Bijblad van de Texelsche Courant van Zondag 23 Februari 1913. No. 2649.
Gemeenteraad van Texel.
rio-on
Aanwezig 12 leden, atwezig de heer W.
Bakker Kz.
De notulen worden gelezen en onver
anderd vastgesteld.
De voorzitter doet voorlezing van de vol
gende ingekomen stukken:
a. Schrijven van G. Breman houdende
dankzegging voor /beschikking van den
Raad, waardoor zijn opneming in het Wees
huis mogelijk was.
b. Schrijven van de heeren P. Lieuwen,
A. Langeveld Az., S. de Vries en H. W.
Willemsen, houdende aanneming benoeming
tot lid van de Commissie tot Wering van
schoolverzuim.
Aangenomen voor kennisgeving.
Wordt gesteld in handen vafl een com
missie bestaande uit de heeren Mets, Zijm
en D. P. Bakker.
De voordracht bestond uit de dames
1. Marie Anna Kuiper te Texel.
2. Neeltje Roosloot te Dalerveld,
3. A. W. Sjollema te Deventer.
Benoemd wurdt mej. M. A Kuiper alhier,
met 11 stemmen, 1 stem was uitgebracht
op no 3 van de voordracht.
Benoemd wordt voor den tijd van twee
jaar de eenige sollicitant, de heer F. H.
Keidel, med. doet., arts te Tijnje.
Zonder discussie wordt op voorstel van
B. en W. dispensatie verleend voor wat
betreft het bij bouwverordening bepaalde
omtrent hoogte van bouwwerken, voor een
te bouwen boerenplaats te Dijksmanshuizen.
Zulks op desbetreffend verzoek van den
heer G. de Beurs Gz., architect te Helder,
als gemachtigde van den heer dr. J. Timmer
te Haarlem.
Eet voorstel van B. en W. om het per
soneel ter Secretarie uit te breiden en een
2e ambtenaar ter Secretarie aan te stellen
op een salaris van f450,plus f50 voor
het bezit van diploma van de Vereen, v.
Gemeentebelangen, werd uitvoerig gemoti
veerd.
B. en W. wijzen er op, hoe de werk
zaamheden zich geregeld uitbreiden, hoe
de uitvoering van allerlei wetten of aan het
gemeentebestuur of aan den Burgemeester
wordt opgedragen, zij noemen de meerdere
werkzaamheden aan Drankwet, Armenwet
die vooral voor 1913 vele werkzaamheden
meebrengt, en vooral de nieuwe Militiewet,
voorts de wetten van den laatsten tijd, als
Leerplichtwet en Visscherijwet, dan het
toenemend aantal periodieke werkzaam
heden, waarvan de lijst sedert 12 jaar van
525 tot 700 is gestegen.
Dit gevoegd bij de toenemende bevolking
en de daarmede gepaard gaande mutatiën
in bevolkings-, militie-en landweerregisters
en leerplichtlijst, het stijgend aantal man
daten, het kiezers aantal dat van 1000 tot
1400 steeg, en de stapel in en uitgaande
stukken, die 2a/a maal grooter is dan vóór
10 jaar, achten zij even zooveel redenen
om tot uitbreiding van personeel over te
gaan.
Het voorstel wordt bestreden door den heer
Langeveld, die meent dat de ambtenaren
worden afgeleid door het publiek, dat voor
zaken aan de secretarie komt en door het
verkeer langs het stadhuis, en wij zoodoende
een dure secretarie hebben.
De Voorz geeft toe dat het personeel door
hen die at- en aanloopeu wordt afgeleid,
doch zegt dat de ruimte voor een andere
plaats ontbreekt, waaraan de heer Over
toevoegt dat toch het personeel niet in een
donker hokje mag worden opgesloten en
dat de secretarie hier vooral niet duurder
wel goedkooper is dan in gemeenten met
gelijk of minder zielental.
De heer D. P. Bakker protesteert ten
sterkste tegen het waarnemen van neven
betrekkingen door het secretariepersoneel,
terwijl dit b. v. aan den gemeente-opzichter
verboden is, waarop de Voorz. antwoordt,
dat dit vooral was om den opzichtet onaf
hankelijk te doen zijn en tevens dat dit aan
het college van B. en W. en vooral aan
den Burgemeester moet worden overgelaten,
zij toch zijn in staat te beoordeelen of het
gemeentebelang door die nevenbetrekkingen
geschaadt wordt.
De heer Visser bejammert het, dat aan
de Ambtenaar ter secretarie het waarnemen
van een nevenbetrekking is toegestaan,
waarover ook de heer Dros zich verwondert,
terwijl de heer Koning meent, dat men dan
konsekwent moet zijn en alle ambtenaren
het waarnemen van nevenbetrekkingen
verbieden, alleen het secretariepersoneel te
treffen vindt spr. ongewenscht.
Nadat de heer Bakker nog eens over het
onderwerp het woord heeft gevoerd, de
Voorz. heeft verzekerd dat b en w niet
zullen nalaten aan een eventueel onge-
wenschte toestand een einde te maken en
een voorstel tot aanhouding van den heer
Mets door den Voorz. onaanneembaar is
verklaard, omdat b en w dan zouden be
wijzen lichtvaardig met hun voorstel te
zijn geweest, wordt tot stemming over
gegaan.
De heer Mets houdt zich buiten stemming
evenzoo de heer Zijm, terwijl de heer
Keesom aan zijn stem wil verbinden, de
voorwaarde, dat geen waarneming van een
nevenbetrekking aan een ambtenaar wordt
toegestaan, hetgeen de Voorzitter niet kan
toestaan.
Het voorstel van b en w wordt daarop
aangenomen met 7 stemmen, tegen stem
den de heeren Keesom, Kikkert en Bakker,
vóór de heeren Dros, Langeveld, Visser,
Over, Dijt, Koning en Eelman.
b en w stellen voor terug te komen op
het besluit van 22 Mei 1912 waarbij als
standplaats voor de Zeevaartschool is aan
gewezen Oudeschild en te besluiten die
school aan of bij den Burg te vestigen.
Het voorstel geschiedt naar aanleiding
van een ingekomen ongevraagd advies van
den heer directeur der Zeevaartschool, die
onder weerlegging van de argumenten die
indertijd pleitten voor de vestiging van de
school'te Oudeschild, in het belang van de
school tot vestiging te den Burg adviseert.
b en w gaan met dat advies accoord,
vooral omdat hun reeds dadelijk bij het
opkomen van sollicitanten is gebleken, dat
het argument een zeevaartschool bij de zee
geen argument was en alle sollicitanten,
zonder uitzondering de stichting te Oude
schild ongemotiveerd achtten en een hunner
zelfs zijn sollicitatie introk als het besluit
van vestiging te Oudeschild niet werd
ingetrokken.
Waar de plaatsing te Oudeschild, niet
is in het belang der school, en volgens de
organisator van het visscherijonderwijs de
heer J. Scheers, een visscherijschool te
Oudeschild nimmer reden van bestaan zal
hebben, daar meenen zij den Raad te moeten
voorstellen op het besluit van 22 Mei terug
te komen.
De heer Zijm bestrijdt het voorstel, dat
hem heel niet onverwacht komt, Spr. doet
een beroep op het billijkheids gevoel van
den Raad, beroept zich op het oordeel van
den heer Kamper, inspecteur MO.,
zegt dat te Oudeschild gelegenheid voor
onderdak bestaat voor 30 personen en
meent dat als den Burg „Texel" is, zij hun
mandaat wel kunnen neerleggen.
De voorz. zegt U spreekt als Oudeschilder,
U zit hier voor Texel en ik heb van CJ
niets gehoord in het belang van de school.
De heer Zijm zegt .'9e Directeur maakt
er een kostschool van, dat is niet netjes,
de voordeelen kan de burgerij wel
gebruiken, waarop de voorz. opmerkt dat
't juist is in liet belang van de school, dat de
heer Directeur de gelegenheid te zijnen huize
openstelt, 't is ouders en opvoeders niet
onverschillig waar hunne zonen ot pupillen
onderdak hebben.
De heer Mets heeft aanteekening gemaakt
op de argumenten, die b en w er toe leiden
terug t6 komen op een zeer serieus besluit,
en dat alleen op advies van der, heer
Tjebbes, waar moet dat heen als die hier
de lakens gaat uitdeelen, wil de heer Tjebbes
er geen verantwoordelijkheid voor dragen
wel laat hem gaaü, wij krijgen wel een
andere goede directeur.
Is het voor de leeraar in Engelsch be
zwaarlijk wel dan is er wel een van den
Helder te krijgen.
Een oordeel over de levensvatbaarheid
van een school die 6 weken bestaat, vindt
spr. voorbarig èn tegenover het oordeel
van den heer Scheers zet spr. dat van den
heer Kamper. Spr. eindigt met te zeggen
dat te Oudeschild goede gelegenheid voor
onderdak bestaat voor 23 personen en hij
dus met een vrij hart op handhaving van
het eenmaal genomen besluit durft aan
dringen.
Op verzoek van den heer Bakker wordt
nog eens voorgelezen wat door den heer
Kamper inzake de visscherijschool is gezegd.
Vergadering op Woensdag 19 Febr. 1913,
voormiddags 10Qre.
Voorz. de heerE. G. Gaarlandt, Burgemeester.
Secretaris, de heer C. Jonker.
1. Mededeelingen. Ingekomen stukken.
2. Aanbieding begrooting uoor het Alge
meen Weeshuis ouer 1913 en wijziging
begrooting 1912.
3. Benoeming onderwijzeres o.l. school te
de Waal.
4. Idem gemeente-geneesheer te de
Cocksdorp.
5. Dispensatie bouwoerordening.
6. Voorstel tot regeling secretarie-personeel.
7. Voorstel inzake standplaats zeeuaart-
school.