N°. 2624. Tweede Blad. ÊonAag 24 November 1912.
26s10 Jaargang.
Nieuws- en
Advertentieblad.
Gemengd Nieuws.
Van week tot week.
FEUILLETON,
DOODGEZWEGEN.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Buks 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
1 .nden met verhooging der porto's.
Advertentiën vóór 9 uur op den dag der uitgave
Prijs der Advertentiën.
Yan 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 5 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de üitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Burg op Texkl.
ZEEVAARTSCHOOL.
Burgemeester en Wethouders der
gemeente Texel brengen ter kennis van
belanghebbenden, dat de in deze gemeente
op te richten ZEEVAARTSCHOOL
begin Januari 1913 geopend zal worden.
Voorloopig wordt het onderwijs gege-
vep in een der lokalen van de o.l.
school m.ul. te den Burg.
De school zal bestaan uit
a. eene voorbereidende klasseen
b. een stuurlieden-afdeeling.
Om tot de voorbereidende klasse te
worden toegelaten moeten de leerlingen
behoudens goedkeuring van den Raad
- den leeftijd van 14 jaar hebben
bereikt.
Zij, die het onderwijs aan de school
wenschen te volgen, worden uitgenoodigd
zich vóór 15 December e.k. aan te melden
of te doen aanmelden ter gemeente
secretarie, alwaar alsdan mededeeling
zal worden gedaan van de stukken, welke
behooren te worden overgelegd.
Tevens zijn ter gemeente-secretarie
inlichtingen te bekomen omtrent het
schoolgeld en de aanschaffing van leer
middelen, alsmede in welke gevallen een
verminderd of geen schoolgeld verschul
digd is en van gemeentewege de benoo
digde leermiddelen kosteloos kunnen
worden verstrekt.
Texel, den 19 November 1912.
Burgemeester en Wethouders vnd.
GAARLANDT.
De Secretaris JONKER.
De Belgische Kamer heeft den arbeid
hervat. Voor het eerst na de verkiezingen
in Juni, die zooals men weet de clericale
meerderheid van 6 tot 18 deden stijgen,
voltallig. Dinsdag werd de Kamer geopend
door L. HAIDHEIM.
28.)
Maar die twee troostelooze vrouwen aan
ziende stelde hij alle bedenkingen terzijde,
en liep zoo haastig mogelijk naar den
hooggeschatten jurist.
Nog nooit was zijn hart zoo vol geweest
als heden, en nooit een man van zaken
zoo meevoelend als de oude] rechtsgeleerde,
die hem vol verbazing en belangstelling
aanhoorde.
„Maar daar hob ik geen woord, van ge
hoord," bromde hij steeds vol verbazing,
daar er in de stad weinig omging, wat
hem onbekend bleef.
Ludwig moest dadelijk naast hem plaats
Deinen, en hij was niet meer do advooaat
die zijn cliënt aanhoort, hij was plotseling
de edele rechtvaardige man,'die zich tegen
over een schelmenstreek geplaatst zag.
En dat had men hom verzwegen, in
plaats van dadelijk naar hem toe te komen,
toon 't spoor nog versch was.
Nadenkend keek hij voor zich uit, toen
Ludwig Ruscow's naam noemde die
naam herhalend stond hij op, zocht een
tijdschrift op, bladerde er langen tijd in,
eindelijk vindend wat hij zocht.
„Ruscow 1 graaf Ruscow Wegens af-
porsing in gemeenschap mot zijn vriend
Epern. .Eporns vader dreigbrieven ge
met een rede van den minister-president,
waaiin de plannen van de regeering aan
gekondigd werden. Het belangrijkste
daarvan was wel de aankondiging van de
militaire wetsvoorstellen. We hebben reeds
onlangs gemeld, dat het Kabinet zich bezig
hield met het defensievraagstnk. In Belgie
is men vooral beducht, dat bij een even-
tueelen oorlog tusschen Duitschland en
Frankrijk, getracht zal worden over Belgisch
grondgebied te marcheeren en mogelijk
wel daar den strijd aan te binden. En
zooals de zaken nu staan, meent de
regeering, dat België niet militair krachtig
genoeg zal zijn in dergelijke moeielijke
tijden de vechtende mogendheden buiten
zijn gebied te houden. Het kabinet heeft
daarom voorstellen gereedgemaakt tot
legeruitbreiding en deze werden Dinsdag
nader aangekondigd. Minister-president
Brocqueville wees er daarbij op, dat de
regeeiiDg doordrongen is van hare verant
woordelijkheid en vol vertrouwen in de
mogendheden, die beloofd hebben de neutra
liteit van België te zullen handhaven,
maar toch mag ze niet voorbijzien, dat de
groepeering der mogendheden militaire
allianties en ententes schiep, welke in geval
van Europeeschen oorlog aan den waarborg
van neutraliteit zijn waarde kunnen ont
nemen. Daarom meende de regeering dat het
Belgische leger op alle mogelijkheden
voorbereid dient te wezen en de belangrijke
strategische punten door een voldoend
aantal nationale strijdkrachten moeten
kunnen worden bezet.
Intusschsn heeft de kwestie al een
slachtoffer gemaakt. Niemand minder dan
de minister van oorlog heeft zich, door het
indienen der legerwetten, genoodzaakt
gezien af te treden. Daags voor de opening
der Kamer waariD de legerhervorming zou
aangekondigd worden is generaal Michel
als minister van oorlog afgetreden. Naar
luid der berichten waren voor de hervorming
van het leger twee voorstellen door de
regeering overwogen, n.l. een van den
minister en een van den generalen staf.
De koning en de meerderheid van het
kabinet gaven de voorkeur aan het laatste,
waarop de minister Michel zich gekrenkt
gevoelde en ontslag nam.
Het moet hef voornemen der regeering
zijn den persoonlijken dienstplicht in te
voeren. Daardoor zouden jaarlijks 30,000
man kunnen worden ingelijfd. Het veldleger
schreven ter vereffening eener delicate
zaak las hij, 't zich levendig herinne
rend. „Juist dat was 't. Die deugniet
heeft dien ouden man op de smadelijkste
wijze bevreesd gemaakt, hem oDder een
valschen naam geld afgeperst. Door den
ouden heer werd die zaak toen bijgelegd
terwille van zijn eigen smerigen neef. En
toen heolt deze graaf Ruscow zich uit
gegeven voor den zoon van den goed be
kenden vertrouweling van den Keizer.
Over het geheel genomen eón volkomen
onvertrouwbaar mensch zonder eenig eer
gevoel. Toevallig had ik toon een
andere zaak voor hem op mij genomen,
voor' ik wist welke rol hij tegen den ouden
baron Epern had gespeeld. Die geschie
denis hem zoo te zeggeD voor de voeten
werpend, hoorde ik later tot mijn groote
verbazing dat hij in hoog aristocratische
kringen zeer gezien was. [Enfin, men heeft
hem zeker niet gekend."
Beide mannen overlegden langen tijd,
hoe op do besto en zekerste wijze alle op
zien en iedere herinnering te vermijden.
„En waar is uw broeder nu waar leeft
de ongelukkige
„Dat weten we niet. Sedert vier jaar
ontvingen we zelden bericht van hem, en
hij sohijnt ons van elk spoor te willen
afhouden want onze antwoorden laat hij
in versohillende landen en oorden aan de
een of andere Bank adresseeron. Wij weten
dat hij niet gezocht en nog minder ge-
vondon wil worden,"
„Dan kan men hom als vermoedelijk
zou dan een vredessterkte van 60,000 man
en een oorlogssterkte van 300,000 man
krijgen. Daarnaast zal dan nog een
territoriaal leger van 200.000 man gevormd
worden. Wat saamgenomen een belangrijke
versterking van het leger beteekent.
—o—o—o—
De Engelsche regeeringsmeerderheid
heeft in de afgeloopen -week een gevoelig
lesje gehad met zeer onaangename gevolgen
voor de regeering. Een lesje om in 't vervolg
niet al te veel op haar numerieke kracht
te vertrouwen en om waakzaam te zijn.
't Gaat in het Engelsche parlement al
evenals bij ons en elders. Er blijven van
de vertegenwoordigers des volks soms
maar heele ritsjes weg, vooral op zoo'n
eerste zitting van de week. In het Engelsche
Lagerhuis heeft de oppositie daarvan eens
partij getrokken, om de regeering bij ver
rassing een hoogst onaangename nederlaag
toe te brengen bij de behandeling van het
Home-Rule-ontwerp. Bij de behandeling
van de finaneieele voorstellen die verband
houden met Home Rule stelde de oppositie 'n
amendement voor, bepalende, dat de som
door den Engelschen schatkistbewaarder
onder de bepalingen van de Home Rule
wet uit te keeren, de 2l/2 miljoen pond
sterling per jaar niet te boven zou gaan.
Er waren tal van leden der regeerings-
partijen afwezig. Ze konden niet vermoeden
welk spelletje de oppositie in den zin had.
Deze was geheel present de leden waren
stellig vooraf ingelicht worden.
Het resultaat der stemming was dat het
amendement met 228 tegen 206 stemmen
aangenomen werd, onder luid gejuich der
oppositie. De regeering stond voor een
zeer onaangenaam geval en minister
Asquith verscheen dan ook onmiddellijk in
het Huis toen hij gewaarschuwd was. De
oppositie verwelkomde hem met een waar
gebrul en het werd nog niet beter toen hij
verzocht de verdere behandeling van het
wetsontwerp te schorsen. Blijkbaar meenden
de unionisten, dat ze de regeering zoo'n
groote nederlaag had bezorgd, dat deze
overwoog om heen te gaan. Toen Asquith
dan ook het Lagerhuis verliet werd hem
nageroepen „Vaarwel 1 Het land wacht op
U! U komt nooit terug!
Als de oppositie dat gemeend heeft, dan
heeft zij zich toch vergist. De regeering
zal zich over het onaangename geval heen-
zetten en niet aftreden, 's Avonds werd
overleden aangeven, dat wil zeggen," ging
de oude heer voort, geruststellend de hand
op Ludwigs arm leggend: „Wij laten een
oproeping doen, een eenvoudige persoon
lijke dagvaarding, stellen den termijn zoo
lang mogelijk, en vernieuwen hem voor
loopig dat is de eenige manier, waarop
het u mogelijk gemaakt wordt uw broeder
wiens krankzinnigheid wij niet kunnen
bewijzen, ook met den smet op zijn naam
het majoraat te doen aanvaarden."
„En daD zullen we zien, of't niet moge
lijk is in deze geheimzinnige vernietiging
van een man van eer door te dringen."
„Mijn God, mijnheer! mijn gansche ver
mogen offer ik voor die mogelijkheid op,
maar bedenk dat eene, aldebijeen-
zijnde heereD, uitgezonderd majoor Fee-
dem, gaven hun eorewoord om die zaak
dood te zwijgen."
„Ja, daarmee hebben ze wat moois uit
gehaald, de schande vrije loop gelaten.
Maar waar is die mijnheer majoor kunt
u hem niet eens bij mij brengen?"
„Dat kan ik. Hij woont nu hier.
Zijn grondbezit heeft hq Terpacht, omdat
zijn zoon den juridischen loopbaan
„Toch niet assessor Feedern
„Juist dezelfde."
„Dien keu ik, hij is dikwijls mijn gast,
een degelijk man."
Na nog eenige besprekingen drukten
beiden elkaar de hand, maar hoe groot
ook 't vortrouwen was in den bekwamen
raadsman, tooh zuchtte Ludwig bij het
heengaan over de hersenschimmige hoop,
een officieele regeeringsverklaring gepubli
ceerd, waarin de regeering mededeelde, dat
zij het gevallen votum niet van zoodanigen
aard beschouwde, dat zij daardoor haar
programma moest wijzigen, temeer omdat
dit votum in tegenspraak was met de motie
onlangs aangenomen met een meerderheid
van 121 stemmen. De regeering zal het
Huis gelegenheid geven zijn werkelijke
opinie uit te spreken.
o o—o
Ontleend aan de Haarl. Cour.
De Ambulantie naar Turkije.
Bij het hoofdcomité van het Neder-
landsche Roode Kruis zijn naar aanleiding
van schriftelijke en telegrafische gedach-
tenwisseling met Harer Majesteits gezant
te Constantinopel ernstige bezwaren gere
zen tegen 't vertrek der heele ambulance,
dat op aanstaanden Dinsdag was vast
gesteld. Het laatste telegram van Hr. Ms.
gezant heeft het Dagelijksch Bestuur
uit het hoofdcomité voornoemd doen
besluiten voorloopig slechts een kleine
ambulance uit te zenden, bestaande uit
de doctoren Lingbeek en Van den Steen
van Ommeren, mevrouw Lingbeek en
mejuffrouw Kuyper en voorzien van al
de bijeengebrachte hulpmiddelen om uit
te maken hoe de geschonken gelden en
bijeengebrachte goederen het best kunnen
worden aangewend, welke deputatie ook
ter plaatse zal hebben te beoordeelen in
hoeverre nazending van het overige
personeel (dat zich bijna unaniem beschik
baar stelde, ook voor de choleraverpleging)
g9wenscht is. De behoefte aan chirur
gische hulp blijft groot.
Voorteeketien van Oorlog
Naar wij vernemen hebben Duitsche
dienstplichtigen, die hier wonen, aan
schrijving ontvangen zich voor oproep
onder de wapenen gereed te houden.
Haarl. Cour.
nu nog na zooveel jaren in de zaak zijns
broeders licht te brengen.
Den volgenden dag, toen de stiftsdame
in de huiskamer van haar gastvrouw aan
de schrijftafel zat, kwam 't haar in de ge
dachte, dat zij 't geleende geleende geld
nog aan Ruscow moest terugzonden. Nu
zou zij 't toch eindelijk met de eerstvol
gende post verzenden.
„Willa! lieveling! bel Johau even,"
vroeg zij en zich naar haar toekeerende
Willa, hoe denk jij er over Ruscow
smeekte mij om mijn portemonnaie, die
door jon gewerkt was en gaf me de zijne
in de plaats. Kijk eens 't is een heel oud
versleten ding."
Zij reikte hem Willa toe, die hem lang
zaam even bekijkend waarschijnlijk ook
niet veel waard vond.
„Oorspronkelijk is hij wel mooi geweest
juchtleer en kijk eens, zijn wapen
erop."
„Hij was er waarschijnlijk uit gewoonte
aan gehecht, dat hij er geen betere voor
in de plaats kocht."
„Ja, ja, dat zal .wel zoo wezenmaar
ik durf hem bijna niet terug te sturen,
dat begrijp je toch wel."
„Behoud u 'm dan als aandenken aan
een gelielde hand, tante Hettaschertste
Willa.
„Loop heen. Was die haDd jou maar lief."
„Volstrekt niet tante 1 niet in het
minst 1"
(Wordt vervolgd.)
TEXELSCHE COURANT.