N°. 2824
Donderdag 29 October 1914.
28st* Jaargang
Nieuws- en
Advertentieblad.
Binnenland.
Van week tot week.
Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Advertentiën vóór 9 nnr op den dag der nitgave
ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de TJitg. Firma LANGEVELD& DE ROOIJ, Parkstraat, Burg
op TexKL.
Broodprijzen.
De Burgemeester der gemeente Texel
Gelet op de broodprijzen in deze ge
meente
Na gepleegd overleg met do bakkers
patroons te den Burg
Heeft besloten:
met ingang van Maandag 26 October
1914 voor deze gemeente de volgende
maximum-prijzen vast te stellen voor
bruin brood (zoogenaamd grof tarwebrood):
a. bereid als melkbrood met gelijke
deelen melk en water, f 0,17 per kilogram,
gaar gebakken
b. bereid als waterbrood, f 0,16 per
kilogram gaar gebakken.
Texel, den 24 October 1914.
De Burgemeester voornoemd,
GAARLANDT.
17—84 Oct.
De moeilijke omstandigheden die door den
oorlog ook over ons land zijn gebracht raken
in de eerst6 plaats wel hen, die tot een
regeerings- of bestuurstaak geroepen z\jn.
En waar ten onzent, niettegenstaande ber
gen van bezwaren en menigerlei gevaren,
het staatkundig en maatschappelijk leven
zonder al te veel stoornissen zjjn gewonen
gang kan gaaD, daar is dat een hulde aan
de verdiensten van onze regeering, die reeds
in elk opzicht bewijzen van wijs beleid en
groote stuurmanswijsheid heeft gegeven.
Was de positie van het Kabinet Cort van
der Linden al dadelijk by den aanvang niet
van de aangenaamste, door de zwaar-ver-
hypotheekto nalatenschap die het te be-
heeren kreeg, de groote oorlog plaatste de
regeering voor nog veel grootere moeilijk
heden, die ze inderdaad tot nog toe schit
terend is te boven gekomen, maar welke
buitengewoon veel van de krachten der
regeering8personen vergden en nog steeds
bleven vergen.
Een hunner is daartegen niet bestand
gebleken. De Staatscourant bracht dezer
dagen het bericht, dat de minister van
financiën, de heer Bertling, ontslag heeft
gevraagd en dat minister Treub in zijn
plaats zal treden. Geheel onverwacht kwam
dit bericht niet. Reeds eenigen tijd geleden
deed een gerucht in de pers de rondte,
waarin werd medegedeeld, dat minister
Bertling aan heengaan dacht, omdat z(jn
taak hem te machtig werd. Dit laatste is
waarschijnlijk ook de reden van het heen
gaan van dezen bewindsman geworden. De
door den oorlog in het leven geroepen toe
stand, die zoozeer op 's lands financiën een
ernstigen terugslag gevoelen laat, zal aan
het besluit van den heer Bertling wel niet
het minst schuldig zijn.
Minister Treub, wiens werkkracht en
doorzicht bewondering wekt, zal voorloopig
landbouw er maar bij houden, 't Getuigt
van groot krachtsbewustzijn, maar het ligt
voor de hand dat met het benoemen van
een opvolger voor het Landbouwdeparte-
ment wel niet zoo lang zal worden gewacht.
Ook dat departenent heeft een vollen man
noodig, evenzeer als dat van de schatkist
waarvan de bodem doorloopend te zien is.
Men spreekt van Dr. Bos als opvolger van
den heer Treub en beter keuze zal moeilijk
gedaan kunnen worden.
De moeilijkbeden voor de regeering zijn
niet gering, maar het laat zich aanzieD,
dat de tijdelijke verzwakking van het
Kabinet ten slotte in een versterking zal
verkeeren.
We gewaagden boven van de groote
stuurmanswijsheid door onze regeering in
de laatste zoo moeilijke maanden getoond.
En terecht. Zichtbare en verborgen gevaren
bedreigden en bedreigen nog het scheepje
onzer neutraliteit. Maar de man op de uit
kijk ziet scherp toe en de man aan het roer
houdt het stuurrad met vaste hand en de
commandant verlaat do brug geen oogen-
blik. Met nauwgezetheid wordt gewaakt dat
het scheepje geen streep uit de koers gaat.
Het stemt tot voldoening, dat dit ook in
de pers van onze buren waardeering vindt,
al mag er soms ook een enkel al te ont-
stuimig blad buiten het goede spoor gaan.
De in- en uitvoerkwestie en de handels
beweging stelden de regeering voor moeilijke
vraagstukken, die ze echter zoo wist op te
lossen dat alle partijen bevredigd waren.
Was de toon der Fransche en Belgische
pers in het algemeen aanvankelijk ons niet
gunstig gezind, dank zij onjuiste bericht
geving, thans is dat anders nu Holland aan
het zwaar beproefde Belgische volk de
hechtste bewijzen van naastenliefde heeft
kunnen schenken. En mocht er al een enkel
Duitsche schrijver van minder vriendelijke
bedoelingen jegens ons land hebben blijk
gegeven, daar tegenover staan tal van be
wijzen, dat men in Duitschland overtuigd
is, dat Nederland zoo nauwgezet mogelijk
de plichten zijner onzijdigheid vervult.
Zelfs mag met voldoening gewaagd worden
van de waardeerende woorden waarin door
sommige Duitsche organen gesproken werd
over de wijze waarop onze regeering en ons
volk hun moeilijke taak in deze bewogen
dagen verrichten.
Onze onzijdigheid eischt zware offers van
ons, ook omdat onze handel zich niet vrij
bewegen kan en de handel toch een belang
rijke tak is van ons volksbestaan, maar
het mag tot dankbaarheid stemmen, dat
de beteekenis van de regeeringsmaatregelen
ook al hebben die hun onaangename en
schadelijke zijde, in de breede kringen van
ons volk op de juiste waarde wordt geschat.
—o—o—o—
Met dat al is het een troostelooze tijd,
ook voor ons, al hooren we den oorlogs-
donder ook slechts uit de verte en giDg de
oorlogsstorm tot nog toe ons huis voorbij.
Diepe deernis moet wel ieders hart ver
vullen bij het lezen over al de ellende die
in stroomen over de landen van Europa
uitgegoten wordt en bij wien rijst niet
schier dagelijks de verzuchting op„och,
kwam er toch spoedig een einde aan al
dien jammer."
Acb, wij weten ook, dat het misschien
nog lang, heel lang zal duren. Weken aan
weken duurt nu reeds de ontzaggelijke
worsteling in west- en oost-Euiopa tusschen
de grootste legers die men ooit saamge
trokken zag en nog steeds lijkt het einde
even ver als bij den aanvang. Groote veld
slagen en verwoede gevechten werden er
reeds menige geleverd, maar geen der par
tijen kan nog met een onbeklemd hart de
toekomst tegemoet zien. Niemand is er die
zich aan eenige voorspelling durft wagen.
En we weten het, dat zelfs een voorloopig
beslissende slag nog geen einde zal maken
aan den strijd. Voor één der beide partijen
niet volkomen terneer is geslagen, zal er
geen vrede denkbaar zijn. Reeds voorlang
verklaarden Engelsche ministers het, dat
de strijd niet zou worden gestaakt voor en
aleer het Duitsche militarisme vernietigd
of met andere woorden Duitschland vol
komen overwonnen is. En in Berljjn sprak
men dezer dagen in dezelfden toon. Toen de
Pruisische Landdag bijeen kwam om onder
gejuich een bedrag van V/9 miljard voor
oorlogsdoeleinden toe te staaD, legde de
voorzitter namens de regeering de ver
klaring af, dat Duitschland niet eerder don
strijd zal opgeveD, voor het loon heeft ge
kregen voor de geweldige offers en de
zekerheid, dat h6t niet weder in zulk een
oorlog zal worden gewikkeld.
Volgens berekening van sommigen zfjn
er tot nu zoo ongeveer een miljoen soldaten
buiten gevecht gesteld. In Frankrijk en
Duitschland liggen zoowat alle steden vol
gewonden. En telkens worden nieuwe
troepenmassa's naar de fronten gezonden
om de verliezen aan te vullen Het zwaarst
wordeD door den krijg Frankrijk en Duitsch
land getroffen, omdat er allen ten strijde
uitgetrokken z(jn tot de beste krachten
uit de kringen van wetenschap en kunst
toe. Van beide landen kan gezegd dat heel
het volk te wapen is geloopen en dat beide
als volk het zwaarst worden getroffen.
Mannen, die voor de economische ontwik
keling van de landen van groote beteekenis
hadden kunnen zjjn liggen dood op het
slagveld. Beduidend minder zwaar wordt
de logge Russische kolossus getroffen en
het minst van allen wel Engeland, dat
enkel een leger van huurlingen uitzendt
en wat wetenschap handel en bedrijf be
treft op zjjn volle kracht blijft.
Dit is mede oorzaak, dat de stemming
in Duitschland jegens Engeland zoo bitter
is, al staat daarnaast ook het feit, dat
Engeland op zee nog de oppermachtige
blijlt.
De stiijd zal tot het einde moeten worden
volstreden, dat schijnt thans wel de alge-
meene gedachte te zijn. En van dat einde
is nog niets te zien. Onverminderd in
kracht duurt de reuzenworsteling voort,
zoowel in het oosten als in het westen en
een beslissing blijft nog steeds uit. In de
afgeloopen week is er op beide oorlogs
terreinen heviger dan ooit gevochten en de
berichten wijzen er op, dat de strijd nog
steeds voortduurt. Zal de oorlog thans
spoedig de een of andere wending nemen
Men zou het haast denken, en men hoopt
het, al waagt niemand zich meer aan
voorspellingen.
o—o -o
Vooral de strijd op het westelijk oorlogs-
tooneel heeft in de laatste dagen de aan
dacht tot zich getrokken, want er werd
heviger dan ooit gevochten. Inzonderheid
was dit het geval op het meest westelijk
deel der gevechtslinie, waar de Duitschers
krachtige pogingen deden om de geallieer
den te verslaan. Het Duitsche leger, dat
door West Belgie trok en het overschot
der Belgische tro-pen voor zich uitdreef
vereenigde zich met den Duitschen rechter
vleugel in noord-Frankrijk waardoor de
gevechtslinie tot aan de kust verlengd
werd. De geallieerden boden op het front
Nieuwpoort—Dixmuiden—LaBassee Arras
heftigen tegenstand, schenen van plan de
de Duitschers te omvatten en terug t«
werpen om in den rug van liet groote
Duitsche leger te komen, doch tot nog toe
gelukte hun dit niet. En de Duitschers, die
den opmarsch langs de zeekust Daar
Duinkerken en Calais zouden willen voort
zetten, slaagden evenmin. De strijd op het
laatste hoekje Belgische grond en in noord
west-Frankrijk duurt nog in hevigheid voort.
Zal daar eindelijk een beslissende gebeur
tenis vallen
Ook op de aodere gedeelten van het
reusachtige gevechtsfront langs de Fransche
grenzen is in de laatste dagen hevig ge
vochten De Duitschers hebbeD iu Belgie
hun 'handen vrij gekregen en hornamen over
de geheele linie met kracht het offensief.
Toch bleef een belangrijke beslissing tot
nog toe uit.
Ook op het oostelijk oorlogstooneel woedt
de strijd thans weder in hevige felheid.
Belangrijke krijgsbedrijven wordsn afge
speeld, al valt over de resultaten ook nog
niet veel te zeggen, daar het nog precies
gaat als 't reeds zoovaak in dezen oorlog ge
gaan is: beide partijen gewagen van overwin
ningen, Twee ding6n staan echter vrijwel
vast, n.l. dat het offensief der Russen tot
staan is gekomen en dat Warschau ernstig
door de bondgenooten wordt bedreigd. De
zegevierende opmarsch der Russen in Galicië
en Polen is gestuit en ze schijnen de handen
meer dan vol te hebben om zich de
onstuimige aanvallende vijanden van het
lijf te houden.
Zal eindelijk ook hier thans spoedig een
beslissing vallon
—o—o—o—
Op zee heeft eindelijk weer eens een
belangrijke ontmoeting plaats g6hud, zoo
als we reeds vermeldden. Er werd een
open zeegevecht geleverd tusschen vier
Duitsche torpedobooten en eeD Engelsche
kruiser met vier Engelscho torpedojager?.
De Duitschers moesten voor de overmacht
bukken, alle vier Duitsche booten werden
in den grond geboord, terwijl de Engelschen
zoo goed als geen verliezen led6n. Het is
ongetwijfeld een pijnlijk verlies, dat de
Duitsche marine daardoor geleden hééft
al laat de Duitsche pers het ook voorkomen
alsof het zoo goed als niets te beteekenen
heeft. De Duitsche admiraliteit legde er
inzonderheid den nadruk op, datdeEogel-
sche overmacht zeer groot was en dat de
Duitsche torpedobooten veel kleiner waren
dan de Engelsche. Niettegenstaande dat
blijft het een beduidend verlies voor de
Duitsche vloot. Slechts twee overlevenden
werden door een Engelsch schip opgepikt
en zullen in het vaderland van deze ramp
mededeeling kunnen doen.
TEXEL, 28 October 1914.
De liefdadiglieidsuiattch.
Zoo in den eersten opslag komt ons,
en zeker velen met ons, sport en lief
dadigheid als een zonderlinge combinatie
voor.
Sport doet allereerst denken aan vlug
heid, kracht en gezondheid, liefdadigheid
veronderstelt hulpbehoevendheid, zwakte
of ziekte en toch wat ligt bij nadoie
beschouwing meer voor de hand als dat
de gezonden, de krachtigeD, steunen hen
die hulpbehoevend en zwak zijn.
Onze Belgische uitgewekenen nu, zijn
gelukkig niet allen zwak, maar hulp
behoevend zijn, zij, die in onze gemeente
geherbergd zijn zonder uitzondering, de
stoere mannen en de gezonde vrouwen
zoo goed als de kiDderen en de ouden
van dagen.
Denken wij ods zelf in hunne plaats,
in een vreemd land en zonder middelen,
wat moest er van ons komen, indien
niet de inwoners van dat land ons
steunden naar mate van hunne krachten,
overgeleverd als wij zouden zijn aan
honger en ellende.
Onze regeering, ons land en z'n inwo
ners worden om het zeerst geprezen,
maar kan het anders, wanneer men
bedenkt, dat de toestand waarin die
arme uitgewekenen verkeeren, bij een
TEXELSCHE COURANT
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Borg 30 Cts. Franco per post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naur Amerika en andere
l'.nden met verhooging der porto's.
Prijs der Adverlentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel moer 6 Ct.
Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 3 Cts. per nummer.
0-0-0