51'
■I
!874
Donderdag 29 April 1915.
28sU Jaargang
06
Nieuws- en
>,M
Advertentieblad.
Bbï nenland.
Bü;
-lSimêe ster en Wethouders der Ge-
Texel, brengen ter openbare
dat op 23 April 1915 bij hen
tomen een verzoekschrift van
9 LIPS, van beroep koopman,
j j te den Burg, om verlof voor
•koop van alcoholvrijen drank,
jeld onder letter b, sub. 2, art.
c Drankwet in de navolgende
_;eitende gelagkamer en voor-
Zs1 van het perceel, kadastraal
-.Gemeente Texel, sectie K, r.o.
O aatselijk gemerkt wijk B, no. 13
ffergen aan de z. g. vischmarkt,
week tof week.
55.
BRB
i v err
it-ej? Dit blad verschijnt Woensdag- en Zaterdagavond
Abonnementsprijs per 3 maanden.
Voor den Burg 30 Cts. Franco pa- post door ge
heel Nederland 45 Cts. Naar Amerika en andere
hnden met verhooging der porto's.
s
Advertentiën vóór 9 nnr op den daic der uitgave
Prijs der Advertentièn.
Van 1 tot 5 regels 30 Cts. Iedere regol meor 5 Ct.
Groote lettors, en Vignetten worden naar plaatsruimte
berekend. Bewijsnummers 2 Cts. por nummor.
NEMENTEN en ADVERTENTIEN worden aangenomen bij de Uitq. Firma LANGEVELD& DE ROOI.T, Parkstraat, Bürg opTbxsl.
less!
EKENDMAKING.
DRA i\ K W E T.
i twee weken na de dagteekening
«kendmaking kan een ieder tegen
rleenen van dit verlof schrif-
"fejezwaren bij Burgemeester en
grders inbrengen.
den 23 April 1915.
eneester en Wethouders voornoemd,
b scretaris, De Burgemeester,
££JKER. GAARLANDT.
'M
17-24 April.
jiweéde Kamer komt zoo langzamer-
J"eer in haar oude doen en de tee-
an de kwaal waarmede ze voor den
oo; zeer behept scheen en die breed
heid heet, beginnen zich weer on-
md te vertoonen. Zoo bracht ze
ni geheele afgeloopen week zoek met
ndeling van het wetsontwerpje dat
idiwing had ingediend in het belang
Nederlandsche zeevarenden. Een
dat na langdurige en zwaar-op-de-
e debatten ten slotte nog gernak-
D oor de regeering in veilige haven
rden gebracht.
^wetsontwerp tot verzekering van
iden was een direct uitvloeisel van
logstoestand. Het handwerk onzer
sten is er sedert den oorlog uitbrak,
^faderheid na de ontaarding van den
g, niet aangenamer en gemakkelij-
geworden. Ze worden thans niet
jmringd door de gewone gevaren
rm en schipbreuk, maar de oorlogs
van mijnen en torpedo's zijn daarbjj
n. Het zeeman zijn is een uiterst
jk beroep geworden en van alle
vooral in de tot oorlogsgebied
rde wateren, grijnzen hen de ge varen
nacht aan. De lust om uit te
an onder dergelijke omstandigheden
oot zijn en de reederijen hebben
om hun schepen bezet te houden,
't de regeering bewogen maatregelen
wegen in het belang van onzen
en van onze zeevarenden. En in
etsontwerp bepaalde ze dat voort-
ïn schepen zullen mogen uitvaren,
het personeel daarvan voldoende
ongevallen is verzekerd. Omtrent
,e van verzekering liet de regeering
mgelijke vrijheid onder bediDg echter
W uitkeeringen niet bij die van de
rzekering mogen achterstaan. Waar
r een noodmaatregel betrof wenscht
jeering niet de schippers in de be-
j ongevallenwet op te nemen. Lang
ed werd door de Kamer over de
I van gedachten gewisseld en om
kort te gaan de Kamer gaf wat toe en
de regeering deed dat en zoo werden beide
het ten slotte eens en kwam het ontwerp
tot stand. De voornaamste bepalingen zijn,
dat alle zeevarenden verzekerd moeten zijn,
zoodat wanneer hun een ongeval overkomt
hun nabestaanden vrouw, kinderen,
ouders, schoonouders recht op uitkeering
zullen hebben. De reeders hebben te zorgen
dat het personeel hunner schepen ver
zekerd wordt en de eigenaars der grooto
reederyen zullen de kosten daarvan geheel
hebben te dragen. Aan de kleine reederyen
kan voor 50 pCt. in sommige gevallen tot
75 pCt. uit de Staatskas in de verzekerings
premie worden tegemoet gekomen.
Terugwerkende kracht zal het ontwerp Diot
bezitten.
We gelooven dat de aanneming van dit
wetsontwerp met instemming mag worden
begroet. Het zal den zeevarenden een ge
ruststellende gedachte zijn bij de uitoefeniug
van hun in deze tijden zoo gevaarlijk be
roep, dat indieii het noodlot hen mocht
treffen, hun betrekkingen niet onverzorgd
achterblijven. Dat zal de lust om uit te
varen doen toenemen en dit op zijn beurt
onze handel en scheepvaart ten goede
komen.
Na de afbandeling van dit ontwerp is in
de Kamer de strijd begonnen om bet wets-
ontwerp-Aalberse inzake oneerlijke concur
rentie. De tegenstanders brachten er al
heel wat zware stukken tegen in stelling
en commacdant-Aalberse zal menige storm
aanval op zijn bolwerk hebben af te slaan,
—o—o—o—
Een eenigszins verrassend bericht bracht
het officieuse Haagscbe corresspondcntie-
bureau in de afgeloopen week, betreffende
het doel van de reis die Dr. Nolens, het
katholieke kamerlid, naar Rome heeft
ondernomen. In dat half-ambtelijke bericht
toch wordt gezegd, dat de reis van Dr.
Nolens tot strekking heeft om de regeering
zoo mogelijk in te lichten nopens pogingen
welke volgens verspreide berichten door het
Yaticaan in het werk worden gesteld, ter
bevordering van het herstel van deo vrede.
Dit is een mededeeling die niet van belang
ontbloot kan wordeu geacht. Er blijkt vrij
zeker uit, dat Dr. Nolens met de een of
andere opdracht onzer regeering naar Rome
is vertrokken en dat hij wellicht als tus
schenpersoon optreedt tusschen odzc re-
geeriDg en den Paus teu einde een vredes
bemiddeling zoo mogelijk voor te bereiden.
De „Maasbode" heelt echter aan het ge
noemde bericht een laDg commentaar
weten toe te voegen, waario bet blad doet
uitkomen dat de zending van Dr. Nolens
bet begin bcteekent van het herstel van
de vertegenwoordiging van Nederland bij
het Yaticaan en „dat mgr. Nolens als aan
gewezen moet worden beschouwd voor den
nieuw te vestigen diplomatieken post."
Een ander gezaghebbend katholiek blad
„De Tijd" maande echter tot voorzichtigheid
aan in het geven van commentaren en sprak
alvast met beslistheid tegen, dat Dr. Nolens
„den nieuw te vestigen diplomatieken post"
zal bezetten.
Wij zijn zeker allerminst geroepen om uit
te maken of het commentaar dat de Maas
bode gaf al of niet vertrouwen verdient,
maar wel meenen we te mogen zeggen dat
het in verband met de huidige omstandig
heden, die bet noodig maken, dat alle
krachten die mogelijk iets tot herstel van
den vrede kunoen doen, worden samen
gebracht, niet onmogelijk is dat het bij de
regeeriog een puut van overweging uit
maakt, hetzij permanent hetzij, tijdelijk de
diplomatieke verbinding tusschen Nederland
en het Vaticaan te herstellen.
We wezen boven op het wenschelfjke dat
de krachten, die iets in bet belang van het
herstel van don vrede vermogen te doen,
samen worden gebracht Ook al lijkt het
ondernemen van een vredesaotie op dit
oogenblik nog vrijwel hopeloos ook al
laat bet zich aanzien dat eerst wanneer
een algomeene uitputting dei oorlogvoeren
de partijen ingetreden is, een algemeen ver
langen naar bet herstel van don vrede tot
openbaring zal kunnen komen dat tijd
stip za! ten slotte eenmaal aanbreken, al
duurt deze onzalige oorlog ook nog zoo
lang. En als dat gunstige tijdstip ge
komen is dan moeten de vredesbemidde-
laars gereed zyn.
We stemmen toe dat het nog een heele
tijd kan aanhouden voor bet zoover is.
Geen enkele der partyen beeft nog het
geloof verloren in een eiudzegepraal, nie
mand is nog volkomen uitgeput,- men telt
zijn jonge weerbare mennen nog bij hon
derdduizenden, al rusten er ook reeds
honderdduizenden onder de groenende
zoden en men heeft nog g6ld in over
vloed. Voor beide partijen staat ailes op het
spol. Een nederlaag, een vrede die met het
zvfaard wordt opgedrongen kan een ramp
worden voor de betrokken landen een
overwinning met het zwaard bevochten kan
de stoutste wenschen bevredigen.En
daarom wordt door beide partyen nog ge
bouwd op de kracht van bet zwaard.
Het oogenblik dat de zwaarden botgeslagen
zijn en de arm strydensmoede neerzinkt
lijkt nog niet dichtbij en aan beide zijden
hoopt men nog op een overwinning.
Meu heeft de hoop nog volstrekt niet
opgegeven. Oaarvap. getuigen maar al te
zeer de hardnekkige pogingen, die in den
laatsten tijd nog door beide partijen werden
ondernomen, om een eindbeslissing nader
te brengen. Inzonderheid op het westelijk
oorlogsfront,- was in dat opzicht de actie
bijzonder levendig in do laatste dagen. Hoe
bloedig en verwoed is er niet gestreden op
de hoogten tusschen Maas en MoezelEet
waren de Franscbe troepen, die hier bet
offensief hernamen en de geallieerden koes
terden (Ig hoopvolle verwachting, dat het
hun eindelijk gelukken zou een bres te
slaan in den IJuitscbsn muur van ijzer en
staal. Tot nog toe echter is het de Frauschen
niet gelukt en na 14 dagen van bitteren
strijd, waarin ze zware offeis hebben ge
bracht, zijn ze slechts enkele honderden
Meters op een paar punten in de gevechts
linie vooruitgekomen. Een pover resultaat,
verkregen ten koste van al 'e zware offers.
Ook in de Vogezen treden de geallieerden
op het oogenblik weder krachtig offensief
op. Ze maakten ook daar eenige vorderin
gen, maar dat ze er meer succes zullen
hebben dan tusschen Moezel eD Maas mag
worden betwijfeld.
Niet minder fel werd er in de laatste
dagen gestreden in West-Vlaanderen, tus
schen Dixmuiden en Yperen en zuidoostelyk
van laatstgenoemde plaats. Door beide
partijen wordt daar offensief opgetreden en
beide behaalden aanvaukelijk reeds eenig
succes. De Engelschen veroverden hoogte
60, die zuidoostelijk van Yperen een groote
uitgestrektheid naar het zuiden beheerscht
terwijl de Duitschers noordelijk van Yperen
in de buurt van Steenstrate vorderiugen
maakten, de Eugelsche-Belgische troepeD
over het Yperenkanaal .terugwierpen en
behalve dat ze 2600 krijgsgevangenen
maakten, ook 35 kanonnen veroverden.
Wie weet hoe bitter daar thans nog om
enkele loopgraven en versterkte punten
gestreden wordt.
Maar ten slotte brengen al dezo „vorde
ringen" „voordeelen" of hoe ze in de
offloieele communique's ook mogen lieeten
geen beslissing van beteekenis. I-Ietbiyven
„schommelingen" in de gevechlslinie, meer
niet, waardoor do algemeene toestand geen
verandering van beteekenis ondergaat.
Dat die verbitterde aanvallen echter nog
maar voortdurend worden herhaald bewyst
dat de krachten nog lang niet uitgeput zyn
on de verwachting eindelijk te zullen
zegevieren nog by goon der partyen ver
dwenen is.
Ook het aanvoeren van nieuwe troepen
en de troepenbewegingen wijzen daarop.
In dat opzicht schynt er thans weer wat
gaande te zyn. Engeland zotte eenvoudig
alle scheepvaartverkeer tusschen de Engel-
sche havens en dc onze stop; waarschijn
lijk in verband met belangryke troepen
transporten. En de Belgische grens werd
in de laatste dagen hermetisch afgesloten,
naar verondersteld wordt met het oog op
belangrijko troepenbewegingen. Dat alles
wijst er op dat nieuwe belangrijke oorlogs
gebeurtenissen op het westelyk front aan
staande zijn.
Op het oostelyk front is de toestand ook
nog steeds onveranderd. Tusschen Njemen
en Weichsel, in het centrum en in West-
Galicië ligt de stryd nu al een paar weken
zoo goed als geheel stil en in de Karpaten
waar voortdurend hevig gevochten wordt,
worden de krygsoperaties zeer door het
ongunstige weder belemmerd.
Van de zee ook geen nieuws van belang
in de laatste dagen, En van de Dardanellen
evenmin al wyst veel er op dat daar thans
een nieuwe actie op het punt staat te be
ginnen.
TEXE.L, 28 April 1915.
Anti-Oorlog-Raad.
De belangstelling, in bovengenoemd
onderwerp, althans de belangstelling,
die blijkt uit een optrekken ter verga
dering, was Vrijdagavoud te den Burg
al uiterst gering.
Ruim 20 personen, waaronder een
zevental dames, warea in café den Burg
aanwezig, toen de heer Ds. P. Glas van
Oudeschild den spreker bij de vergadering
inleidde.
De spreker, do heer H. J. v. Ginkel,
uit Blaricum, lid van den Anti Oorlog-
Raad, ving aan met te zeggen, dat het
gruwelijke van den oorlog in den regel
aan de massa voorbijgaat, evenals zoo
veel ellende die voorkomen kon worden,
doch dat het thans treft, omdat dat
gruwelijke zoo dicht aan ouze landsgren
zen plaats grjjpt en te meer, omdat het
gevaar blijft dreigen, dat ook wij er in
betrokken zullen worden.
Nu is men het er algemeen over eens,
dat oorlog in de toekomst onmogelijk
gemaakt moet worden.
Heeft men gemeend.dat 't internatio
naal voelen 'n oorlog onmogelijk zou ma
ken, de tegenwoordige oorlog is daarom te
bewijzen, dat we zoover nog niet zijn,
want zelfs op wetenschappelijk gebied
is het internationalisme gebroken, en is
gebleken dat bet ook daar nog tegen
geen stootje kan.
De tijden van Alexander de Groote,
van Napoleon en ook van het heden-
daagsche Duitscbe militarisme hebben
amgetoond dat ook wereldmacht niet de
blijvende vrede bevordert en zoo is
meent spr. het gewenschte doel slechts
ess
awn
UJS
IDil
u
o—o o