2613.
Donderdag 17 October 1912.
268te Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tof week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per S maanden.
Voor den Bons 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar. Amerika en andere
landen met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der uitgave
Prijs der Advertentiën.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 8 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de üitg. Firma LANGEVELD& DE ROOIJ, Park-straatBurg op Te x e l
5—13 Oct.
Over het binnenlandsch gebeuren kunnen
we ditmaal al heel kort zijn, omdat er in
de afgeloopen week weinig belangrijks te
kronieken viel. Van het parlementaire
terrein valt nog zoo goed als niets te
vermelden, daar de Tweede Kamer nog
steeds in de afdeelingen bezig is. Mag
men de berichten gelooven, dan zijn er bij
het afdeelingsonderzoek over de Staatsbe-
grooting, dat thans nog voortduurt reeds
heel wat woorden gewisseld, zoodat er ten
slotte Dog haast gemaakt moest worden
om de begrooting deze week in de afdeelin
gen af te doen. Woensdag zal de openbare
behandeling van minister Talma's Ver-
zekeringsontwerpen een aanvaDg nemen.
Ook op politiek gebied viel er weinig
vermeldenswaardigs voor in de laatste
dagen. De nadering van 1913 laat zich
intussehen meer en meer gevoelen, zoodat
de verkiezingsvooibereidingen reeds druk
aan den gang zijn hier en daar. In de
laatste dagen werden weder tal van candi-
daatstellingen gemeld, meest voorloopige.
De tijd begint dan ook al aardig op te
schieten. Ook begint de concentratie, der
linker partijen, of beter gezegd, der
vrijzinnigen, een meer vasteren vorm aan
te nemen. Er zijn in den laatsten tijd onder
handelingen gevoerd tusschen de hoofd
besturen der Unie-liberalen, Vrijzinnig
Democraten en Vrije Liberalen en naar
luid der berichten is het dezen gelukt tot
overeenstemming te komen en een formule
voor samenwerking te vinden, die waar
schijnlijk de partijen zal kunnen bevredigen.
De onderhandelingen hebben geloopen over
een tweetal urgente onderwerpen n.l. over
grondswetsherziening om te komen tot
kiesrechtuitbreiding en staatspensioneering
voor allen beneden een zeker inkomen
zonder dat de gelden daarvoor gevonden
zullen moeten worden uit een verhooging
van het tarief voor invoerrechten, Hoe de
stembusovereenkomst, die door de besturen
der drie genoemde bonden er precies uit
ziet is nog niet te zeggeD, doch te ver
wachten is, dat er wel spoedig publiciteit
aan zal worden gegeven,
Het Engelsche Lagerhuis is in de afgeloo
pen week wéder bijeengekomen en een der
eerste werkzaamheden betrof het Home-
Ruleontwerp. Minister-president Asquith
deelde mede dat de regeering het voornemen
had het ontwerp, waarover reeds zooveel
gerucht is gemaakt, nog in deze zittiDgaf
te handelen. En om nu te voorkomen dat
door te lange beraadslagingen dit zou
worden verhinderd, .diende hjj een z.g.
„guilliotine-motie" in waarbij bepaald werd
dat voor de debatten over het ontwerp
inzake Home-Rule een tijd van 31 dagen
beschikbaar zal worden gesteld.
Natuurlijk was de oppositie het daarmee
volstrekt niet eens. Bonar Law de leider
der unionisten kwam er togen in verzet
en beweerde, dat het Lagerhuis niet-totde
behandeling van het ontwerp mocht over
gaan, voor de Engelsche kiezers er hun mee
ning overhad laten blijken. En Balfour, die
ook zjjn stem tegen de regeeringsmotie ver
hief, oordeelde precies zoo. VolgeDS hem
heeft het Engelsche volk bij de laatste
verkiezing geen uitspraak over Home Rule
gedaan, zooals de regeering beweert, doch
ging het toen alleen over do Veto-wet,
het Hoogerhuis betreffende. Vooral de
liborale kiezers zouden, volgens Balfour,
die meening toegedaan zijn. Wat door
minister Asquith echter bestreden werd,
met de opmerking, dat de Veto-kwestie ten
nauwste samenhing met die omtrent
Home-Rule.
Bonar Law kwam ook nog m6t een
ander argument tegen de regeeringsmotie
aandragen. Hjj wees n.l. op hot verzet
van Ulster en waarschuwde voor de ge
varen die van die zijde dringen De toe
stand in Ulster achtte hij zeer ernstig en
hjj vergeleek deze provincie met een
kruithuis, dat elk oogenblik ontploffen kan.
De tegenwerpingen der oppositie maakten
intussehen op de meerderheid van de
Lagerhuisleden niet voldoenden indruk,
want een motie van Law, waarin de
„guilliotine-motio" afgekeurd werd kon geen
meerderheid verwerven. Ze werd met 323
tegen 232 stemmen verworpen. Uit de
stemming blijkt dat de eenheid der regee-
ringspartijen nog steeds onaangetast is en
dat het verzet der oppositie wel niets zal
uitwerken.
—o—o—o—
In België betreurt men het heengaan van
een zijner bekendste en bekwaamste staats
lieden. De dood heeft n.l. een einde ge
maakt aan het leven van den Belgischen
minister van staat, Auguste Beerna6rt. Op
83 jarigen leeftijd heeft deze het hoofd
neergelegd, terwijl hij in verband met de
vredesconferentie te Genève, verblijf hield
te Luzern. Het overlijden van dezen grijzen
staatsman kwam zeer onverwacht.
- Door de Belgische pers van schier elke
richting werden waardeerende woorden
gewijd aan de nagedachtenis van den man
die in het staatkundige leven van zijn
land een rol van beteekenis vervuld
heeft. Nadat hij, uit een eenvoudige
familie gesproten, zich in 1853 te Brussel
gevestigd had als advocaat, verwierf hij
zich door zijn redenaars talenten al spoedig
een grooten naam. Ofschoon tot de ge
matigde liberalen gerekend wordende
nam hij in 1873 zitting in het clericale
kabinet en sedert dien bleef hij een groote
plaats in het staatkundig leven
innemen. In 1894 trad hij uit het
strijdperk nadat de katholieke Kamer
meerderheid zijn voorstellen intake even
redige vertegenwoordiging verworpen had.
Als minister van Staat bleef hij echter zijn
iand dienen. In de laatste jaren wijdde
hij inzonderheid zijn aandacht aan de
Vredesbeweging. In verschillende vredes
conferenties en op de interparlementaire
congressen vertegenwoordigde hij zijn land
en men weet dat hij een der meest voor
aanstaande figuren was in de vergaderingen
van deze hooge colleges. Daardoor ook is
Zjjn naam inzonderheid in het buitenland
bekend geworden. Op schier alle groote
internationale vergaderingen werd hij gezien
meest als voorzitter een groot, forsch
man met glad en blozend gelaat, twee
grijze bakkebaarden en sneeuwwit haar.
Vooral zijn groote forscbe neus, een dank
baar o.bject voor caricaturisten gaf aan zijn
gelaat een uitdrukking van kracht. Hij
stond bekend als een groot ijveraar voor
arbitrage en den algemeenen vrede en dat
zag hij dan ook beloond door den Nobelprijs.
Ook was hij lid van het instituut voor
Internationaal recht, te 's Gravenhage
gevestigd.
—o—o—o
Naar luid der berichten bereidt de Belgische
regeering 'n aantal maatregelen voor inzake
do landsverdediging. De Koning, nauwelijks
dezer dagen in de residentie teruggekeerd,
heeft lange beraadslagen gehouden met den
ministerpresident en den minister van
oorlog, welke beraadslaging, zooals wordt
gemeld, hoofdzakelijk gewjjd waren aan de
nationale defensie van België. Het schijnt
dat de gemoederen der Belgen weder ver
ontrust zjjn geworden in den laatsten tijd-
De oorzaak ligt in de Duitsche legeruit-
breiding en de versterking van het Fransche
leger. Men zegt dat de Belgische regeering
een 'wenk gekregen heeft van Frankrijk.
Dit zou n.l. de Belgische defensie niet
voldoende achten met het oog op een
eventueels oorlog met Duitschland. Het
houdt het zeer mogelijk, dat in een derge
lijk geval d6 Duitschers over Belgisch
grondgebied naar Frankrijk zouden oprukken
en in dat geval zou België niet voldoende
gereed zijn. Van andere zijde wordt
daarentegen gemeld, dat Duitschland druk
op België uitgeoefend heeft, omdat het van
Frankrijk verwacht, dat dit bjj een even-
tueelen oorlog het Belgische grondgebied
als verkeersweg zal willen gebruiken. Zoo
zou keizer Wilhelm bij de Zwitsersche ma
noeuvres gezegd hebben, dat hjj zichaan zijn
rechterkant gaarne even zoo veilig zou
gevoelen als aan den linkerkant.
Hoe het zij, in België schijnen plannen
in de maak te zijn om de grenzen aan den
Oost- en Zuidkant in een beteren staat van
verdediging to brengen.
—o—o—o—
Er was in de afgeloopen week oen groote
vraag, die heel Europa in spanning hield.
Het was de vraag „Oorlog of vrede "7 Een
vraag waarop momand waagde het ant
woord te geven, omdat er zoo moeilijk iets
te voorspellen viel nu de berichten zoo
verward waren en de toestand op den
Balkan zoo onzeker was.
Montenegro heeft echter het antwoord
gegeven en verklaarde aan Turkije den
oorlog. Waarschijnlijk was het geen toeval
dat deze kleinste der Balkan staten den
kat den bel aanbond, juist op het oogenblik
dat Turkije beloften had gegeven over
hervormingen in Macedonië en de mogend
heden het na lang overleg eindelijk eens
waren geworden over de wijze van hun
optreden in het conflict.
De oorlogsverklaring van Montenegro zal
vrij zeker moeten worden beschouwd als
het voorspel van het oorlogsdrama dat op
den Balkan zal worden afgespeeld.
De oorlog is verklaard, niettegenstaande
de verklaring van de Porte dat ze bereid
was onmiddellijk de hervormingen in Ma
cedonië ter hand te nemen en ten spijt
ook van het optreden der mogendheden.
Dit optreden kwam evenwel te laat. Al te
lang duurde het voor de mogendheden het
eens geworden waren over de te onder
nemen stappen. En terwijl de Europeesche
regeeringen naar een oplossing zochten,
werd in de Balkanstaten de mobilisatie
voltooid en werden de slagorden langs de
Tursche grenzen opgesteld. Toen de mogend
heden het eindelijk eens waren maakte
Montenegro met- één slag een einde aan de
hoop en trok het een streep door de reke
ning der mogendheden. Misschien hebben
deze wel zooiets verwacht. Van verschil
lende kanten was in de laatste dagen ge
meld, dat de regeeringen den oorlog onver
mijdelijk achtten. Dat gevaar schijm daarom
dan ook onder de oogen te zijn gezien en
als men sommige berichten gelooven mag
dan hebben de onderhandelingen ook tot
resultaat gehad, dat het gevaar voor een
Europeesehen brand verhoed werd. De
mogendheden zouden de tegenstanders een
tjjdje op elkander loslaten, om dan, zoodra
zich een geschikt rustpunt in den strijd
voordoet te verklaren, dat er aan de eer
voldaan is.
Het Montenegrijnsche leger heeft al dade
lijk na de oorlogsverklaring de vijandelijk
heden geopend, Al beschikt vorst Nikita
ook slechts over een 50000-tal soldaten, hij
heeft het gewaagd de grenzen te over
schrijden en de Turken aan te vallen. Zelf
was d6 oude vorst, niettegenstaande zijn
71 jarigen leeftijd aan d6 spits van het leger
en was hij er getuige van hoe zijn jongste
zoon Peter het eerste kanonschot op de
Turksche stellingen loste onder groote
geestdrift der troepen en onder het spelen
van het volkslied door de militaire muziek.
Over de resultaten van de eerste gevech
ten, die in de buurt der Montenegrijnsche
grens geleverd werden valt op het oogenblik,
dat we dit schrijven, nog weinig met
zekerheid te zeggen. Wel kon het leger van
koning Nikita een vijandelijke stelliDg
nemen, doch andere berichten meldden dat
de Turken den vijand later weer terug
dreven.
Hoe het zij, de kanonnen doen thans hun
afschuwelijk werk, de oorlogsbrand is ont
stoken en gevreesd moet worden, dat het
nog slechts kinderspel is bij wat zal volgen.
De andere Balkanstaten staan, van top tot
teen gewapend, gereed om ook den strijd
te beginnen. De Balkanvolken blaken van
geestdrift voor den krijg. De vrouwen doen
hnn mannen en zonen met gejuich uitge
leide en versieren hun geweren en kanonnen
met bloemen en groen. Een oorlogszuchtige
stemming heeft zich in alle rijken van het
volk meester gemaakt en het laat zich
aanzien dat de mogendheden verder kunnen
toezien. Niet alleen iu de vier staten die
zich tegen Turkije verbonden hebben is de
stemming geheel ten gunste van den oorlog
doch ook in Turkije zelf.
Het rijk van den Sultan maakt ernstige
dagen door en men weet nog geenszins hoe
de worsteling eindigen zal. Wel is Turkije
numerik de sterkste. In het Europeesche
deel van het Rijk, waar de groote slagen
zullen vallen beschikt het over een leger
van 6000UG man, verdeeld in 6 legercorpsen
terwijl het ook in Azië nog een macht van
160000 soldaten in reserve heeft. Daartegen
over bezit Bulgarije een leger van 350000,
Servië een van 180000, Griekenland een
van 100000 en Montenegro een van 50000
man. Turkije heeft dus grooter leger dan
al de anderen samen en bovendien beschikt
het over moderner be wapening en een grooter
aantal kanonnen, terwijl de troepen beter
geschoold zijn en onder bekwamer leiding
staan dan die der andere Balkanstaten.
Doch de Turk heeft ook nog een andere
vijand, Italië n. 1. Zal deze van de gunstige
gelegenheid gebruik maken en een nieuwe
actie beginnen Er bestaat wel eenige
vrees voor. De vredesonderhandelingen
hebben nog steeds geen gunstig resultaat
opgeleverd. Ja zelfs loopen er geruchten dat
ze zoo goed als afgebroken zijn en de
Italiaansche vloot een nieuwe actie in de
Egeïsche Zee ondernemen zal.
T E X E L, 16 October 1912.
De heer C. B. Bakker alhier is
aangesteld als tijdelijk onderwijzer te
Berkhout.
Voetbalmatch.
Omtrent de Zondag alhier gehouden
Voetbalmatch tusschen Z. V. C. (Zee
vaartschool te Helder) en Texel I, ver
nemen wij dat de match ten voordeele
van Texel I werd beslist met 9 tegen
1 voor Z. V. C.
Schapenfokkerij.
Wij ontvingen een lijst van namen der
eigenaars van halfjarige controle-afstam
melingen, geprimeerd op de keuringen
dit jaar gehouden.
Voor Texel vinden wij daarop de
heeren C. Keijser Sz. te Harkenbuurt
en C. Kejjser Hz. te Molenbuurt; de
eerste voor rammen 3 maal en voor
ooien driemaal, de tweede voor rammen.
De premie bedraagt voor eiken ge-
primeerden ram vijftien gulden, voor elke
geprimeerde ooi tien gulden.
Geen valsche munt.
Voor eenigen tijd geleden heeft in de
bladen de rondte gedaan het bericht dat
valsche guldens in omloop zouden wezen,
waaraan onder de munt ontbreekt de aan
duiding 100 C.
Van bevoegde zijde wordt ons thans
medegedeeld, „dat,ingevolgehet bepaalde
bij de wet van 28 Mei 1901, Staatsblad
No. 132, op de guldens, geslagen na
1901, de aanduiding „100 C" is weg
gelaten.
Zulke guldens zijn alzoo geen valsche
munt.
Waal, 14 Oct.
Zaterdagmiddag had hier een ongeluk
plaats, dat nogal wel afliep.
Twee paarden van den heer E. te
Koog sloegen op hol en de voerman
C. B. kreeg den wagen over zich heen.
Een bovenarm was gebroken en, nadat
Dr. W. W. van der Vegt een verband
had gelegd, kon B. naar huis worden
vervoerd.
't Had erger kunnen ziju.
O osterend, 14 October.
De oestervisschers klagen zeer over
kleine vangsten. Wel meent men, dat
't nog wat beter zal worden, doch goede
zaken zullen er zeker met deze vis-
scherij niet gemaakt worden.
Wulken zijn er nogal te vangen, en
die brachten tot heden goede prijzen op.
Op zich zelve is deze visscherij evenwel
ook al weer te weinig loonend.
Op de weiden in het Zuidveld en
in de polders, alsmede op de buiten
gronden houden zich weder groote
troepen grauwe ganzen op.
Wel beproeft men, ze onder schot te
krijgen, doch ze zijn zoo schuw, dat er
slechts zelden een exemplaar van go-
schoten wordt.
Op de groengronden en in het bouw
land kunnen deze vogels heel wat schade
aanbrengen.
TEXELSCHE COURANT.
—o—o—o—