N° 2040. Donderdag 23 Januari 1913. 268te Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Binnenland. Van week tof week Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Advertentiën vóór 0 unr op den dag 'der uitgave TEXEL, 22 Januari 1913. Vereen. „Vooruitgang is ons Doel," Maandagavond vergaderde de boven genoemde vereeniging in hotel „Texel". Door den Voorzden heer A. Lmge- veld Pz. wordt deze vergadering, die volgens de presentielijst door 46 per sonen is bezocht, om kwart over 8 ge opend. De Secretaris, de heer P. Lieu wen leest hierna de notulen der laatste ver gadering, welke onveranderd blijven, Uit het jaarverslag daarna door den TEXELSCHE COURANT. Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor den Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere 1 .nden met verhooging der porto's. Prijs der Adver-tentièn. Van 1 tot 5 rogels 30 Cts. Iedere regel meor 8 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN wórden aangenomen bij de Uitg. Firma LANGEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Borg op Tax bl. Kohier van den Hoofdelijken Omslag. Burgemeester en Wethouders der ge meente Texel maken bekend, dat een f chrift van het 2e aanvullingskohier van den Hoofdelijken Omslag voor het dienstjaar 192, gedurende vijf maanden, van den 20 Januari 1913 tot en met den 19 Juni 1913, ter Gemeentesecre tarie voor een ieder ter lezing ligt. Texel, den 18 Januari 1913. Burgem. en Weth. voornoemd, De Burgemeester, GAARLANDT. De Secretaris, JONKER. 11—18 Jan. De snelle komst en de spoedige aftocht van den winter men zou het al de belangrijkste gebeurtenis kunnen noemen van de afgeloopen week. Althans wat ons land betreft, omdat er in de laatste dagen al weinig anders voorviel, dat de belang stelling gaande kon maken. Noch op politiek en parlementair, noch op ander gebied. De Tweede Kamer zette de behandeling der begrootingen voort. Die van „Oorlog" kwam in de afgeloopen week klaar en die van „binnenlandsche zaken" is thans in behandeling. Minister Colijn had geen bijzonder moeielijke taak en met een flinke nn—rrterheid werd zijn begrooting aange- li. De rechterzijde en de vrij-liberalen oden den minister, terwijl de andere leuen tegen stemden. De behandeling der Oorlogshegrooiing kenmerkte zich nogal door kalmte en span nende momenten gaf ze geen oogenblik. Het nieuwe stelsel van minister Colijn ontmoette wel bezwaren bij de voorstanders van een ontwikkeling vau ons leger in de richting van een volksleger, doch de minister wist te goed dat hij de meerderheid achter zich had Ook laat het zich aanzien, dat de begrootingen van binnenlandsche zaken, marine en koloniën wel geen gevaar zullen loopen. De kamer zal ze wel in alle kalmte behandelen en daarna met voldoende meerderheid aannemen. Daarna zal echter het zware werk komen. De debatten over de verzekeringswetten van minister Talrna zullen hervat worden. 01'er vooraf nog een kleine vacantie voor de Kamer afkan, zal waarschijnlijk wel overwogen worden, doch gezien den wensch der rechterzijde om de verzekeringswetten af te doen althans de thans in behandeling zijnde alsmede om zoo mogelijk nog aan het Tariefontwerp van minister Kolkman te beginnen, zal er wel niet al te vast op gerekend mogen worden. De kiezers beginnen zich intusschen ai drukker bezig te houden met d6 voorbe reidingen der a.s. verkiezingen. De actie begint overal en tot nog toe kan gezegd worden, dat door de vrijzinnigen getrouw rekening wordt gehouden met de overeen komst door de drie vrijzinnige partijen gesloten. o—o o Van het buitenland was het wel inzon derheid Frankrijk dat in de laatste dagen de aandacht vroeg. De Fransche republiek heeft een belang rijke week achter den rug. Het was toch •le week van de presidentsverkiezing. Vrijdagkwamen te Versailles de afgevaardig den van het FraDSche volk, de Senatoren en de Kamerleden bijeen om een opvolger te kiezen voor Fallieres, die den 27 Febr. a.s. het Elysee zal hebben te ontruimen. 't Is een harde strijd geweest, de strijd om den presidentsz.etel. Een strijd in het republiekeinsche kamp van niet geringe beteekenis. Twee dagen voor de nationale vergadering te Versailles bijeen kwam hiel den de republiekeinen een bijeenkomst om den candidaat hunner keuze aan te wijzen. Dat was echtergauwer gezegd, dan gedaan, want er waren nogal eenige liefhebbers voor het begeerlijke ambt. En bovendien heerschte er nogal meeningverschi). Een verschil, dat nogal scherp naar voren trad toen er na een drietal stemmingen alleen als candidaten overbleven Poincaré, de miDister-presideut en minister Pams. Die beiden verpeisoonlijkten de twee groote groepen in de partij der republikeinen, de radicale, die Pams wenschte en de meer gematigde, die in Poincaro zijn candidaat had. B;j de derde stemming kreeg Pams 323 stemmen en Poincar6 309, terwy 1 14 stemmen waren uitgebracht op een drietal andere candidaten. De linkervleugel, die het er vooral om te doen was om den minister-president to weren trachte Poin caré over te halen ten behoeve van Pams afstand te doen van zijn eandidatuur, doch Poincare had daar geen ooren naar. En evenmin wilde hij voldoen aan het voorstel om voor de eandidatuur te bedanken als Pams dat ook deed. Poincarre liet zich door niets van zijn stuk brengen. Slechts op een voorwaarde wilde hij afstand doen van zijn eandidatuur n.l. als Bourgois bereid was een eandidatuur der republikeinsohe partij te aanvaarden. Doch deze bleef bij zijn reeds vroeger gegeven weigering. Bourgois wil geen zevenjarige dwangarbeid, waarmee hij het presidentschap eens vergeleken moet hebben. De kwestie verwekte in het republikeinsohe kamp niet weinig ontroering en in een Donderdagavond gehouden vergadering, die door deu oud-minister Clemenceau geleid werd kwam 't tot heftige tooneelen, waarbij de aanhangers der beide candidaten elkander allerlei liefelijkheden naar het hoofd sliDgerden. Met zeer verklaarbare spanning werd de groote dag der verkiezing afge wacht. En allerlei berekeningen werden gemaakt. Wie zou de gelukkige worden Poincarre of Pams? Aan eerstgenoemde werd de meeste kans voorspeld. Niet alleen omdat er nog een lUO-tal republikeinsche afgevaardigden weggebleven waren van de voorloopige candidaatstelÜDg, waaronder een groot aantal aanhangers van den minister-president, doch tevens omdat verwacht werd dat de rechterzijde bij de beslissende stemming op Poincarre zou overgaan. Zoo brak de gewichtige dag dan aan, de dag van spanning en emoties. Zooals te begrijpen is ontbrak het niet aan drukte in Versailles. Behalve de meer dan 800 ver tegenwoordigers van het Fransche volk, die tot de presidentskeuze geroepen waren, ontbrak het ook niet aan belangstellenden. De presidentsverkiezing zelf had een normaal verloop. Er vielen geen incidenten bij voor. Wel gingen er echter eenige vooraf. Reeds vroeg in den morgen moest de politie die bijzondere maatregelen tot handbaviDg der orde bad getroffen, een opgewonden man in arrest nemen, die uit een revolver schoten loste op het kasteel, alwaar de verkiezing zou plaats hebben. Het bleek een kraukzinnige te zijn. Voorts kregen een tweetal afgevaardigden, Boncourt en de Monsie, zoo'n hoogloopende twist dat ze elkander bun getuigen zonden. En zelfs werd nauwelijks een uitdaging tusscben Poincare en Clemenceau voorkomen. De tegencandidaat van minister-president, minister Pams, diende nog voor de ver kiezing zijn ontslagaanvrage in. Tijdens de stemming deden zich echter geen incidenten voor. Zooals bovengezegd, ging de strijd tusschen Poincare en Pams. Van de 868 stemmen kreeg Poincare er 429 en Pamps 327, terwijl de overige verdeeld waren over verschillende personen Had Poincare dus slechts 6 stemmen meer g«had dan was hij reeds dadelijk bij eerste stemming gekozennu was echter een herstemming tusschen Poincare en Pams noodig. Deze bracht de overwinning aan den minister-president, die met 483 stemmen gekozen werd. Op Pams waren 296 uit gebracht, terwijl Vaillant. de candidaat der socialisten 69 verkreeg. Zoo is dan na veel strijd en moeite Puincare president der Fransche republiek geworden. Of hij een even kleurloos bewind zal voeren als Fallieres moet afge wacht worden. —o—o—o— Frankrijk heeft behalve een nieuwen president in de afgeloopen week ook een nieuwen minister van oorlog gekregen. Minister Millerand had gezondigd althaus in de oogen der radicalen en heeft zjjn ontslag moeten aanbieden. De kwestie heeft heel wat beroering gewekt in de Fransche poiitieke kringen. Inzonderheid omdat'tin herinnering heeft gebracht de zoo onaan gename Dreyfus-afluire. De pers sprak dan ook van het staartje van de Dreyfus-zaak. De Fransche „Staatscourant" bracht dezer dagen, vrij onverwacht, het besluit waarbij de op non-activiteit gestelde oversto Du Paty de Clam weer iu werkcljjken dienst kwam. Wel niet bij het actieve leger, doch bij de spoorwegreserve. En dat besluit deed een heelen storm opgaan in het radicale kamp. Want overste Paly de Clam was de man, die in de Dreyfus-zaak een alles behalve mooie rol gespeeld had en die toen Dreyfus' onschuld aan hut licht gebracht was, uit het leger verwijderd werd, n.l. door hem op nou-activiteit te stellen. Du Paty verzette zich geweldig t6gen die.be straffing en toen ook zijn cassatieberoep verworpen was, dieude hjj zelfs een aan klacht iu tegen het ministerie van oorlog wegens „valschheid in geschrifte." En tevens stelde hij alles in het werk om weder in het leger geplaatst te worden. Dat was in 1912 en minister Messimy, die toen de portefeuille van oorlog had, en tengevolge het Agadir-incident een moeilijken tijd doormaakte beloofde den overste weer aan te nemen, als deze de acte van beschuldi ging introk. Deze voldeed daaraan doch de minister deed alsof hjj niets beloofd had. Toen de heer Millerand aan het bewind kwam vond hij de op deze zaak betrekking hebbende stukken in bet archief van het departement en hij achtte zich wellicht geroepen om de aan Du Party de Clam door zijn voorganger gegeven belofte in te lossen. Hij stelde den overste weder in dienst zjj het ook slechts bij de landweer en achtte bet niet noodig om deze zaak eerst in den ministerraad te brengen, wellicht omdat hij ze van te weinig belang achtte. Doch minister Millerand had buiten de radicalen gerekend de radicaleD, die het met het gematigde Kabinet van Poincaré niet al te best kunnen vindon en die, nu de minister-president ernstig in aanmerking kwam om den opvolger te worden van president Fallières, wel elke gelegenheid zouden willen aangrijpen, om het Kabinet en daardoor Poincaré, een kool te stoven. Ze zullen den heer Millerand dankbaar ge weest zijn, dat deze door de benoeming van overste Du Party daarvoor zoo'n schoone gelegenheid bood. De radicale pers deed vreeselijk verontwaardigd en noemde de weder indienststelling van Du Party een schande en een slag in bet aangezicht der radicalen. Men riep dat het Kabinet na zoo'n daad behoorde af te treden en er werden voor Kamer en Senaat interpellaties aan gekondigd. Toen de zaak die wendiog nam moest de ministerraad zich er wel mee bemoeien Bij de besprekingen van het Kabinet nam Millerand de verantwoorde lijkheid van het besluit geheel voor zijn rekening, te meer toen bleek dat enkele ambtgenooten de benoeming van overste Du Paty niet goed keurden. En om te voor komen dat vlak voor de pr'esidenskeuze het Kabinet om zoo'n onbeduidende zaak zou aftreden, bood bij zelf zijn ontslag aan. De radicalen hebben hun doel, de omver werping van het Kabinet, dus niet bereikt. Er is reeds een nieuwen oorlogsminister benoemd, n.l. de minister van koloniën Lebrun, wiens plaats door René Besnard, de staatssecretaris van financiën thans weder vervuld is. —o-o—o- Over de vredesonderhandelingen valt weinig nieuws te vermelden. Het dreigement der gedelegeerden dat ze hun koffers gepakt hadden en op het punt stonden Londen te verlaten is een beetje bangmakerij ofbluf- ferij gebleken. Al de gedelegeerden bevinden zich nog in de hoofdstad van Engeland en al zijn de onderhandelingen ook nog altijd geschorst, toch werd er achter de coulissen wel beraadslaagd, 't Wachten was op de mogendheden, die bezig waren een gemeen schappelijke nota op te stellen, om die aan de Porte te overhandigen. Het ging de mogendheden daarbij als steeds ze konden het zoo heel gauw over de tekst niet eens worden. En waren ze het voor een oogen blik al eens, dan ke6rdo doorgaans al spoedig een er van op baar schreden terug en waren nieuwe onderhandelingen noodig. Zoo werd tal van malen gemeld, dat het oogenblik der indiening aangebroken was, terwijl dat bericht dan telkens weer gevolgd werd door een ander, inhoudende, dat de overhandiging nog eerst weer uitgesteld moest worden. De Balkangedelegeerden hebben kalmpjes op het verschijnen van d6 nota der mogend heden gewacht. Vrjjdag is dozo dan ein delijk ook ingediend eu de Porte heeft vorklaard e6n oogenblik tjjd te moeten hebben om zich te beraden Hoe de inhoud der nota luidt is nog niet bekend, doch als men sommige berichtgevers gelooven mag dan is ze in zeer zachte bewoordingen ge steld. Op het laatste oogenblik zouden de schorpe kantjes er uit weggenomen zijn, vooral op aandrang vnn Engeland en Duitsch- land, nadat do pers dier landen zich ten gunste van Turkije had laten hooren. Eet zal wel spoedig blijken, in hoever dit juist is. Intusschen is du het wachton op het antwoord van de Porte en het is niet on mogelijk dat dit weigerend luidt, dat ook op den raad der mogendheden nog niet aan de gestelde eischen kan worden toegegeven, Zulten de onderhandelingen dan afgebro ken worden en zal het kanon dan verder beslissen Waarschijnlijk is dit nog niet. Naar luid der berichten toch zouden de Balkangedelegeerden besloten hebben als Turkije weigert minister Grey te verzoeken een nieuwe vredesconferentie bijeen le roopen. o o—o Ons overzicht was reeds geschreven toen ons de tijding bereikte van het overlijden van den minister van Justitie, Mr. E. R. H. Regout. Reëds geruimen tjjd was de minister lijdende geweest en tevergeefs had hij voor zijn geschokte gezondheid baat in het buitenland gezocht. Zijn heengaan is voor het Kabinet een ernstig verlies, want minister Regout was een man van zeer groote begaafdheid, een man van groote kennis inzonderheid op rechtskundig gebied. Bovendien een vlot en begaafd spreker van groote overtuiging en kracht. In de kracht van zjjn leven, na het land eenige jaron met groote toewijding gediend te hebben is de heer Regout aan het land ontvallen. Hij bereikte den 50 jarigen leeftijd, werd den 4 Juni 1863 te Maastricht geboren, promoveerde in 1886 tot doctor in de rechts wetenschap en werd in Juni 1888 benoemd tot ambtenaar van het O M. bij het Kanton gerecht te Roermond. In 1893 volgde zjjn benoeming tot substituut officier van justi tie bij de rechtbank te Amsterdam, welke betrekking hij vervulde tot Dec. 1903 toen zijn benoeming volgde tot officier van justitie te Roermond. In 1905 werd hy door Helmond afgevaardigd naar de Tweede Kamer. In 1910 na het overlijden van Mr. Nelissen werd Mr. Regout ifitgenoodigd zitting te nemen in het Kabinet. Het ministerie-Heemskerk, dat zich zoo ten tweeden malen zijn minister van justitie ziet ontvallen lijdt een ernstig verlies door het heengaan van Mr. Regout, temeer waar naar bekend is, de minister een aantal belangrijke justitieele onderwerpen in studie had genomen en als man van groote gaven een plaats van beteekenis in het Kabinet innam. Waarschijnlijk is hij gevallen als offer van hetgeen hij zich tot plicht rekende. Het vele werk dat hjj op zijn schouders had genomen heeft zijn gezondheid niet onaangetast gelaten.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1913 | | pagina 1