Pichon hun ongerustheid deden blijken, maar deze bleef de z aak even optimistisch bezien als altijd. Daarbij vond hij gelegenheid mede te deelen dat de onderhandelingen tusschen Rusland en Duitschland niet buiten Frankrijk om hebben plaats gehad. Integendeel Rusland had de regeering der republiek voortdurend met den stand der zaken op de hoogte gehouden. En, mag men Pichon gelooven, dan is er geen wolkje aan de lucht. Zullen de Fransche gemoederen nu gerust zijn —o—o—o— Graaf Aehrenthal, de Oostenrijksche minister van buitenlandsche zaken' heeft in de Oostenrijksche Delegatievergadering, dezer dagen te Budapest gehouden, ook eens weder gelegenheid gehad, een van die vredige en vredelievende redevoeringen te houden, waarvan men den inhoud zoo langzamerhand wel van buiten zal kennen, 'tls al baast onverschillig welke minister van buitenlandsche zaken over de buiten landsche aangelegenheden het woord voeren want hun redevoeringen konden best in een magazyn van gramophoonplaten in voorraad worden gehouden, ,'t Is steeds de zelfde opgewekte toon, de zelfde melodie, altijd weer het mooie lied van „Vrede Vrede! en geen gevaar". Graaf Aehrc-nthals redevoei'ing was dus vrijwel gelijk aan die van minister Pichon onlangs en van den Rijkskanselier en den Engelsehen minister van buitenlandsche zaken reeds vroeger uitgesproken. De onderlinge vriendschap is zoo innig mogelijk de internationale verhoudingen worden voortdurend boter en de Europeesche vrede wordt steeds beter gegrondvest. De mogend heden beginnen steeds meer en meer toe nadering tot elkander te zoeken en allen is het te doen om het oorlogsgevaar zoover mogelijk verwijderd te houden. Aehrenthal zong hetzelfde liedje van vrede en vriendschap. Natuurlijk besprak hij ook de resultaten v in de overeenkomst te Potsdam tusschen Rusland en Duitsch land gesloten, die hij toejuichte omdat Rusland en Duitschland daardoor nader tot elkaar zouden worden gebracht. Over de betrekkingen tusschen Oostenrijk-Hongarije en de andere mogendheden was de minister zeer tevreden en zijn rede eindigende zong hij nog eens het oude wijsje, dat er geen enkele kwestie is die op het oog6nblik gevaar oplevert voor den Europeeschen vrede Maar men weet daarmee is hot liedje niet uit, het gebruikelijke slot moot nog komenMaar, vervolgde Aehren thai, daar de openbare meening in Europa zoo licht geprikkeld wordt en de politieke barometer plotseling op slecht weer kan te staan komeu moet men zorgen dat leger cn vloot klaar zijn voor het gevecht. Nu daar zorgt de D.maumonarchie goed voor, zooals men weet. Er zyu dit jaar weer zooveel miljoenen extra uitgetrokken voor de verbetering van leger en vloot „om de belangen van de monarchie en van den vrede te verdedigen" Toch schijnen niet alle gedelegeerden zoo optimistisch gestemd te wezen als Aehren thal, want de minister had nog maar nauwelijks uitgesproken toen een der hoor ders zijn vrees uitte over de gevolgen van de overeenkomst tusschen Rusland en Duischland gesloten. Hij geloofde dat de Duitsche bondgenoot eigenlijk bezig was Oostenrijk de handelsvoordeelen in het Oosten voor den neus weg te kapen en dat het ten slotte niet alleen politiek maar ook economisch afhankelijk van Duitschland zal worden. Aehrenthal zag dat gevaar echter niet in en trachtte den spreker gerust te stellen. TEXEL, 8 Februari 1911. Naar ons wordt medegedeeld werd in de vergadering van het bestuur van de afd. Texel van „Het Witte Kruis," Maandagavond gehouden, tot Concierge voor het nieuwe gebouw, tevens Maga zijnmeester, benoemd de beer Joh. Boogaard en Echtgenoote alhier. Tot vervulling der bedoelde betrekking had den zich 13 sollicitanten aangemeld. Naar wij vernemen is een onzer vroegere plaatsgenooten,de heer C. Flens, thans directeur van het post- en tele graafkantoor te Hasselt, in gelijke be trekking benoemd naar Wassenaar. De Texelsche IJsclub. Of het kwam doordien de gelederen der „getrouwen" van de Tex. IJsclub steeds meer worden gedund en niet ge noegzaam worden aangevuld, of dat de heerschende ziekte velen noodzaakten tot binnenhuis blijven, of dat wellicht de vele steilgevall»n weder anderen den lust benamen naar eene feestviering te gaan, wij zouden het niet kunnen zeggen wat de oorzaak was, doch een feit is het dat bij de feestelijke her denking van het 20 jarig bestaan van de Tex. IJsclub op Zaterdagavond j.lde zaal in „Hotel Texel" maar matigjes was bezet. De Voorz., de hoer Wagemaker, die de bijeenkomst opende, scheen over de opkomst echter nog al voldaan toen hij allen het welkom toeriep. Spr. zeide dat aan hem de eer te beurt viel deze bijeenkomst te openen doordien bij weder tot Voorz. was gekozen. Met schroom had spr. die taak weder op zich genomen omdat men aan de Verseniging hooge eischen stelt. .Spr. zegt dat de tijd hem had ontbroken oen feestverslag saam te stellen (door de leden wellicht verwacht) doordien de vele iufluenzalijders zijn tijd in beslag hadden genomen. (Zoo was de heerschende ziekte de oorzaak dat we niet alleen met kleiner gezelschap ons tevreden moesten stellen, doch dat wij ook de feestrede moesten derven op het twintigjarig feest.) Het deed den spreker genoegen dat het de Vereeniging niet aan belangstel lenden mag ontbreken en dat deze feest viering onder tamelijk bloeiende om standigheden mag plaats hebben. Onze Vereeniging, zegt spr., is er een, die eene eervolle plaats onder de Texelsche vereenigiogen die er bestaan, waard is. Een der oprichters van de Vereeniging, de heer Dekker, die van Baarn naar hier was overgekomen om dezen feestavond bij te wonen, werd meer in het bijzonder welkom geheeten. Bleef eene feestrede, waarin do ver schillende gebeurtenissen voor de Ver eeniging merkwaardig, zouden móéten worden opgesomd, achterwege, daarvoor 4 TEXELSCHE COURANT. ondi sn ai Abonnementsprijs 'per 3 maanden. Voor pb Borg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere anden met verliooging der porto's. Prijs der Advertentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 6 Ct Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. it. iel. igent el.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1911 | | pagina 1