N°. 2581.
Donderdag 27 Juni 1912.
25ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad,
Nieuwe jaargang Prins.
Binnenland.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 aar op den dag der aitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij d eüitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texel.
3e Kwartaal.
TEXELSCHE COURANT.
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge-
he Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
l'inden met verhooging der porto's.
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
De nieuwe jaargang van „de Prins der
Geïll. bladen" vangt 1 Juli a.s. aan.
Met dien datum doet zich dus een goede
gelegenheid voor zich op dit zoo keurig
geïllustreerd, algemeen gelezen tijdschriit
te abonneeren.
De boekhandel Parkstraat biedt beleefd
zijn tusschenkomst aan, herinnert er tevens
aan dat abonnementen bindend zijn voor
een geheelen jaargang, van no. 1 t/m 52 en
verzoekt de abonnee's op de Prins, die geen
hernieuwing van abonnement wenschen,
vriendelijk, zulks tijdig te willen berichten.
Bij den aanvang van het derde kwartaal
1912, bevelen wij ons bij herhaling .aan
voor de levering van alle couranten, tijd
schriften en modebladen, terwijl wij ten
aanzien van loopende abonnementen op
eenige courant, tijdschrift of modeblad,
indien gewenscht, tijdige opzegging daarvan
verzoeken.
Aanbevelend,
Boekhandel Parkstraat.
15—22 Juni.
Ons overzicht kan wat de binnenlandsche
aangelegenheden der afgeloopen week
betreft, al zeer kort zijn. Er viel al zoo
goed als niets belangwekkends voor behalve
dan de arbeid die doo.r de Tweede Kamer
verricht werd. Die arbeid werd in alle
kalmte voortgezet. De Radenwet is in
behandeling de behandeling der Ziekte
wet zal pas later weer aan de orde komen.
't Is nog zeer de vraag of de heeren nog
voor de vacantie door de Radenwet heen
zullen komen. Hard is men niet opge
schoten in de afgeloopen week. En voor
dat de he6ren met vacantie gaan moeten
ook nog enkele kleine wetsontwerpen hun
beslag hebben. Er is over de amendemen
tenkwestie in de afgeloopen week nogal
het een en ander door de bladen gezegd.
De bladen van links en rechts verweten
elkander over en weer van een politiek
spelletje gespeeld te hebben of te hebben
willen spelen.
Niet aan ons de beslissing wie in dezen
het b\j het rechte eind heeft. Alleen een
vraag moge in allo bescheidenheid gesteld
worden, n.l. deze of de geheele amende
mentenkwestie niet samenhangt met de
nadering van het jaar der algemeene
verkiezingen. Rechts en links hebben
elkaar in het laatste jaar meer dan eens
felle verwijten gedaan en het heelt er allen
schijn van, dat op het oogenblik in de
Kamer meer de belangen van partijen
domineoren dan die van het algemeen.
Het gaat tegen de verkiezingen, de stemming
is niet zuiver meer, het vertrouwen is weg
en vaD weerszijden dicht men elkaar de
snoodste plannen toe. Als er iets te be-
trouren valt dan zeker zoo'n ongezonde
toestand.
—o—o—o—
Keizer Wilhelm is te Hamburg geweest
en heeft aldaar een redevoering gehouden,
die door de pers nogal druk besproken
wordt. En waarover men instemming en
lof hoort, vooral bij de bezadigde meerder
heid van het volk. Waarschijnlijk sprak
de Keizor niet naar het hart der Chauvi
nisten, die liever hooren dat de „Oberste
Kriegsherr" maar Hink met de sporen
rammelt en met de sabel klettert. De
keizer toch heeft een vrede-rodevoering
gehouden in verband met de Marokko-
politiek der Duitsche regeering. Hij heeft
daarbij duidelijk te verstaau gegeven, dat
de politiek, welke, in het belang van den
vrede, geleid heeft tot het opgeven van de
Duitsche aanspraken de eenig goede
politiek was en deze daarom zijn volle
instemmiug had. Aan een imperialistisch
geroep zal hij z\jn oor niet leenen. Wie
nooit de voraütwoordelijkbeid voor het wel
en wee van een groot volk en het loven van
duizenden op zich heeft voelen drukken,
kan licht een grooten mond opzetten over
de noodzakelijkheid om de eer van de
Duitsche vlag te handhavenmaar aan
zulke chauvinisten heeft de Keizer geant
woord, dat de vlag niet lichtvaardig aan
den stok gebonden mag worden. Tegen
den wil van Engeland en Frankrijk kon de
vlag niet te Agadir blijven wapperen,
zonder dat Duitschland er een oorlog om
had moeten voeren. Doch ter wille van
Zuidwest-Marokko heeft de Keizer „het
gebeente der Pommersche grenadiers" niet
op het spel willen zetten.
Dat waren sympathieke woorden van den
Keizer en blijkbaar waren ze gericht tegen
de velen, die de regeering nog voortdurend
lastig vallen om haar Marokko politiek.
Ook blijkt uit de rede van den monarch,
dat de geruchten over het aftreden van
Von Kiderlen Wachter als een gevolg
van de Marokkaansche overeenkomst
volkomen onjuist zijn geweest en dat het
sprookje van een kanselierscrisis nu maar
eens uit moet zijn.
Dat von Heydebrand, de ongekroonde
koning van Pruisen, die de regeering
omtrent haar gedragslijn in de Marokkaan
sche kwestie, in den Rijksdag, zoo tel aan
viel, zich over de rede van den Keizer op
zijn gemak zal gevoelen, staat wei zeer
te betwijfelen. En ook de Kroonprins zal
wel met „gemengde gevoelens" kennis van
den inhoud der redevoering genomen
hebben.
—o—o—o—
In Hongarije's Kamer is de rust na het
uitsmijten der oppositie nogal spoedig
teruggekeerd. In het land zelf is het
echter sedert dien behalve rustig. De
leden der oppositie bereiden een kruistocht
tegen de regeering voor en het lijkt er nog
niet naar dat ze zich in haar lot van de
minderheid zal schikken. Tisza heeft
echter laten blijken niet gauw verlegen te
zijn en nu de regeering in de Kamer een
voldoende meerderheid heeft, weet hij er
wel een weg op om de obstructie van
de minderheid te keeren. Zijn hardhandig
optreden heeft de oppositie echter zeer
verbitterd. Daarentegen zal de regeering
hem dankbaar zijn en ook de Keizer heeft
zich erkentelijk jegens Tisza betoond. De
Kamer is n.l. een paar dagen met vacantie
en Tisza is na het Uiteengaan dadelijk naar
Weenen gespoord om door den Keizer in
gehoor te worden ontvangen.
Intusschen kwamen de op zoo zeldzame
wijze in de Kamer tot stand gekomen
legerwetten in behandeling in het Magnaten-
huis, de Hongaarsche Eerste Kamer. Aan
vankelijk verwachtte men ook daar tegen
stand der oppositie, doch 't liep heel vredig af.
Wel stelden de leden der oppositie voor
de legerwetten teiug te zenden naar de
Kamer van Afgevaardigden omdat Z6 door
een verkrachting van het reglement van
orde waren aangenomen, doch de meerder
heid verwierp het voorstel. De legerwetten
werden goedgekeurd en kunnen nu ter
bekrachtiging aan den Koning aangeboden
worden.
In het Huis van afgevaardigden van
Oostenrijk het andere deel der monarchie
heeft de obstructie zich ook weder eens
laten gelden. Hier waren het de Roetheuen,
die tot dit middel hun toevlucht namen.
Ze willen te Lemberg een Roetheensche
hoogeschool hebben, doch de minister van
onderwjjs weigerde daarover elke bespre
king.
Het gevolg was dat bij' de behandeling
der legerwetten de Roethenen tot de
obstructie overgingen. Niet tot een geweld
dadige en geruchtmakende. Het was een
rustige obstructie. Een der leiders begon een
redevoering het was Dr. Baczynshi
Vrijdagmiddag om 10 uur en praatte in
een stuk door tot Zaterdagmiddag half 12.
De bladen gaven niet onvermakkelijke
beschrijvingen van deze gebeurtenis waarbij
de volksvertegenwoordigers hun slaapje
konden doen.
—o—o—o—
Portugal heeft eeu nieuw kabinet ge
kregen, als gevolg van de tweedracht die
er onder de republikeinen heersebt. Men
heeft er thans in de jonge republiek een
groot aantal partijtjes, waarvan de eene
al democratischer wil zijn dan de andere.
De partij der democraten van Alfonso Gosta
heeft het Kabinet een beentje gelicht, door
den minister van binnenlandsche zaken het
vertrouwen op te zeggen. Direct na den
val van het kabinet confereerde de president
met Costa en wilde dezen het vormen van
een nieuw kabinet opdragen. Doch Costa
zag daartoe geen kans en bedankte. Nog
een andere partijleider werd aangezocht,
doch ook deze bedankte, omdat de demo
craten hem reeds bij voorbaat den oorlog
verklaarden. Een lötal dagen zocht de
president te vergeefs naar een geschikten
kabinetsformateur. Toen werd opnieuw
een der leiders aangezocht en deze gelukte
het tot overeenstemming te komen met
de leiders der andere groepen. Zoo kou
er een concentratiekabinet worden gevormd.
Men voorspelt het echter geen lang leven,
al werd het ook vriendelijk in de Kamer
ontvangen.
—o—o—o—
De nieuwe groothertogin van Luxemburg
Maria Adelheid, heeft Maandag de regeering
aanvaard. De groothertogin is pas Vrijdag
18 jaar en daardoor meerderjarig geworden,
Maandagnamiddag half vier kwam de jonge
vorstin aan het station Dommeldinger aan
vanwaar ze in een galarijtuig a la daumont
met voorrijders de intocht in Luxemburg
hield. Bij de ingang der Kamer werd ze
door een deputatie ontvangen. In de
Kamer waren behalve de leden ook aan
wezig de bloedverwanten der groothertogin,
haar moeder en grootmoeder, benevens de
groothertog en groothertogin van Baden.
De eedsaflegging had op de gewone plech
tige wijze plaats.
De groothertogin, nog zoo jong en schoon
heeft geen prettige jeugd achter zich,
Voortdurend was ze de troosteres van haar
lijdenden vader, die door Diemand anders
dan door zijn oudste dochter verpleegd
wilde zijn. De groothertogin moet een lieve
verschijning zijn, vol gratie en bemind om
haar goede eigenschappen. Ze is reeds druk
bezig de politiek te „leeren", want ze neemt
haar taak ernstig op. Vooral van de
buitenlandsche politiek maakt ze thans
studie.
—o—o-o—
De strijd om den presidentszetel in de
Vereenigde Staten wordt met den dag
verbitterder. De aanhangers van Taft en
die van Roosevelt kunnen elkander maar
nauwelijks meer van het lijf blijven. En
mogelijk staan er nog onverkwikkelijke
gebeurtenissen voor de deiy.
Het nationaal comité van de republi-
keinsche partij kwam thans n.l. te Chicago
bijeen om de stemming voor een candidaat
voor het presidentschap te regelen, Dit
comité heeft ook de taak de mandaten der
gedelegeerden te onderzoeken en waar het
geheel op de hand van Taft is gaat het
daarbij heel secuur te werk. De aanhangers
van Roosevelt beweren dat, en het feit,
dat een buitengewoon groot aantal mandaten
van voorstanders van Roosevelt afgekeurd
werden, zou daarop kunnen wijzen. Het
aantal mandaten aan Tatt toegewezen is
reeds voldoende om hem den zege te
bezorgen. Tenzij de Commissie voor de
geloofsbrieven het comité niet wenscht te
volgen.
In de vergadering van het comité kwam
het reeds tot ernstige conflicten. Gevechten
tusschen de leden van de beide partijen
werden nauwelijks voorkomen en groffe
scheldpartijen zijn er aan de orde van den
dag. Over en weer beschuldigt men elkaar
van de grofste omkooperij en mogelijk staan
beide partijen daaraau ook niet onschuldig.
Het feit dat beide het geld bij handenvol
rondstrooien en ieder partij zoo ongeveer een
miljoen of 21/., mijoen gulden voor de actie
uitgegeven hebben zegt reeds genoeg. En
bovendien schijnt een deel der gedelegeerden
wel gevoelig voor de dollarmuziek, Dat
deel is het zwarte deel, de 65 negers
Deze staan weliswaar te boek als aanhangers
van Taft, doch zij blijken niet erg vast in
de leer te zijn. Roosevelts luitenants laten
niets onbeproefd om de zwartjes voor Teddy
te winnen en het schijnt er naar dat ze
wel succes hebben. Als de donker gekleurde
heeren met den trein aankomen dan worden
ze onthaald in weelderig ingerichte salons.
Eu dat schijnt niet zonder uitwerking te
blijven.
Roosevelt zelf zet ook zijn beste beentje
voor. Nu het groote bedrijf in Chicago zal
aanvangen is hij present. Op zijn reis er
heen zorgden een paar kwajongens er voor
zijn populariteit te vergrooten, door een
steen op de rails te leggen, waardoor de
Roosevelttrein beschadigd werd. Een nieuwe
reclame, want men spreekt nu vau een
aanslag op Teddy. Toen Roosevelt te Chicago
aankwam was de belangstelling van het
publiek zoo groot dat de politie het niet
in bedwang kon houden en Teddy zich met
beide elleboogen een weg door de juichende
menigte banen moest. Natuurlijk liet hij de
kans niet ongebruikt om de schare toe te
spreken. Wat hij zei was even merkwaardig
als grof. Hij stelde zich zelf voor als „een
vertegenwoordiger van het volk, die strijdt
tegen het ergste soort van veile beroeps
politici. Hij kwam met het program
regeering door het volk; terwijl Taft alleen
de bevoorrechte klasse wil laten regeeren.
Zijn strijd was niets anders dan verzet van
een eerlijk man tegen dieven. Ofschoon hij
47,000 stemmen meer op zich had veroverd
dan Taft, wezen de politici aan Taft een
half dozijn gedelegeerden toe. Dat geschiedde
meermalen en daarom was hij, Roosevelt,
nu zelf te Chicago verschenen om eens te
zien of op zoo'n wijze de benoeming van
president gestolen kon worden.
Men kan gerust zeggen, dat nooit te voren
de opening vanderepublikeinsche Conventie
in zoo groote spanning afgewacht werd als
thans. Er heerschte in Chicago een ont
zaggelijke opgewondenheid en men ver
wachtte ernstige gebeurtenissen. Vandaar
dat het comité de hulp in riep van het
stadsbestuur, waarop dit 400 detectives ter
beschikking stelde om de orde te handhaven.
De aanhangers van Roosevelt engageerden
intusschen een 60-tal vechtersbazen met
zuidelijk bloed in de aderen en voor geen
klein geruchtje vervaard.
De Conventie is nog niet heel hard op
geschoten en de candidaatstelling heeft op
het oogenblik dat we dit schrijven nog niet
plaats gehad. Toch schijnen de kansen van
Taft in de laatste dagen gestegen te zijn.
Waarschijnlijk zal een scheuring in de
republikeinsche partij wel niet uitblijven.
In een volgend overzicht zullen we wel iets
naders kunnen mededeelen.
TEXEL, 26 Juni 1912.
Van Zondag 23 dezer.
Het weer liet zich des morgens gunstig
aanzien, zoodat met groud mocht worden
verwacht dat de aangekondigde Openlucht
Samenkomst, uitgeschreven door de
Vrijzinnig-Godsdienstigen, wel zoude
slagen. Met de des morgens aankomende
boot „De Dageraad" waren reeds velen
van Helder naar hier gekomen tot bij
woning van deze samenkomst.
Tegen den middag evenwel begon de
lucht te betrekkeu od al spoedig ont
lastte zich een kort doch hevig onweder,
gepaard met zware regen, waarvoor ieder
een goed heenkomen zocht. Dat het
onweder hevig was mag wel hieruit
blijken dat in den omtrek van den Burg
4 koeien door het hemelvuur werden
gedood.
Spoedig evenwel helderde de lucht
weder op en werd het een prachtige
zomermiddag. De samenkomst kon dus
voortgang hebben, al zal het bezoek er
aan door het tijdelijk ODgunstig weder
wel wat hebben geleden. Vermoedelijk
waren 700 h 800 personen bijeen in het
lage boschje, bij de zandkuil, 't Was een
typisch plekje voor deze gelegenheid, aan
den voet der Hoogeberg, tusschen het
geboomte.
Omtrent de gehouden samenkomst
wordt ons het volgend verslagje verstrekt:
De weleerw. heer ds. R. Kuperus te
den Burg, betrad weldra het keurige
spreekgestoelte, waarom zich honderden
belangstellenden en nieuwsgierigen had
den geschaard. ZVVE. opende met een