M. WIERINGA,
ALDERS
Scheurkalenders.
Scheurkalenders.
DE PEINS
een flinke Dienstbode.
Naar Neerlands onafhankelijkheid
Men abonneertzicii in Boekh. Parkstr.
MOTORDIEN ST
Texel, Amsterdam via
de Zaanstreek.
6. WORTMAN, Tailleur.
Het WINKELPUI,
Bonden- en Zilveren verken.
HORLOGES,
Regulateurs, Wekkers, staande
Klokjes, Barometers.
CURSUS IN MAATKNIPPEN
Het Argentijnsch Yleesch Import
Voor 1913
Verkrijgbaar in den ROEKUANDEL PARKSTRAAT.
Bijverdienste.
De hertogin van Malakoff.
RUITENBOER
METSELWERKEN.
FEUILLETON.
DOODGEZWEGEN.
HEBBEN ZE T LIEFST.
GEVJESTIGD
te den Burg in de Molenstraat
in goud, zilver en nikkel.
Ie qualiteit werken. 2 jaren garantie.
Aangemoedigd door het SUCCES in het vorig jaar, bij het geven
mijner Cursuslessen ondervonden, bestaat er bij ondergeteekende vanaf
1 FEBRUARI a. s. gelegenheid tot het volgen eener cursus,
leertijd ongeveer 3 maanden. Dames die zich gehéél willen bekwamen,
kunnen de lessen vervolgen ter bekoming eener Diploma.
Aanbevelend Mej. M. GRAAF,
Versch. .Argentijnsch Bundvleesch,
Voor- of dVchtervoeten,
Versch of gezouten Borsten, flanken,
Prima Bunder ZSTiervet.
Correspondentie verzocht.
Zorg voor de uwen in het kille jaargetijde.
Geef hun DAGELIJKS, voor ze uitgaan
EEN KOP CACAO;
Ijverige agenten gevraagd
voor een soliede Spaarkas.
De mooiste Illustratie in Nederland.
De ondergeteekende beveelt zich beleeid
aaa tot het maken van alle voorkomende
H. KOOItiX Dz., metselaar
Parkstraat, Burg, Texel.
Gevraagd om met 20 Maart in dienst
to treden
Jb. van Heerwaarden nabij Cocksdorp.
Vertrekt van Texel Zaterdagmorgen
0 uur en Dinsdagmiddag 2 uur van Am
sterdam.
Beleefd aanbevelend,
Jn. ZIJIDEWIN».
Volkomen op de hoogte met de Engel-
sche Coupe en nienwste Kosliaarbewer-
king.
Beleefd aanbevelend.
TE KOOP:
staande Zuidstraat 12,
hooff met kroonlijst 3,60 M.
breed buiten pilasters 4,93 M.
Te bevragen bij G. SCHELLINGEN,
Jan in 't Veltstraat 83, Helder.
Horlogemaker. Goudsmid.
Inkoop en ruiling van Goud- en Zilver
Onder minzame aanbeveling.
door L. HAIDHEIH.
41.)
In Hesperia was 't leven eigenlijk alleen
zooals 't bij 't Olympische leven behoort.
In het wolkenlooze hemelblauw in dat
tooverachtig licht, zooals alleen deze streek
te zien geeft, heerschte een heerlijke, nooit
te warme temperatuur. Behalve de menigte
rotsen en klippen was er overvloed van
bloeiende vruchtboomeo. Men wandelde
daar onder de palmen, granaten en olean
ders, rozen, jasmijnen, oranjeappelen, en
violen bloeiden in nooit geziene pracht
door elkander. Tegen alle huizen bloeide
een wijnrank, kamperfoelie en rozen
overal en altijd rozen.
Willa en mevrouw Klaren berg genoten
dan ook volop van deze verrukkelijke na
tuur. Willa bekende zelfs dat zij zich
lichter en vrijer begon te voelen, ,,'t Is me,
als waoht ons een groot geluk, moedertje,
en wat kan het anders zijn, dan dat waar
naar w|j uitzien," vervolgde zijzij meende
daarover nadenkend, dat Ludwigs zeld
zame ongerustheid daarmee in verband
kon staan.
Een volgenden keer zei ze 's avonds op
gewekt
„Toen Ruprecht stierf, ik herinner het
me nog zoo goed, dien stormachtigen nacht,
was het mij steeds of er iets aankwam,
als hoorde ik ver weg, zekere langzame
schreden nader komennu luister ik
evenzoo buitengewoon gespannen en on
rustig, of er iets nadert moedertje
Maar hoewel Willa waakte tot diep in
deu nacht, zich opwond dat er geen tele
grafische verbinding met het eiland be
stond, er kwam niets.
Den volgenden morgen reeds vroeg voor
het venster zittend, zag zij een man in het
witte kleed der Karthauser monniken dooi
een schare nieuwsgierigen gevolgd en door
een troep kinderen die zich op een be-
Gediplomeerd Leerares in Damescoupe.
Syndikaat, Prinsengracht 1109, Amsterdam, Telefoon 5666,
levert uitsluitend in de beste kwaliteit
BLOOKER
- S' ïjiiw
hoorlijken afstand hielden, tussehen de
tuinen en lanen verdwijnen, waar zij zich
aan de villa aansloten, en ten deele eerst
door den bezitter waren aangelegd. Zij
nam er niet veel notitie van, dacht er
nauwelijksmeer over na, dat die troep
kinderen die zij zooeven gezien bad, hoe
Oostersch hun kleeding, gelaatskleur en
dialect ook was, toch tot de Christelijken
behoorden.
Tussehen de lanen en olijfboomen zag
zij nog telkens het witte ordekleed ver
schijnen tot eindelijk allen verdwenen
waren, op eenige waterdragende vrouwen
na, in hun bonte kleederdracht met gele
of roode doeken om het hoofd.
Ook die keken den monnik na.
Aan dit kleine feit dacht zij niet meer,
totdat zij aan de middagtafel een der hee-
ren tegen de anderen hoorde zeggen
„Fra Angelicus heeft weer een pakje
naar den postmeester gebracht. Ik zou
wel eens willen weten wat zoo'n kluize
naar, die natuurlijk van de wereld of het
hedendaagsche leven niets kent, schrijft."
„Ilf denk dat hij schilder is", merkte
een ander op.
„Dat kan ook, de arme kerel schijnt een
mislukt genie."
„Zooals hij een mislukte monnik kan zijn."
„Als hij tenminste niet voor straf naar
een verbanningsoord is gezonden."
Dat is ook mogelijk, zelfs waarschijnlijk,
sedert men de oproerigen niet meer
levend inmetseld. Een oud geestelijke
heeft hem eens aangesproken, maar er was
niets uit hem te krijgen, alleen merkte hij
op, dat hij een vreemde tongval had.
Overigens scheen hij een verharde gods
loochenaar, zooals de oude zich uitdrukte,
wat hij uit de ruwe antwoorden van den
monnik opmaakte. Verschrikt en een kruis
slaande is de kleine brave pastoor terug
getreden.
Dat Fra Angelicus schilderde wist men
van den visscher, die als hij niet zelf mat
zijn boot uitvoer, bem van visch voorzag.
Ecu paar schilders die op het eiiaud
vertoefden, hadden den visscher verzocht
hen eens bij hem te brengen, maar zijn
woning, een ond Turksch gebouw was
gesloten. Niemand verscheen op hun
roepen en kloppen en tweemaal maakte
niemand die verschrikkelijke tocht naar dat
woeste oord.
Sedert langen tijd spraken zij, die met
Fra Angelicus in aanraking kwamen niet
meer over hem. Integendeel dienden ze
hem als lieden op wien hij volkomen ver
trouwen kon. Zelfs hun vrouwen en kin
deren zwegen en waren niet te bewegen
iets van den monnik te vertellen.
Natuurlijk, hij koopt hun zwijgen met
goud en daarbij hebben zij een ongeloofe-
lijke vrees voor hem, zoo heette het.
De mannen vergezelden hem ook op zijn
gevaarlijke tochten over zee en door de
eenzame bosschen en grotten.
N"og lang bleet de monnik het onderwerp
van het gesprek zooals dat gaat in een
kring waar gebrek is aan ander discours.
Zelden zag men hem in de nabijheid en
ook heden had hij zooals gewoonlijk van
het vroege morgenuur gebruik gemaakt.
De postdirecteur schilderde hem als een
zwijgzamo sombere man, aan wien soms
allerlei groote en kleine pakjes werden
toegezonden, ook een klein nieuwsblaadje
alleen geschikt voor vischers en mijnbou
wers, alles steeds onder een bepaald adres.
Algemeen was men het echter eens, dat
hij een uit het klooster gevluchte of een
naar deze plek gebannene was. Men had
ook bij den directeur-geneesheer die zonder
twijfel het meest van allen op de hoogte
was, naar hem geinformeerd, maar ook wist
hij niets anders dan dat de monnik het
oude kasteel gekocht had, nadat hij er door
niemand gekend een korten tijd gewoond
had.
De tijd van don arts werd zoozeer in
beslag genomen, dat hij zich om den here
miet niet kon bekommeren, maar anderen
spraken zooveel te mier over hem, schil
derden zijn woning af als een onmogelijk
verblijf, tussehen rotson en klippen, een
woeste streek met de kust verbonden.
Daar men zijn nieuwsgierigheid wilde
Vereenigiogen waar alles door spareD op
verkregen kan worden, voor ijverige
agenten ;cen mooi vooruitzicht.
Brieven franco aan de N. Y. Spaarkas
de „MUNT", HeefenveeD.
Vanaf 1 Januari teekent men in op de
12e Jaargang van
Behalve een groot aantal zeer fraaie platen
en portretten, die de voornaamste gebeurtenis
sen in Nederland en in het Buitenland inbeeld
brengen, tal van belangrijke geïllustreerde
artikelen op elk gebied en boeiende novellen
van bekende Auteursbegint vanaf heden
in dit weekblad een nieuwe serie Romans:
Een zeer boeiende oorspronkelijke roman
van din bekenden schrijver Joh. M'tfROE
DE LET, fraai geïllustreerd
Verder in de Biblioteek van „de Prins" de
boeiende roman van .EENRIETTE VON
MEERHEIM
Daarna de nieuwe roman van E. II. DELL
schrijfster van „Als een Adelaar"*
Deze roman maakt in Engeland enormen
opgangals zelden in de laatste jaren een
boek te beurt viel.
Alle abonné's zijn verzekerd.
Men abonneert zich door het geheele land
bij eiken soliden Boekhandelaar of bij de
Agententegen f 3,per jaar voor de gewone
en tegen f 5,— per jaar voor de luxe-editie
Abonnementen kunnen met elk nummer aan
vangen, doch zijn steeds verbindend tot No. 52.
Op plaatsen waar geen Boekhandelaar ge
vestigd is, kan men zich direct per post abon-
neeren tegen toezending van postw. van f3,75
voor de gewone en f 5,75 voor de luxe-editie,
aan den Uitgever N. J. BOON, Amsteldijk 13
AMSTERDAM Men ontvangt daarvoor
een prachtige illustratie van 20 groote blad
zij den op mooi papier met 40 aio platen per
week.
bevredigen, sprak men onder elkaar ai
den volgenden dag een uitstapje te maken
naar die woestenij. De echtgenoote van
een der heeren en nog een paar andere
dames zouden er zich bij aansluiten.
Na tafel Willa wilde zich een poosje
met mevrouw Klarenberg terugtrekken
zag zij den zooeven aangekomen prins
van Schönburg die met haar de eenige
Duitschers op het eiland waren, en blijk
baar als landgenoote belang in haar stelde,
den arts terzijde nemen en hem blijkbaar
naar haar naam vragen. Zjj zag daarbij
dat hij plotseling schrikte. Was het
misschien medelijden? 't Viel haar als een
ijzeren vuist op het hart.
Hij kent de geschiedenis, hij weet er
van, bliksemde het in haar op. Maar dan
weet hij toch ook, dat Uirich valsch be
schuldigd is, en voor zich te bedenken was
zfj in haar verwarring de zaal uitgeloopen.
Zwijgend, bevreesd en ontsteld van ver
bittering, zat zij op haar kamer en be
greep dat hij het waarschijnlijk niet wist.
Mevrouw Klarenberg had van dat alles
niets bemerkt en Willa wachtte er zich
voor om haar te verontrusten, maar dit
op zichzelf onbeduidend voorval maakte
haar dien nacht slapeloos.
Zjj vroeg zich af, of er geen mogelijkheid
bestond cm den prins te spreken. Zyn
blik kon zij niet vergeten, en het scheen
haar een heiligen plicht voor Uirich te
sprekenmaar hoe zou haar dit mogelijk
zijn
Den volgenden morgen wilde mevrouw
Klarenberg nog een poosje te bed blijven.
Willa was het heden morgen een pijniging
en toen zij zeer vroeg op het balcon kwam
om te ontbijten, waren er reeds verschei
dene heeren en dames die zich gereed
maakten, de woestenij te gaan zien. De
uitnoodiging hen te vergezellen nam zij
gretig aan, daar zij hoorde dat de prins en
de hertog met zijn gevolg er reeds heen
waren, maar den langeren weg naar het
kasteel waren ingeslagen.
(Wordt vervolgd.)