DE PRINS
Naar Neerlands onafhankelijkheid
RUITENBOER
Men abonneertzïch in Boekh. Parkstr.
FEUILLETON.
DE DOCHTER VAN DEN OVERSTE.
De hertogin van Halakoff.
Drooglegging der Zuiderzee
De schippersvereenigiDg „Schuttevaêr"
verklaarde zich in haar uezer dagen te
Zwolle gehouden algemeene vergadering
met algemeene stemmen voor de geheele
droogmaking der Zuiderzee als een
nationaal belang.
Bravo, leden van Schuttevaêr roept
de heer Jules v. Hasselt, uit Kampen,
in het Handelsblad uit gij hebt ge
toond een open oog en een warm hart
te hebben voor een bij uitstek nationale
en grootsche onderneming, gelijk er in
ons land nog nimmer een is tot stand
gekomen
Moge de Nederlandsche Regeering zich
geroepen gevoelen in overeenstemming
met den wensch van duizenden in den
lande, een wetsontwerp in te dienen op
de wijze, zooals door mr. H. Smeenge
in de Tweede Kamer op 12 Dec. voor
gesteld.
Het wakkere bestuur der Zuiderzee-
Vereeniging is ongeveer 25 jaren bezig
geweest om de plannen tot afsluiting en
drooglegging der Zuiderzee voor te
bereiden en alles daarop betrekking
hebbende op kaart en schrift te brengen.
Gedurende al die jaren heeft het een
reuzenwerk verricht.
Tot in de kleinste kleinigheden heeft
het technisch en oeconomisch onderzoe|
plaats gehad.
Waarom dan nog langer gewacht?
Als men in Den Haag wat minder
aan politiek deed, een ruimer blik op
grootsche ondernemingen, meer energie
en moer durf had, dan zou dit een groote
zegen voor ons dierbaar vaderland zijn 1
De gelden, successievelijk aan de uit
voering der drooglegging van de Zuider
zee besteed, zouden op den langen duur
met interest op interest in de Rijks
schatkist terugkomen.
Zoo worde het
Ontleend aan de Opr. Haarl. Cour.
De Duitsclie keizer bemiddelaar.
De „Daily Expresse" deelt m?de, dat
keizer Wilhelm door bemiddeling van den
Duitschen gezant te Sofia tot koning
Ferdinand het verzoek heeft gericht het
mogelijke te doen om een nieuw conflict
met Turkije te vermijden. Een gelijke
stap zou in Belgrado bij koning Peter
gedaan zijn.
In diplomatieke kringen is men van
meening, dat de wensch van den keizer
eenig gevolg zal hebben.
Een verhaal door F. A. BUIS.
Nadruk verboden.
2.)
I.
„Als ik weg ben, zeker, dan zal ze,zien
dat ze nog zoo handig en knap niet is als
ze denkt."
Weg bent, wat bedoel je daarmede
vroeg de overste verwonderd.
„Wat ik daarmede bedoel? Dat behoeft
je toeh geen raadsel te wezen. Marie is
oud en wijs genoeg vooral ook zooals
zij zelve denkt om hier het bestier te
voeren; zij kan dan ook in naam meeste-
resse worden, zooals ze het nu al inder
daad is, en ze heelt geen tante meer, die
ze als dwarskijkster behoeft te beschouwen",
sprak tante vrij bits, doch ziende welke
uitwerking die toon en woorden op haren
broeder maakten, ging zij wat kalmer
voort„In alle gevalle kan zij leeren wat
ze later voor haar eigen huishouding noo-
dig heeft, dat is, dunkt mij, eene perfecte
leerschool."
„Het laatste stem ik je volmondig toe,
doch het eerste nietik zie echter volstrekt
niet in, waarom gp dan behoeft te ver
trekken."
„Omdat ik zie, hier tot geen nut meer
te kunnen strekken omdat al wat ik doe
aan de strenge critiek blootstaat en alles
volgens haar nukken schijnt ingericht te
worden. Of haar oordeel altijd juist is en
of zij werkelijk zoo knap is als Zij denkt,
dat zal ze leeren als ik weg ben."
„En voor hoe lang ga je uit logeeren?"
sprak de overste met gemaakte scherts,
als om daardoor eene afleiding te geven
aan het gesprek, dat eene treurige wending
had genomen.
„Neen, ik spot er niet mee 1" a.,. voordde
- De slagersvrouio en de Arbeidsioet.
De „Zutph. Ct.' meldt, dat tegen een
slager te Zutfen proces-verbaal is opge
maakt, omdatzijn vrouw op een
Zaterdagavond hielp bij de bediening der
klanten!
De verbalisant, den slagerswinkel blijk
baar als werkplaats beschouwende,
meende, dat hier de nieuwe Arbeidswet
was overtreden, daar een gehuwde vrouw
na 7 uur 's avonds werk verrichtte.
„Het zal ons benieuwen of hierop een
vonnis volgen zal", voegt bovengenoemd
blad aan dit bericht toe.
„Ook wij zijn hiernaar benieuwd,"
teekent het Geïll. Slagersvakblad hierbij
aan.
„Wanneer een gehuwde vrouw den
gaDSchen nacht in haar kamer achter de
naaimachine zit te werken en zich ten
gronde richt, doet men er niets tegen
wanneer een gezonde slagersvrouw Zater
dagsavonds een paar uur met haar man
in den winkel helpt, dan wordt er ge
verbaliseerd. Zij zal zich zeker niet in
den winkel mogen bevinden, al was 't
maar om wat toezicht te houden
„Een groot slagerspatroon neemt man
nelijk personeel en werkt er tot diep in
den nacht medeeen klein slagerspatroon
die zich met z'n vrouw door den moei
lijken tijd tracht heen te slaan, wordt
geverbaliseerd.
„Men geeft hoog op over de Neder
landsche vrijheid, maar 't is dan toch een
vrijheid, die erg aan banden ligt, zou
men zoo zeggen."
Werklieden naar Engeland.
Uit Friesland trekken tegenwoordig tal
van arbeiders naar Engeland, waar zij
voor vast werk worden aangenomen,
tegen een weekgeld van 18 22 gld.
Uit de gemeente Smallingerland zijn bij
de 300 arbeiders naar Engeland aange
monsterd. Tel..
Diefstal van ijs.
Uit Groot Ammers schrijft men aan
„Onze Zoetwatervisscherij"
Door de Rijks veldwacht alhier is proces
verbaal opgemaakt tegen enkele personen
wegens het halen van ijs uit den boezem
van het waterschap „de Overwaard".
Het ijs was bestemd voor den ijskelder
van een fabrikant in fijne vleeschwaren.
Op andere plaatsen, o. a. te Gorinchem
wordt het halen van ijs uit het domein-
water door het domeinbestuur publiek
zijne zuster eenigszins gebelgd, „het zal
je toch niet verbazem ik had dat tenminste
niet gedacht, mon cher; ik geloof dat gij
genoeg ziet, dat mijn positie hier onhoud
baar is geworden mijne taak is hier af.
gedaan. Ik geloof dat het voor ons beiden
beter is, dat ik gavoor ons beiden, omdat
het een einde zal maken aan die talrijke
kibbelarijen, waarvan ik naar ik meen, de
oorzaak niet ben, maar waardoor ik mij
gekrenkt gevoel over misschien ver
meende ondankbaarheid. Misschien ook
is mijn ouderdom er de schuld van; daar
enboven, ik begin naar rust te verlangen.
„Des te beter wanneer Marie de geheele
huishouding overneemt, kunt gjj kalme
daagjes genieten. Waarom nu zoo bijzon
der zwart de zaak bekeken; Marie is somtijds
wel een weing ontstemd, doch het duurt
nooit lang."
„Wat die kalmte betreft, ik begeer ze
nietik heb graag wat omhanden, maar
ik zie 't klinkt u wellicht een weinig
egoistisch gaarne de vruchten van mijn
arbeid."
De overste begon te bemerken, dat er
vooral op dit oogenblik weinig verandering
zou zijn te brengen in de zienswijze van
zijne zuster; reeds dikwijls had zij, een
weinig opgewonden door eene woorden
wisseling met hare nicht, van heengaan
gerept, doch in de laatste dagen was dat
meermalen gebeurd.
Toen twintig jaar geleden de overste
zijn vrouw verloor, die hem een dochtertje
van slechts weinige dagen naliet, was tante
Mina bij haren broeder gaan inwonen en
had zich met liefde aan de taak gewijd,
die zij zoo belangeloos op zich had geno
men. Geen moeder had beter kunnen
zorgen voor dat kleine wicht, dat nacht en
dag hare zorgen vroeg, en tal van kwade
dagen moesten doorworsteld worden eer
de vrees, dat het kind niet zou kunnen
behouden worden, wijkon mocht. Alles
was goed gegaan, totdat Marie naar de
verpacht, waaruit blijkt, dat het ijs toe
behoort aan den eigenaar van het water.
Met belangstelling wordt het oordeel van
de rechterlijke macht tegemoet gezien.
Door het breken, hakken en stuk
kloppen van het ijs wordt ook in hooge
mate benadeeld de pachter van het visch-
recht, daar de visch daardoor uit zijn
winterslaap wordt opgeschrikt.
Vanaf 1 Jannari teekent men in op de
12e Jaargang van
De mooiste Illustratie in Nederland.
Behalve een groot aantal zeer fraaie platen
en portretten, die de voornaamste gebeurtenis
sen in Nederland en in het Buitenland in beeld
brengen, tal van belangrijke geïllustreerde
artikelen op elk gebied en boeiende novellen
van bekende Auteurs, begint vanaf heden
in dit weekblad een nieuwe serie Romans:
Een zeer boeiende oorspronkelijke roman
van dm bekenden schrijver Joh. ÜP. BROE-
DELET, (fraai geïllustreerd).
Verder in de Bïblioteek van „de Prins" de
boeiende roman van RENRIETTE VON
MEERHEIM
Daarna de nieuwe roman van E. H. DELL
schrijfster van „Als een Adelaar"*
Deze roman maakt in Engeland enormen
opgang, als zelden in de laatste jaren een
boek te beurt viel.
Alle abonné's zijn verzekerd.
Men abonneert zich cloor het geheele land
bij ellcen soliden Boekhandelaal' of bij de
Agenten, tegen f 3,per jaar voor de gewone
entegen f 5,— per jaar voor de luxe-editie
Abonnementen kunnen met elk nummer aan
vangen, doch zijn steeds verbindend tot No. 52.
Op plaatsen waar geen Boekhandelaar ge
vestigd is, kan men zich direct per post abon-
neeren tegen toezending van postw. van f3,75
voor de gewone en f 5,75 voor de luxe-editie,
aan den Uitgever N. J. BOON', Amsteldijk 13
AMSTERDAM Men ontvangt daarvoor
een prachtige illustratie van 20 groote blad
zijden op mooi papier met 40 a 45 platen per
week.
kostschool vertrok. Al werd het meisje
door papa een weinig verwend, tante zorgde
wel dat de gevolgen niet groot werden en
had genoeg zedelijk overwicht om ook
haren wil door de kleine te doen eerbie
digen schoon Marietje niet altijd ljjdelijfe
gehoorzaamde en veeltijds tegenstreefde,
het einde was toch dat zij voor tante's wil
moest onderdoen.
Nu was dat alles veranderd Marie, nog
een kind toen zij op de kostschool kwam,
verliet die als een jonge dame van negen
tien jaar. Zij, papa's hoop en trots, zijn
eenig en al, was opgegroeid in een geheel
anderen kring dan die, waarin tante met
hare denkbeelden zich bewooghet zede
lijk overwicht van de laatste was geheel
geweken. Marie gevoelde zich naast tante
op hare plaats, maar niet onder haar. Zij
had steeds veel van tante gehouden en
wist dat zij aan deze vele verplichtingen
hadmaar tante was niet voor haar, wat
zoo vaak eene moedor voor hare dochter
kan zijnde vertrouwde, de vriendin in
den edelsten zin van het woord. Aan hare
pleegmoeder betoonde zij wel de achting,
waarop deze aanspraak mocht maken,
maar niet die kinderlijke liefde en gehecht
heid, zooals tante zulks begeerde. Lang
zamerhand waren telkens kleine onaange
naamheden voorgevallen, de zienswijze van
Marie bleek dikwijls geheel met die van
tante in strijd te zijn nu eens had het
geschil geloopen over de dienstboden, dan
weder over andere huishoudelijke zaken
en steeds had de dochter weten te ver
krijgen, dat haar vader haar zienswijze
deelde, al wenschte hij er dan ook niet
rond voor uit te komen. Tante was meer
en meer tot de overtuiging gekomen, dat
Marie haar gemis weinig zou voelen,
wanneer zij eenmaal weg zou zijn.
(Wordt vervolgd.)