Tweede Blad. Nö. 2566. on dag 5 Mei 1912. 25ste Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. van en naar Texel. BOOT- EN SPOORDIENST Van week tot week. TEXELSCHE COURANT. Bit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden- Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge- be Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere I .nden met verbooging der porto's. Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave Prijs der Advertentiën. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 3 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, BuröopTexel. aansluiting gevende O Van Texel. Van Helder. Afvaart Boot 4.15. Vertrek trein 6.28 6.30. 7.45 11.15. 12.45 2.50. 4.10 n 6.00. 7.30 Aank. trein Heider.Vertrek boot 5.15 6.39* 9.30 12.01 12.30 3.26 4.15 6.56 7.30 Des Zondags komt de eerste trein niet te 8.39 doch te 9 42 te Helder aan. In verband hiermede vaart de boot des Zondags niet te 9.30, doch te 10.20 van Helder naar Texel. BUSCfIRIJVli\G voor de belasting op Bedrijfs- en andere Inkomsten. Burgemeester en Wethouders der Gemeente Texel Gelet op artikel 13, 1, eerste zinsnede, en artikel 18, 7 der wet van den 2den October 1893 (Staatsblad no. 149.) Brengen hiermede ter algemeene kennis, dat door den Heer Commissaris der Koningin in deze provincie is bepaald, dat met de uitreiking van de bescbrijviugsbiljetten voor de belasting op de bedrijfs- en andere inkomsten over het dienstjaar 1912-1913 een aanvang zal worden gemaakt op den lsten Mei a.s. en dat de aanslagregeling voor dit jaar den lsten October d.a.v. moet zijn ten einde gebracht terwijl de regeling van aanslagen welke niet uit de beschrijving voortvloeien, of die om eene andere reden zijn aaugehouden moeten worden, moet zijn afgeloopen binnen één maand nadat de Commissie van Aanslag of het College van Zetters door den voorzitter daartoe zal zijn opgeroepen Voorts wordt hierbij de aandacht gevestigd op enkele der voornaamste verplichtingen ten opzichte der heffing van bovenbedoelde belastiug, door het publiek te vervullen Artikel 15, 2. Ieder die optreedt als bestuurder of behcerend vennoot van eene hier te lande gevestigde ven nootschap, onderlinge verzekeringsmaatschappij, coöperatieve vereeniging, of van eene vereeniging of stichtiug, die een bedrijf of beroep uitoefent, of als boekhouder eener hieg te lande gevestigde reoderij, is gehouden daarvan schriftelijk binnen écne maand kennis te geven bij bet bestuur der gemeente waar bij woont Artikel 16. Hier te lande wonende beheerende vcuuooten van Nederlandscbe vennootschappen en maat schappijen, als bedoeld in art. 6, 2, en van de in art. lb. bedoelde commanditaire vennootschap pen op aandeelnn, bestuurders van hier te lande gevestigde naamlooze vennootschap, coöpera tieve en andere vercenigingcn en onderlinge verzekeringsmaatschappijenalsook biekbouders van bier te lande gevestigde reedcrijen, mogen niet tot bot doen van uitdeelineen of uilkeeringen waarvan volgens artikel 4, 1 en 2 en art. G, 2 belasting verschuldigd is, overgaan, alvorens daarvan aangifte gedaan en de over vroegere uit- dcelingcn of uitkceringen verschuldigde belasting betaald te hebben. Bij liquidatie mogen de bier bedoelde uitdce- lingon of uitkceringen niet geschieden alvorens de daarvoor verschuldigde belasting is voldaan. Art. 45. Bestuurders van dc bij art. lb en c bedoelde naamlooze vennootschappen, coöperatieve verceni gingcn andere verccr.igingen en stichtingen, die een bedrijf ot beroep uitoefenen, onderlinge ver zekeringsmaatschappijen en sociëteiten, n'.sook beheerende vonnoolon van hier te lande gevestigde commanditaire vennootschappen op aandeden en boekhouders van bier te lande gevestigdo reedcrijen zijn gehoudon binnen veertien dagen na dc vast stelling van balans of rekening een zoodanig uittreksel als noodig is tot toelichting der winst, uitkcering of uitdeelingcn te doen toekomen aan den voorzittor der commissie van aanslag, bedoeld bjj art. 19, lb of 2, die den aanslag moet regelen. Art. 47, 5. Hij, die daartoe gehouden, nalaat de verplich tingen na te komen, bedoeld bij art. 15, 1 eerste lid, en ait. 15, 2 eerste lid, wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25, Gelijke straf wordt opgelegd ingeval van over treding van art. 45. Artikel 47, 6. Overtreding van art. 16 wordt gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 400. Artikel 34, le lid. Handelsreizigers, kramers en alle 'verdere per sonen, die hun bedrijf of beroep rondtrekkende uitoefenen, vuor zoover zij behooren tot de be doelden bij art. la, h en k, zijn gehouden, on verminderd hunne verplichting omschreveYi bij art. 12 en 14. zicb ter plaatse binnen bet Rijk, waar zij zicb na bet begin van bet belastingjaar het eerst bevinden, bij het gemeente bestuur schriftelijk aan to melden, met opgaaf van bun naam, hunne woonplaals en bun bedrijf of beroep. Ten blijkc dat zij hieraan voldaan hebben, oDtvacgen zij kosteloos een door of vanwege het hoofd van dat bestuur onderteekend bewijs, dat zij gehouden zijn mede teonderleekeuen en op aanvraag aan ambtenaren der directe belastingen te vertoonen. Artikel 47 7. Personen, die van een bewijs voorzien moeten zijn als bedoeld in art. 34 en die in gebreke blijven dit bewijs op aanvrage aan bevoegde ambtenaren te vertoonen, worden gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 25. Geven zij ter bekoming van dat bewijs aan het bevoegd gezag een valschen naam, woonplaats, bedrijf of beroep op of maken zij gebruik van bel aan een ander afgegeven bewijs, dan worden zij gestraft met eene geldboete van ten hoogste f 150.—. Voorts wordt nog bijzonder gewezen op de in art. 12, 2, 2e lid, lo. d. aan de ingezetenen van bet Rijk verleende bevoegdheid, om zich, bij de aanstaande beschrijving, de uitreiking van een beschrijvingsbiljet B te verzekeren, door voor of op "15 Mei a. s. het verzoek daartoe schriftelijk te richten tot den Ontvanger der directe belas tingen over kunne woonplaals. Texel den 30 April 1912. Burgemeester en Wethouders voornoemd, GAARLANDT, Burgemeester. JONKER, Secretaris. 20—27 April. Als deze regelen onder de oogen der lezers kotnen heeft de Tweede Kamer weder den arbeid hervat. Juist op deu verjaardag van ons Prinsesje zouden de afgevaardigden weder bijeenkomen om eenige weken tot het zomerreces bijeen te brengen. Intusschen heeft d6 Eerste Kamer in de afgeloopen week een deel van haar werk afgedaan. Allereerst het z.g. Bouwwetjo waarb\j de voor en tegenstanders van het bijzonder onderwijs gelegenheid hadden uit den hoek te komen. Zooals echter verwacht was werd het ontwerp door de Kamer aangenomen, met de stemmen van rechts tegen die van links. Na het bouwwetje kreeg de Armenwet een beurt, Daarover was de Kamer gauwer uitgepraat en het ontwerp werd zonder hoofdelijke stemming aangenomen. Daar mee was het belangrijkste deel van de taak dor Senatoren ten einde gebracht en kou de Eerste Kamer weder tot nadere bijeen- roepiug uiteengaan. Thans is weer het woord aan onze Volks vertegenwoordiging. Met belangstelling mag afgewacht worden het komend gebeuren op parlementair gebied. Mag men tucb sommige courantenberichten gelooven dan is het volstrekt niet uitgesloten dat het al dadelijk na do opening tot een conflict zal komen tusscheu linker- en rechterzijde, n.l by de vaststelling van de agenda. Het valt niet te.ontkonnen dat de verhouding tusscben rechts en links wel zeer gespannen is in den laatsten tijd. Er heerscht al lang in het parlement een prikkelbare stemming die ook in de partyorganen tot uiting kwam, meer dan eens. D6 algemeene verkiezingen van 1913 werpen hun scha duwen reeds vooruit, 't is inmiddels maar te hopen dat het niet weer tot tooneelen ko mt, die de waardigheid der Kamer ernstig afbreuk kunnen doen. Nu de Vacantia ten einde loopt raken ook sommige parlementaire commissies met haar taak gereed. Zoo werd dezer dagen geflield, dat de commissie tot onderzoek inzake de Grondwetsherziening met haar werk gereed is e n dat binnen enkele dagen het rapport aan H. M, de Koningin zal worden aangeboden. Met belangstelling mag de publicatie van dit rapport tegemoet worden gezien omdat het een aantal zeer belangrijke zake behandeld, waarvan stellig wel het kiesrecht en het onderwijs het eerst genoemd moeten worden. Ook de commissie voor de Ziektever zekering, die in de laatste dagen aanleiding heeft gegeven tot veel geschrijf, nadat de leden der linkerzijde zich aan den arbeid hadden meenen te moeten onttrekken, is met haar werk gereed en het eindverslag mag eerstda&gs verwacht wórden. Nog niet is dat bet geval met de commissie voor de Tariefwet, die in de afgeloopen week een gecombineerde vergadering met enkele ministers hield. Naar luid der be richten behoeft er niet aan te worden gedacht dat 'tTariefontwerp nog voor 1913 ter band zal worden genomen. De eerste vergadering, 30 April, getuigde ree^s van de niet vriendschappelijke gevoelens welke de heeren bezielde. Het scheen of ze elkander niet wilden verstaan, waarvan een onverkwikkelijk rumoer het gevolg was, zoo erg, als wellicht nooit in zulk een deftige vergadering was voor gekomen. De lieve Mei had vermoedelijk een meer kalmere stemming aangebracht, althans in de vergadering, 1 Mei gehouden, werd de volgorde van werkzaamheden aldus vast gesteld I. Het pantserschip. II. Bespreking positie van het marine personeel. III. Bakkerswet. IV. Ziektewet. Dan zal ook nog beslist worden over behandeling der motie-Troelscra (ouder domspensioen.) Zoo begon de Kamer dan aanstonds aan die fameuse kluifhet schip, zegt de overzichtschrijver van de Telegraaf, waarop hij na eene causerie, laat volgen: „De heer Hugenholtz hield natuurlijk een donder-rede tegen de oud-roest-rommel die men onze vloot noemt, 't Begin is nogal teekenend. —o—o—o— Onder zeer groote belangstelling is in den Duitschen Rijksdag de behandeling van de nieuwe leger- en vlootvoorstellen aange vangen. De algemeene beraadslagingen werden ingeleid door den rijkskanselier, die er op wees dat de ontwerpen niet iugediend waren als een gevolg van onmiddellijk dreigend gevaar, doch omdat als de uood aan de man nmcht komen Duitschland gereed moet zijn. Duitschlaud heeft een sterke weermacht noodig wanneer het zijn doel bereiken wil, de welvaart verzekeren en zijn positie in vrede wil handhaven. Met zijn ligging in het hart van Europa heeft bet een sterke weermacht noodig tot handhaving van den vrede. Door vredescongressen en overeenkomsten tusschen staten onderling wordt de vredes- mogelijkheid grooter, doch daartegenover veroorzaakt de concurrentiestrijd voor de materieele belaugen nieuwe stof tot conflicten. Geen regeeriug vervolgde Von Bethmanr. wenscht thans een oorlog met Duitschlaud, doch het gevaar bestaat dal een oorlog geprovoceerd woidt door een lawaaimakende fanatieke minder heid iu den lande. Eu dan mag de weer macht geen fouten hebben. Hoe de toekomst zal zijn weet niemaud en na de gebeurte nissen van den vorigen zomer valt er niets meer te voorspellen. Alle volken handelen precies als Duitschlaud thans doet en daarover zou de kanselier in de commisie- beraadslagimringen wel nadere bijzonder heden mededeelen, De algemeene beschouwingen van den kanselier vonden algemeene instemming behalve bij de sociaal-demociaten. Na den kanselier voerde de minister van oorlog het woord om meer in 't bijzonder de ingediende voorstellen waarvan we onlangs do bijzonderheden medegedeeld hebben toe te lichten. En na hem volgde de minister van marine, die zijn aanvrage nader verdedigde, waarna tot slot de minister vau' financiën uiteeuzette waar de r6goering bet geld voor de voor gestelde uitbreiding vandaan wil halen. Na de regooring bubbeu de woordvoerders van de verschillende partijen het hunne over de ingediende voorstellen gezegd. We kunnen daarover niet in bijzonderheden treden, doch vermelden alleen dat uit de debatten geconcludeerd kon worden, dat de defensievoorstellen er met vlagen wimpel door zullen gaan. Alleen de sociaal-demo craten zullen er zich tegen verzetten. De groote vraag is echter of de dekkings voorstellen onveranderd zullen worden aan genomen. Temeer waar met twee stemmen meerderheid de Rijksdag verhinderd heeft dat het dekkingsvoorstel tegelijk met het defensie-voorstel zal worden behandeld. Men weet dat de regeering het geld voor de leger- en vlootuitbreiding wil halen uit de afschaffing van de z. g. „Liebesgave" en uit de toevallige begrootings overschotten. De nationaal-liberalen en vrijzinnigen willen echter de erfenisbelasting ter hand nemen waar de regeering en de rechterzijde sterk tegen gekant is. Door aanneming van het voorstel om de voorstellen afzonderlijk te behandelen, denkt Bassermann de stemmen der sociaal-democraten te kunnen winnen voor zijn plan om de erflasten aan te spre ken. Men verwacht nu dat de rechterzijde alles in het werk zal stellen om zulks te voorkomen en dat een harde strijd in den Rijksdag voor de deur staat. Reeds dadelijk in het begin heeft zich een ernstig incident voorgedaan. Niet tus schen de rechter- en linkerzijde, doch tus schen het Centrum en den minister van Oorlog. Laatstgenoem4e had in den Rijks dag het duel in bescherming genomen en zich zeer onhandig uitgedrukt. Hij stelde het voor dat officieren die een duel weigeren eigenlijk niet in het leger thuis behooren en lafaards zijn. Het Centrum heeft op die woorden vuur gevat en waar het de katho lieke officieren verboden is aan een twee gevecht deel te nemen, ja de wet voor allen het duel verbiedt, niet ten onrechte. Dr. Spahn heeft de minister hevig de les gelezen in de Rijksdagzitting en de katholieke pers liet zich evenmin onbetuigd en heeft rondweg verklaard dat de minister verdwijnen moet. Het laatste woord is daarover nog niet gesproken. —o—o—o— Het nieuwe ministerschap van Khuen Kedervary heeft niet laDg geduurd. Nauwe lijks een halve maand na zijn herbenoeming zag het Hongaarsche Kabinet zich genood zaakt opnieuw ontslag te vragen. Graaf Khuen kon het maar niet met de Oosten- rpksche regeering eeDS worden. In den gemeenschappelijken ministerraad werden hem eischen voorgelegd waaraan hij niet kon voldoen. Een van deze eischen was dat aan den minister van oorlog, generaal Aufenberg, ruimschoots voldoening zou worden gegeven voor de hevige beschuldi gingen tegen hem geuit door graaf Tizza in de vergadering der nationale arbeiders partij. De besprekingen die Khuen met de invloedrijkste leiders zijner partij had, deden hem echter inzien dat men er niet aan dacht aan dien eisch der regeering gehoor te geveu. De meerderheid was daarvoor in seen geval te vinden en verklaarde beslist dat zij het reeds door de partij van Kossuth en Justh genomen besluit, om een scherp afkeurend oordeel over het beleid van Auffenberg voor te stellen, zou steunen. Terwijl er bovendien ook nog moeilijk heden over de begrooting gerezen waren tusschen Khuen en de Cfostenrijksohe legeering bleef hem al niets anders over dan het ontslag van het Kabinet aan t6 bieden. De koning nam dat ontslag aan. Lang heeft de crisis niet geduurd Graaf Lukasz die minister was kreeg en aanvaardde de opdracht om een nieuw Kabinet te formeeren. En daarmee was bij spoedig klaar. Hij nam eeuvoudig al de leden van het kabinet-Khuen over en nam zelf de plaats van Khuen in. 't Is nu zeer de vraag of hij zal kunnen volbrengen wat zijn voorganger niet kon, n.l. vrede sluiten niet de oppositie. Toch schijnt hij vau meening te zijn daartoe wel in staat te wezen. Anders zou hij toch de opdracht om de leiding in handen te nemen, niet aanvaard hebben. Men voorspelt nu dat hij de oppositie zal trachten over te halen door eenige kiesrechtconcessies. Inzonderheid zou Lueasz trachten willen de Justhparty tevreden te stellen.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1912 | | pagina 1