N°. 2597.
Donderdag 22 Augustus 1912.
25ste Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
van en naar Texel.
Binnenland,
BOOT- EN" SPOORDIENST
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag;- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden
Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge-
be Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der nitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer S Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de Uitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, ParkstraatBurg op Tex e l
aansluiting gevende
Van Texel. Van Beider.
Afvaart Boot 4.15. Vertrek trein 6.28
6,30. 7.45
11.15.
2.50.
6.00.
12.45
4.10
7.30
Aank. trein Helder.Vertrek boot 5.15
9.30
8.39*
12.01
3.26
12.30
4.15
6.56 7.30
Des Zondags komt de eerste trein
niet te 8.39 doch te 9 42 te Helder aan.
In verband hiermede vaart de boot des
Zondags niet te 9.30, doch te 10.20 van
Helder naar Texel.
RAADSVERGADERING.
De Burgemeester der Gemeente Texel
Gelet op art. 41 der Gemeentewet
Brengt naar aanleiding daarvan, ter
kennis van de ingezetenen, dat eene ver
gadering van den Gemeenteraad is belegd op
Zaterdag den 24 Augustas 1912
des voormiddags te 101/3 ure in de daarvoor
bestemde zaal ten Raadhuize dezer Ge
meente.
Texel, den 19 Augustus 1912.
De Burgemeester van Texel,
GAARLANDT.
Onderwerpen ter behandeling:
11—18 Augustas.
Een gedachtenisviering, die in ons land
stellig niet onopgemerkt voorbjj gegaan
is, werd in de atgeloopen week te Ant
werpen gevierd. Het betrof den in ons
land zoo zeer bekenden Vlaamschenschrij ver
Hendrik Conscience, die zooveel moois in
de zoetvloeiende Vlaamsche taal geschreven
heeft. Het was 100 jaar geleden dat
Conscience te Antwerpen geboren werd en
dat feit werd daar thans herdacht met
grootsche feesten waarvoor het stadsbestuur
zelfs een bedrag van 300,000 francs
beschikbaar had gesteld en waaraan vooral
het bezoek van het Koninklijk echtpaar en
Koningskinderen grooten luister bijzette.
De Scheldestad heeft de Hooge Gasten op
waardige wjjze ontvangen. Ook onze
Vorstin zond een deputatie naar Antwerpen
om den Belgischen Koning te laten groeten,
terwijl er in de haven onze Heemskerk
gemoerd lag naast de oorlogsbodems die
Engeland, Frankrijk en Duitscbland zonden
om zich te vertegenwoordigen bij de
Antwerpenscbe feesten.
Er werden grootsche optochten gehouden
en ook is er een Conscience-tentoonstelling
aangericht. De gedachtenis van den
Vlaamsehen schrijver werd wel geëerd. De
Vlamingen hadden daarin tevens een
demonstratie voor hun wenschen en het
devies dat telkens weer gehoord werd in
Antwerpen is dan ookeen Vlaamsche
hoogeschool te Gent.
—o-o—o—
Poincarré, de Fransche ministerpresident
is, na een vierdaagsche zeereis, behouden
te Petersburg aangekomen en daar ontvan
gen op een wijze een koniDg waardig.
Zooals we reeds eerder melden wekte de
reis van den Franschen premier nogal
opzien. Ze wordt opgevat als een bewijs
van de hechte vriendschap tusschen de
Fransche republiek en Rusland en tevens
als een teleurstelling voor Duitscbland.
Sommige bladen hebben het zelfs doen
voorkomen dat het feit, dat Poincarré per
schip giDg en niet met de trein het bewijs
leverde, dat de ministerpresident Duitsch-
land geheel wilde mijden, 't Is wel zeer
de vraag dat dit juist is, maar indien dat
het geval mocht zjjn dan hebben de
Duitschers wel e6n zoete wraak genomen.
De „Condé" toch het oorlogsschip,
waarmede Poincarré de reis deed werd
door een deel der Duitsche marine ontmoet
en werd naar allen vorm der internationale
hoffelijkheid begroet. Saluutschoten werden
gelost en de Fransche vlag werd geheven,
een attentie die de Fransche oorlogsbodem
wel niet onbeantwoord kon laten.
De goedgezinde Fransche pers meent dat
het saluut den minister-president door de
Dnitsche oorlogsbodems gebracht beschouwd
moet worden als een bewijs van een betere
verhouding tusschen de böide rijken.
Daarentegen echter beweren andere bladen
dat Duitschland even aan Poincarré heeft
willen toonen dat h6t de baas is in de
Oostzee.
Hoe het zij de zaak blijft er niet minder
eigenaardig om.
Poincarré is dan behouden te Petersburg
aangekomen, daar met alle mogelijke
eerbewjjzen ontvangen en met vriendelijke
attentie als overladen. Twee dagen was
hij de gast van den Czaar, die hem deed
aanzitten aan de Keizerlijke tafel en tevens
zijn gast een ridderorde vereerde. Het
programma, waarvan we reeds eerder de
bizonderheden mededeelden werd overigens
vrij getrouw afgewerkt. Daarop stonden
vermeld, behalve een aantal feestmaaltijden,
ook besprekingen tusschen Poincarré en
zijn Russischen ambtgenoot. Besprekingen
die natuurlijk gericht waren op de belangen
die Frankrqk en Rusland gemeen hebben
en waarbij de maritieme overeenkomst
stellig wel op den voorgrond zal zijn ge
steld al valt daarover met juistheid ook
niets te zeggen. De offlcieele bekend
making over het bezoek, door het Russische
regeeringsblad, zwijgt ook over de
resultaten der besprekingen, al heet het
dan in algemeene termeD, dat het bezoek
gunstig is geweest voor de verhoudingen
tusschon de beide bevriende landen.
Poincarré is thans alreeds weer op weg
naar huis. Te eeniger tjjd zal wel blijken
wat het eigenlijk doel geweest is van zgn
gaan naar Rusland.
—o-o—o—
Het aftreden van Moeley Hafid als sultan
van Marokko is reeds een feit geworden.
Als deze regels onder de oogen der lezers
komen, heeft hjj reeds als een halve balling
als iemand die zijn land en volk ontvlucht
is, zijn voeten op Fransche bodem. Spoediger
dan hij misschien zelf gedacht had is er
een einde gekomen aan de hoerljjkheid
zijner regeering. Vier jaar geleden joeg
hij zjjn broeder Abdul Azis van den sultans-
zetel en werd door de fanatieke bevolking
met groot gejuich als hun heeischer binnen
gehaald. Ja meer, als de redder des
vaderlands, 6en bevrijder van het Fransche
juk. Wat hadden de stammen grootsche
verwachtingen van Moeley Hafid. Hij zou
zich aan hun hoofd stellen, aan de Fransche
en Spaanscho overhcersching zou een einde
gemaakt worden en de zoete hoop alle
blanken in de zee te zullen drijven gaf
de fanatieke bevolking aanleiding tot een
geestdriftige huldiging van Moeley Hafid,
den nieuwen sultan. Dat is nu 4 jaar
geleden en hoe is alles veranderd. Van
alle de wenschen is niet een verwezenlijkt
en het is Moeley Hafid al weinig beter
gegaan dan zijn voorganger. Het eenige
dat in zijn voordeel is, is dat hy niet
weggejaagd wordt, doch vrijwillig heengaat.
Toen hij den troon beklom noemde men
hem den onbedwingbaren held, die een
einde zou maken aan der blanken over-
heersching. En hijzelf bezong zijn edele
hoedanigheden eh voortreffelijke eigen
schappen in geweldige verzen, alsof hij zoo
uit den hemel neergedaald was. Een
Marokkaansch sultan is natuurlijk dichter.
De „blanke indringers" lieten hem aan
vankelijk met rust, doch zijn eigen land-
genooten maakten hem al spoedig het leven
bitter. Toen Moeley Hafid nogal eenigen
tijd noodig scheen te hebben voor te kun
nen denken aan een verdelging der vreemde
indringers, dachten een tweetal liefhebbers
van den Sultanszetel het oogenblik geko
men om zoo mogelijk Moeley Hafid te
verdringen. Het liep echter mis met de
pretendentenhet legertje van den een
zoowel als dat van den ander werd ver
slagen 6n Moeley Mohammed zoowel als de
Roghi Boehamara moest het loodje leggen.
Wat er van de beide tegenstanders gewor
den, is, valt moeilijk te zeggen. Dat echter
hun volgelingen er niet best afkwamen is
bekend. Moeley Hafid toonde bij het be
straffen der rebellen zijn ware aard. Op
afschuwelijke wijze liet hij een aantal om
brengen en anderen de armen of beenen
afslaan. Bij die gelegenheid was het ook,
dat hij kennis maakte met het gezag der
vreemdelingen.
En voor dat gezag heeft hij het hoofd
gedurig weer moeten buigen. Geldgebrek
noodzaakte hem telkens weer de hulp van
zijn Fransche vrienden in te roepen en toen
de oproerige stammen, verbolgen over de
houding van den Sultan, op wien ze tever
geefs hun betrouwen gesteld hadden, een
aanval deden op Fez, moest Moeley Hafid
wel de bescherming der Fransche bajonetten
inroepen. Toen was het voorgoed met zijn
prestige uit en toen hij daarna ook nog
het protectoraat verdrag onderteekende was
het laatste schijntje van zijn zelfstandigheid
weg. Geen wonder, dat Dij de aardigheid
er af vond en afstand van den Sultans
zetel heeft gedaan. Een broer van hem zal
schijn-sultau worden in Moeley Hafids plaats,
—o—o—o—
't Was in de afgeloopen week een kwart
eeuw geleden, dat de tegenwoordige koning
van Bulgarye voor het eerst als vorst zijn
voeten zette op Bulgaarsche bodem. Koning
Ferdinand viert zijn zilveren jubileum onder
veel belangstelling, niet het minst van de
zijde van zijn volk. Ook de buiteniandsche
pers wijdt haar aandacht aan dit jubileum
en brengt hulde aan den vorst die zooveel
gedaan heeft om Bulgarije uit den staat
zijner vernedering op te richten.
Toen de prins van Coburg, destijds
officier in het Oostenrijksche leger, den
deed en de roeping tot vorst van Bulgarije
aannam, zullen er wel weinigen geweest
zijn, die hem durfden voorspellen, dat hij
lang zich zou mogen verheugen in zijn
nieuwe waardigheid. Het was een waagstuk
dat Ferdinand van Coburg ondernemen ging.
Zijn voorganger was door de mogendheden
eenvoudig van den troon verjaagd, het
Bulgaarsche volk was zeer in zich zelf
verdeeld en al koos de Sobranja „den
Coburger" ook met algemeene stemmen
tot vorst van Bulgarije, de mogendheden
waren er ook nog en die waren volstrekt
niet algemeen ingenomen met de keuze
der Sobranja. Bovendien was er ook nog
de acte van Berlijn die o.m. bepaalde dat
de keuze van een vorst door de Porto en
de mogendheden goedgekeurd moest worden.
Toch begaf Ferdinand van Coburg zich
naar Bulgarije, terwijl de mogendheden het
niet met elkander eens konden worden.
Een deel er van, n 1. Rusland Duitschland
en Frankrijk, wilde van de benoeming van
den Coburger niets weten en overlegde om
een Russischen generaal aan te wijzen tot
regent, waartegen de Porte echter over
wegende bezwaren had.
Prins Ferdinand vau Coburg stoorde zich
niet aan de mogendheden en of do Fransche
en Russische pers hem uitschold voor een
avonturier en een struikroover die wel niet
veel plezier van zijn optreden zou beleven,
hij ging naar Tirnova, de oude Bulgaarsche
Czarenstad, en legde den eed af en nam
de teugels van het bewind in handen.
En ofschoon de Turksche sultan weigerde
den nieuwen vorBt te ontvangen en terwij]
de mogendheden overleggen bleven wat ze
toch zouden aanvangen tegen den overtre
der van het tractaat van Berlijn, vorst
Ferdinand ging zijn weg. En wat weinigen
verwacht hadden geschiedde. Vorst
Ferdinand bracht Bulgarije tot rust. De
welvaart keerde terug, het land werd in
alle opzichten sterker en de mogendheden
die den gunstigen loop van zaken aan
schouwden lieten den „indringer" ten slotte
met rust.
En terwijl Turkije steeds verzwakte wies
de vazaltstaat in kracht zoodat toen het
oogenblik daartoe door hem geschikt werd
geacht, vorst Ferdinand de laatste banden
met het Turksche rijk verbrak. Men
herinnert zich nog hoe in 1908 vorst
Ferdinand de onafhankelijkheid van Bulgarije
proclameerde en hoe hij tot Czaar aller Bul
garen uitgeroepen werd. De vorstentroon van
Bulgarije werd een Koningstroon en koning
Ferdinand kan thans ongetwijfeld met
voldoening terugzien op het regeerings-
tijdperk dat thans achter hem ligt.
—o—o—o—
Niet enkel [voor het regeeringsjubileum
van koning Ferdinand had men in de afge
loopen week in Bulgarije aandacht. Er
waren ©ok onaangenamer ernstiger dingen
die de Bulgaren bezig hielden. In den
laatsten tijd hebben zich weder ernstige
grensincidenten voorgedaan en dankbaar
werden deze door de oorlogszuchtige partij
in Sofia aangegrepen om de gemoederen
tegen Turkije op te hitsen. Men sprak er
van oorlog met de gehate Turken en meende
dat nu het oogenblik daarvoor gekomen was.
In Sofia werden opgewonden betoogingen
gehouden, waarin op een oorlogsverklaring
werd aangedrongen.
En niet alleen in Bulgarije openbaarde
zich de neiging om tegen Turkije den strijd
aan te binden. In Montenegro was de toe
stand al weinig anders. De gevechten die
nog voortdurend tusschen Turken en Mon-
tenegrijnen aan de grens werden geleverd
dreigden zeer de aanleiding tot een oorlog
te zullen worden. En nog is de toestand
zeer gespannen.
Zoo was het in de laatste dagen op den
Balkan dus weer dreigend, temeer waar
zich ook in Griekenland een voor Turkije
vijandig gezinde stemming openbaarde. Het
scheen wel hoe meer de toestand in het
Turksche rijk verbeterde hoe dreigender
de stemming der buren werd. Hebben
deze wellicht in de troebelen in Albanië
het begin van Turkije's einde gezien en
zijn ze nu teleurgesteld Onmogelijk is het
niet.
Een feit is het, dat de toestand op den
Balkan allesbehalve geruststellend was in
de laatste dagen. Toch zal de vrede waar
schijnlijk niet worden verstoord, want de
mogendheden gaan zich er mee bemoeien.
De Oostenrijksche regeeringzond een schrij
ven aan de mogendheden om gezamenlijk
te waken tegen het uitbreken van een
oorlog op den Balkan. En naar luid der
berichten hebben de gezanten reeds aan
de regeeringen van de Balkanstaten kennis
gegeven, dat de mogendheden een vijan
delijk optreden tegen Turkije waar de
toestand gaandeweg verbetertniet zullen
dulden en dat het status quo op den Balkan
gehandhaafd moet blijven.
TEXEL, 21 Augustus 1912.
De Voetbalmatch, enz.
Trots het ongunstige weer heeft Zon
dag de Voetbalmatch tusschen „H.F.C."
(Helder) en „Texel" van hier, plaats ge
had.
De uitslag was dat Texel won met 9
tegen 0. „Texel" won alzoo de ver
guld zilveren medaille,de deelnemers
bekwamen algemeen een nat pak, ten
gevolge de regen welke maar steeds
bleef aanhouden.
De muziek we'ke deze match zou op-
TfiXELSCHE COURANT.
O
1. Mededeelingen. Ingekomen stukken.
2. Aanbieding gemeentebegrooting dienst
1913.
3. Vaststelliug schoolgeldkohieren.
4. Vaststelling rekening Burgerlijk Arm
bestuur, dienst 1911.
5. Voorloopige vaststelling gemeentere
kening dienst, 1911.
6. Aankoop stukje grond uoor uerbree-
ding Koogeruieg.
7. Voorstel tot het aangaan eener geld-
leening groot f 19000.
8. Voorstel tot wijziging der gemeente
begrooting, dienst 1912.
9. Benoeming oan een Ambtenaar uan
den Burgerlijken Stand.
10. Wijziging der uerordening regelende
de uerdeeling der werkzaamheden uan
de ambtenaren u. d. Burgerl. Stand.
11. Afschrijving belastingen.
12. Vast9tellelling uan het 1e suppletoir
uan den Hoofdelijken Omslag dienst19l2.