De groote kaart van Texel, JONGENS- en MEISJESBOEKEN in prachtband, Tot levering van Winkelhoeken en Kasboeken in alle formaten, zoomede Schrijfbehoeften en Kantoorbenodigdheden, en alle verlangde BOEKWERKEN, beveelt zich aan I I DE GROOTSTE SORTEERING vindt men in den Boekhandel Parkstraat. bijgewerkt tot 1 Juli kost slechts 50 cents. Verder zijn wij rnim voorzien van in verschillende prijzen. VULPENHOUDERS (goed merk.) Firma LANGEVELD DE ROOIJ. I Wij houden steeds in voorraad FEUILLETON* DE DOCHTER VAN DEN OVERSTE. Een yerhaal door E. A, BUIS. Nadruk verboden. 47.) „"Wij zien onzo beste intellectueele krachten naar het buitenland Terplaatsen, wij zien „Juist!" riep van Kloveren uit, „wij zien dat alles en toch schijnt het niet onrecht vaardig te heeten, toch schijnt men het te willen verdedigen, dat het rijke Nederland dat rijke Nederland," her haalde hij grijnslachend „waar iedereen de mond vol van heeft, met zijn prachtige landouwen, met zijn kostelijke veestapel, met zijnja, God mag weten, wat al heerlijks meer, dat dit land zijne beste krachten ziet verplaatsen, omdat die rijkdom slechts naar meerdere rijkdommen ziet en al, wat niet rechtstreeks daartoe leidt, minacht." „Waarom riep hij uit,, nadat zij zwij gend eenige schreden waren verdergegaan, „waarom zou ik in Indië meer traktement mogen verdienen dan hier Zijn mijne diensten daar meer waard, ben ik hier niet even goed nuttig als daar, kan hier niet evengoed mijn leven gevorderd worden voor de belangen van het land als daar „Neen!" zij hij eindelijk meteensmar- telijken glimlach, „ieder ander mag geld verdienen, het doet er niet toe op welke wijsslecht zij, die een vast traktement genieten, moeten fatsoenlijke armoede lijden, wij maar verder voleinde hij zijne rede niet. 't 'Was tevergeels, dat Erdman eene vroolijke wending aan het gesprek zocht te geven; nu eens wandelden de beide vrienden zwijgend voort, dan mompelden zij eenige woorden, doch een geregeld discours wilde niet vlotten. Erdman liet zijne blikken over de omgeving weiden, en maakte nu hierover dan daarover eene opmerking, die heel kort door van Kloveren werd beantwoord. Erdman voorzag een moeilijken dagal zijne krachten wilde hij inspannen om de laatste uren voor van Kloveren's vertrek zoo aangenaam mogelijk te doen zijn, doch wanneer deze in die sombere, pijnlijke stilzwijgendheid volhardde, vreesde hij het ergste. 't Was omstreeks twaalf uur toen de heeren de stad weder binnenkwamen en hunne schreden naar de woning van me vrouw van Etten richtten. „Dat's een lange wandeling geweest riep mevrouw uit, toen ze binnenkwamen, „je hebt het gelukkig zeer goed met het weer getroffen." 't Is buiten prachtig," merkte Erdman op, „altijd wat de temperatuur aaDgaat, want overigens ziet het er zeer treurig uit 't mag met recht den naam van kikkerland dragen. Ja, mamaatje, wij moeten opeen goeien dag ook naar Indië gaan daar zullen wij ten ten minste geen last van verkoud heid hebben, ik zie u hebt het geducht beet." „Niet weinig, antwoordde mevrouw lachend, i'j kan baast niet uit mijne oogen zien." „Gij 'jnoet maar een paar dagen stilletjes binnen blijven, de kachel goed opstoken en eens v itvieren." „Ia Clara Dog Diet uit de kerk vroeg van Kloveren. „Wel zeker," antwoordde mama, „'t is waa rlijk al twaalf uur, om half twaalf was de kerk reeds lang uitik denk dat zij wel dadelijk zal binnenkomen, ze is even in de ke uken." „Boujonr" riep Clara, toen zij onmiddelijk df.arna binnentrad, „pleizierig gewandeld Henk vroeg zij aan van Kloveren, terwijl hij hare beide handen vatte en haar een hartelijken kus gaf. „Dag Clara!" zei Erdman met een vroolijk lachje. „Dag Leoantwoordde zij, terwijl zij hem de hand toestak, „ik zou je waarlijk geheel en al over het hooid zien." „'t Is wat moois," hernam Erdman met eene kluchtig voorgewende verbolgenheid, „nichtje, nichtje!" 't Scheen alsof van Kloveren minder somber was. Erdman deed al zijn best om een vroolijke wending aan het gesprek te geven en het lukte hem tamelijk wel. Clara lachte alsof de vroolijkste dagen voor haar zouden aanbreken, soms kon het zijn alsof haar vroolijkheid geen einde zoude nemen zij plaagde haar Henk op de aardig ste wijze, en werkte niet weinig mede om de somberheid te verdrijven, 't Was haar echter aan te zien, dat die vroolijkheid niet natuurlijk was, doch slechts het gevolg van eene zenuwachtige opgewondenheid. Toen zij 's morgens was opgestaan, met de gedachte dat het heden de laatste dag zou zijn dat zij hier met haar Henk zou vertoeven, was het haar zoo vreemd te moede geweest. Zij had luide geschreid de zilte tranen waren haar over de wangen gevloeidmet de armen onder het hoofd, een pijnlijke trek om den mond staarde zij voor zich neer om dan eensklaps weder in akelige smart los te barsten. Zij beet zich op de lippen, zenuwachtig trilde haar geheele lichaam, en toen mama binnenkwam vloog zij haar om den hals en liet zij het hoofdje op haar schouders rusten. De goede vrouw begreep de smart van haar kind, en met moederlijke liefde om helsde zij haar dochter; ook zij weende. „Kom Clara, houd je goed had de moeder eindelijk gezegd, laat ons trachten dezen dag zoo goed mogelijk door te brengen, laat ons de laatste uien niet banger maken dan zij zijn." Clara had hare tranen gedroogd en hield zich goed, hoeveel moeite het haar kostte. Zij was naar de kerk gegaan, geheel uit gewoonte; het was haar beurt. Mevrouw van Etten ging geregeld met haar dochter om de andere week naar de kerk zij was gegaan zonder zich al te vragen, of zij niet beter deed thuis te blijven, of er bij te denken, dat 't haar goed zou doenen het zou haar in zooverre goed doen, omdat het afleiding kon schenkeD. Maar was 't toeval ol was 't aan dominee Bijl te danken, dat zij zooveel woorden had gehoord, die haar sterkten, die haar kracht gaven. Ieder heeft zijn kruis te dragen, geen leven zonder angst en smart, geen leven zonder strijd, had dominee nogmaals herinnerd, Maar was dat geen kruis met rozen, bloeiden daar geen bloemen naast zooveel doornen, was in dit leven, naast zooveel strijd, ook niet zooveel liefde te vinden, eeD liefde die zoo sterk, zoo krachtig kan maken. Yerzoet die liefde niet zooveel smart, dat werkelijk het leven nog vaak een lustoord mag heeten. Had in de eerste plaats zij geen redenen om dankbaar te zijn, nu zij kon liefhebben met al de gaven van haar ziel, nu zij een leven vóór zich had, waarin zij zooveel zou kunnen arbeiden, waarin zij zooveel schoons kon tot stand brengen door haar liefde, door den man, dien zij eenmaal trouw zwoer uit de volheid haars harten, doordien man het levenspad te verhelderen door hare trouwe zorgen. Helaashoe weinigen kunnen nog opgaan naar 't tempelgebouw om van daar gesterkt naar lichaam en ziel terug te keereD. Zijn zfj ontwassen aan de kerk, die gelooft on ontbeerlijk te zjjn, ol ligt de oorzaak elders P (Wordt vervolgde Ansichtkaarten van TEXEL

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1913 | | pagina 4