Tandarts Ansingh,
Douwe Egberts
VERPAKTE KOFFIE
Let op tien naam
Puik best KOEVET.
een gegarandeerd zuiver!
b* poeder van cacao,
w verkrijgbaar m Ij
I vierkante bibsen
Rust Hoes! dl. I,
Rust Hoest dl. 11,
Practisch Taalonderwijs,
Practisch Rekenonderwijs,
in Motel „de Lindeboom."
KLEIN's HOEN DERM EEL.
is niet veel duurder, maar wel veel
beter, dan de meeste koffie welke los
verkocht wordt.
Het Gulden Mysterie.
Mgg£||
van 1 Kilo(2pond)kfl.5ö
vanV2 Kilo(1pond)a„Ö.8fl
van 'A Kifo V2pond)a„0.42^
van f/ioKilo(! ons)aj)J8i
FEUILLETON.
is3Ü&
V" oorhanden
(Bemesting) f 0,40.
Landbouwbock voor /elfstudie f 0,45.
Boekhandel Parkstraat.
bij de 5 pond, 30 cent per pond.
J. P. KIKKERT.
Hoe kan ik met voordeel kippen lrouden P
Door geregeld 's Ochtends te voeren met
Harlingen. Aanbevelend, S. F. KLEIN.
Verkrijgbaar bij
geb. f 1,00.
ing'. f 1,50.
Hoofdgracht 61 den Helder,
is Donderdag 9 Juli
van 10 tot 2 uur te spreken
Dit is een krachtig voer dat de eierproductie bevordert en besparing geelt
op uw eraanvoedering. Noodige hoeveslhoid per kip een eetlepel vol.
Wordt verkocht in zakjes van 21/3 5 25 en 50 Kg.
C. Huisman, den Burg. P. Brouwer Oosterend.
C. Graat, G. de Vries,
G. v. d. Kooi, de Cocksdorp. P. Vos, Oudeschild.
P. Bikker, Polder Eierland. P, Smit,
M, Dijker, Zevenhuizen.
door O. N. en A. M. Williamson.
Vertaald door W. J. en H. A. Cornelissen
Copierecht v/h Bureau „De Berner
ConventieDeventer.
84.)
Het zag er bij avond eenigziDs'aantrek
kelijker uit, met zijn helle schittering van
electrisch lichtnochtlians scheen de plaats
minder dan ooit een passend verblijl voor
Victoria.
Een Arabisch portier stond aan de deur
een sigarette rookend. Zija vingers waren
vuil van henna en hij droeg een gebor
duurd jasje, vol kreuken en met een on
noemelijk aantal vetvlekkon. Hij zag] de
beide Eugelschen met een air van vol
komen onverschilligheid aan, toen Nevill
hem in 't Fransch naar miss Ray vroeg.
De vraag of zij „thuis" was werd door
hem natuurlijk alleen voor den vorm ge
daan immers het was zoo goed als zeker
dat zij zich in het hotel bevond. Waar
zou zij, die geen andere vrienden in Al
giers had dan hen beiden, en niemand die
haar begeleiden kon, 's avouds beengaan
In stomme verbazing hoorden zij dan ook
het antwoord van den portier aan „Made
moiselle was uitgegaan."
„Ik geloof het niet," zei Stephen zachtjes
in het Engelsch tot Nevill.
De portier had het blijkbaar verstaan
en keek nijdig. „Ik zeg de waarheid,"
zei hij in ongelukkig Engelsch, „en als
de gentlemen mij "Diet gelooven, moeten
zij maar iemand anders vragen."
Zij hielden hem aan zijn woordeu en
stapten hem voorbij het hotel in. Een
paar Eranschen en Spanjaarden vanj twij-
Jelachtig allooi bevordm zich in do vesti
bule, en aan het eind, dicht bij een trap
van allerordinairst marmer, zagen zij een
ruit, waarop een papier was geplakt met
„bureau" er op. Achter het glas, in een
kamertje dat veel vaD een kooi had, zat
de eigenaar van het hotel aan een lesse
naar cijfers op te tellen in een groot boek.
Hij was geweldig dik en zijn nek bestond
rondom uit dikke vetlagen, geplooid als
een harmonica, die men kan uittrekken
hij had een olijfachtige huidskleur, olie
achtig zwart haar en gitzwarte schitterende
oogen onder zware wenkbrauwen.
Ditmaal was het Stephen, die naar miss
Ray vroeg. Doch hij kreeg hetzelfde ant
woord zij was uitgegaan.
„Weet u het zeker?"
„Mais oui monsieur."
Is het al lang geleden
„Dat zou ik u niet bunnen zeggen," zei
do hoteleigenaar. „Ze heeft de boodschap
achtergelaten, dat ze niet kwam dineeren."
„Heefl ze niet gezegd, wanneer ze terug
zou zijn
„Neen mijnheer. Daar heeft ze niets
van gezegd."
„Misschien heeft de familie van den
Amerikaanschen consul medelijden met
haar gekregen, en haar te dineeren ge
vraagd," veronderstelde Nevill.
„Ja," zei Stephen verlicht, „dat is wel
de waarschijnlijkste oplossing, en ver
klaart meteen haar afspraak van vanmiddag.
„We zouden eens een uurtje kunnen
gaan kijken in de Kasbah en dan nog
eens komen vragen."
„Laten we dat doen," zei Stephen. „Ik
zou toch graag willen weten of ze weer
goed cn wel thuis is gekomeD."
Een uur later stooden beiden weer voor
bet Kasbabhotel. Yele lichten waren
reeds uitgedaan. Er was niemand in de
bal behalve de portier, die zijn laatste
sigaratte bad opgerookt en, toen Diemand
hem een nieuwe had gegeven, in een stoel
bij de deur was gaan dutteD. HalislapeLd
antwoordde hij op de vragen, die Nevill
en Stephen hem deden.
Mademoiselle was misschien wel thuis
gekomen. Hij wist het echter niet beslist.
Maar, zeker, bij zou wel even aan de deur
van mademoiselle kloppen, als de gentle
men daarop stonden, ofschoon het al dicht
bij elf uur was en het jammer zou zijn
de jonge dame wakker te maken als zij
sliep.
„Klop dan zachtjes," beval Stephen, Als
ze wakker is, zal ze je wel hooren."
De portier ging met loome schreden de
trap op, om eenige minuten later terug
te keeren met de mededeeling, dat hij
gedaan had, zooals hem was gezegd, en
dat hij geen antwoord had gekregen.
„Maar," zoo voegde bij er aan toe, „men
zou zeggeD, dat er een zwak licht door
het sleutelgat kwam."
„Ellendeling, om te durven kijbeD 1"
mompelde Stephen.
Er was echter voor hen beiden voor
het oogenblik niets meer te doen, Het
was al laat, en ze moesten het er nu
maar voor houden, dat miss Ray thuis
gekomen en naar bed gegaan was.
HOOFDSTUK XIII.
Dien nacht droomde Stephen allerlei
verwarde droomen over Victoria. Won
derlijke en de meest onbegrijpelijke dingen
gebeurden er achter een gesloten deur
hij kon er echter maar niet achter komen
wat, hoewel het hem toescheen of hy zijn
geheele leven al zijn krachten had besteed
om het geheim uit te vorsoheD. Vroeg
in den morgen, nog voor hij zich had ge
kleed, bracht Mohammed hem een brief;
slechts één, op een klein blaadje. Het
was de eerste blief, dien hij sedert zijn
vertrek uit Londen ontving.
Hij herkende het handschrift met den
eersten oogopslag, ofschoon hij het m
slechts eenmaal had gezien, in een brief,
aan lady MacGregor. De brief was
Victoria en geadresseerd aan mr. Stepb;
Knight." Zij wist blijkbaar niet, dat 1
een praedicaat voor zijn naam had.
„Waarde mr. Knight," aldus las bij,,i
weet niet wat ge van mij den ben m!
wanneer ik u heb gezegd, wat ik ga doei
Maar, wat ge ook moogt denkeD, geloei
nooit dat ik ondankbaar beD. Werkeliji
werkelijk, dat ben ik Diet. Ik vind bi
verschrikkelijk heen te gaan zonderuMi
eenmaal gezien te hebben, maar ik moei
en ik kan u zelfs uiet eens zeggen waans
of waarheen ik ga dat is nog bd
ergste. Maar, wanneer gij het waar®
wist, daD, daar beu ik zeker van, zouci
gij gevoelen, dat ik niet anders mag bat'
delen, dat mij geen andere weg openstaat
Voor en boven alles moet bij mij gau
het welzijn van mijn zuster. Alles mod
daaraan opgeofferd wordeD, ook wat ui
veel, zeer veel waard is.
„Gij moet echter niet deokeo, uit w'
ik hier schrijf, dat ik mij een groots op
offeriog ga getroosten, in den zin v«!
eenig gevaar of nadeel voor mijzelf.
opoffering is deze, dat ik de kaos zal loopss
dat gij mij van ondankbaarheid, van of
hartelijkheid zult beschuldigen en dat i'
uw vriendschap verliezen zal. Dit is bd
eenige gevaar dat ik loop, geloof mij
maak u dan niet bezorgd om mij, en 4
bid u, vergeef mij, als gij kunt. Dit alle5
moet u wel zeer geheimzinnig voorkom®!
maar het is waarlijk niet omdat ik mij i*
zulk een waas van geheimzinnigheid
hullen, doch alleen omdat de omstandig
heden mij er toe dwingen.
(Wordt vervolgd.'