KACHELS! KACHELS!
Vul- en Emmerkachels, Tegelplaten,
Kolen- en Turfbakken, Kachelpijpen,
Ellebogen enz. enz.
Alkmaarsche Crediet- en Effectenbank.
Het hoesten van oude menschen.
MOTORDIEN ST
Texel, Amsterdam via
de Zaanstreek.
Vul-, Reguleer- en
gewone KACHELS.
Gegoten Fornuizen.
ZEER LAGE PRIJZEN.
landstelend, NL A. OTIJPER.
uit de wereldberoemde fabriek
van Jan Jaarsma, 's Gravenhage.
FEUILLETON.
DOODGEZWEGEN.
ABDIJSIROOP
IJZERHANDEL
ALKMAAR.
Gal- en Zenuwaandoeningen,
Parkstraat over het Postkantoor.
Voorradig een groote partij
Nog eenige kachels van verleden jaar worden voor alle prijzen
uitverkocht. Doet uw voordeel, nergens zoo goedkoop.
Vertegenwoordiger voor Texel van de meestdoelmatigste
Vraagt Prachtcatalogus.
KAPITAAL f 500,000.--.
Credieten, hypothekeü, deposito's, effecten, coupons, wissels, vreemd
geld, cheques.
Een goud tientje per doos waard
Hoofdpijn met Misselijkheid,
Verstopping, Zwakke maag, slechte Spijsvertering,
Zieke Lever en Storingen in bet Vrouwelijk Gestel.
SMSt
Klooster Sancta Eauio
Vertrekt van Texel Zaterdagmorgen
6 uur en Dinsdagmiddag 2 uur van Am
sterdam.
Beleefd aanbevelend,
Jn. ZUIDEWIND.
Ontvangen de nieuwste modellen ge
slagen, gegoten, geëmailleerde en gelakte
Tegel-vloerplaten, Turf- en Steen-
koleDbakken, Yulemmers, Kolen-
lepels, Poken, Tangen enz. enz.
Prijzen sterk concurreerend.
Aanbevelend,
J. Zoetelelief.
Vulhaarden
Alle gewenschte inlichtingen zijn te bekomen bij den beer II. W. REESftM te den Burg.
pt iim
VOOR ALLE
ZOOALS
Uitsluitend vervaardigd door THOMAS HEECIIAH, St. Helens, England.
Alom verkrijgbaar bij Apothekers en Drogisten in doozen van f 0.75
(56 pillen) en van f 1.75 (168 pillen). Bij zes doozen tegelijk f 4.25 en f 10.
verkrijgbaar te den Burg bij T. BLIJS, en bij den Vertegenwoordiger van
Th. Beecham.
AMSTERDAM.
TELEFOON 4318.
OVERTOOM 341.
door L. HAIDHEIM.
14.)
„Ik laat jc niet gaan, eerst alles ver
tellen. De weg naar den dood is in eeD
minuut bereikt ach Ulricb, gun me nog
een oogenblik, dan kuD je sterven."
Zij wist wel dat zij hem niet zou laten
sterven, zoolaog zij het verhinderen kon
hij wist dat ook.
Dns list tegen list haar schreien
maakte hem angstig, de menscben zouden
bet kunnen hooren, als bij zich met ge
weld losrukte. Daarom gaf hij toe ver
telde kort, in vliegende haast de
scène aan de speeltafel.
„En Willa?" vroeg zij.
Aan Willa had hij in die vreeselijke
uren niet meer gedacht.
Willa! Als eerlooze voor baar staan,
haar onder de oogen komen steeds had
hij voor zich de oogen gezien, hem ver
achtelijk vloekend. Aan het hart van bet
geliefde meisje had hij niet gedacht.
Ademloos, zich innerlijk af vragend of zij
in hem gelooven zou, staarde hij langs zijn
moeder heen in de leege ruimte.
Plotseling hoorde ze een hevig rumoer.
De hnisdenr viel knarsend in het slot.
Moeder en zoon luisterden.
In vliegende vaart stormde men de
trappen op.
„Hier, hier!" riep een bekende stem.
't Was die van Otto Feedern.
En voor zij er iets van begrepeD, vloog
de kamerdeur open, en „hij leeft, hij
leeltroepende, stormde Willa naar bin-
neD, Ulrich luid-schreiend om den hals
vallend, terwijl de kamer zich vulde.
Daar was de oude majoor, bleek, somber,
geheel van streek. Daar was Willa's
moeder, ook de oude stiftsdame.
Was hij dan werkelijk krankzinnig
Goddank, dat troostte hem.
„Ulrich! Ulrich! wij golooven't immers
niet. Wij weten het wel. wo kennen je
toch," riep Otto Feedern den arm vattend,
die Willa vrijliet. En toen wist de ver
twijfelende weer dat hij niet waanzinnig
was. Hij doorleefde de werkelijkheid weer.
Maar hoe kwameD ze zoo midden in den
nacht hier
„Is n zijn moeder? hoe komt u hier?
Was 't een gelukkig toeval?" riep de
vrouw van den generaal, tot mevrouw
Klarenberg, die een onmacht nabij was.
De majoor hield haar onstuimig omkneld.
,'t Is een duivels toeval, een slechte
streek, ik begrijp het niet. Hij heeft het
natuurlijk niet gedaan," riep hij, er bij
haar de handen bijna uit 't gewricht
scbnddend.
„Klarenberg! Willa, Willa!" riep de
generaal driftig zijn dochter van Ulrich
afrukkend, Als de laatst binnenkomende
wist hij niet wat hij van dat tooneel
donkt n moest.
Hij had zoo oven de in de hoogste op-
De meeste oude menschen zijn be-
hebt met een chronische borstaan-
doening, welke jaarlijks slechter
wordt, hetzij door verwaarloozing,
hetzij door aanwending van verkeerde
middelen.
Het pleit voor de wonderbare ge
neeskracht van de
dat zelfs bij de meest hardnekkige
gevallen de Abdijsiroop, Klooster
Sancta Paulo, den hoest van oude
menschen heeft verbannen. De Abdij
siroop heeft reeds menschen van diep
in de 80 genezen van een chronischen
borsthoest, waaraan zij jaren sukkel
den. Men bedenke wat dit zeggen wil bij oude menschen, wier luchtpijpen
broos geworden waren en hun veerkracht verloren hadden, als gevolg van de
chronische ontsteking, waaraan zij bloot stonden.
De heer B. van Leeuwen, Mr. Smid, Hoogeweg No. 9 te Bussum, verklaart
ons het volgende: „Mijne moeder, de weduwe G. Zwart, oud 85 jaar. die bij
m(j inwoont, hoestte zoo erg. dat zij slapelooze nachten had en bijna niet meer at.
Wanneer zij hoestbuien had, was zij zeer afgemat en zoo vermoc-id, dat zij wel
een kwartier op een stoel moest gaan zitten om op adem te komen. Geen enkel
geneesmiddel hielp totdat wij haar de Abdijsiroop, Klooster Sancto Paulo,
gaven, die w(j kochten bij den drogist B. van den Bergh, Raadhuisstraat 22
Bussum. Wanneer wij de Abdijsiroop niet aan mijn moeder hadden gegeven,
hadden wij haar zeker verloren. Bij het gebruik der Abdijsiroop zagen wij haar
met den dag vooruitgaan en thans is zy na het gebruik van eenige flesscben
totaal genezen."
De Abdijsiroop, Klooster Sancta Paulo kost per flacon van 230 gram 11.
per flacon van 550 gram f2.— en per flacon van 1000 gram 13.50. Eischt
deD rooden band met bandteekening vanden Gen.-Agent L.I. AKKER, Rotterdam.
Verkrijgbaar bij T. BUIJS en Mej. G. ROEPER den Burg G. v. d. KOOL! Jzn.
te Cocksdorp; F. BAKKER v/h M. BAKKER Eierland; P. SCHEKKERMAN
v/h G. D. VISSER Nieuwendam; P. BROUWER Oosterend; A. WUIS Oudescbild
en bij alle drogisten en de meeste Apothekers.
gewondenheid verkeerende Feedern ont
moet, juist toen hij van de zieke kwam
met wie 't iets beter ging, Feedern
had ziju zoon uit den kring zijner vrienden
gehaald, vertelde hem 't doorleefde, ook
dat hij het niet langer alleen kon drageD,
en zoodra Otto de nachtelijk terugkee-
rende had herkend smeekte hij als wan
hopig om hulp voor zijn vriend, hij wist
zelf niet waarvoor er hulp noodig was,
wist niet wat er gebeurd was.
Daar tnsschen door wees de majoor naar
UlrichB venster.
„Hier sta i(f: al sedert middernacht;
nog brandt de lamp"
„Misschien is bij al dood," riep Otto.
Luidschreiend „dood 1 dood 1" liep Willa
tot op dit oogenblik sprakeloos van angst,
als wezenloos naar het buis starend, door
Otto gevolgd er heen.
Beiden wisten eigenlijk niet wat zij
wildon, wat er moest gebeuren. Z(j vonden
de deur ongesloten, door Ulrich gedachton-
loos opengelaten.
Haar gedrag,was zoo onbegrijpelijk, dat
allen baar als verstomd nakeken, voor de
generaal er aan dacht, baar torug te roepen.
Zij luisterde er echter niet naar. Zij en
do referendaris verdwonen de anderen
kwamen udemloos achteraan.
„En nu mijnheer Klaroaberg wat hebt
u ons te zeggen? Gelooft u aaneen boos
toeval P Of schrijft u dio daad aan oen
v(jand toe?" vroeg do gouerual, Willa's
arm zoo stevig vasthoudend, alsof zijn
vingers ijzeren schroeven waren.
„Ik kan niet anders zeggen, dan dat ik
mijn eerewoord gaf en dat is dat van een
eerlijk man, generaal."
„Maar dat weet ik," riep Willa. „Luister
toch even naar me papa, ik heb hem lief 1
maar Ruscow Ruscow haat hem
ik heb dat altijd gevoeld, maar Bedert
vanmiddag weet ik het."
Willa stel je niet zoo niet zoo dwaas
aan," kwam tante Hetta er streng en ge
biedend tusschen. Met saamgeklemde
lippen had z(j die onmogelijke scène aan
gezien, zonder het te kunnen of willen
beletteD, daar zij nieuwsgierig van aard
was.
„Hoe kun je zulk oen vaag vormoeden
of hersen8toring als waarheid verkondigen?"
Papa, wij hebben elkaar lief 1"
„Ulrich Klarenberg kan geen valsch
speler zijn O mijn God, daarvan zijn
we toch allen oven zoo overtnigd als van
ons lovon. Ulrich! Ulrich! lieveling, nie
mand denkt er aan, papa, spreek dan
toch, golooft u, dat hij hij zie hom
maar aan."
„'t Meisje hooit gelijk ik vertroa'
je Klarenberg."
„Ik ook, dat hob ik al verklaard," voot ;do
Feedorn er bij.
„Dank, duizendmaal dank," stann >Jdo
Ulrich, met gloeiende droogo oogen. A ch
wat gaven die verklaringen, wnt gaf hot
of Willa partij voor hem trok. Alles was toch
voor hom verloren, eer en geluk!
(Wordt veroo'eff,i,