iV° 2555. Donderdag 28 Maart 1912. 25ste Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tof week.
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der nitgave
TEXELSCHE COURANT
l)it blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs perr 8 maanden.
Voor dek Buiig 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
1 mden met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitg. Firma LANÖEVELD& DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Te x e l
Burgemeester en Wethouders van Texel.
Gelet op art. 28 der Kieswet,
Maken bekend, dat de door hen vast
gestelde kiezerslijst en afzonderlijke
lijsten van hen, die met betrekking tot
eene of meer der verkiezingen van de
kiezerslijst afgevoerd of daarop gebracht
zijn, van 23 Maart tot en met 21 April e.k.
ter secretarie dezer gemeente voor een
ieder ter inzage liggen en tegen betaling
der kosten in afdruk verkrijgbaar zijn.-
Texel, den 22 Maart 1912.
Burgemeester en Wethouders vnd.,
GAARLANDT.
De Secretaris, JONKER.
MILITIE.
De Burgemeester der gemeente Texel
brengt onder verwijzing naar de op de
publicatieborden aangeplakte bekend
makingenter kennis van belanghebben
den, dat ter verkrijging van vrijstelling
van den dienst bij de militie wegens
broederdienst o. m. moet worden over
gelegd een getuigschrift.
Dit getuigschrift moet ten behoeve
van hen, die in den loop van dit jaar
voor de militie zijn ingeschreven, worden
aangevraagd bij den Burgemeester vóór
31 Maart a. s.
Daarbij moet door of vanwege den
ingeschrevene worden gezorgd voor de
tegenwoordigheid van twee getuigen, die
meerderjarige mannelijke personen moe
ten zijn, van wie kan worden aange
nomen, dat zij met het gezin, waartoe
de ingeschrevene behoort, voldoende
bekend zijn.
Medebrengen van zakboekjes of pas
poorten is zeer gewenscht.
Texel, den 25 Maart 1912.
De Burgemeester voornoemd,
GAARLANDT.
10—23 Maart.
Ook dezen keer kunnen we kort zijn over
de binnenlandsehe aangelegenheden, die
in de afgeloopen week onze aandacht
kwamen vragen. Op politiek en parlementair
gebied viel er weinig belangwekkends voor.
Tenzjj men daaronder wil verstaan hetgeen
door sommige bladen geschreven werd over
de z.g. pantserschipkwestie. Zooals we reeds
in ons vorig overzicht met enkele woorden
vei meldden zal de behandeling van het
suppletoire begrooting van marine voorde
bouwen van een nieuw pantserschip voor
Indië wel niet voor do Paaschvacantie aan
de orde kom6n. Er is tegen het ontwerp
nogal oppositie gekomen ook uil de
rechterzijde. In de Kamer schijDt er een
sterke strooming te bestaan voor oen grooter
schip dan de minister wil bouwen. Er
heerscht in de kringen der deskundigen
blijkbaar nogal eenig verschil van gevoelen
over de vraag of we een torpedovloot dan
wel een artillerie vloot noodig hebben. In
den laatston tyd schijnen de meeningen
zich nog ten gunste van een artillerievloot
schepen met zware kanonnen te
hebben gewijzigd. Zoo moet de Marinq-
Verceniging zich in dien geest uitgelaten
hebben. De minister nu wil een pantser
schip van 7600 ton waterverplaatsing laten
bouwen, doch een aantal Kamerleden achten
het beter wat verder te gaan en een schip
aan te schaffen van 15ÜOO ton waterver
plaatsing. Een maal zoo groot dus als
de minister wil. Bljjkbaar heeft
minister Wentholt eenigen tijd noodig om
zich over de zaak te beraden. Erg ge
makkelijk is do keuze niet. Zoo'n groot
schip zal heel wat meer kosten dan de
regeering aangevraagd heeft. En men wout
het gaat niet vanzelf om het geld van de
Kamer los te krijgen. Vooral niet als het
leger en vloot geldt is er van sommige zijden
steeds veel verzet te wachten.
Intusschen, zal het voor Paschen in de
Kamer niet meer tot een pantserschip-debat
komen Als de berichten ten minste juist
zijn. De Kamer kan dus in alle kalmte
voortwerken.
In de afgeloopen week is de Vogelwet
in behandeling genomen en reeds een groot
gedeelte ervan is afgehandeld.
Als sommige vogelsoorten eens wisten
wat er over hen besloten werd en als ze
praten konden, zouden bun lenteliedjes wel
eens in klaagzangen veranderd kunnen
worden.
—o—o—o—
De Duitsche bladen hebben het in de
afgeloopen week druk gehad over het
aftreden van den minister van financiën,
staatssecretaris Wermuth, als een gevolg
van de belastingpolitiek der regeering.
Zooals men weet heeft de regeering het
voornemen over te gaan tot een belangrijke
uitbreiding van de vloot. De vraag was
nu maar waar het geld van daan moest
komen, Een lastige vraag voor Von Beth-
mann Holweg. Verwacht werd echter dat
de successie belasting zou worden ter hand
genomen, waarvoor de nieuwe Rijksdag
meerderheid wel te vinden zou wezen.
Maar het Centrum was daar zeer tegen
gekant. Het wil van een erfenisbelasting
niets weten. Von Bethmann zou dus om
de liberalen ter wille te zijn het Centrum
voor het hoofd moeten stooten. En dat
wilde hij niet gaarne. Toen dan ook in
den Bondsraad de Beiersche regeering
uitdrukkelijk verklaarde tegen de „Erb-
schaftssteuei" te zijn niettegenstaande
de minister van financiën deze noodzakelijk
achtte bezweek hij voor den aandrang.
Doch omdat er toch geld moest wezen
besloot hij in overleg met den Bondsraad
voor te stellen de z g. „Liebesgabe" een
vermindering van den accijns op gedistil
leerd voor de agrarische districten af te
schaffen. Von Bethmann beoogde daarmee
tweeërlei doel te bereikende steun van
h6t Centrum te behouden en de hulp der
sociaal-democraten te ontkomen. Hij wil
nog maar steeds geen rekening houden met
de „roode" afgevaardigden, al zitten er ook
110 in den Rijksdag. Zijn parool blijft nog
de samenwerking van de „burgerlijke
partijen" tegen de soc-democraten.
De conservatieven zijn met het plan van
de regeering allesbehalve ingenomen. Zij
zullen wat van hun voorrechten moeten
afstaan doch de conservatieven zijn niet
heel sterk meer in den Rijksdag.
Zoo kwam dan vrijwel onverwacht het
verrassende bericht dat de regeering de
„Erbsc'naftssteuer" had laten vallen en de
„Liebesgabe" onder handen genomen had.
En dadelijk er ap het bericht dat de minister
Tan financiën zijn aanvrage-ontslag inge
diend had. Hij was het met de voorgestelde
belastingpolitiek niet eens. De Keizer heeft
de ontslagaanvrage op staanden voet inge
willigd en nog wel zonder het gebruikelijke
bedankje voor den lande bewezen diensten.
Als opvolger vau Wermuth is benoemd
de onder staatssecretaris Khuen.
Er was meer waarover de Duitsche bladen
het zich in afgeloopen week druk konden
maken.
Er liepen over de Duitsch diplomatieke
aangelegenheden een menigte wilde ge
ruchten. Naar het heette zou de rijkskan
selier op het punt staan af te treden,
terwijl de minister van buitenlandsche zaken
Von Kiderlen Wilchter eveneens zijn congé
zou krijgen. De oorzaak zou gelegen zijn in de
binnen- en buitenlandsche politiek die den
Keizer niet langer kon bevredigen, naar
beweerd werd. Deze en ineer dergelijke
opzien wekkende geruchten, die zelfs een
oogeublik hun invloed op de Berljjnsche
Beurs doden gelden, ontstonden blijkbaar
door het bevel dat de keizer den hofmaar
schalk gegeven had om do voorbereidingen
voor de Middellandsche zeereis van den
monarch te staken. Dat bevel werd Dinsdag
voormiddags gegeven doch reeds 's namid
dags weer ingetrokken. rjjdag is de Keizer
dan ook overeenkomstig het. reeds vroeger
vastgestelde programma naar Korfoe ver
trokken. Het bericht van de kleine stagnatie
had intusschen veel opzien gewekt. Waarom
stelt de keizer zijn reis uit? Dat werd
gevraagd en algemeen werd aangenomen
dat het ernstige aangelegenheden moesten
zijn, die den keizer zijn reis deden uitstellen.
De weg naar allerlei gissingen stond open
en zoo volgde het eene sensationeele
bericht op het andere. Daar kwam nog bij
dat de Keizer Woensdag een lang bezoek aan
den Minister van Marine Von Tirpitz bracht,
die het in den laatsten tijd niet al te best
met den kanselier kan vinden, naar gemeld
wordt. En van niet minder belang was,
dat de Engelsche marine-minister Chur
chill juist een redevoering gehouden had
over Engelands vlootplannen, waarbij hij
ronduit verklaard dat die plannen alleen
tegen Duitschland gericht waren. Een
redevoering die door een deel van de
Duitsche pers als hatelijk voor Duitschland
voorgesteld werd, doch het niet was. De
rede was alleen zeer openhartig, maar
tevens waardeerend voor Duitschland en de
Duitsche natie. Dat Engeland zijn overwicht
op zee wil behouden mochten de Duitschers
wel weten en Churcbill verklaarde dat
Engeland steeds het voorbeeld van Duitsch
land zal volgen inzake den vlootbouw.
Nu ging men in Duitschland verband leggen
tusschen het bezoek van den keizer aan
Von Tirpitz en de redevoering van Churchill.
Men sprak van donkere-wolken die zich aan
den gezichtseinder opstapelden, van allerlei
internationale verwikkelingen etc. Gelukkig
herinnerde men zich nog juist bij tijds dat
Von Tirpitz juist Woensdag zijn verjaardag
had gevierd en het dus zeer wel mogelijk
was dat de keizer den jarige een felicitatie-
bezoek had gebracht. Dat kalmeerde de
gemoederen al wat. Bovendien ging de
officieels pers al de geruchten logenstraffen.
En toen de keizer Vrijdag rustig naar
Korfoe vertrokken was keerde de kalmtè
al meer terug. Toch zijn er nog bladen
die beweren, dat er wat broeit en dat het
heengaan van Von Bethmann Holweg en
Von Kiderlen Wachter vaststaat.
—o—o—o
De toestand in het Duitsche mijnwerkers-
bedrijf is in de afgeloopen week; zeer veel
verbeterd. De staking in het Ruhrgebied
toch is opgeheven zonder dat de arbeiders
iets bereikt hadden en het grootste deel der
mijnwerkers is reeds weer aan den arbeid
getogen, We! staakt in andere Duitsche
mijndistricten een deel der arbeiders
nog, doch verwacht wordt dat ook daar de
staking niet meer van langen duur zal zijn.
In Engeland waar de onderhandelingen
tusschen de regeering en de beide strijdende
partijen mislukt zijn heeft de regeering haar
toevlucht genomen tot het indienen van
een wetsontwerp waarbij voor den tijd
van 3 jaren een minimum-loon voor de
mijnwerkers verplichtend wordt gesteld
Heel vlot ging het met het wetsontwerp
echter niet.
De oppositie in het Lagerhuis toch heeft
zich niet geheel onbetuigd gelaten ten
opzichte van het noodwetje door Asquith
ingediend om zoo mogelijk een einde aan
de staking te maken. Bij de tweede lezing
van het ontwerp kwam de oud-leider der
Unionisten, Balfour, uil den hoek, om
namens de oppositie voor te stellen het
ontwerp te verwerpen. Zeer scherp trok
hij tegen de regeering te velde. Hij
ontzegde deze het recht om het ontwerp,
dat een reusachtige omwenteling beteekende
binnen een week door het Huis heen te
drijven. Hij verklaarde dat de oppositie
haar best zou doen om het ontwerp te doen
vallen, doch indien het door de tweede
lezing heen kwam, zou zij haar best doen
om de politiek der regeering een kans te
geven. Uit deze laatste verklaring mocht
worden opgemaakt dat als het Lagerhuis
het ontwerp aannam in tweede lezing, ook
de oppositie in het Hoogerhuis zich daarbij
neer zou leggen.
Minister Asquith verdedigde het beleid
der regeering, die meende niet anders to
kunnen doen nu de onderhandelingen op
niets waren uitgeloopen. De regeering kon
niet toestaan, dat de bevolking, de industriën
het land gebrek lijden door den kolennood.
Hij verzocht het Huis het ontwerp aan te
nemen niet als een deel van de blijvende
wetgeving, doch als een redmiddel, een
tydelyk hulpmiddel tot regeling van den
bijzonderou toestand. Het wetsontwerp was
noodzakelijk voor dat verdere stappen
gedaan zouden moeten worden, waarvan
God verhoeden mocht, dat de noodzakelijk
heid zou blijken.
De vertegenwoordigers der mijnwerkers
in het Lagerhuis verklaren voor de wet to
zullen stemmen, doch dat zij de behandeling
der artikelen zouden aandringen op het
aannemen van een amendement, waarbij
een minimum-loon van 5 shilling per dag
voor alle ondergrondsche arbeiders wordt
vastgesteld. Dit was in overeenstemming
met het besluit door den mijnwerkersbond
inzake de mijnwerkerswet genomen.
Het ontwerp werd daarna in tweede lezing
aangenomen met 348 tegen 225 stemmen.
De nationalisten en de arbeiderspartij
stemden beide voor het ontwerp. Een
voorstel om het minimumloon op 5 sh. te
bepalen kon geen meerderheid vinden. Er
wordt op het oogenblik dat wedit schrijven
tusschen de mijndirecties, de werklieden
organisatie en de regeering nader onder
handeld om zoo mogelijk op den grondslag
van het noodwetje nog tot een overeen
stemming te komen. Het ontwerp zal door
het Lagerhuis en ook door het Hoogerhuis
worden aangenomen. Willen de werklieden
dan nog niet den arbeid hervatten, dan
za! de regeering krasser maatregelen nemen.
Minister Asquith heeft het bij de behandeling
van het noodwetje vrij duidelijk gezegd.
In ons volgend overzicht zullen we
wellicht gelegenheid hebben op een en
ander nader terug te komen.
o—o o
De actie der mogendheden om zoo
mogelijk een einde te maken aan den oorlog
in Tripoli schijnt voorloopig nog niet met
succes bekroond te worden. Hetgeen hoofd
zakelijk te wijten is aan de onverzettelijk
heid waarmee beide partijen op hun stuk
blijven staan. Meer en meer blijkt welke
groote moeilijkheden Italië voor de
bemiddeling geschapen heeft door haar
overhaaste annexatie afkondiging.
De Italiaansch6 regeering kan nu niet
meer terugtreden en de Porte wil van het
afstand doen van Tripoli nog niets weten.
De nota van antwoord, dezer dagen door
de Italiaansche regeering aan de mogend
heden toegezonden op de aanbieding voor
bemiddeling zou in gewone omstandigheden
een tegemoetkomenden geest ademen.
Italië wil Turkije een flinke som geld geven,
wil aan de bevolking alle godsdienstige
vrijheden waarborgen, wil het kalifaat
toestaan, wil de tolopbrengsten vergoeden,
de Turksche gebouwen voor goeden prijs
overnemen doch de Porte moet de
annexatie erkennen. En deze wil dat niet.
Naar luid der berichten heeft ze de
mogendheden reeds kennis gegeven dat ze
de Italiaansche voorwaarden onaannemelijk
acht. Zoo zal de strijd voortgezet worden.
TEXEL, 27 Maart 1912.
De heer J. A. Huijskes alhier,
tijdelijk IT. d. School te Zuid-Eierland,
komt voor op de voordracht voor een
te benoemen Hoofd der School te Ter-
kaple, Akmarijp.
Als een bijzonderheid deelt men
ons mede, dat een koe van den vee
houder K. op de Weezenplaats per dag
40 liter melk geeft.
Vergadering „Dageraad".
Voor een goed bezette zaal trad Zater
dag j.l. de heer dr. W. Meijer van
's Gravenhage op, in de vergadering in
het hotel Texel, uitgeschreven door het
Hoofdbestuur van de vereeniging boven
genoemd.
Ingeleid door den voorzitter van het
Hoofdbestuur, den heer W. Havers, die
een woord wijdde aan den geestesstrijd
onzer d tgen, waarin volgens hem vooral
de vragen vanwaar? wat is onze plaats?
en waai heen naar voren dringen, en
daarbij mededeelde dat over dezen strijd
en vooral over de vraag, hoe staat de
vrijdenker tegenover het godsdienstig