m
2762.
Donderdag 26 Maart 1914.
27ite Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Bin oenlancL
ij
dorj
Van week tot week
)er i
BERICHT
KE,
ÏHa:
aent
lesch.
TEXELSCHE COURANT.
Dit blad verschoot Woensdag:- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor dek Bobo 80 Cts. Franco per post door ge
heel Nedzblahd 45 Cts. N**r Akbrika ea «ndere
1-mden met Terhooging der porto's.
Jaar:
M I
^ABONNEMENTEN en
isiataV.
Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave
Prijs der Advertentiin.
VAn 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meer 5 Ct.
Groote letters en Vignetten worden niur pl*»tsrui«ite
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. per nummer.
ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD DE
R O O IJ, Parkstraat, Bubo or Tax na.
er i
onze abonné's buiten Texel wordt
n "richt dat de Rwitantlën voor abonne-
dii?ntsgeld 4e kwart 1913 en le kwart.
Blen.14, aan de post ter incasseering worden
ebrtgegeven. Voor gereede voldoening be
n len wij ons beleefd aan.
1 J
De Uitg.
eleot
nedf
N.E
Hf Vaststelling der Kiezerslijst.
Burgemeester en Wethouders derHe-
leente Texel maken bekenddat de op
jden door ben vastgestelde kiezerslijst
I (j)or het jaar 1914 1915, benevens de
pbabetische lijsten der namen en voor-
amen van hen, die met betrekking tot
sne of meer der verkiezingen van de
iezerslijst zijn afgevoerd en daarop zijn
Jeri8bracht, van den 23sten Maart tot en
iet den 21sten April a. s. op de Secre-
arie der Gemeente voor een ieder ter
izage worden nedergelegd en, tegen
n. etaling der kosten, in afschrift of afdruk
erkrijgbaar worden gesteld.
Tot en met den 15den April a. s. is
en ieder bevoegd bij het Gemeente
bestuur verbetering van de bovenge-
loemde kiezerslijst te vragen, op grond
lat hij zelf of een ander, in strijd met
le wet, daarop voorkomt, niet voorkomt
rf niet behoorlijk voorkomt,
ga Het verzoekschrift kan op ongezegeld
Napier worden gesteld.
"i Texel, den 23sten Maart 1914.
Burgem. en Weth. voornoemd,
De Burgemeester,
GAARLANDT.
De Secretaris,
JONKER.
Jaarlijksche toelating van nieuwe
leerlingen tot de o. 1 scholen.
■nüe Burgemeester van Texel brengt ter
"tennis van belanghebbenden, dat op
1 April a. s. tot de o 1. scholen in de
Gemeente (uitgezonderd tot die te den
Burg) leerlingen kunnen worden toege
laten, die op dien datum den leeftijd van
5 jaar en zes maanden hebben bereikt,
Waartoe men zich vóór 31 Maart a. s.
moet aanmelden bij de betrokken hoofden
der scholen onder overlegging van het
vaccinatiebewijs.
Texel, 24 Maart 1914.
De Burgemeester voornoemd,
GAARLANDT.
14—31 Maart.
De Eerste Kamer heeft eindelijk den
hegrootingsarbeid achter den rug. Eindelijk
het mag nog wel eens herhaald
worden. We schrijveD bijna April en het
vierde deel is bijna om van het jaar waar
voor de begrooting moet dienen. Drie
maanden is er nu maar zoowat zonder
|||egrooting geregeerd, een misstand, die
jrfjoofdzakelijk door de Tweede Kamer ge-
schapen werd en waarvoor moeilijk degelijke
verontschuldigingen zijn aan te voeren. Zoo-
Veel mogelyk heeft men in do departemen
ten reteniDg gehouden met de begrooting
van het vorige jaar, maar altijd ging dat
niet al te best en zoo moest de minister
Van oorlog dan ook in de Eerste Kamer
vergadering dezer dagen de heeren zijn
Verontschuldiging aanbieden omdat hij
genoodzaakt was geworden bet budgetrecht
der Kamer te schenden. Het betrof de
post op de begrooting van dn jaar waaruit
de voorschotten betaald worden voor de
Flicien-sergeanten, die bijteekenen De
nister kon niet wachten tot de Eerste
De heemn hebben het hem intusschen niet
erg kwalijk genomen, want zijn begrooting
werd aangenomen. Wat ook het geval was
met de anderen die nog van voor de
laatste korte vacantie overgebleveu waren
De Eerste Kamer kan nu eenigeu tijd
vacantie nemen
Daarentegen kan de Tweede Kamer thaDS
met fri8sche moed weer aan den arbeid
tijgen. Een der eerste werkzaamheden zal
zijn de behandeling der Inkomstenbelasting,
waaromtrent we in ons vorig overzicht de
belangrijkste bepalingen opnamen. De
memorie van antwoord op het voorloopig
verslag is reeds verschenen en daarin
weerlegt de minister de verschillende ge
maakte opmerkingen der leden.
Wat dit irinistrieele stuk in zekeren zin
belangrijk maakt is wel de uiteenzetting
die minister Bertling geeft over de fiDan-
cieele vooruitzichten. Hij bepaalt zich
daarbij tot 1915 en het ziet er volgens zijn
berekeningen met onze schatkist niet heel
schitterend uit, wat trouwens al langer
dan vandaag bekend is.
Uit de becijfering van den minister blijkt
dat de gewone ontvangsten geraamd moeten
worden f234,858,800 en de gewone uitgaven
op f245,490,679. De uitgaven dienen
echter te worden vermeerderd met 9,9
miljoen ingevolge de ouderdoms- en ver
zekeringswetten, wat aan totaal uitgaven
een bedrag van f 55,390,679 maakt. Over
1915 zou dan gerekend moeten worden op
een tekort van f20,531,879.
Voor dekking van dat tekort wenscht de
minister te bestemmen
1. De inkomsten van de suikerpot (het
spaarpotje waarin weggelegd werd wat de
accijnsen op den suiker meer opbrengt dan
25,200,000) gerekend op f3,600,000.
2. De opcenten op de bedrijfs- en ver
mogensbelasting tot en met April ad
f2,085,000.
3. De meerdere opbrengst der Inkomsten
belasting, geschat op f4,400,000.
4. Verhooging bieraccijns f 1,400,000.
5. Wijziging en uitbreiding der successie
belasting f4,000,000.
6. Verbooging zegelbelasting f 1,000,000.
7. Opbrengst tabaksbelasting f2,000,000.
AIzoo te zamen een bedrag van f 14,885,000.
Er blijft dan nog een tekort van bijna
6 miljoen. Waar de minister dat van daan
wil halen weöt hij waarschijnlijk nog niet.
Bier en tabak krijgen alvast een beurt
andere genotmiddelen zullen wel volgen.
Men ziet het, de financieels hemel is
verre van onbewolkt.
—o—o—o—
De Fransche republiek is in de laatste
dag6n in groote beroering door de verbijs
terende moordaanslag op den directeur der
„Figaro", Calmette, bedreven door niemand
minder dan de vrouw van den bekenden
Staatsman Caillaux, minister van financiën.
Op betzelfde oogenblik, dat Caillaux inde
Kamer sijn Inkomstenbelasting verdedigde
schoot zijn vrouw een zijner felste politieke
en persoonlijke tegenstanders dood. De
Fransche hoofdstad werd daardoor in groote
opwinding gebracht en zelfs ver buiten
Parijs verwekte de daad van mevr. Caillaux
ontroering en sensatie.
Het droeve lót dat Calmette onderging
is voor een groot deel, misschien wel geheel
en al te wijten aan de kwaadaardige wijze
waarop hij den minister vaD financiën met
allerlei beschuldigingen van corruptie etc.
achtervolgde. Reeds eenigen tijd geleden
maakten we melding van een zyoer
mislukte pogingen, om Caillaux als een
bedrieger roor te stellen, een bedrieger,
omdat hij verkiezingsgelden uit de schatkist
zou hebben genomen.
De aanval werd destijds door Caillaux
afgeslagen, doch Calmette liet het er niet
bij, maar bleef onverpoosd een felle pers
campagne tegen zijn vijand onderhouden.
Zijn laatste felle aanval, die nogal indruk
naar buiten maakte, bestond in hetpubli-
ceeren van een brief door Caillaux aan een
dame gericht, waarmee hij destijds nogal
omgang had en uit welk schrijven viel op
te maken, dat hij nogal een ruim politiek
geweten bad De beschuldiging waserustia
en maakte grooten indruk, die alleen weer
wat verzwakt werd door het teit, dat het
publiceeren van particuliere brieven, het
wroeten in het particuliere leven van den
minister, onaangenaam aandeed,
Verwacht werd, dat Calmette met die
wijze van strydvoering zou doorgaan, doch
de kogels uit den revolver van mevr.
Caillaux hebben hem voor eeuwig tot
zwjjgen gebraoht. De daderes verklaarde
alleen tot haar aanslag te zijn gekomen,
omdat zij het niet langer drag6n kan dat
men hhar man zoo door het slijk haalde
en omdat de wet haar in dezen geen recht
kon verschaffen. Zy had Calmette niet
willen dooden, doch alleen waarschuwen.
Dezelfde cel, die eens mevr. Steinheil
huisveste, strekt thans deze ministersvrouw
tot verblyf en Labori, de bekende advocaat
uit de Dreyfus-affaire, zal haar met raad
en daad en zijn verdediging ter zijde staan.
Wat de felle bestrijding door Calmette
niet heelt kunnen bereiken, heeft de daad
van mevr. Caillaux ten gevolge gehad. Zy
heeft niet' alleen Calmette neergeschoten
maar tevens baar echtgenoot tot aftreden
gedwongen. Caillaux heeft zijn ontslag
aanvrage ingediend.
o-o—o
In Engeland had men in de afgeloopen
week voor weinig anders aandacht dan voor
de Home-Rulekwestie. In het Lagerhuis
is er nog eens weer onderhandeld tusschen
de oppositie en de regeering, maar een
gunstig resultaat leverde het niet op. De
regeering heeft duidelgk doen blijken, dat
zij de grens harer tegemoetkoming bereikt
heeft. Ze wil geen stap verder gaan, dan
de betrokken graafschappen in Ulster ge
legenheid te geven zich er over uit t6
spreken of ze onder de wet wenschen te
worden opgenomen of niet. Zulks voor
een tydvak van 6 jaar, zooals men weet.
De oppositie wil daarmee geen genoegen
nemen. Ofschoon men zich in Ulster zelf
nog niet over het regeeringsdenkbeeld uit
gesproken heeft, verwierp de leider der
Ulstermannen, Edward Carson, het zonder
bedenking. En de Unionisten, onder leiding
van Bonar Law zijn al evenmin bereid op
die voorwaarde vrede te sluiten. Laat de
regeering dat denkbeeld in haar wetsont
werp belichamen en dan het Engelsche volk
daarover uitspraak doen adviseerde Bonar
Law. Is de meerderheid der kiezers er
voor dan zal het Hoogerbuis niet langer
tegenstand bieden. Doeb dat wil de re-
geeriDg beslist niet. Zij meent niet alleen
dat de kiezers zich reeds tot tweemalen
toe voor Ierlands zelfregeering hebben uit
gesproken maar door den raad van Bonar
Law te volgen zou ook de Parliamant-bill
vernietigd kunnen worden. Ge6n stap
wenscht de regeering verder te gaan. ze
heeft haar laatste woord gesproken.
De oppositie liet niet na te wijzen op den
dreigenden burgeroorlog in Ulster, maar
de regeering laat zich niet bang maken.
Minister Churchill heeft dezer dagen nog
met nadruk verklaard, dat er ten slotte
nog iets ergers dan bloedstorting is, n 1.
dat het gezag van den staat tut een aan
fluiting wordt gemaakt. En de leiders der
Iersche nationalisten hebben nog dezer
dagen verklaard, dat de regeering niet verder
mag gaan met haar concessies, het was nu
mooi genoeg.
Carson heeft in de afgeloopen week nog
beproefd het Lagerhuis een motie van af
keuring te laten uitspreken, doch diepoging
mislukte. De motie werd met een kleine
100 stemmen meerderheid verworpen.
Carson is daarna onmiddelijk naar Ulster
vertrokken, om de leiding van het verzet
op zich te nemen. Het gaat bittere ernst
worden, beweerd de oppositie.
Mag men de berichten in de bladen ge-
looven, dan ziet het er in Ulster al even
zonderling als dreigend uit, zoodat men
zou moeten vragep, hoe zoo iets mogelijk
is in onze geordende samenleving. De
militaire medewerker van de Times is naar
Ulster geweest en wat hy in zyn blad
mededeelt over de „oorlogstoebereidselen"
wekt verbazing.
Volgens zijn mededeelingen telt het leger
in Ulster ongeveer 110,060 man. Er zullen
echter eenige duizenden moeten afvallen,
die te oud of nog te jong zyn, doch de
meerderheid is uitstekend vechtmateri-
aal. Komt het tot geweld, dan zal het
aantal vrijwilligers nog aanmerkelijk toe
nemen, want iedere protestantsche man en
jongen zal willen vechten voor de vrijheid.
Elk graafschap üeeft zijn vrijwiligers
corps zelfstandig ingericht. De troepen
gedrild door oud-officieren van het leger
en de aanvoerders zyn gekozen uit de
notabelen van Ulster. Een uniform zullen
de truepen niet dragen, een band om den
arm zal het onderscheidingsteeken zyn.
Er zyn in Ulster totaal 65 bataljons dezer
troepen, ieder sterk van 400 tot 2000 man,
Er is een regiment vrywillige cavalerie
terwijl by ieder troepenafdeoling te voet
een sectie paardevolk ingedeeld is, benevens
een afdeeling wielrijders. De leiders zullen
hebben te beschikken over 400 automo
bielen en 200 motorrywielen, terwyi een
seindienst met heliograaf en lampen ge
reed is gemaakt. Niettegenstaande het
verbod der regeering beschikt het comité
over een voldoend aantal geweren, revol
vers etc.
De vuurwapenen worden niet by groote
hoeveelheden In magazynen bewaard waar
de regeering ze gemakkelijk in beslag zou
kunnen nemen doch by een groot aantal
voormannen over geheel Ulster verspreid,
die ieder een klein aantal voor hunne re
kening hebben. Mocht de regeering een
huizoeking laten doen, dan zal deze dadeiyk
met geweld worden tegengegaan.
Behalve de bovengenoemde troepen wordt
er nog een bijzonder corps verkenners
gevormd, alsmede een afdeeling genie voor
het opruimen van spoorwegen en bruggen
etc.
Tot zoover de mededeelingen van de
Times Als zy overeenkomstig de werke-
ïykheid zyn, dan ziet het er dreigend ge
noeg uit. De stemming wordt in Ulster
met den dag opgewondener en menigeen
vraagt zich af, wat er nu gebeuren zal.
TEXEL, 25 Maart 1914.
Verg. Vrijz. Kiesvereeniging.
De boveugenoemde vergadering, uit
geschreven tegen Zaterdagavond j. 1., was
goed bezocht.
De heer Leopold, die als voorzitter de
vergadering opende, riep alle aanwezigen
en den spreker voor dezen avond, den
heer Oud, een welkom toe.
In zijn openingswoord wees de spr. er
op dat, hoewel wij thaos niet leven in
de dagen van strijd, het gewenscht is
dat de vrijzinnigen zich organiseeren voor
de dagen van strijd welke kunnen aan
breken. Die organisatie laat hier veel te
wenschen over. Vrijwel aan enkelen
wordt het overgelaten den strijd te
voeren en de middelen er voor te vinden.
De vrijzinnigen zijn niet zoo offervaardig
voor hun zaak als zwart en rood. Hierin
moet verandering komen, daar-om is het
noodig dat de vrijzinnigen zich allen aan
sluiten en zich organiseeren om die
reden deze lezing.
De heer Oud, van Purmerend, de
vroegere voorz. der vereeniging, bekwam
daarop het woord.
De spr. sprak ruim een uur en behan
delde de voorbereiding van de ten vori-
gen jare gehouden verkiezingen, die ver
kiezing zelve, de uitslag van de ver
kiezingen en de gevolgen daarvan.
Het gesprokene bracht weinig nieuws,
het was eene herinnering van hetgeen
in die dagen en daarna plaats vond,
hetwelk destijds tot in den treure door
de verschillende dagbladen werd mede
gedeeld. Die ietwat medeleefde in de
politiek en de dagbladen leest, zal er
niet onbekend mede zijn. Wij zullen
daarom niet uitvoerig op het gesprokene
ingaan, doch willen er enkel op wijzen
dat de spr. zich fel uitsprak tegen het
feit dat de S. D. A. P. heeft geweigerd
de portefeuilles te aanvaarden, waartoe
zij volgens spr. zedelijk verplicht waren
geweest tot bereiking van het voorge
stelde „Algemeen kiesrecht en Staats-
pensionneering."
Na oen pauze melde zich voor debat
aan de heer A. Boon, S. D. A.P., die
veel van hetgeen door den heer Oud was