N\ 2676. Donderdag 29 Mei 1913. 268te Jaargang- Nieuws- en Advertentieblad. Land- en Tuinbouwbricvcn. Binnenland. Van week tot week Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond Abonnementsprijs per 3 maanden. Voor pen Burg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere 1 inden met verhooging der porto's. Adverteutiën vóór 9 nar op don dag der uitgave Prys der Advcrtcntièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iodoro regel moer S Ct. Grooto lettors en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bowijsnummers 2 Cts. por nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIËN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANÖEVELD DE ROOIJ, Parkstraat, Buro op Te x e l INRICHTINGEN, welke gevaar, schade of hinder kunnen veroorzaken. Burgemeester en Wethouders der Ge meente Texel brengen ter openbare kennis dat het verzoek van EVERT CORNELIS THOMASSEN, om op het perceel, kadastraal bekend in Sectie B, No. 1789 een smederij te mogen oprich ten door hen is toegestaan. De aandacht wordt er op gevestigd, dat volgens de bestaande jurisprudentie eventueel NIET tot beroep van de beschik king bevoegd zijn zij, die indertijd niet voor het Gemeentebestuur zijn verschenen om hun bezwaren mondeling toe te lichten. Texel, den 24 Mei 1913. Burgemeester en Wethouders vnd. De Secretaris, De Burgemeester, JONKER. GAARLANDT. XIII. lersproeien. In onzen eersten brief wezen we op de groote bemestingswaarde van ier. Nog altijd is klaarblijkelijk de waardeering dei- landbouwers en veehouders lang niet zoo groot als dit, gezier. de hooge waarde der ier, vooral in het weidebedrijf en in de gemeügde boerderijen, moest zijn. Immers wat mankeert er op heel veel plaatsen nog veel op het punt van mestverzorging Hoeveel ier loopt er niet nutteloos weg, hoeveel wordt er niet ondoelmatig bewaard, hoeveel ook en hierover willen wij het nu in het bijzonder hebben wordt niet slecht aangewend Oogenschijnlijk staat de redeneering, dat het er weinig op aankomt, hoe deierover het land wordt gebracht, omdat de hoofdzaak is, dat ze er komt, heel sterk. Bij de kunst meststoffen echter volgt men die redeneering heelemaal niet. Zeer terecht vindt men het lang niet onverschillig in welke ver houding van een bepaalde geldswaarde de afzonderlijke planten voedingsstoffen stikstof, phosphorzuur en kali worden gekocht en acht men bet verder van het grootste belang deze stoffen zoo voordeelig mogelijk over de verschillende perceelen van het b6drijf uit te strooien. Eenvoudig even nadenken moet toch doen inzien, dat dit voor ier evenzeer geldt. Ook de daarin vervatte voedingstoffen zijn indirect door den boer betaald. Ook hier is de verdeeling van de ier over de verschillende perceelen van veel belang. Zeker is het waar dat tot een bepaalde grens elke meerdere hoeveelheid gewoonlijk ook een meeropbrengst geeft, doch dit zegt maar weinig. Neem eens aan dat20,0U0 L. ier een meeropbrengst geeft van bijv. 2500 K.G. hooi per Het., dan geeft de volgende 20000L. daarbij, wanneer althans hiermede de grens van „verbranden van het gras" nog niet is bereikt, ongetwijfeld een geringere meeropbrengst, zoodat het meestal voordeelig is die tweede portie van 20,000 L. op een ander stuk te brengen. Nu zijn onze meeste iersproeiers dan al heel slecht voor een goede en zuinige verdeeling van de ier geschikt. Door hun zeer primitieve inrichting sproeien ze ten- eerste meestal veel te zwaar. Als men nagaat, dat ier gemiddeld 0,5 stikstof en 1,3 0/p kali bevat, dan blijkt dat de aanwending van een hoeveelheid van 20000 L. ier per H. A. ruw gerekend gelijk staat met een bemesting van 6 balen chili en 20 balen kaïniet. Zelfs in aan merking nemende dat de stikstof waar schijnlijk in waarde achter zal staan bij die van chili, zal geen enkele practicus aaizelen, deze bemesting niet rendabel te noemeu. Een hoeveelheid ier (gemiddeld 12010 L.) gelijkstaande met 60 K.G. stikstof per H.A. kan voor grasland al heel goed genoemd worden. Met de meeste sproeiers is het onmogelijk zelfs minder dan het dubbele te sproeien. In de tweede plaats hebben alle sproeiers die tot voor kort bestonden, bet nadeel, dat, bij het ledig worden van den bak of van het vat, de hoeveelheid die in gelijke tijdsruimte en daarmee op gelijke opper vlakten wordt versproeid, snel afneemt. Gelijkmatig sproeien is bij do meeste sproeiers heelemaal niet, bij enkele slechts in schijn mogelijk. Met deze feiten voor oogen gelooven we goed te doen door den belanghebbenden er op te wijzen, dat er tegenwoordig een sproeier bestaat, die lo. zuinig sproeit, 2o. eenige regulatie van de hoeveelheid dis versproeid wordt, toelaat, en die 3o. van den eersten tot den laatsten halven emmer vol met dezelfde kracht sproeit. Noodig is echter, dat de ier by het oppompen wordt gezeefd. Men bereikt dit door onder om de pompbuis een zak te binden. Men houde dus het „dik" over. Wie dit een bezwaar mocht vinden wijzen we er op, dat de bemestingswaarde van het „dik", zeer gering is en dat een toestel dat ier en dik beiden versproeit, eigenlijk gemaakt moet worden naar de eischen van het „dik", wat niet anders dan nadeelig kan zijn voor de voordeelige aan wending van de kostbare ier. Wat is er overigens ook weinig tegen om dit „dik" afzonderlijk te verwijderen, bijv. door bet op de mesthoop te brengen Het bedoelde toestel wordt vervaardigd door den Heer K. Slot, smid te Kolhorn, die aan belanghebbenden zeker verder wel over prijs e.d. zal inlichten. We meenen dezön iersproeier, die bij aanwending in de practijk zeer goed voldeed, zeer te moeten aanbevelen. H. v. S. 17-24 Mei. Als deze regels onder de oogèn der lezers komen is de Eerste Kamer begonnen aan het laatste stuk belangrijke arbeid voor de vacantie. De verzekeringswetten zullen weldra wellicht hun beslag krijgen. De voorbereidende besprekingen zijn gehouden en ook omtrent de Ziektewet is in de afge- loopen week het voorloopig verslag reeds gepubliceerd. Uit den inhoud van dit verslag kan worden afgeleid, dat vele van de bezwaren, die in de Tweede Kamer nogal gewogen hebben ook de aandacht der Senatoren bezig hebben gehouden. Bij de openbare behandeling zal het ontwerp dan ook niet zoo maaT onder de hamer door gaan. Maar toch behoeft minister Talma zich niet erg ongerust te maken. Het voorloopig verslag geeft den indruk, dat de aanneming van het ontwerp zoo goed als verzekerdis. In het verslag wordt n.l. gezegd, dat onderscheidene leden ver klaarden, dat zij ondanks hunne bezwa ren, hun stem niet aan het ontwerp zullen onthouden. Dat zegt wel genoeg, —o—o—o— De vredesbeweging heeft in de laatste dagen weder eens de aandacht bezig ge houden. Te 's-Gravenbage kwam n.l, bijeen de Alg. Ned. Bond „Vrede door Recht" waarin belangrijke besprekingen over het altijd even aantrekkelijke onderwerp ge houden werden. Als resultaat daarvan werd o.a. een motie aangenomen waarinde wenschelijkheid uitgesproken werd, dat ons land zoo krachtig mogelijk zal medewerken om aan de derde Vredesconferentie uit komsten van beteekenis te geven, waartoe de Nederlandsche commissie van voorbe reidingen een weloverwogen initiatiefrijk plan, omtrent het nakomen van gesloten tractaten etc. aan de regeering zal voorleggen en de regeering geen middel onbeproefd zal lateD tot het zoo spoedig mogelijk in het leven roepen van een internationale commissie van voorbereiding. Verder hield de vergadering zich bezig met het denkbeeld van prof. van Vollen hoven tot het in het leven roepen van een internationale politie vloot, die dan tot taak zou hebben Europa tegen den oorlogsgod Mars te beschermen. Prof. van Vollenhoven zelf lichtte zijn denkbeelden onder zeer groote belangstelling toe. Daarbij betoogde hij dat er een deugdelijk werktuig noodig is tot handhaving van den internationalen rechtsdwang, waardoor de Staten kunnen worden gedwougen tot het nakomen van gesloten tractaten. Dat werktuig zou dan moeten bestaan in een internationale politievloot en hy achtte ons land, dal geen vijanden heeft als aangewezen om het initiatief te nemen. Namens de tegenstanders van dit denk beeld voerde prof. Struycken van Amsterdam het woord. Hy achtte de tyd tot verwe zenlijking daarvan nog niet rijp, waar schuwde tegen ondoordachte geestdrift 6n achtte abritage voorloopig den beston weg om internationale geschillen uit den weg te ruimen. Daar het de vergadering alleen te doen was om het voor en tegen van de denk beelden van prof. Vau Vollenhoven te hooren, werd geen uitspraak gedaan. Dat er intusschen groote belangstelling bestond voor het onderwerp bleek wel uit het groote bezoek, w.o. dat van oen tweetal ministers. Ook nog van een ander vredesplan werd dezer dagen melding gemaakt n.l. dat van den Amerikaanschen minister Bryand. Dczo wenscht een overeenkomst tusschen de mogendheden om alle kwesties aan een internationale commissie te onderwerpen waarbij zij zich verplichten geen oorlog te verklaren of vijandelijkheden te beginnen voor de Commissie uitspraak gedaan heeft, Wel plannen dus. oo—o Voor de hoofdstad van het Duitsche rijk waren de laatste dagen vol feestvreugde en feestdrukte. Er werd de bruiloft gevierd van 's Keizers eenige dochter Victoria Louise en den jongen hertog van Cumber land. De Duitsche bladen en ook de Hollandsche die in Berlijn hun correspon denten hebben staan vol over de schitterende en plechtige gebeurtenissen, die aan het Duitsche hof zoo'n schitterend gezelschap personen bijeenbracht. Onder de naaste en verre bloedverwanten van de bruid en den bruidegom die elkander op dezen bruiloft ontmoetten, wareo niet minder dan drie gekroonde hooiden. Keizer Wilhelm Koning George van Engeland en den Czaar van Rusland. Er werden ter gelegenheid van doze huwelijksplechtigheid, die van de gebruike lijke praal en plechtigheid vergezeld ging, schitterende hoffeesten gegeven. In Berlijn waren tal van straten versierd en overal werd druk gevlagd. Honderden vreemdelingen waren gekomen om iets te zien van al den luister die ten toon gespreid werd, doch de zorg voor de veiligheid der vorstelijkegasten gebood, dathet publiek opzoo'nbehooilijken afstand werd gehouden dat er om wat te zien weinig gelegenheid overbleef. De bladen hebben échter den nieuws gierigen kunnen bevredigen. Ze brachten in de laatste dagen en brengen nog allerlei bijzonderheden over de plechtigheid. En ze zijn vriendelijk en blij gestemd. Dit laatste mede wellicht ook door de aanwezigheid van den Czaar en den Eugelschen koning. Ze knoopen daaraan gaarne eenige politieke beteekenis vast en niet geheel ten onrechte. Vooral over de verhouding tusschen Duitsch- land en Engeland schrijft de Duitsche pers met voorliefde. De aanwezigheid van koniDg George wordt uitgelegd als het bewijs dat de betrekkingen veel beter dan voorheen waren. Keizer Wilhelm zelf heeft niet willen nalaten daartoe mede te werken en zijn instemming er mee te betooneD, door een drietal Engelsche spionnen, die nog altijd vestingstraf ondergingen, te begenadi gen. De Engelsche pers stelt die attentie blijkbaar zeer op prys. Het huwelijk dat thans gesloten is brengt de verzoening tusschen de huizen Hohen- zollern en Cumberland. Het zou een mooi ding zijn als het nu ook nog een duurzame vriendschap tusschen den Duitschen Michiel en John Buil tengevolge kan hebben. o o—o - Over de Balkan aangelegenheden valt weinig nieuws mede tè deelen. De onder handelingen tusschen de mogendheden en de Balkanregeeiingen worden voortgezet. Verwacht wordt, dat het voorloopige Vredes- tractaat binnen enkele dagen geteekend zal worden. In de laatste dagen liepen er weer allerlei geruchten over de verhouding tusschen de Balkanmogendhcden onderling. Ook werd weer gemeld, dat Servié en Griekenland een geheim verdrag gesloten hebben, mm de aanspraken van Bulgarije op de Turkscbo buit te matigen. Het bericht weid echter even spoedig weor tegengesproken, even als het bericht dat Koning Peter van Servië van plan was de regeoring neerteleggen, dat er op Enver bey een aanslag gepleegd werd en zoo meer. Uit Konstautinopel komen intusschen berichten, die waarschijnlijk wel juist zul len zyn en waarin gomeld wordt, dat de politieke toestand er weder hopeloos ver ward is en het gevaar van ernstige ge beurtenissen in de komende dagen geenszins denkbeeldig is. TEXEL, 28 Mei 1913. Vergadering' T. E. S. O. Aanvankelijk zuinig bezocht, bleek bij de stemmingen toch dat de vergadering bovengenoemd, Zaterdag j.l. in cafó „den Burg gehouden, door een 50 aandeel houders werd bezocht De voorz.. de heer Wagemaker wijdt bij de opening een enkel woord aan de geringe opkomst, om daarbjj de wensch te uiten, dat de aanwezigen enkel uit belangstelling zijn opgekomen. De uit komsten over het afgeloopen jaar zijn niet rooskleurig, toch verzekert spr., dat door het bestuur niets onbeproefd is ge laten, om dat te verbeteren, niet alleen, maar dat het zelfs aan de onvermoeide belangelooze inspanning van den tech nische commissaris te danken is, dat het niet belangrijk minder is, zulks naar aanleiding van de door den heer Bakker ingevoerde bezuinigingen op de uitgaven. Met de opmerkingen die straks zullen gemaakt worden, zegt spr., hopen wij ons voordeel te kunnen doen, om zoo gezamelijk te trachten de zaak tot meerdere blooi te brengendat de discussie in deze vergadering daaraan bevorderlijk zij De notulen, door den secretaris, den heer P. Dros Albz. gelezen, werdeo on veranderd vastgesteld. Winst- en verliesrekening, balans en jaarverslag werden achtereenvolgens door den Directeur, den heer Stompff voorgelezen, wij stippen uit het jaar verslag enkel aan, dat de dieDst steeds naar behooren werd vervuld en dat de oorzaak van de minder gunstige resul- tateh over 1912 hoofdzakelijk is gelegen in de verhoogde uitgaven; het vervoer van passagiers was in 1912 niettegen staande het minder gunstige weor even groot als in 1911 en verder dat door het besluur van T.E.S.O. een provinciale subsidie is aangevraagd van f3000,— en dat het in de bedoeling ligt, bij ver nieuwing vau het contract voor post vervoer een hooger bedrag te bedingen. Na een bestrijding van de zijde van de boeren Brands en Keijser werden de winst- en verliesrekening en balans ten slotte met 45 stemmen goedgekeurd, 2 stemmen werden tegen, 6 werden blanco uitgebracht en daarmede den Directeur decharge verleend over 1912. De heer Wagemaker als lid van het bestuur periodiek aftredend wordt met 50 stemmen als zoodanig herkozen, 2 blanco, 1 van onwaarde. De benoemde verklaart met genoegen de benoeming aan te nemen, dankt voor het vertrouwen en spreekt de hoop uit, dat de onder neming onder zijn verder mandaat spoedig rente gevend moge worden. Bij de rondvraag komt de vriendschap pelijke aard der discussies een oogen blik in gevaar, de heer Brands vraagt met het oog op den flnancieelen toestand of het waar is dat de leden van den Raad van beheer vrijen overtocht hebben, doch doet na toelichting van den voorz., wat TEXELSCHE COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1913 | | pagina 1