N°. 2825 Aondag 1 November 1914, 28st# Jaargang Nieuws- en Advertentieblad. Land- en Tuinbouwbrievcn. Bi du en land Gemengd Nieuws. Bit blad verschijnt Woensdag:- en Zaterdagavond Abonnementsprys per 3 maanden. Voor den Boeg 30 Cts. Franco per post door ge heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere hnden met verhooging der porto's. Advertentiën vóór 9 nar op den dag der uitgave Prijs der Advcrlentièn. Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regel meor 8 Ct. Groote letters en Vignetten worden naar plaatsruimte berekend. Bewijsnummers 3 Cts. por nummer. ABONNEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen by de TJitg. Fibma LANGEVELD& DE R O O IJ, Parkstraat, Burg op Tex el. XLV. Kunstmest op slecht grasland. Er liggen in Nederland nog honderde bunders grasland, meest vrij laaggelegen, dikwijls 's winters grootendeels onder water staande die elk jaar gehooid worden en waaraan zoo goed als niets wordt gedaan. De planten, die op deze landerijen groeien, geven zoo in totaal schijnbaar nog een vrij goed beschot, maar behooren toch tot de beslist minderwaardige weideplanten. Iets anders is trouwens op de bedoelde gronden niet te verwachten. De lage ligging en de stelselmatige ver- waarloozing kunnen geen anderegevolgen hebben. Doordat de op deze graslanden groeiende planten, voornamelijk bies- en zeggeachtige op gras gelijkende gewassen, in den zomer dikwijls een vrij dicht planten kleed vormen, heeft de practijk van de op brengsten, niet het minst waar het de qualiteit betreft een veel te hoogen dunk. Juist het bijna uitsluitend voorkomen van de z.g.n. „slechte" grassen en weide planten, en het ontbreken van de op goede weiden groeiende betere grassen maakt het oordeel vrij gemakkelijk. Veelal wordt bijv. een goede bemesting als niet eens noodig of als niet rendabel beschouwd. De telken jare opnieuwver- huring, die vaak voorbedoelde hooilanden regel is, houdt helaas een verbetering door bemesting erg tegen. Dat een doelmatige bemesting van zulke graslanden echter de opbrenst aanmerkelijk kan verbeteren is op vele proefvelden met name uit Friesland gebleken. Zoo vertelt de heer A.Rauwerda, leeraar aan de Rijkslandbouwwinterschool te Leeuwarden, in zijn Toelichting bij de Uitbeelding van de typische graslandvege taties in Friesland, welke het vorige jaar op de groote landbouwtentoonstelling de aandacht van zoovelen heeft getrokken, van een drassig stuk grasland op laagveen, dat voor 1903 nooit bemest werd. In genoemd jaar werd het land voor proefveld aangelegd en naar behoefte bemest. In 10 daarop volgende jaren kreeg het land acht maal slakkenmeel naar 400—1000 K.G. per H.A. eveneens acht maal kaïniet naar 500—1000 K.G. per H.A. en driemaal kalk naar 1500 K.G. per H.A. De stikstof, als chilisalpeter, werd alle jaren gegeven aan vankelijk naar 100, later naar 150 en ver volgens 200 K g. per H.A. Deze bemesting bewerkte een kolossale oogstvermeerdering. De opbrengst van het onbemeste perceel bedroeg in 9 jaren 21400 en in denzelfden tijd van het volledig bemeste perceel 53500 K.G. hooi. Het plantenbestand op het bemeste perceel is echter sterk gewijzigd en steekt zeer gunstig af bij het onbemeste perceel, dat in hoofdzaak den vroegeren toestand nog weergeeft. Verschillende onkruiden en slechte planten o.a. wollegras, kruipwilg en schapegras zijn geheel verdwenen, andere, zooals reukgras en biesachtige gewassen zijn belangrijk achteruitgegaan. Te voorschijn zijn ge komen de volgende goede of uitstekende weideplantengeknikte vossestaart, ruw beemdgras, veldbeemdgras, witte klaver, roode klaver en kamgras. Vermeerderd zijn de volgende zeer goede of voor dit land althans goede weideplantenbeemd langbloem, meelzaai, rood zwenkgras. Ook in het te voorschijn komen van andere weidekruiden, die in goed land gewoonlijk aangetroffen wordeD, bljjkt de belangrijke verbetering door de bemesting. Misschien kan dit voorbeeld in den kring onzer lezers mede een prikkel zijn om iets meer in deze richting te werken. Een rendabele verhooging van de productie van onzen bodem is niet alleen een belang van den grondgebruiker, maar kan als een alge meen belang worden aangemerkt. H. v. S. TEXEL, 31 October 1914. Nut. Een wandeling door bet heelal binnen drie uur tijds gaat alle bekende snel heden te boven, ook die van de kanons kogels die daar zoo dicht aan de grenzen van ons vaderland in alle richtingen over veld en duin en zee gieren. Toch hebben wij, de pauze zelfs inbegrepen, de reis in minder tijd afgelegd. 't Is waar, ons bezoek aan de hemel lichamen buiten ons zonnestelsel was heel vluchtig en diende dan ook meer om een beeld te geven van de onmete lijke en onbegrensde ruimte van het heelal, maar de planeten binnen ons zonnestelsel van Mars tot Jupiter en Saturnus niet te vergeten, we hebben ze allen bezocht. We hebben Saturnus met den ring gezien vanaf de aarde en vanaf Mars, we hebben gezien onze zon en de banen van onze aarde en de overige planeten, we hebben de maan gezien en de bergen en de kraters daarop, we hebben gezien de baan van de komeet van Haley. Onder leiding van onzen bekwamen gids Dr. van Klinkenberg aanschouwden wij de sterrenwacht te Leiden en de afdeeling waar uit de stand der sterren de ware tijd wordt bepaald. Toegelicht door zijne deskundige ver klaringen heeft hij ons laten zien de koepels en de kijkers van de sterren wachten te Petrograd (St. Petersburg), te Chicago, te San Francisco. Hij heeft ons de ontwikkelingsgang van de wetenschap der sterrenkunde medegedeeld, hij heeft onze kennis op- gefrischt en vermeerderd. De voorzitter, de heer Kuperus, leidde den heer Klinkenberg|met een kort woord bij de vergadering in en bracht hem aan het slot den welverdienden dank van de vergadering, om daaraan, in verband met het onderwerp, op de hem eigene voorbeeldige wijze een beschouwing vast te knoopen over de gruwelen van onze dagen, eindigende met den wensch dat spoedig weder licht, vrede en rust moge heerschen. Nederlands onafhankelijkheid. Mr. Troelstra, die te Berlijn vertoeft, vernam van zijn partijgenoot Adolf Müller, dat de Duitsche regeering er niet aan denkt de onafhankelijkheid en vrije wilsbepaling van Nederland te schenden en dat zij op geene wijze zal trachten Holland een verhouding tot Duitscbland op te dringen, die niet overeen zou ko men met den vrijen wil van Nederland. Mr. Troelstra wendde zich tot den Duitscben onder-staatssecretaris Zimmer man, die den heer Troelstra naar aan leiding daarvan o.a. verklaarde, dat hij de woorden van den heer Müller slechts kon bevestigen. Volk. Bet Servisch wapenschild. Zooals men zich zal herinneren, werd destijds het Servische wapenschild van het generaal consulaat te Amsterdam, even voor den oorlog-, toen de moord te Serajewo de gemoederen nog bezighield, afgerukt. Pogingen om dat wapenbord terug te vinden, faalden, maar direct viel de aan dacht op de bemanning van het Oosten- rijksche schip „Thalia", een toeristenboot van den Oostenrijkschen Lloyd, dat des tijds (evenals thans) in de Amsterdam- sche haven lag. Zekerheid kreeg men echter niet. Thans vernemen wij, dat een lid der bemanning van de „Thalia® verteld moet hebben, dat hij de dader was. Deze persoon is echter dadelijk voor militairen dienstplicht naar Oosten rijk vertrokken, zoodat natuurlijk verder aan die zaak niets meer te doen zal zijn. Ergerlijke baldadigheid. Toen Vrijdagavond te Middelburg de hoofdagent van politie H. met zijn familie en de bij hem vertoevende Belgische vluchtelingen rustig in de achterkamer van zijn woning zat, hebben tot nu toe onbekende daders, hetzij uit baldadigheid hetzij met opzet, door het openstaand raam in de voorkamer de gordijnen in brand gestoken, waardoor ook het behang en bet plafond ernstig beschadigd werden. Alleen door het vlug optreden van H., zijn gasten en de buren, werd het vuur spoedig gebluscht. En onderzoek wordt ingesteld naar de laffe daders. Eet vluchtelingen-vraagstuk. Een groot aantal gemeentebesturen heeft zich gewend tot het Departement van Financiën om voorschotten, teneinde te kunnen voorzien in de uitgaven, noodig voor het onderhoud van de Bel gische vluchtelingen. Het juiste aantal hier te lande ver toevende Belgen is nog niet op te geven maar als zeker mag worden aangenomen, dat dit getal niet ver beneden één mil» lioen is. Hiervan worden velen door particu lieren onderhouden, maar verreweg het grootste deel komt ten laste van het Rijk. Neemt men nu aan, dat de verplegings- kosten per hoofd f 0,80 per dag bedragen en dat het aantal van Rijkswege te onderhouden Belgen op circa 500,000 mag worden geschat, dan is dit voor het Rijk een uitgave van f 150,000 per dag. De voor dit doel aan de Begeering toegestane f 100,000 waren aangevraagd vóór den val van Antwerpen. De Regeering zal dan ook wel binnen kort met een nieuwe credietaanvraag moeten komen. Verscheidene Engelsche bladen bespre ken het vluchtelingen-vraagstuk, ten opzichte van Nederland, dat naar zij zeggen accuut geworden is, daar de hulpbronnen van dat land overbelast zijn door voor duizende vluchtelingen te moeten zorgen. De Daily Graphic zegt, dat zoodra de noodige schikkingen zijn getroffen Enge land zich gelukkig zal gevoelen, Nederland te hulp te komen. Miss Sheepshanks, die dezer dagen uit Nederland teruggekeerd is, wijst ook op de noodzakelijkheid, dat Engeland Neder land te hulp komt en dringt er op aan- dat schepen zullen worden gezonden, om de Belgische vluchtelingen naar En geland over te brengen. Anders zegt zij zouden de Belgen teruggedreven worden naar hun land, ofschoon zij daar, heen niet wenschen terug te keeren, zoolaDg Belgie onder Duitsch bewind is, Te Sluis (Zeeland) waar zich nog 400 vluchtelingen bevinden, wordt thans uit Engeland witte-brood aangevoerd. Vijf en twaalf of faif en zwalf. Dezer dagen is meegedeeld, hoe men aan de grenzen door middel van de uit spraak van een woord tot de wetenschap komt, of men met een Duitscher of Hol lander te doen heeft. Het daar thans toe gepaste middel is ouder dan onze jaar telling. In het Boek der Richteren van Israël (geschreven plm. 600 v. Chr.) wordt ons verhaald, hoe de mannen van Gilead de veren van den Jordaan bezetten, om den Efraïmieten den overtocht te belet ten. Wilde iemand de rivier overtrekken, dan lieten ze hem het woord „Sjibboteth" (korenaar of stroom) zeggen. Sprak hij het uit als „Sibboleth" dan was daarmee 't be wijs geleverd, dat hij een Efraïmiet was en werd bij gedood. Het woord Sjibboleth leeft in onze taal nog voort in den zin van „kenteeken." N.v.d.D, In verband met de benoeming van den heer Jan Bronner te Haarlem tot hoogleeraar aan de Rijks-Academie van Beeldende kunsten te Amsterdam, ont- leenen wij aan de Opr. H. Ct. het vol gende De heer Bronner tot voor korten tijd in kleinen kring bekend, maakte eerst naam toen de jury met algemeene stem men zijn ontwerp Beetsmonument be kroonde. By die gelegenheid hebben wy reeds een en ander over zijn levensloop verteld. Met enkele aanvullingen komt z'n levens geschiedenis op het volgende neerDe heer Bronner werd te Schagerbrug ge boren, kwam op 8-jarigen leeftijd met zijn ouders naar Haarlem, en is thans 32 jaar oud. Hij genoot gewoon lager onderwijs, en moest toen onmiddellijk aan den arbeid en kwam in de leer by een schilder. Zijn lust tot teekenen en houtsneden bleef niet onopgemerkt, en zoo kwam het dat dr. Greshoff hem de opdracht durfde geven het beeld van Rumphius in Indisch teakhout te snyden. (1905). Geld om te studeeren was er niet, maar na de gelukkige afleveringen van het Rumphiusbeeld werd de aandacht van onze Koninginnen op den jongen man, die toen reeds 25 jaar was gewor den, gevestigd, hy kreeg een beurs van de Koninginnen en werd leerling van wijlen professor Bart van Hove aan de academie voor beeldende kunsten te Amsterdam. Vier jaar lang studeerde hij daar viytig ontwierp in dien tijd onder meer een relief in marmer van wyien den heer W. Robert, ontving de opdracht voor het koloniaal museum het beeld van wijlen dr. Greshoff in hout te snyden, (1910), ontwierp een jaar te voren (1909) den gedenksteen ter herinnering aan ds. Tideman in de Remonstrantsche kerk te Haarlem, en bij het voleindigen van zijn studie dong bij mee naar den prix de Rome, doch, zooals hy ons zeide, dat was een wanhopige mislukking. Hij vestigde zich te Haarlem, en had eerst zijn atelier in een poort in de Houtstraat boven op een zolder. De bestellingen namen toe en nu is zijn atelier gevestigd op het terrein de Phoenix waar hij ook het Beetsmonument heeft ontworpen. Daar in zijn aardig houten paviljoen hebben we den jongen, sympathieken beeldhouwer even opgezocht en hem gs- lukgewenscht met zijn benoeming, tevens onderscheiding. Ja, dat had ik drie jaar geleden niet gedacht, toen ik als leerling wegging dat ik daar nog eens als hoogleeraar zou terugkomen, zeide hij. En dan in de plaats van prof. Bart van Hove, mijn leermeester. Natuurlijk ben ik zeer gelukkig met deze benoeming welke mij in staat stelt mij geheel aan de beeldhouwkunst te kunnen blijven wijden. Eet mijnengevaar. Naar Het Volk verneemt is Zaterdag de thuis komende mailboot „Prinses Juliana", van de Mij. Zeeland te Vlissin- gen, door een Engelsch marine-vaartuig aangehouden en heeft het daarbij ten aanhoore van de passagiers de mededee- ling ontvangen, dat drijvende mijnen op 6 a 7 plaatsen in de route der booten van de Mij. waren gerapporteerd. Het waren Dnitsche mijnen, die by de minste aanraking ontploffen. Er werd een nieuwe route aangegeven, waardoor men hoopt het gevaar te ontgaan. Tarwe aangelcocht. Een 6500 H.L. ongedorschte tarwe is in IJ- en Houtrakpolder a f9,20 voor het Rijk opgekocht. TEIELSCHS COURANT.

Kranten Regionaal Archief Alkmaar

Texelsche Courant | 1914 | | pagina 1