Tweede Blad.
N°. 2511,
£ondag 22 October 1911.
25ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
FEUILLETON,
DE ANSICHTKAART.
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
7.)
TEXELSCHE COURANT.
Uit blad verschijnt Woensdag'- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor dek Burg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
Knden met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentién.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitg. Firma. LANGEVELD& DE ROOU, ParkstraatBurgopTexel
Lezing Boerenbond, 13 Oct. j.l.
In ons vorig nummer plaatsten wij een
kort bericht over de lezing bovengenoemd
onder mededeeling dat een verslag zou
voorkomen in een volgend nummer, wij
laten het hierbij volgen
De vergadering werd geopend door den
voorz. van de afd., den beer J. Kooij, die
herinnert aan het vorig optreden van den
heer Hulst in Februari 19HJ, aan bet toen
bebaalde succes, aan den lof hem door dc
plaatselijke bladen toegezwaaid en de
keurige verslagen daarvan geleverd, waarbij,
volgens hem, vooral dat van de Nieuwe
Texelsche Courant uitmuntte, on waarvan
dan ook extra-nummers werden gehaald,
om her- en derwaarts te worden gezonden.
De heer v. Hulst, hierna het woord ver
leend, komt na zijn verklaring waarvan
wij iu het vorig nummer meldiDg maakten
tot het onderwerp van den avond Oordeel
kundige Veevoedering.
't Is een zeer omvangrijk onderwerp zegt
spr. zeer moeilijk iu een avond te behandelen,
zoodat er zeker eenige leemten zullen
voorkomen en verzoek daarom vooral, dat
men, wanneer ik onduidelijk ben of wanneer
men mij niet begrijpt, mij de opmerkingen
of vragen aan het slot met spaart.
Spr. wijdt allereerst een woord aan het
veranderd standpunt in de landbouwtoe-
staDden sedert de laatste jaren, hoe men
vroegei de koeien beschouwde als een
noodzakelijk kwaad, en hoe bijna elk
landbouwproduct 100°/o in P>'Üs is gestegen.
Voldoende voeren, zegt spr. d.i. het dier
aan niets laten ontbreken en toch al het
voer tot zijn recht laten komen, vereiseht
te weten welke voedingstoffen het dier
noodig heeft en in welke verhouding die
stoffen in het voer moeten voorkomen in
verband met de bestemming van het dier
ot dit is een melk- of vetmestmachine.
Voor alles zij de gezondheid van de
dieren het eerste voorwerp van onze zorg,
daarom weg met de potstal, iu Drente,
Overijsel en tal van andere streken nog iu
gebruik, die 't dier laten ontbreken aan licht
en lucht; ook huidverzorging en drinkwater
voorziening mogen niet te wenschen over
laten.
Het spijt me, zegt spr. te moeten ver
nemen, dat uwe landbouwonderwijzer gaat
vertrekken, in een cursus van 10 lessen
zou hij de puntjes op de i's kunnen zetteu
over het onderwerp dat ik thans zoo
vluchtig moet behandelen.
De drinkwatervoorziening laat nog zooveel
te wenschen over, de dieren op stamaan-
gewezen om te wachten tot men hun de
gelegenheid biedt, bij de een 1 maal. bij een
andere 2 maal en by een derde 3 maal
daags, drinken by die gelegenheid veel te
veel gelyk, ze drinken zich dik, de
Novelle uit het Duitsoh
vau Marie Berniiard.
En de heer Adolf Scherler sprong en
huppelde als een gummibal, hij liep over
kiezelsteentjes en grasvolden, dat de adom
hem in do keel stokte en het zweet in
dikke droppels van het voorhoold lokte.
Hij keerde en wondde zich als een tol,
maar altijd was die akolige kerel hem voor,
altijd was by Sabine'» partner, steeds
lachte hij ironisch en vergenoegd, en zij
waarachtig, ze dood het ook.
Do avond viel, in de tuinzaal werden
vorfrisschingen rondgediend en de jongelui
besloten eenparig een dansje te maken.
Neon, niet eenparig. Want de heer
Adoll Scherler proteatoerdo beltig. Wat
eon onzin, in don zomer, bij deze hitte te
dansen. Hij weigerde, dat stond vast. Hij
maakte dozo marteling niet mee, hij zou
toch wel oous willen zien of zijn protest
automatische watervoorziening bij nog
maar enkelen in gebruik, biedt gelegenheid
te drinken wanneer ze dorst hebben en
daar moet het heen.
Wat is natuurlijke voeding Zomers gras,
's winters hooi, een eerste vereischte in
staltijd is dus voldoende hooi.
Hoeveel is voldoende hooi Voor een koe
van 500 k.g. levend gewicht varieert dat
tusscben 13 tot 20 k.g. en dient daarbij
gelet op de voedende kracht van het hooi,
blauwgrashooi, dat veelal groeit op
verzuurde gronden, heeft weinig voedings
waarde al wordt dat door menigen boer
maar niet zoo grif toegegeven.
Kooi heeft niet alleen waarde als draagster
van de voedingsbestandeelen, maar vooral
ook omdat goed hooi bevat phosphor-, kalk
en magnesiazouten, die voor het dier
noodzakelijk zijn.
Aan de bemesting van hooi- en weiland
wordt nog lang niet voldoende aandacht
gewijd, stalmest hoort niet op het grasland,
stalmest geeft wel de massa, doch phos-
pborzure mest, slakkemeel, geeft de deug
delijke massa.
De bekende fokker Jan Pauwels, ver
zekerde nog onlangs aan spr. dat hij sedert
de bemesting van zijn weiland met
kunstmest, zienderoogen zijn kudde ziet
verbeteren.
Eerste vereischte is dus voldoende hooi,
van goede kwaliteit, van zoete goed
gemeste gronden en op tijd gemaaid en zoo
komen wij dan zegt spr. aan de eigenlijke
veeveedering.
Het dier heeft noodig een bepaalde
hoeveelheid eiwit, vet en koolhydraat, dit
laatste door mij liever meelachtige stof
genoemd, zegt spr., ter vermijding van
vreemde woorden, niet te verwarren evenwel
met meel in gewonen zin, want dat is een
volledig voer en bevat alle drie genoemdë
stoffen.
Per 500 kg. gewicht heeft een koe voor
ouclerboudsYoer, dit betreft dus niet
jong vee of melkvee, noodig minstens
0,8 k.g. eiwit, 0,2 k.g. vet en b1/* k.g.
meelachtige stoffen en varieerend naar de
bestemming van het dier, tot hoogstens resp.
1.2 k.g., 0.4 k.g. en 6V3 k g. van de genoemde
stoffen.
De jongeren onder de toehoorders raadt
spr. zeer aan het aanschaffen van een
leerboekje met voedingstabellen van de
hand des heeren Nobel, hier we! bekend.
Elk van de genoemde voedingsstoffen
heeft iu het dierlijk lichaam een bepaalde
functiete vervullen, voor het aanz etten van
het innig leven, do aanvulling van levens
stof, vorming van vleesch en melk is
noodig eiwit, dat daarbij door geen der
andere voedingsstoffen is te vervangen.
Vet en meelachtige stoffen doen zoo
ongeveer hetzelfde, dienen in hoofdzaak
voor verbranding, leveren de brandstof of
de warmte waardoor het arbeidsvermogen
geen gewicht genoeg in de schaal legde
om het plan van de baan te voeren. Als
Sabine zag, dat hy niet meedanste, dan
kon zij toch dit dwaze plan niet verdedigen.
Maor ze kon het wel. Ze speelde het
klaar. Geen jota bekommerde zij zich om
den rijken vrijer, zij liet zich door Stein-
hiiuser om do taille vatten en door de
zaal voeren, dat het een lust was. Toen
kwam Washington Post, die nieuwe, ab
surde dans, die Scherler heelemaal niet
kende, en alweer kwam die brutale kerel
achter haar, greep haar beide handen,zag
haar van rechts in de oogen, zag haar van
links in de ougon, zoo bewonderend, zoo
teoder, zoo zoo hinderlijk.
Do heer Scherlor was woedend. Wat
was dat voor eou brutale dans P Die moest
in eon gezelschap niet worden geduld.
Meneer Schorier wilde tenminste do
quadrille hebben. Dat was een kalme
dans, dat krankzinnige bussen was daar
niet bij en een fatsoenlijk mousch kon zich
die veroorloven. Maar koud laohend wees
Sabine hom ui: Het spyt me, maar ik heb
wordt opgewekt, voor elk beweging, voor
ademhaling, voor bloedsomloop; wat niet
verbruikt wordt, wordt omgezet in vet.
Eiwit kan ook dienen tot vetvorming
doch is daarvoor te duur.
Nu is het niet voldoende om te zorgen
dat het dier de genoemde hoeveelheden
van die voedingsstoffen toe zich neemt, een
eerste vereischte is, dat ze in het voedsel
in een verteerbaren vorm voorkomen.
Spr. wijst daarom naar het belang van
de veehouder bij fabricatie van de voedings
middelen en beveelt aansluiting bij de
coöperatieve lijnkoekfabrieken aan.
De pioefstations kunnen wel uitmaken
hoeveel eiwit, vet en meelachtige stoffen
een product bevat, doch niet of dat daarin
in verteerbaren vorm voorkomt.
De boeren laten zich nog steeds te veel
verleiden door de prijs en werken daardoor
knoeierij in de hand.
Verteerbaarheid Wanneer is voedsel
verteerd Voedsel is verteerd wanneer het
in opgeloste toestand in het bloed is opge
nomen, is overgegaan in bloedstof, het
bloed zorgt er dan voor het verteerde
voedsel te brengen waar het in het lichaam
noodig is.
Veel water tegelijk verzwakt het dier
en verwekt soms hevige aanvallen van
diarrhee.
Keukenzout werkt de verteerbaarheid
van water in de hand
Moedwillig, doch veelal in onwetendheid
wordt de verteerbaarheid van het voedsel
vaak verminderd bij de voedering van
meelspijs, dat mag nooit geen slobber zijn,
doch hoogstens om het stuiven tegen te
gaan, vochtig gemaakt worden, het speeksel
speelt een groote rol in het verteringsproces
omdat het de meelstof in suiker doet om
zetten.
De economische weg is, dat wat voor
menschelyke consumptie kan dienen, niet
voor de dieren wordt gebruikt, b. v. eigen
geteelde rogge dient verkocht om er an der
voer voor in de plaats te koopen.
Wat is krachtvoeder? Dat is voeder met
een hoog gehalte aan verteerbaar eiwit,
d.i. lijnzaad-, soja-, grondnotenkoekeu enz.
en of dat eiwit dau ook wordt toegediend
in het eene of andere krachtvoer is onver
schillig.
Mogen de dieren het eene liever eten dan
het andere, dan raadt spr. aan vol te houden
om het ze te leereu eten, wanneer het
financieele belang het meebrengt.
Vet moet wel in het voer voorkomen,
maar niet in grooter hoeveelheid als is
aangegeven, een tegroote hoeveelheid brengt
de spijsvertering in de war, terwijl een
eventueel te kort door zetmeelachtige
stoffen kan worden aangevuld.
Houders van jong vee en melkvee raadt
spreker het verbouwen van goede soorten
voederbieten aan, waarbij hij vooral noemt
de 100de of gele Eichendorfers en Jaapies-
biet.
de quadrille niet meer vrij. En een ge
zicht zette ze er bij, dat er het tegendeel van
spijtig uitzag.
De beleedigdo heer danste nu heelemaal
niet, stond aan een van de ingangen der
zaal en zag toe. Eu toen de heer Werk
meester, die zich vooreen oogenblikje van
zijn whisttifeltje had losgemaakt hem naar
de oorzaak van ziju ij verig toekijken vroeg,
kreeg hij een grof antwoord.
„God, wat is er om u over te verwon
deren! U ziet het toch uw nicht danst
met dien dien man daar, die baron
vau Hedemann meegebracht heeft. Die
heeft totaal beslag op haar gelegd, hij laat
haar niet weor los. Nou, we zullen zien,
we zullen zien. II weet welke plannen
ik had maar zoolang de geschiedenis
met do ansicht niet opgehelderd is, steek,
ik geen vinger uit, geen vinger. Afgezien
nog daarvan dat een jong meisje, datzich
hier openlijk met een wildv-eemden, aan-
gewaaiden melkmuil compromitteert, van
wien niemand weet of hij wat is en of hij
wat heeft lat zulk een meisje toch eigen
lijk in 't geheel niet in mijn lamilie past.
In die voederartikelen toch kost de droge
stof, die in hoofdzaak uit zetmeelachtige
stof bestaat slechts 3 cent per K.G. terwij
de zetmeelachtige stof in de handelsartikelen
met minstens 8 ct. per K.G. moet worden
betaalt.
Voor mestvee raadt spr. het geven van
voederbieten af en spoort nogmaals aan tot
het aanschaffen van het reeds eerder ge
noemde boekwerkje van den heer C. Nobel.
Na vervolgens nog gewezen te hebben
op het belangrijke voor de boerenstand van
het coöperatie vraagstuk, naast dat van
lanbouw en voeding, eindigt spreker en
noodigt de aanwezigen uit tot het stellen
van vragen of ophelderingen in verband
met het behandelde onderwerp.
Niemand meldt zich daarvoor aan, maar
toen de Voorz daarop aanstalten maakte
de vergadering te sluiten, vraagt schrijver
dezes het woord, niet om de spieker op
heldering te vragen, maar om op te komen
tegen hetgeen de Voorz. zich in z'n openings
woord heeft veroorloofd, een handeling die
hij op z'n zachtst uitgedrukt ongepast
belieft te noemen en in dit geval nog in
strijd met de waarheid ook. Ik had, zegt hij,
dien winter 'n cursus voor volwassenen in de
bemestingsleer gevolgd van den heer Visser
en ga een pari aan met den Voorzitter, dat
er in het verslag van die vergadering van
de Texelsche Courant, minder onjuistheden
voorkomen, ter beoordeeling aan den heer
Hulst, dan in dat van de Nieuwe Texelsche.
De heer Hulst verklaart zich daartoe
bereid waarna de vergadering wordt gesloten.
Noot van den verslaggever.
Ik bea verplicht hier iets aan toe te voegen,
mijn protest op die vergadering tegen de handeling
van dec Voorz., of liever de vorm daarvan, heeft
de verslaggever van de N. T. Ct. geprikkeld en
niet zonder reden.
't Was evenwel niet mijn bedoeling de uitspraak
van den heer Van Hulst omtrent de beide ver
slagen uit te lokken, doch de Voorzitter te
noodzaken of de gelegenheid te geven, in dezelfde
openbare vergadering die woorden terug te nemen
of althans te bekeonen, dat hij zich iets veroorloofd
had wat strijdig is met goed fatsoen. Ik had dan
zonder aan de waarheid te kort te doen van beide
voorvallen in mijn verslag kunnen melding maken
of op verzoek van geen van beiden.
Wanneer ik gezwegen had, was ik verplicht
geweest, zonder meer, liet eerste te vermelden
en daarmede bijtedragen tot de propaganda voor
een ander blad.
Is de voorzitter, de heer Jn. Kooij, misschien
genegeD alsoog te verklaren, dat hij zich, zij het
dan ook zonder bijbedoeling, te buiten ging,
't was mij nog aangenamer.
Ik wensch allerminst de onderlinge goede
verstandhouding tusschen do heer ft. en mjj,
zonder eigen toedoen, af te breken.
De heer "Werkmeester werd eerst pur
perrood in zijn gezicht, toen donkerblauw.
Eene fraaie geschiedenis, waarachtig. [Daar
had hy, door zijn eigen goeden Rijnwijn
een beetje opgewonden, reeds dezen en
genen van zijn gasten „in vertrouwen"
meegedeeld, dat er vandaag nog wel eens
wat zou kunnen gebeuren, die ellendige
ansichtkaart was hij totaal vergeten, wie
dacht daar nog aan? en nu wilde de
candidaat in kwestie zich nog terugtrekken
nu paste het meisje niet in zijn familie.
Het liefst had de heer Paul Werkmees
ter zich midden in de quadrille gestort,
en zijn nicht Sabine, die juist een graci-
euse révérence voor haar cavalier maakte,
van de zijde van juist dezen cavalier weg
gerukt en haar oen paar welgemeende
oorvijgen gegeven. Maar dat ging toch
niet aan. Het was Sabine's verjaardag,
hij, haar oom, was gastheer, hij kon hier
geen publiek schandaal op touw zetten,
wat zouden de lui denken Tot overmaat
van ramp kwam nu nog baron van Hede
mann en unm hem by den arm.
Wordt vervolgd.)